TERUG NAAR ARTIKEL

MAJOOR GEORGE A. FILER III

Getuige in het ‘Disclosure Project’ november 2000

Vertaling: Hans Jochems voor Ufowijzer september 2006

Met toestemming vertaald

Majoor George Filer was een luchtmachtinlichtingenofficier die niet alleen een buitengewone ontmoeting had met een enorme UFO boven Engeland op z’n radar, maar er later in de zeventiger jaren ook achter kwam, toen hij aanwezig was op de McGuire Luchtmacht Basis in New Jersey, dat er een buitenaards biologisch wezen (EBE) was neergeschoten bij Fort Dix. De buitenaardse vluchtte naar de aangrenzende McGuire luchtmachtbasis, waar hij stierf bij de landingsbaan. Hij getuigt dat deze levensvorm toen werd opgepakt en naar de Wright-Patterson luchtmachtbasis werd gebracht. Daarna, werd veel van het standaard personeel, dat een rol had gespeeld in die gebeurtenis, snel overgeplaatst. Majoor Filer wijst er ook op dat de “hoon factor” zeer effectief is om mensen die ET’s of UFO’s hebben gezien het zwijgen op te leggen en zeer behulpzaam is bij het in stand houden van de geheimhouding.


George A. Filer III: Mijn naam is George A. Filer III. Ik zat bij de Amerikaanse luchtmacht en mijn eindrang was majoor. Ik was navigator op verschillende vliegtuigen en tankertransportvliegtuigen. Ik was gedurende de langste periode van mijn carrière een luchtmachtinlichtingsofficier, ik lichtte in die periode generaals en congresleden in over onze mogelijkheden en de bedreigingen aan onze luchtmacht.
Wel, ik was een inlichtingenofficier en kwam een keer om ongeveer 04.00 uur in de ochtend op mijn werk. Op die ochtend van 18 januari in 1978 reed ik naar de hoofdpoort van McGuire en het viel mij op dat er rode lichten waren op de startbaan en dat er daar waarschijnlijk dus iets aan de hand was. Ik besteedde er niet veel aandacht aan totdat ik bij de 21st Luchtmacht Commando Post, waar ik werkte, aankwam. Ik was een assistent-chef van de inlichtingendienst bij de 21st luchtmachtgroep welke de volledige controle had over de militaire vliegtuigen die de president en verschillende VIP’s van de Mississippi Rivier tot aan India toe heen en weer vlogen. We hadden de beschikking over zo’n 300 vliegtuigen en we vlogen allerlei soorten missies die te maken hadden met militaire luchtbruggen die we hadden uitgezet.

Die speciale ochtend ging ik naar de commandopost waar ik werd opgevangen door het hoofd daarvan die zei dat het een zeer opwindende avond was geweest en dat we de hele nacht UFO’s boven McGuire hadden gehad. Hij vertelde dat er één uiteindelijk landde of mogelijk was neergestort bij Fort Dix en dat, toen een agent van de militaire politie een alien tegenkwam, die zijn geweer trok en het neerschoot. En ik vroeg: ‘buitenlander, alien?’ (In het Engels wordt alien ook gebruikt voor een buitenlander of vreemdeling.) Ik was een beetje in de war toen hij zei ‘alien’. En hij zei: "Nee, een buitenaardse vanuit de ruimte." Hij was daar zeer duidelijk in, dat er in feite een buitenaardse vanuit de ruimte was neergeschoten bij Fort Dix, en dat het, nadat het gewond was geraakt, was weggerend richting McGuire.

Welnu, tussen McGuire en Fort Dix staat een afrastering en deze buitenaardse is klaarblijkelijk over of onder het hek gekropen en tot aan McGuire gelopen en daar uiteindelijk aan het eind van de landingsbaan gestorven. De beveiligingsmensen waren daar nog en hadden, om het zo maar te zeggen, het lichaam gevangen genomen en bewaakten het. Hij zei dat een C-141 van Wright-Patterson onderweg was om het lichaam op te halen. Dat maakte mij attent, omdat ik niet wist dat Wright-Patterson C-141 toestellen had, ik dacht dat het 21st Luchtmachtcommando de enige waren die C-141 toestellen hadden. Dus ik dacht: ‘allemachtig, wat is hier aan de hand?’ Zij zeiden: “Wij willen dat jij ons tijdens de algemene briefing van vanmorgen inlicht en aan iedereen uitlegt wat er is gebeurd”. ‘Dus’, zei ik, ‘jullie willen dat ik generaal Tom Sadler en aan iedereen in de commandopost ga vertellen dat we een buitenaardse hebben gevangen genomen?!’ En zij zeiden: “ja, en wij willen dat jij hun deze ochtend nog inlicht”.

Zodoende ging ik hier en daar het één en ander controleren en belde de 38ste militaire luchtbrugcommandopost om te controleren of hun verhaal overeen kwam met wat mij was verteld. Zij zeiden: “Ja”. Zij hadden dezelfde informatie gekregen; zij zeiden dat het precies zo was gebeurd en dat er een buitenaards wezen op de basis was gevonden.

Later in de ochtend werd mij verteld dat ze hadden besloten om er geen inlichtingen over vrij te geven tijdens de algemene briefing, dus in feite heb ik daar dan ook niets over gezegd.

Later die ochtend bracht ik de gecodeerde berichten naar Generaal Sadler’s kantoor en het viel mij op dat er daar wat commotie was en dat er sommigen van de beveiligingsmensen waren die er nogal onverzorgd uitzagen. Daar Generaal Sadler nogal veeleisend was omtrent het er perfect moeten uitzien van iedereen, was ik verbaasd om te zien dat deze mensen, zoals overduidelijk te zien was, er ongeschoren bijliepen en er vermoeid uitzagen, en toen wist ik dat dat te maken had met het verhaal wat ik had gehoord.

Na de briefing ging ik naar het fotolab, ik ging bijna iedere dag naar het fotolab vanwege de briefings, je hebt daar vier beeldschermen staan en je moet ervoor zorgen dat ze vol staan met mooie foto’s en dat soort dingen. En daar gaven zij aan dat ze foto’s hadden genomen van iets buitengewoons, en ik zei toen: ‘wel, laat me ze dan eens zien.’ De sergeant gaf ze aan mij, maar de éérste sergeant zij: “Hij kan deze zien”. Dus alles wat ik wist was dat zij wat foto’s hadden die ik niet mocht zien, terwijl ik normaal gesproken als algemeen inlichtingsofficier nooit eerder bepaalde foto’s die ze hadden niet mocht zien.

Het was een zeer serieuze operatie. Er waren op deze basis nucleaire hulpbenodigdheden die gebruikt worden om atoomwapens van en naar Europa te transporteren, en ik sprak één van de beveiligingsagenten die beweerde dat hij er bij was geweest. Hij gaf aan dat hij in wezen een klein lichaam had gezien dat een kind had kunnen zijn, maar het had een groter hoofd dan normaal.

Een interessant gegeven is, dat veel van het personeel dat er tijdens die gebeurtenis bij betrokken was, vanaf de commandant tot de laagste rang, al snel werd overgeplaatst. Dat gaf aan dat als je er iets van afwist, zij je meteen overplaatsten, zodat je er dus niet onderling over kon praten. Dit gebeurde binnen een paar weken. De beveiligingsagent zei mij dat hij binnen een paar dagen naar Wright-Patterson was overgeplaatst, nadat hij binnen twee dagen was verhoord en hem werd gezegd dat hij er met niemand meer over mocht praten.

Ik hoorde het ook van hen die naar de gebeurtenissen op de radio’s (portofoons) luisterden en hoorden dat de achtervolging aan de gang was en dat de buitenaardse was neergeschoten bij Fort Dix. Zij achtervolgden het naar McGuire, want het had om wat voor reden dan ook gekozen om naar de McGuire luchtmachtbasis toe te rennen. Zowel de staatspolitie als de militaire politie achtervolgde deze persoon of buitenaardse, die zoals het leek uit een UFO was gekomen. Dat voor zover ik het begreep een schijfvormig toestel was.

Zij zeiden tegen mij dat de UFO’s al een behoorlijke tijd in dat gebied aanwezig waren en dat zij ‘ze’ ook op radar zagen en dat de operator van de verkeerstoren ze ook had gezien. Sommige piloten van de op dat moment in de buurt aanwezige vliegtuigen zagen ze ook.

Er waren zes of acht man die het lichaam bewaakten; later ook de commandant van de veiligheidspolitie en een aantal van ons uit de commandopost (die van deze gebeurtenis afwisten). Ik nam aan dat Generaal Sadler er ook over was ingelicht.

Steven Greer: Heb je nog van andere UFO-gebeurtenissen gehoord terwijl je in militaire dienst was?

George A. Filer III: Wel, ik heb een vrouw ontmoet die als technicus werkzaam was bij White Sands. Zij was op een bepaalde dag aan het wandelen en ze zei mij dat zijzelf en een paar anderen bovenaan de top van een berg kwamen zodat ze naar beneden in de vallei konden kijken en dat alleen hun hoofden zichtbaar waren op de top van de berg. Ze keken net over de top naar beneden om te kijken hoe het pad daar verder liep en zagen op dat moment een UFO op de grond staan met een paar buitenaardsen eromheen, die stenen en dingen oppakten. Zij hebben er behoorlijk lang naar gekeken en het was maar een paar honderd meter van hen verwijderd dus ze hadden er een prima zicht op. Uiteindelijk zagen de buitenaardsen hen en sprongen in hun toestel en stegen op.

Ik heb persoonlijk nooit iets gezien tot ongeveer in 1962, we vlogen toen met tankvliegtuigen over Engeland en London Control vroeg ons om een UFO te onderscheppen. We waren net bezig met het afsluiten van onze bijtankmissie, en we accepteerden de opdracht. We vlogen boven de Noordzee en zij vroegen ons om over het midden van Engeland te vliegen. We vlogen met een snelheid van zo’n 640 km per uur in een duikvlucht om het object te onderscheppen. Zij gaven ons koersaanwijzingen en het zou zweven in de buurt van het Stonehenge-gebied in Oxford, zo’n 30 tot 50 km bij ons vandaan. Ik kreeg het op de radar en het was daarop zeer groot afgebeeld. Wij vlogen langs de Forth of Firth brug, welke een beetje lijkt op de San Francisco brug, het was een zeer grote brug en de bliep van de UFO kwam in grootte en intensiteit daarmee overeen. Met andere woorden, het was een zeer grote radarbliep. London Control had het, zoals duidelijk was, ook op hun radar en zij begeleidden ons naar dat object. Toen we op een afstand van zo’n 1,6 Km van de UFO kwamen, schoot het omhoog de ruimte in, met een snelheid van zo’n 1600 km per uur, bijna recht omhoog. En eerlijk gezegd, althans volgens mijn kennis, hadden wij niets met die eigenschappen.

Ik schat dat het een schijfvormig object was, maar op z’n minst een volumineuze schijf en er waren lichten of zoiets aan de boven en onderkant. Het was meer dan een schijfvormig object, het had bovenop een koepel. Als het radarbeeld accuraat was, dan had het een diameter van zo’n 500 meter, ik bedoel, het was een kolossaal ding. Wij hebben het in het navigatorlogboek geschreven.

Ik had hier waar wij nu wonen ook een waarneming. Dat is in Briarwood Lake in Medford, New Jersey; we waren toen net in dit huis komen wonen. Mijn vrouw en ik sliepen en het was ongeveer 03:00 uur in de ochtend toen het plotseling in het midden van de nacht zeer licht werd de kamer. Ik stapte uit bed en opende het rolgordijn en keek naar buiten. Ik weet niet of de meeste mensen wel eens een duikboot boven water hebben zien komen waardoor het water omhoog wordt gestuwd, wel, dit was wat leek op een schijf van ongeveer 9 meter in diameter waar wat leek op opgestuwd water vanaf kwam. Om het toestel heen was er een soort ionisatie, dat overeenkwam met het Aurora Borealis verschijnsel oftewel het Noorderlicht. Het verplaatste zich een tijdje over het meer en schoot toen met een behoorlijke hoge snelheid weg. Vanwege deze waarneming heb ik bij de buren geïnformeerd en het is verbazend om te horen hoeveel mensen dit soort toestellen boven deze meren hebben gezien.

En wat ik af en ook toe deed, was het inlichten van de generaals betreffende de UFO-waarnemingen die wereldwijd hadden plaatsgevonden. Er was er één die maar in mijn gedachten bleef en dat was de beroemde ontmoeting in Teheran in Iran welke plaats had gevonden in 1976.

Zo ook rond die tijd werd mij door een bepaalde kolonel verteld dat de F-106 een nieuw snelheidswereldrecord had neergezet. De kolonel vertelde dat ze die toestellen hadden en op een bepaald moment daarmee zo snel als ze konden in een duikvlucht naar de toen boven een vallei zwevende UFO in Colorado vlogen. Maar toen zij in de buurt van het toestel kwamen, gebeurde er hetzelfde als bij mijn ervaring boven Engeland, het schoot omhoog waardoor het leek alsof zij stilstonden. Zij vlogen met een snelheid van 2400 km per uur of zoiets, als dat tenminste in die tijd voor die toestellen tijdens een duikvlucht hun maximale vliegsnelheid was, maar wie het ook was die de vreemde toestellen vloog, hij had mogelijkheden die wij met niets konden evenaren in jaren en jaren en ik denk zelfs vandaag de dag ook nog niet. Ik denk dat het iets van buitenaardse afkomst is, het zijn niet door mensen gemaakte toestellen, met een totaal andere manier van voortstuwing en hier komen voor verkenning.

Ik heb met een aantal astronauten gesproken die ze hebben gezien. Ik heb met andere militaire piloten gesproken die ze hebben gezien, en ik herinner mij Kapitein Ramidge waarvoor ik heb gewerkt in Athene in Griekenland. Hij had er gedurende ongeveer een uur tijdens de Koreaanse oorlog één naast z’n vleugel vliegen en dat ding deed tegelijkertijd ook nog eens acrobatische toeren rondom zijn vliegtuig!

Ik weet niet het exacte percentage mensen, maar ongeveer 10 % van de piloten en bemanning die je er over vraagt hebben een waarneming gehad. Ik zat een paar jaar geleden in deze kamer en een kolonel van de inlichtingendienst vertelde me toen dat hij en de hele B-52 bemanning een UFO hadden gezien. Weet je, dit soort mensen gaan niet vrijwillig voor de camera zitten om erover te vertellen, maar er zijn heel veel mensen die ze gezien hebben. En zij weten dat die toestellen zeer geavanceerde eigenschappen hebben. Meestal zien ze een soort van solide object verschijnen wat gemaakt lijkt te zijn van één of ander wapenachtig, grijskleurig metaal. En tijdens waarnemingen in de nacht rapporteren mensen meestal verschillende lichten rond de omtrek.

Steven Greer: Wat gebeurde met de buitenaardse bij McGuire?

George A. Filer III: Ik dacht mij te herinneren dat mij verteld werd dat het in een soort kist werd geplaatst en door een vliegtuig werd opgehaald.

Ik denk ook dat er in 1947, in dat tijdframe, iets was neergestort in het westen. Ik denk dat daar iets is gebeurd, tenminste zoals er in het leger over wordt gepraat. De tendens is dat je dingen geheim houdt als je niet weet wat er gebeurd is, geheim, uiterst geheim of wat dan ook. En als het van de President afkomstig is heeft het een zeer hoge geheimhoudingsclassificatie; mogelijk een codewoord hoger dan uiterst geheim “boven uiterst geheim”. Met andere woorden: “Er is een reden nodig om het te weten,” en als die klasse er eenmaal aan is toegekend, is het zeer moeilijk om het er weer van te ontdoen.

Je kunt naar de archieven gaan, zij hebben daar bepaalde informatie die terug gaat naar de tweede wereldoorlog en ondanks wat er wordt beweerd krijg je geen toestemming om het in te zien. Als dat soort dingen eenmaal als uiterst geheim geclassificeerd zijn, dan blijven ze voor altijd uiterst geheim.

Je kunt het bijvoorbeeld baseren op het feit dat dit toestel geavanceerde technologische eigenschappen heeft, en je wilt niet dat anderen weten wat jij ervan weet en hoe deze dingen werken, het is dan in je eigen voordeel om het geheim te houden.

Maar ik vind zelf dat het nu tijd is dat alles in de openbaarheid wordt gebracht.

De manier hoe het onder andere geheim is gehouden, is door het belachelijk te maken. Als het alleen een kwestie van uiterst geheim was denk ik dat de hele wereld het nu zo langzamerhand wel zou weten, maar ze hebben nu juist die factor van belachelijk maken erin gebracht. Je kunt van iemand een verhaal als dit horen, en de mensen zullen zeggen dat hij wel gek moet zijn om in UFO’s te geloven. En zij maakten iedereen die iets had gezien belachelijk, maar mijn ervaring is dat heel veel politiemensen ze hebben gezien, heel veel FBI mensen hebben ze gezien en heel veel militairen hebben ze gezien.

Er waren tijden dat ik nucleaire wapens vervoerde. Met andere woorden, ik was mentaal goed genoeg om nucleaire wapens te vervoeren, maar ik als ik een UFO zie mankeer ik opeens mentaal iets. Deze kritiek en dat belachelijk maken van mensen heeft er het meest voor gezorgd dat het UFO-verhaal niet naar buiten kwam.

(We horen dit keer op keer van militaire- en andere getuigen: de media en het officieel belachelijk maken is zo intens, dat het heeft geholpen als een machtig wapen voor het zwijgen en de geheimhouding. De meeste mensen willen zichzelf en hun familie niet blootstellen aan dat soort belachelijk makerij en kiezen er daarom voor om te zwijgen. SG)

TERUG NAAR ARTIKEL