EEN DAG MET EEN BUITENAARDS WEZEN
Auteur: Lou Baldin
Vertaling: Hans Jochems
(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar. Hans Jochems.)
DEEL 3
Inleiding
‘Een Dag met een Buitenaards Wezen’ is een boek
dat is geschreven door Lou Baldin onder de naam ‘A Day with
an Extraterrestrial’ en het is uitgegeven in 2008. Lou
Baldin is ook de schrijver van het boek ‘In League With
A UFO’ dat ik (Hans Jochems) al eerder heb vertaald onder
de naam ‘In wisselwerking met een UFO’ en dat
ook hier op ufowijzer te lezen is.
Cover boek ‘Een Dag met een Buitenaards Wezen’
Lou Baldin
Het verhaal dat volgt is geschreven als een scenario. De namen
zijn verzonnen en de rest is gebaseerd op ware gebeurtenissen, maar
het is aan de lezer of lezeres om dit te geloven of niet.
DE
GALERIJ
Ik zag een rij van ramen die in een cirkel rond het toestel waren
geplaatst, precies zoals ik mij herinnerde gezien te hebben toen ik
die morgen voor het eerst het schip binnenging. Ik ging omhoog naar
één van de ramen en keek naar buiten. Ik kon de bomen
zien en een klein stukje van het wandelpad van waar ik was meegenomen.
Er liepen mensen op het wandelpad, maar niemand was zich bewust van
het buitenaardse toestel dat zich op slechts enkele meters bij hen
vandaan in het bos bevond. De mensen gingen door met hun leven en
waren zich niet bewust van de bovennatuurlijke situatie waarin ik
verstrikt was geraakt. Ik was jaloers op hun vrijheid terwijl zij
doorliepen over het wandelpad in het park, verloren in hun eigen kleine
wereldje van menselijke illusies.
Niet eens één persoon had opgemerkt dat ik gewoonweg verdween terwijl ik naast hen op het wandelpad liep. Niet dat ik het zou hebben opgemerkt als iemand anders zomaar was verdwenen. Het merendeel komt in zijn eentje naar het park en verlaat in zijn eentje het park, zoals wij in het leven doen wanneer we geboren worden en wanneer we sterven. Ik werd een beetje filosofisch tijdens mijn schijnbare levensterugblik die mij werd gegund terwijl ik die morgen in het vreemde toestel was opgesloten, en het zorgde ervoor dat ik mij ongemakkelijk voelde. Ik was niet in de stemming voor een existentiële weerspiegeling. Ik wilde uit dat idiote schip of nachtmerrie waarin ik mij bevond!
Het ging mijn verstand te boven waarom niemand het schip kon zien terwijl ik wel ieder van hen perfect en duidelijk door de ramen van het schip kon zien. “Waarom kan niemand het schip zien, Milton? Ik zag het wel.” “Ik liet jou het schip zien. Het blijft voor iedereen onzichtbaar tenzij ik het in hun geest ontsluit, zoals ik voor jou deed.” “Wat ben ik een bofkont!” kaatste ik sarcastisch terug. Ik duwde tegen de wandruimte die zich tussen de ramen bevond denkend dat ik misschien een nep barrière kon vinden om er doorheen te komen, maar dat geluk had ik niet. Ik bewerkte één van de patrijspoortruiten met mijn autosleutels, maar er gebeurde niets, zelfs geen kras of scheur. Het materiaal scheen onverwoestbaar. Ik sloeg met ineen gevatte vuisten hard op het glas en sloeg zelfs met mijn hoofd tegen het glas, maar het had geen enkel effect op het glas en mijn hoofd deed zelfs niet eens zeer.
De onderlinge afstand tussen de patrijspoorten was ongeveer 30 centimeter en ik ging van de één naar de andere, ik testte ze allemaal door er uit grote frustratie tegenaan te rammen. Toen opeens verplaatste zich er één. Ik dacht dat ik misschien een zwakke plek in die patrijspoort had gevonden. Ik onderzocht het nauwkeurig op scharnieren of sluitingen die misschien los waren gekomen en concentreerde al mijn energie op dat ene raam. Ik duwde er tegenaan en ramde er met mijn vuisten, voeten, en herhaaldelijk met mijn hoofd tegenaan en had uiteindelijk succes! Althans, dat dacht ik.
Tijdens mijn éénmans razernij tegen die patrijspoort schoot het plotseling als een getijdegolf weg en belandde op een andere plek op de buitenwand van het schip. Dat was niet wat ik had verwacht dat er zou gebeuren en het liet mij verstomd staan. Ik bevond mij in een bizarre animatiewereld! Het gat waaruit de patrijspoort wegschoof hervulde zich onmiddellijk alsof de huid van het schip van een soort vloeibaar–kristalglas materiaal was gemaakt, hetzelfde als dat in geavanceerde elektronische horloges en televisieschermen wordt gebruikt.
Nochtans,
de menselijke versie van vloeibaar kristal is niet zo sterk, in tegenstelling
tot het materiaal in dat schip. Op de plek waar de patrijspoort belandde
werd het ‘vloeibare kristal’ (voor het ontbreken van een
beter woord) vervangen en er verscheen een nieuw overzicht van de
omgeving. Toen gingen alle patrijspoorten in een soort shuffle modus
en herschikte zich terug naar hun normale verdeling.
Het was bizar!
“Dit schip is vreemder dan vreemd, Milton! Zo buitengewoon vreemd dat het mij bijna onbezonnen maakt zonder angstig te zijn, wat het plezier zou bederven. Ik kan door papierdunne muren lopen die sterker zijn dan staal en net zo zacht als marshmallow en de ramen kunnen zich naar iedere locatie bewegen zonder dat er een gat ontstaat. Hoe is dat mogelijk?” “Mijn schip gebruikt een zeer vergevorderde technologie; deze technologie is in gebruik op vele andere planeten die slechts enkele niveaus hoger zijn ontwikkeld dan jullie hier op aarde. Wat voor jou magisch en bizar lijkt te zijn is gemeenschappelijk alledaags materiaal voor de talloze andere beschavingen die dit Melkwegstelsel bewonen. Je droomt niet en je bent ook niet in een nachtmerrie. Je bevind je in feite in een omgeving die veel reëler is dan ook maar iets van wat je ooit in jouw menselijk bestaan op aarde zult ervaren.” “Ik weet zelfs niet eens hoe ik daar op moet antwoorden, Milton. Je praat over dingen die mijn voorstellingsvermogen ver te boven gaan. Zijn jullie ‘een soort ras’ zoals wij mensen hier op aarde zijn, alleen hoger ontwikkeld?” “Wij zijn bepaald geen mensen zoals jullie mensen zijn, niet in de zin van zogenaamd intelligent leven op planeten zoals de aarde. Er zijn vele schakeringen en niveaus van bestaan en sommige schakeringen of versies zijn zoals ‘mensen’ hier op aarde. Maar ik val niet onder die categorieën.”
“Waarom kan ik je niet zien Milton? Ben jij onzichtbaar? Was jouw ‘voorkomen’, jouw ‘verschijning’ op het wandelpad niet de echte jou? Je zag er uit en praatte als een zogenaamd ‘intelligent’ mens toen je mij tijdens mijn wandeling vanmorgen tegemoet trad.” “Je kunt mij zien als ik er voor kies mijzelf aan jou te tonen, maar wat je zult zien wanneer je mij ziet is wat je kan beschouwen als etalagekleding, dus niet zoals ik er in werkelijkheid uitzie, of het nu in een ‘menselijk’ uniform is of in een ‘buitenaards’ uniform. Maar je kunt mij niet zien zoals ik echt ben, althans nu nog niet. Ik ben niet jouw gewone ‘Jan van de straat’ en lijk totaal niet op dat wat jij vanmorgen op het wandelpad zag.”
Milton communiceerde telepathisch en ontving mijn woorden rechtstreeks vanuit mijn geest, ook al praatte ik via mijn stembanden en mond. Omdat gedachten sneller zijn op te vangen dan het geluid via mijn stembanden wist Milton mijn gedachten eerder dan dat ik ze vocaal kon uitspreken! Dat was een reusachtig nadeel voor mij tijdens de gesprekken met hem.
Zonder enige waarschuwing verscheen Milton uit het niets in de gang op enkele decimeters voor mij. Op het eerste moment verscheen hij als een spookachtige verschijning die echter snel een solide vorm aannam, of zich aanpaste aan mijn realiteit, voor zover dat nog de realiteit was. Hij was niet de mens-lijkende Milton die ik achtervolgde in het park. Hij was nu een totaal verschillend en angstaanjagend uitziend schepsel vanuit de ruimte en tartte elke beschrijving. Ik was in staat om mij bepaalde kenmerken van hem te herinneren, voordat mijn brein bevroor, ik tot stilstand kwam, en mij in een staat van een lichamelijke en geestelijke schok stortte toen zich het beeld van zijn geniepig kijkende karkas volledig in mijn geest profileerde.
Hij was kort, ongeveer 60 centimeter lang, misschien minder. Hij had een bolvormig hoofd dat niet evenredig groot was aan zijn lichaam, maar veel groter, alsof hij een gezwollen tumor in zijn bovenschedel had. Zijn armen waren dun, net zoals zijn benen. Hij had een strak lichaam, maar was toch een beetje mollig in het midden. Ik heb niet opgemerkt hoeveel vingers of tenen hij had of dat hij een huidkleurig pak aan had. Hij leek niet naakt of gekleed te zijn. Hij zag er eenvoudigweg ongelofelijk verschillend uit dan wat wij mensen gewend zijn te zien. Er staken geen oren uit zijn hoofd, enkel kleine gaten op de plek waar zijn oren zich zouden moeten bevinden. Grote donkere doordringende ogen domineerden zijn figuur, die eruit zagen alsof zij een op hol geslagen kudde wilde olifanten met één blik zouden kunnen verlammen. De overige gezichtskenmerken vielen amper op ten gevolge van zijn ogen, die mij niet toestonden om me goed op andere kenmerken te concentreren.
Niettemin was ik in staat om bepaalde details te herinneren. Hij had een minuscule mond die te klein was om er mee te praten. De neus bestond uit twee smalle sleufjes. Zijn huidkleur was een schakering van donkerblauw met witte iriserende vlekken die bewogen alsof in een vloeistof onder een doorschijnende huidlaag. De huid was glad zoals glas en zonder rimpels of schubben en hij had een gloed om zich heen als van een geëlektriseerde aura of schild dat vanuit zijn lichaam werd uitgestraald.
Ik flapte er een paar woorden uit tegen Milton voordat zijn volledige verschijning mij de mond snoerde. “Milton, neem ik aan? Man, je lijkt totaal onnatuurlijk en bizar en op niets van wat ik ooit had verwacht!” De haren op de achterzijde van mijn nek stonden rechtovereind zoals de stijve stekels van een stekelvarken. Adrenaline joeg door mijn lichaam en overweldigde mijn zenuwsysteem. Ik bleef bij bewustzijn, maar mijn geest werd een door elkaar gegooide nevelsluier van mentale beelden en gedachten.
Terwijl mijn geest in moes veranderde zoals wortels in een mixer, viel ik niet op de vloer. In plaats daarvan raakte mijn lichaam verlamd en zweefde ik vrij in lucht als een marionet aan touwtjes. Toen raakte Milton mijn hoofd aan op één van mijn slapen met zijn vreemd aandoende lange vinger. Of hij hield misschien een of ander vreemd voorwerp vast dat hij misschien had gepakt, maar ik herstelde in een vorm van bewustzijn op een ander niveau dan normaal. Ik probeerde mijn gevoelens naar Milton over te brengen en was in staat om enkele verstaanbare woorden te stotteren. “Milton - je liet me doodschrikken - en doet dat nog steeds - wat heb je met mijn geest gedaan? Alles is een door elkaar gegooid zooitje van waanzin.”
“Michael, je bent er nog niet klaar voor om mij in een andere vorm te zien dan een menselijke. Wij programmeren op die manier de menselijke breinen, voor redenen waarop ik later zal ingaan. Hoe dan ook, ik zal vandaag dat programma in jouw geest aanpassen zodat je met mij kunt communiceren zonder de controle over je bewustzijn te verliezen. Maar ik zal mij niettemin gedurende de meeste tijd op de achtergrond houden en uit het zicht, zodat ik niet in de weg zal lopen bij wat wij met jou van plan zijn te doen gedurende deze ontmoeting.”
Milton verdween voor mijn ogen en ik hervond onmiddellijk mijn geestelijke vermogens en beheersing terug. Ik was helemaal ontspannen, meer dan toen hij voor de eerste keer de kamer binnenkwam en mij met zijn verschijning overweldigde. “Waarom verschijn je niet voor mij in menselijk vorm en elimineer daardoor het potentieel van de schrikfactor en een geestelijke schok? Zou dat de dingen niet veel gemakkelijker maken voor allen die het aangaat, en speciaal voor mij?”
“Menselijke lichamen - en wij gebruiken een aangepaste versie van het menselijke lichaam zoals die waarin je mij vanmorgen zag op het wandelpad - zijn niet geschikt om goed in dit schip te functioneren. Het lichaam waarin ik verscheen en dat jou totaal van slag bracht, bestaat uit vergevorderde ontwerpen en heeft veelvoudige gebruiksmogelijkheden, inclusief het schokeffect dat jij ervan kreeg. Het is een extreem veelzijdige machine gebouwd om te kunnen werken in onze type voertuigen. Die lichamen zijn bijzonder goed aangepast voor ons werk in dit zonnestelsel, specifiek wanneer wij met mensen omgaan en andere lichamelijke en niet-lichamelijke vormen van entiteiten. Wij blokkeren gewoonlijk het geheugen van diegene waar wij contact mee hebben zodat zoals wij eruitzien doorgaans geen zorg of verontrusting is voor onze gasten.”
“Dat is prettig en goed voor jou en voor hen waarvan de herinneringen worden geblokkeerd, maar vanuit mijn perspectief is jouw verschijning een buitengewoon griezelkostuum. Dat is zeer afleidend voor diegene zoals ik die tijdens zo’n beproeving bewust blijven. Ga je mijn geheugen blokkeren voor hoe jij er uitziet als ik eenmaal jouw schip verlaat zodat ik er geen nachtmerries van heb?”
“Ik zal bij jou wat herinneringen aan mij blokkeren en van bepaalde andere dingen die je vandaag zult zien en ervaren, zodat je normale leven niet helemaal uiteengerukt of geschaad is. Hoe dan ook, je zult je toch bepaalde dingen weten te herinneren en dat hangt af van hoe je op elke situatie die wij je laten ervaren reageert. Ik ben nu niet in een lichaam. Ik ben zoals een geest of ziel. Het lichaam waar jij mij in zag, dat jou zo een mentale dreun gaf, is als een ruimtepak voor ons. Heb je wel eens opgemerkt hoe griezelig de NASA ruimtepakken eruitzien? Kun jij je dan voorstellen hoe iemand met een veel lager technologisch niveau en die dergelijke pakken nog nooit eerder heeft gezien daarop zou reageren? Toegegeven, wij zijn veel schrikaanjagender, maar het is hetzelfde principe.”
“Hoe kan het dat je mij ziet, Milton? Zitten er overal camera’s in jouw schip? Of ben je nu met mij in de gang, maar gebruik je één of ander apparaat wat jou onzichtbaar maakt?” “Ik ben niet met jou in de gang. Ik heb een speciale plaats in het schip waar ik verblijf als ik puur in de gedaante van mijn ziel ben. Er zijn geen camera’s waar jij je nu bevindt of op enige andere locatie in dit toestel. Maar ik ben me heel bewust van alles in het schip, evenals de dingen buiten het schip. Ik heb meer dan de vijf zintuigen die jullie mensen hebben.” “Ben jij een god, Milton?” “Nee.”
“Hoeveel tijd is er voorbijgegaan sinds jij mijn leven ontwrichtte en mij naar dit punt van geestverwarring bracht?” “De tijd is voorlopig niet belangrijk, maar er zijn minder dan dertig minuten voorbijgegaan sinds het avontuur begon waar jij je nu in bevindt. Verlicht dat jouw ‘verwarde geest’ een beetje?” “Misschien een avontuur voor jou, Milton, maar niet voor mij. Kan jij de tijd wat versnellen en doen wat je dan ook moet doen zodat ik van hier kan vertrekken en terug kan keren naar mijn echte leven in de echte wereld? Ik heb een leven weet je!”
“Ik breng ons omhoog tot in de stratosfeer van de aarde. Ben jij daar klaar voor? Ha ha, snap je het? ‘Klaar voor dat'. Vergeet het maar. Mensen snappen mijn humor nooit, misschien omdat ik hun geest verwar. In ieder geval, indien je het wenst om onze vlucht naar de ruimte te bekijken, ga dan naar één van de patrijspoorten en werp een blik uit het raam en wees voorbereid om volkomen te worden overdonderd en wakker te worden geschud uit jouw beschutte menselijke levensbel.”
Op het moment dat ik naar één van de patrijspoorten begon te lopen zoals Milton aanraadde, schoot het schip met een fenomenale snelheid omhoog. Maar ik voelde absoluut geen enkele beweging noch verloor ik mijn evenwicht terwijl ik van raam naar raam liep. Ik keek precies op tijd uit één van de ramen om de boomtoppen en het park te zien veranderen in onbeduidende vlekjes. Ik zag de continenten verschrompelen en de oceanen groeien en mijn geest expandeerde tot het tienvoudige.
Toen stopte het schip abrupt ergens boven de aarde zonder mij tegen het plafond van het schip uiteen te laten spatten. In een kwestie van een paar seconden hadden wij gereisd vanuit het park tot in de ruimte zonder enige trillingen of turbulentie, zoals ik had ervaren in vliegtuigen en op de achtbanen met mijn kinderen in Disney World. Wij waren abrupt gestopt zonder enige vorm van gravitatiekrachten op mijn lichaam gevoeld te hebben. Dat was zeker niet de fysica die ik had geleerd op school in de echte wereld. Ik was compleet verbijsterd van wat ik buiten de patrijspoorten zag!
Ik herinnerde mij vroegere ontmoetingen met wezens van andere werelden, maar het meeste daarvan was geblokkeerd of verborgen tussen mijn normale menselijke herinneringen. Die mysterieuze herinneringen werden steeds helderder op die dag in Milton’s schip.
Wordt vervolgd.