TERUG NAAR ARTIKEL

HOE NIEUWSMEDIA ZICH DE OORLOG LIETEN AANSMEREN

Door: Frank Ho

webmaster van: www.waarheid911.nl

Bron: www.waarheid911.nl en www.volkskrantblog.nl


Onlangs, op 25 april 2007, zond de Amerikaanse Public Broadcasting Service (PBS)
de documentaire "Buying the War" uit. Een kritisch en uiterst onthullend zelfonderzoek over het functioneren van de Amerikaanse nieuwsmedia gedurende de jaren na de aanslagen van 11 september 2001. Van het gedroomde beeld van een 'vrije pers' blijft na het zien van dit feitenrelaas weinig over. Niettemin werd deze documentaire in de VS op nationale televisie uitgezonden. De uitzending werd gepresenteerd door de veelvuldig gelauwerde journalist en commentator Bill Moyers, een man met moreel gezag en een conservatieve uitstraling. Iemand die in de VS voor velen acceptabel is. De focus van "Buying the War" is gelegen op de aanloop naar de oorlog in Irak.

Toen hoofdredacteur Pieter Broertjes van de Volkskrant zich in een uitzending van Twee Vandaag verantwoordde over de verslaggeving van 11 september, verwees hij naar de gezaghebbende New York Times. De Volkskrant had maar vier onderzoeksjournalisten, waarom zouden die nog eens overdoen wat zelfs hun grote Amerikaanse broer niet boven water krijgt? De kostbare tijd viel wel aan iets nuttigers te besteden. Waarmee Broertjes onderstreepte akkoord te zijn met volledig trendvolgerschap van wat de allergrootste mediaconcerns in hun kranten op de voorpagina's brengen.

Journalisten behoren feitenonderzoek te plegen en in principe elke autoriteit te wantrouwen. Dat is de heilige taak van de journalist. Het kritiekloos napraten van grote persagentschappen of befaamde internationale kranten, terwijl kritische vragen onaangesproken blijven, valt journalisten aan te rekenen. Wat uit de documentaire 'Buying the War" vooral blijkt is dat in aanloop naar de oorlog in Irak feiten en specialisten grootschalig zijn genegeerd. Politici konden hun lijnen uitzetten en hun waarheden dicteren zonder dat zij prominent vanaf dezelfde nieuwspodia werden tegengesproken.

Terwijl de Amerikaanse regering, met de horror van 11 september in de rug, een angstcampagne begon die doorspekt was met oorlogszuchtige taal, sloeg een ongekende golf van patriottisme over het land. Voor elk nieuwsmedium in een vrij land hét sein om de belofte van een 'vrije pers' met kracht gestalte te geven door het bewaken van de integriteit van de nieuwsvoorziening. Dit is niet gebeurd. De pers zag af van het verifiëren van essentieel feitenmateriaal en liet de oren hangen naar de publieke opinie en machtige adverteerders. Het publiek kon worden opgezweept door de oorlogsretoriek van de regering. De adverteerders deden alles om datzelfde volk niet tegen zich te krijgen en dreigden hun advertenties op te zeggen zodra nieuws uit Afghanistan, of ontwikkelingen in de aanloop naar de oorlog tegen Irak, te zeer indruiste tegen de 'patriottische' koers van de Amerikaanse regering.

Het presidentiële "Wie niet voor ons is, is tegen ons", werd door zelfs de meest gerespecteerde 'progressieve' columnisten van Washington Post en New York Times geslikt. Een columnist als William Safire (NYT), waarvan de Volkskrant al jarenlang vertaalde stukken plaatst, sprak zich onomwonden uit vóór een oorlog tegen Irak, inclusief alle argumenten die de regering Bush in niet aflatende herhalingen aan de man bracht. "Irak hielp Al Qaeda bij de aanslagen op 9/11; Irak produceert kernwapens; Irak beschikt over massavernietigingswapens". Les 1 voor elke propagandacampagne is herhaling, totdat mensen het kunnen dromen. Ongeverifieerde argumenten kregen alle ruimte, terwijl deskundigen waaronder wapeninspecteurs, diplomaten en atoomgeleerden de vloer aanveegden met wat zij beschouwden als 'absurde beweringen'.

Bill Moyers concludeert in Buying the War dat de oorlog tegen Irak niet mogelijk was geweest zonder medewerking van de pers, zonder wie propaganda niet kan worden verspreid. Tijdens een persconferentie op 6 maart 2003 werd Irak twaalf maal door Bush aan Al Qaeda gekoppeld, terwijl het aanwezige journalistenkorps was geselecteerd op 'vriendelijkheid' jegens het Witte Huis. Jim Hoagland, topcolumnist van de Washington Post, koppelde Saddam uren na de aanslagen al aan 9/11.

Informatie die argwaan had moeten geven werd niet onderzocht. Bijvoorbeeld de lezing dat de opslag van biologische massavernietigingswapens zich onder het huis van Saddam zou bevinden, alsof iemand het in z'n hoofd zou halen om boven zoiets te gaan wonen en zeker niet iemand met zoveel vijanden in eigen land. Of het verhaal van het dak dat Saddam, volgens Colin Powell, had laten bouwen boven zijn raketinstallaties, om te voorkomen dat satellieten het konden zien. Of 'bewijzen' van aluminium buizen voor het opwekken van uranium voor een atoombom, waarvoor zo'n enorme capaciteit aan ruimte en centrifuges nodig zou zijn dat wapeninspecteurs dat zeker hadden moeten opmerken. Het was vice-president Cheney die de kwestie over aluminium buizen in Meet The Press naar buiten bracht. Deze gelogen (en dus voor de VS ongevaarlijke) informatie was door het Witte Huis zelf naar de New York Times gelekt zodat een reactie van de regering vervolgens gerechtvaardigd was. Iedere Amerikaan kon de regering zo horen bevestigen dat Saddam werkte aan een nucleaire aanval.

Probleem, volgens Buying the War, was dat nieuwsmedia voornamelijk luisterden naar overheidsfunctionarissen. Veelal architecten van de conservatieve ideologie van de regering. Mensen als Richard Perle en James Woolsey, allebei lid van de Defense Policy Board en adviseur van minister van Defensie Donald Rumsfeld. Richard Perle bij CNN (19/11/01): "We zullen in Irak worden gezien als bevrijders". "De president," zeiden ze, "moet preventieve actie ondernemen". Veiligheidsadviseur Condoleeza Rice meldde op CNN op 8 september '02: "Er zal altijd iets van onzekerheid zijn over de snelheid waarmee hij (Saddam) over een nucleair wapen kan beschikken. Maar we willen niet dat dit bewijs (aluminium buizen) een nuclaire explosie wordt" (we don't want the smoking gun to be a mushroom cloud).


WAT DEED NEDERLAND?

Is daar eigenlijk zoveel verschil met de Nederlandse aanpak? De Dutch Approach, die immer zo subtiel schijnt en soft? Hoewel met meer distantie en daardoor de mogelijkheid van een helderder analyse is de Nederlandse regering al die tijd pal achter Amerika blijven staan. Maar wat deed het Nederlandse journaille? Leed men ook daar in aanloop naar de oorlog tegen Irak onder de zware druk van een opgezweepte publieke opinie die men mede zelf had gecreëerd? Wat was voor Nederland de reden om zo volgzaam te zijn?

Nederland bleef als één van de weinige Europese landen (de nieuwe aanwas uit het voormalige oostblok even buiten beschouwing gelaten) achter Amerika staan. Nederland diende in die uitzonderingspositie zelfs als aanzuiger binnen de Coalitie van de Willenden (Coalition of the Willing), waarmee president Bush trachtte om zijn oorlog een schijn van internationale steun te verlenen.

Zowel de Nederlandse regering als de Nederlandse pers kon, net als hun Amerikaanse equivalenten, beschikken over de deskundigheid van veiligheidsdiensten, diplomaten, wapeninspecteurs, kerngeleerden en andere deskundigen. Daar is niet naar geluisterd. Hoe groot mag nalatigheid zijn om bij het (onder)steunen van een op leugens gebaseerde oorlog niet van een misdaad tegen de mensheid te mogen spreken? En waarom verschijnen onderwerpen als deze vrijwel alleen op het Internet en niet in kranten of op televisie?

Wordt het niet eens tijd dat de vaderlandse pers de mythe van persvrijheid bloot stelt aan een serieus zelfonderzoek, zoals dat zelfs in de Verenigde Staten op beperkte schaal mogelijk blijkt?


Documentaire Buying the War is hier te bekijken

Welke omroep is bereid om Buying the War uit te zenden?

 

Geachte ufowijzerbezoeker: ga svp via de onderstaande link even naar de bron van dit artikel en klik dan helemaal onderaan het artikel op de groene knop (zie afbeelding) waarachter de volgende tekst staat: '... aanbevelingen, beveel dit bericht aan bij andere bezoekers'. Het punt is namelijk dat het stuk door die aanbevelingen tot een week na plaatsing in een ranking komt op de volkskrantblog voorpagina. Daar bereikt Frank Ho (de auteur van het artikel) exact dat mainstreampubliek dat hij zoekt + een aantal journalisten.
http://www.volkskrantblog.nl/bericht/126761
Hartelijk bedankt voor jullie steun!

TERUG NAAR ARTIKEL