EEN BEGINNEND DICTATORSCHAP?
911-2B & NSPD-51
Door:
Kapitein Eric H. May
Militair
verslaggever
5 augustus 2007
Vertaling: Paul Harmans
Kapitein May is een voormalige militaire inlichtingen en openbare zaken officier en ook een voormalige schrijver van hoofdartikelen voor NBC. Zijn militaire en politieke analyses zijn verschenen in The Wall Street Journal, de Houston Chronicle en in militaire inlichtingenmagazines.
De helft van het Amerikaanse volk denkt dat de Bush-regering op jacht is naar Al-Qaeda vanwege de aanvallen van 9/11. De andere helft gelooft dat 9/11 een inside-job van de Bush-regering zelf was. Beide helften zijn het echter over één ding eens en schamen zich niet daar voor uit te komen: deze zomer zullen we waarschijnlijk te lijden hebben van een volgende terroristische aanslag, een ‘911-2B’.
De lijst van opmerkelijke en het citeren waard zijnde waarschuwingen begint met die van de vice-president, hij zegt tegen Tim Russert in ‘Meet the Press’ van ABC:
15 april 2007 Dick Cheney: “De grootste dreiging van nu is dat zich een 9/11 voordoet… met een nucleair wapen midden in één van onze eigen steden.”
3 juni 2007 Dennis Milligan, voorzitter van de republikeinse partij in Arkansas: “Ik ben er volledig van overtuigd dat onze president het juiste doet en ik denk dat alles wat we nodig hebben enkele aanvallen op Amerikaans grondgebied zijn, zoals we die eerder hadden (11 sept. 2001).”
1 juli 2007 ABC News: “Een geheim Amerikaans ordehandhavingsrapport, opgesteld voor het ministerie van Homeland Security, waarschuwt dat Al-Qaeda voor deze zomer een ‘spectaculaire’ verschrikking voor ogen heeft.”
11 juli 2007 Michael Chertoff, hoofd van Homeland Security: “Ik geloof dat we deze zomer bij een periode van toenemend risico zijn aanbeland.”
20 juli 2007 Paul Craig Roberts, voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Financiën: Of die nu authentiek of opgezet is, een aanval zal de nieuwe uitvoeringsbesluiten (NSPD-51) van Bush activeren, welke een dictatoriale politiestaat zullen creëren in het geval van een nationale noodsituatie.”
24 juli 2007 Peter DeFazio, commissielid van het Huis van Homeland Security: Ik kan niet geloven dat ze een lid van de regering het recht zullen ontzeggen een inspectie uit te voeren naar hoe ze van plan zijn de regering van de Verenigde Staten te laten optreden na een aanmerkelijke terroristische aanslag. Misschien hebben de mensen die denken dat er een samenzwering bestaat toch gelijk.”
Nu de regering in augustus op vakantie gaat, wijzen opiniepeilingen uit dat ruwweg twee op de drie Amerikaanse burgers een afkeer of een hekel hebben aan George W. Bush en dat de zaken heel snel uiteen vallen voor hem. Meer en meer functionarissen van het Witte Huis beroepen zich op het recht op geheimhouding om daarmee het beantwoorden van de moeilijke vragen over een toenemende kans op afsplitsing tussen hen en hun president te voorkomen.
Alberto Gonzales staat op de nominatie om door de politiek te worden aangeklaagd, evenals Dick Cheney en de helft van het volk wil ook Bush aanklagen.
In de laatste twee weken zijn de beursnoteringen met bijna duizend punten gedaald en zit de gehele financiële sector, welke de basis en geldverschaffing van de Bush-regering is, in zwaar weer. Zijn eigen republikeinen dreigen weg te lopen uit een gesloopt Irak, tenzij ze midden-september sterke geruststellingen krijgen van generaal David Petraeus. De situatie waarin de generaal zich echter bevindt is nauwelijks geruststellend te noemen. Het zich op de strijd voorbereidende Bagdad, waarheen hij was gestuurd om het veilig te stellen, ligt onder vuur en zit zonder water en de Iraakse premier Nouri al-Maliki vraagt openlijk om zijn vertrek.
Woensdag 1 augustus was één van de slechtste dagen voor het Witte Huis. In de morgen kwam het nieuws dat de Iraakse regering uiteen was gevallen, waarbij de Soennitische partij het kabinet van al-Maliki ten val had bracht. Deze rampzalige ontwikkeling had hét nieuws gedurende de rest van de week kunnen zijn terwijl de regering, moe van alle oorlogstaal, naar huis ging om deze laatste oorlogshandeling te verwerken.
Een
wonder in Minnesota
De namiddag van die woensdag had nog meer narigheid in petto kunnen hebben voor
het Witte Huis. Amerika’s eerste en enige Moslim minister, Keith Ellison,
verscheen in CNN’s ‘Situation Room’ om samen met Wolf Blitzer
enkele bijtende anti-Bush commentaren - die hij op 8 juli ten overstaan van
kiezers in Minneapolis had gedaan en waarin hij 9/11 vergeleek met de brand
in de Reichstag en Bush met Adolph Hitler - door te nemen. In 1933 gebruikte
Hitler de brand in de Reichstag, waarvoor hij zelf opdracht had gegeven, om
een dictatorschap in Duitsland in te stellen. Ellison’s analyses zijn
geaccepteerd door het grootste deel van de Moslim-wereld, door de meeste niet-Moslims
in de wereld en een groeiende meerderheid der Amerikanen. Maar in plaats van
zijn uitspraken te verdedigen, ging Ellison er in het interview met Blitzer
toe over zijn excuses te maken en te verklaren dat zijn opmerkingen beginnersfoutjes
waren en nooit meer gemaakt zouden worden.
Misschien dat Ellison’s afstand nemen van zijn opmerkingen een poging was om de ramp af te wenden die normaal over iemand heen komt die het politieke model ontwricht. Als dat al zo zou zijn, dan heeft het niet gewerkt. Twee uur na Ellison’s mea culpa, had zijn regeringsdistrict te lijden van een uitzonderlijke ramp, de instorting van de I-35 brug over de rivier de Mississippi. (Hier wordt niet beweerd dat het instorten van de brug opzet was, het was een ongeluk dat heel toevallig op een geschikt moment voor Bush kwam. Vert.) Het verlies van de één is winst voor de ander, de rest van de woensdag was de instorting van de brug in het nieuws en werd de aandacht afgeleid van het ineenstorten van de regering van al-Malki en van de problemen van Bush in het Witte Huis en zo was dat ook op donderdag en op vrijdag. Op zaterdag ondernam de Moslim minister die zich had moeten excuseren, een trip naar het getroffen district en moest smeken om regeringsfondsen om daarmee de nood te verlichten.
Een
lafhartige regering
Het is moeilijk te peilen waarom de democratische regering zich neerlegt bij
de uitvoerende macht van Bush en zorgeloos op zomervakantie gaat, maar dat is
precies wat ze doen. De laatste week voor de vakantie gaf het Witte Huis nog
een voorbeeld van haar uitvoerende macht door haar goedkeuring te geven aan
de aanbevelingen van de 9/11-commissie om nog meer macht toe te kennen aan de
uitvoerende macht.
Op vrijdag 3 augustus stemde de senaat met 60 tegen 28 stemmen voor het voorstel om Bush en Gonzales meer macht te geven en binnenlandse veiligheidsacties uit te voeren zonder daar nog een moeilijk te verkrijgen rechterlijk bevelschrift tot aanhouding voor te hebben. Het Lagerhuis stemde daar op zaterdag met 227 tegen 183 stemmen mee in.
Een
ontwijkende DeFazio
Op dezelfde dag dat de brug in Minneapolis in de Mississippi viel, verwierp
het Witte Huis een schriftelijk verzoek van de regeringsvoorzitter van Homeland
Security, Bernie Thompson, en een regeringsman uit Oregon, Peter DeFazio, om
geheime bijlagen te mogen inzien van het NSPD-51, het presidentiele uitvoeringsbesluit,
bekendgemaakt in mei (2007), waarin Bush zichzelf tot dictator kan uitroepen
in het geval van een natuurlijke catastrofe zoals orkaan Katrina, of een terroristische
aanval zoals 911-2B.
DeFazio’s Oregon is het doel van ‘Noble Resolve’, een aanstaande militaire 911-2B oefening gepland op 20-24 augustus waarbij inbegrepen is een nucleaire aanval op Portland. De inwoners van het noordwesten zijn in toenemende mate gewaarschuwd dat zij wellicht het doelwit van een ‘nucleaire aanval onder valse vlag’ zijn, of van de fall-out daarvan. Je kunt het hen niet kwalijk nemen. Na alles (volgens alle bronnen, zowel links als rechts) is het enige dat de oorlogspresident en het oorlogsplan nog nieuw leven kan inblazen een 911-2B.
Oregon’s DeFazio is onaangedaan door dit alles, of doet voor dat hij dat is. Penny Dodge, zijn stafchef, weigert vragen vanuit de media te beantwoorden over zijn falen. DeFazio heeft via het Internet en de radio zijn kiezers verzocht kalm te blijven, ondanks zijn onvermogen NSPD-51 te mogen inkijken en zijn onwilligheid de mogelijkheid te onderzoeken dat zij het mogelijke doel van een militaire oefening zullen zijn. Door een dergelijke gedrag verzaakt DeFazio zijn plicht en speelt zodoende mee in het zotte spelletje van Bush: 'de komedie der verschrikkingen'.