BRIG. GEN. THOMAS JEFFERSON DUBOSE
En Het Weerballon Cover-up Verhaal
Vertaling: Paul Harmans
Generaal Dubose was de luchtmachtofficier met de hoogste rang die directe kennis had van de Roswell-zaak en die in het openbaar sprak over de weerballon cover-up plus andere belangrijke details van wat er werkelijk gebeurde binnen kringen rond generaal Ramey.
Hij werd echter in het Roswell-verslag van 1995 van de luchtmacht als onbeduidend neergezet, ondanks dat hij in 1947 de chef-staf van generaal Ramey was en heel wat had te vertellen over hetgeen er gebeurde en dat ook deed in vastgelegde interviews en in zijn beëdigde verklaring. Ondanks zijn verschoppelingenstatus in het rapport, staat hij op de website van de Luchtmacht in het rijtje van hun grondleggers.
De luchtmacht plaatste zelfs zijn naam niet bij de foto’s die zij in het rapport gebruiken en waarop hij samen met generaal Ramey staat. In het meer dan 1000 pagina’s dikke rapport vond ik zijn naam slechts één keer en dan alleen nog in een ondervraging van een ander.
Waarom dit negeren van de luchtmacht betreffende deze officier met hoge rang? Dat is heel simpel, het is vanwege Dubose’s beweringen die dwars tegen de lijn van de luchtmacht ingaan. Hij beweerde dat er inderdaad door Washington een cover-up werd bevolen (hij vertelde dat hij persoonlijk het telefoontje van generaal McMullen kreeg) en dat de wrakstukken van de weerballon op de foto’s niet hetgeen was dat in Roswell was gevonden. Het was een cover-up, opgezet om de pers van zich af te houden en het ‘brandje te blussen’. Dubose houdt vol dat ook hij nooit de feitelijke wrakstukken van Roswell heeft gezien.
Dubose verklaart duidelijk in zijn beëdigde verklaring:
‘Het materiaal dat op de foto’s wordt getoond, genomen in het kantoor van generaal Ramey, was van een weerballon. De weerballonverklaring voor het materiaal was een cover-up verhaal om de aandacht van de pers af te leiden.’
In sommige interviews sprak Dubose over een eerdere, zeer geheime zending van wrakstukken op orders van generaal Clements McMullen (Deputy Commander of the Strategic Air Command) in Washington, dat moest worden verzonden met een kolonelskoerier. Volgens Dubose gingen deze wrakstukken van Roswell naar Fort Worth en werden vandaar overgebracht met een ander vliegtuig en werden vervolgens, samen met de commandant van de basis kolonel Alvin Clark als persoonlijke koerier (waarbij duidelijk wordt hoe belangrijk dit transport was), overgevlogen naar Washington en vandaar voor nadere inspectie naar de luchtvaartlaboratoria op het Wright Field. (Het verhaal van deze verzending wordt aangehaald in de beëdigde verklaring van Dubose, maar verward met de andere gebeurtenissen op 8 juli. In andere interviews maakt Dubose duidelijk dat deze zending verscheidene dagen eerder plaatsvond, toen hij de eerste maal op de hoogte werd gebracht van de ontdekking bij Roswell.)
Onderstaand enkele voorbeelden van uitspraken van Dubose die hij in verschillende interviews deed en waarin hij de ballon cover-up en de zeer geheime zending beschrijft.
‘Er waren massa’s mensen op ons hoofdkwartier afgekomen die antwoorden wilden van Ramey, zeurend om informatie die we niet hadden. Ik wist niet wat het was. Blanchard (commandant van de Roswell-basis) wist het niet. Ramey wist het niet…
McMullen zei: “Luister eens, waarom verzinnen jullie niet iets, iets wat je kunt gebruiken om de pers van je af te schudden?” Dus kwamen we met dit weerballonverhaal. Iemand haalde zo’n ding op, we lieten het opstijgen tot een honderd meter en het daarna neerstorten zodat het leek alsof het was gecrasht en dat is wat we gebruikten.’
(Interview met journalist Billy Cox, Florida Today, 24-11-1991 en aangehaald in het boek Beyond Top Secret, p. 465 van Timothy Good.)‘In feite was het een dekmantelverhaal, het ballongedeelte ervan… Iemand verzon het idee ervan… wij gebruikten deze weerballon. …ons werd verteld dat dit het verhaal voor de pers moest worden en dat is het en al het andere moesten we vergeten. …McMullen vertelde mij: “Je zal er niet meer over praten, dit is meer dan topgeheim… het ligt er ver voorbij. Het ligt als waarnemer van generaal George Kenney binnen mijn prioriteiten en die van hem als direct verantwoordelijke aan de president, dit heeft de hoogste prioriteit die je je kunt voorstellen. En jullie mogen niets zeggen.”’
(Uitspraken afkomstig van audiotape, en aangehaald in UFO Crash at Roswell 1991, p. 166 van Kevin Randle and Don Schmitt.)Afkomstig uit de beëdigde verklaring: ‘Ik ontving een telefoontje van majoor generaal Clements McMullen Deputy Commander, Strategic Air Command. Hij vroeg mij wat wij van het object wisten dat was geborgen buiten Roswell… Ik belde kolonel William Blanchard en droeg hem op het materiaal in een verzegelde laadkist naar mij op Fort Worth te verzenden. Nadat het vliegtuig met het materiaal vanuit Roswell arriveerde, vroeg ik de commandant van de basis, kolonel Al Clark, het materiaal onder zijn hoede te nemen en het persoonlijk met een B-26 aan generaal McMullen in Washington af te leveren. …McMullen vertelde mij dat hij het materiaal dan weer met een persoonlijke koerier en met zijn vliegtuig zou laten afleveren op Wright Field. De gehele operatie werd onder de meest strikte geheimhouding uitgevoerd.’
Het verhaal over de verzending (zoals Dubose het vertelt) wordt kort aangehaald in het rapport van de luchtmacht, in aanhangsel 32. Maar men schrijft het toe aan gecrashte schotel voorstanders in plaats van één van hun eigen generaals. De weglatingen van Dubose’s naam en het vervormen van de eigenlijke bron is een overduidelijk voorbeeld van de propagandatechnieken die de mensen van de contra-inlichtingendienst van de luchtmacht bezitten en die dit rapport schreven.
Maar daar bleef het niet bij. Zij beweren valselijk dat de verzending zogenaamd door generaal Ramey was opgedragen. Dubose heeft herhaaldelijk verklaard dat het generaal McMullen was die de verzending opdroeg. McMullen instrueerde hem zelfs om er niet met generaal Ramey over te praten (Ramey was in die tijd even niet op de basis). Ze laten de verklaringen van Dubose dat alles onder strikte geheimhouding plaatsvond weg en dat de hele zaak zelfs werd doorgespeeld aan het Witte Huis. Ze trachten het verhaal zelfs zo te verdraaien dat er helemaal geen transport plaatsvond en als er al iets werd verzonden, dan was het om de wrakstukken te laten identificeren door de topweerkundigen in Washington. De rest van het verhaal van Dubose dat de wrakstukken voor nadere analyse vervolgens naar Wright Field werden getransporteerd met het privé-vliegtuig van McMullen wordt weggelaten.
Dit was duidelijk de meest mysterieuze weerballon in de menselijke geschiedenis! Maar in werkelijkheid werden er die dag artikelen door de pers geschreven waarin zowel Ramey als Dubose meteen met de verklaring kwamen dat de vermeende wrakstukken van een weerballon waren. Dubose wist alles van radarreflectoren. Hij werd zelfs het hoofd van de luchtmachtreddingsbrigade en hoekige radarreflectoren werden al gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog tijdens reddingen uit zee. Van Dubose wordt de volgende verklaring overgenomen die hij deed tijdens de fotosessie in het kantoor van Ramey op 8 juli 1947:
‘Kolonel Dubose verklaart dat objecten van aluminiumfolie van dit type in gebruik waren aan vliegers die in Europa werden gebruikt om de Duitse radar uit te schakelen tijdens bombardementen. “De aluminiumfolie veroorzaakte enorme blips op de radarschermen,” zo voegde hij toe. Hetzelfde instrument werd gebruikt op reddingsvlotten in de Grote Oceaan om reddingsacties te vergemakkelijken.’
(Fort Worth Star-Telegram, 9 juli, 1947)
Ramey bracht tevens een weerkundig officier mee, Irving Newton, om de zaak officieel te identificeren. Newton herkende en identificeerde de resten natuurlijk meteen als een weerballon en het persbericht ging vervolgens uit dat de ‘vliegende schotel’ van Roswell positief door een weerkundige was geïdentificeerd als zijnde een weerballon, als een meteorologisch apparaat van het leger.
Newton en Dubose herinneren zich beiden dat Ramey ten overstaan van de journalisten verklaarde dat de speciale vlucht naar Wright Field niet langer nodig was. Uit dezelfde tijd stammen nieuwsberichten die beweren dat de speciale vlucht was afgelast. Maar later die avond veranderde het verhaal opnieuw. Ramey verzond de zogenaamde weerballon alsnog naar Wright Field ter nadere identificatie.
Men kan zich afvragen hoeveel experts er telkens weer nodig waren om deze wrakstukken officieel te waarmerken als zijnde afkomstig van een weerballon! Van wat er werkelijk aan de gang was wordt waarschijnlijk een tip opgelicht in een telegram van de FBI over de gebeurtenis en dat afkomstig was van hun bureau in Dallas. De FBI was ook door één van de inlichtingenofficieren van Ramey verteld dat het geborgen apparaat een weerballon voor grote hoogten was met daaraan de radarreflectoren. Maar in het telegram staat ook dat na nadere telefoongesprekken met Wright Field ‘die aanname niet bevestigd kan worden’ (Dit deel van het telegram, dat de weerballonverklaring van de luchtmacht tegenspreekt, is ook door de propagandisten van de luchtmacht in hun rapport weggelaten.)
Wat was er zo anders aan deze weerballon dat het een speciale behandeling kreeg? De luchtmacht beweerde dat nadere identificatie noodzakelijk was omdat het afkomstig was van een ballon van Project Mogul. Maar de eerste Mogul-ballonnen gebruikte standaard, op de plank liggende, weerballonnen en radarreflectoren die niet te onderscheiden waren van standaard meteorologische apparatuur. Tevens identificeerde zowel het FBI telegram, de beweringen van Ramey en die van de meteorologische officier, Irving Newton, dat de wrakstukken afkomstig waren van een enkele weerballon en radarreflector. (Ik heb persoonlijk met Newton over de telefoon gesproken en hij houdt vol dat alles wat hij zag afkomstig was van een standaard meteorologische ballon.) De foto’s genomen in Fort Worth laten ook duidelijk de kleine hoeveelheid wrakstukken zien die vergelijkbaar zijn met die van een enkele weerballon met radarreflector, maar niet van meerdere ballonnen of een Mogullballon.
Het feit is dat alle wrakstukken die publiekelijk werden getoond duidelijk afkomstig waren van een ordinaire weerballon met radarreflector. Bovendien ontkende Ramey die avond op een radiostation uit Fort Worth dat er enig instrumentarium was gevonden, ondanks dat hij verklaarde dat weerballonnen normaal wel dergelijke instrumenten meevoerden.
Als de wrakstukken niet onderscheiden konden worden van een typische weerballon met radarreflector, hoe kun je dan de bewering in het FBI-telegram verklaren dat in nadere telefoongesprekken de beweringen van het Wright Field niet aansloten bij de ballon/radarreflector identificatie?
Een mogelijke verklaring is de eerdere verzending van de wrakstukken naar het Wright Field, zoals beschreven door generaal Dubose. Als men aanneemt dat het Wright Field deze eerdere verzending al had onderzocht en had bepaald dat het afkomstig was van iets anders, dan kan dat verklaren waarom ze het later niet eens waren met de weerballonidentificatie.
De eerdere verzending van wrakstukken van de crash door Dubose kan wellicht opgemaakt worden uit de Ramey-boodschap (het telegram dat Ramey op de foto’s in zijn kantoor tussen de wrakstukken van de weerballon in zijn hand heeft. (Zie link onderaan dit artikel naar een ufowijzerartikel over de tekst in de Ramey Roswell Memo) SLACHTOFFERS VAN HET WRAK DAT IS VERVOERD NAAR HET ?????? OP FORT WORTH, TEX. Een mogelijke interpretatie van ‘…HET WRAK DAT IS VERVOERD’ zou kunnen duiden op de wrakstukken die Dubose eerder had verzonden naar Fort Worth en vandaar naar Washington en Wright Field. Als er een paar dagen eerder een dergelijke verzending was, dan is het heel geloofwaardig dat toen de veehouder Mack Brazel op 6 juli naar Roswell kwam om de wrakstukken te melden hij enkele voorbeelden daarvan meebracht en dat wordt ook door de familie van de sheriff bevestigd.
De onafhankelijke ondersteuning van Dubose van het verhaal van de Roswell-inlichtingenofficier majoor Jesse Marcel over de weerballon cover-up, komt de geloofwaardigheid van Marcel ten goede. Dubose droeg, evenals commandant van de Roswell-basis kolonel Blanchard, enkele maanden later Marcel ter bevordering voor tot luitenant kolonel in de luchtmachtreserve. Dubose medeondertekende in de volgende lente ook Blanchard’s lovende beoordeling en aanbeveling voor toelating tot de Air Command and Staff School. Generaal Ramey schreef een paar maanden later dat hij het idee had dat Marcel over officierskwaliteiten beschikte. Als Dubose of Ramey enige twijfel hadden over Marcel’s competentie volgend op de ontmoeting in Ramey’s kantoor, dan is dat niet op te maken uit Marcel’s beoordelingen.
BEËDIGDE VERKLARING
(1) Mijn naam is Thomas Jefferson Dubose
(2) Mijn adres is: XXXXXXXXXX
(3) Ik ben in 1959 met pensioen gegaan bij de U.S. Air Force met de rang van Brigadier Generaal.
(4) In juli 1947 was ik gestationeerd op Fort Worth Air Field (later Carswell Air Force Base) in Fort Worth, Texas. Ik diende daar als chef-staf van majoor generaal Ramey, de commandant achtste Air Force. Ik bezat de rang van kolonel.
(5) In begin juli ontving ik een telefoontje van majoor generaal Clements McMullen, waarnemend commandant, Strategic Air Command. Hij vroeg mij wat wij wisten over het object dat buiten Roswell, New Mexico was geborgen en zoals in de pers was medegedeeld. Ik belde kolonel William Blanchard, de commandant van de Roswell-luchtmachtbasis en gaf hem opdracht het materiaal in een verzegelde laadkist naar mij op Fort Worth te verzenden. Ik bracht daar ook majoor generaal McMullen van op de hoogte.
(6) Nadat het vliegtuig met het materiaal vanuit Roswell arriveerde, vroeg ik de commandant van de basis, kolonel Al Clark, het materiaal onder zijn hoede te nemen en het persoonlijk met een B-26 aan generaal McMullen in Washington af te leveren. Ik bracht McMullen hiervan op de hoogte en hij vertelde mij dat hij het materiaal dan weer met een persoonlijke koerier en met zijn vliegtuig zou laten afleveren op Wright Field aan Benjamin Chidlaw, bevelvoerend generaal van Air Material Command op Wright Field (later Wright Patterson AFB) De gehele operatie werd onder de meest strikte geheimhouding uitgevoerd.’
(7) Het materiaal dat wordt getoond op de foto’s, genomen in het kantoor van generaal Ramey, was van een weerballon. De weerballonverklaring voor het materiaal was een cover-up verhaal om de aandacht van de pers af te leiden.
(8) Ik ben niet betaald of heb iets anders van waarde gekregen voor deze verklaring, welke naar mijn beste herinneringen de waarheid is.
Getekend: T.J. Dubose
Datum: 16-09-1991
Getuige bij het ondertekenen:
Linda R. Split
Notaris van de staat Florida
Voor journalisten en alle anderen die willen weten hoe belangrijk Roswell is:
Magazine Madness Stanton Friedman weerlegt de sceptici!