VOORS EN TEGENS BETREFFENDE GORDON COOPER’s OPVATTINGEN
Door: Paul Harmans
November 2005
Om het overzichtelijk te houden heb ik de tekst van de anderen in bruin weergegeven (Paul).
Afgelopen zomer (2005) heb ik samen met enkele Belgische ufologen via e-mail een felle discussie gevoerd met de drie voornaamste Belgische UFO-debunkers (afkrakers), te weten Wim Van Utrecht, Marc Broux en Johan Torfs. Ik heb daarbij regelmatig aan hen (de sceptici) gevraagd of ze op de hoogte waren van het Disclosure Project of van het project van dr Haines. Wim Van Utrecht deed er (tot op het laatste moment) hoofdzakelijk het zwijgen toe, Marc Broux vond dat alleen de Belgische UFO-voorvallen voldoende waren om te oordelen en Johan Torfs gaf toe op de hoogte te zijn van de projecten, hij kende de namen, maar niet de inhoud. Zie hier zijn antwoord:
Ik heb wel degelijk enige kennis van het disclosure project, Haines en aanverwante. Maar voor mij is het duidelijk dat het hele complot-gedoe gestart is door een paar geflipte weirdo's [Van Dale geeft voor ‘weirdo’ de volgende omschrijvingen: rare (snuiter) vreemde vogel, excentriekeling, lijperik, gek.] die weigerden om hun gebrek aan bewijs te aanvaarden. Die zijn dan maar zelf beginnen geloven dat er bewijs werd weggemoffeld. Het hele vervolg berust volgens mij voor méér dan 90% op bewust bedrog, voor de rest op autosuggestie, zoals een fanatiek supportersclubje dat na 99 nederlagen nog steeds wil blijven geloven dat hún ploeg de allerbeste is.
Hierop gaf ik hem de links van de getuigenissen van: Nick Pope (ambtenaar van het Engelse ministerie van defensie die voor dat ministerie op de UFO-desk werkte), John Callahan (voormalig afdelingshoofd van de tak ‘Ongelukken en Onderzoek’ van de FAA in Washington DC) en van het project van dr Haines (Haines doet onderzoek naar UFO-meldingen van piloten en heeft inmiddels zo’n 3000 gevallen in zijn database). Ook gaf ik daarbij de volgende verklaring:
Let wel, ook wij beweren niet dat het 100% zeker is dat het om buitenaardse activiteit gaat, maar nadat je alle voors en tegens hebt afgewogen, lijkt het er toch verdacht veel op dat dat voorlopig de beste verklaring is. Vandaar dat de meesten van ons voor 90% geloven dat het buitenaards is en wij geven grif toe dat het gros van de waarnemingen is toe te schrijven aan het licht van lantarenpalen weerspiegeld in overvliegende vogelbuiken (bewering afkomstig van Neerlands grootst gedreven sceptic Marcel Hulspas) of van brandende papiertjes in de lucht (Wim Van Utrecht) en zelfs van iets wat zit tussen de oren van de waarnemers (Marc Broux).
Johan Torfs kwam met het onderstaande antwoord.
Er is in het ufo-dossier al véél te véél gelogen! Als er betrouwbare meldingen waren, dan was dat al lang wijd en zijd bekend. Zo heb ik het bewijs dat er massaal beweringen van Gordon Cooper zijn gefaked. Tot op heden is elk ballonnetje dat ik heb geprikt ook wel degelijk gesprongen. Ik ben niet van plan om alle ballonnetjes die jullie oplaten achterna te lopen. Daarvoor heb ik noch de tijd, noch de zin! Verspil gerust verder jullie eigen tijd!
Dus het Disclosure Project bestaat uit ballonnetjes, het is dus slechts lucht. Johan beweert geen tijd te hebben, maar houdt zich wel wekenlang bezig met deze e-maildiscussie. De opmerking over Gordon Cooper vond ik wel interessant en ik vroeg Johan of hij mij dat bewijs eens wilde sturen. In de tussentijd dat Johan op zoek was naar zijn ‘Cooper-bewijs’, stuurde ik hem alvast het onderstaande artikel, waarin achteraf dezelfde conclusies blijken te staan als die in het artikel waaruit Johan zijn ‘bewijs’ had.
http://www.space.com/sciencefiction/phenomena/cooper.html
Johan stuurde mij dit antwoord:
Ik voel mij niet langer verplicht om op ál jouw beweringen te antwoorden. Op deze wil ik het alsnog toch doen omdat ikzelf Cooper ter sprake heb gebracht. Ik baseer mij op uittreksels uit een artikel op http://www.ufoevidence.org/news/article156.htm : . Helaas is dit artikel ondertussen verwijderd. Het handelde over een interview dat Cooper gaf aan Omni, een ufo-minded magazine. Het komt dus niet uit debunker-bron.
Johan haalt in zijn e-mail enkele citaten aan die in dat interview staan. (OMNI maart 1980 pag. 106) Cooper geeft daarin toe dat er vervalste communicatiebanden zijn waarop je astronauten over UFO’s hoort praten. Hij geeft ook toe nooit een groenachtig object met een rode staart gezien te hebben dat volgens verhalen zijn Mercury 9 ruimtevaartuig in 1963 voorbij vloog. In het OMNI interview staat ook de volgende bewering van Cooper:
Ik ben bezig met een rechtszaak tegen mensen die mijn naam gebruikten voor commercieel gewin, zij beweren dat ik gezegd heb dat ik de regering hardnekkig dwing de waarheid over UFO’s te vertellen. Ik heb dat nooit gezegd. Als er al UFO-informatie wordt onderdrukt, dan wordt dat zeker niet gedaan door de Amerikaanse luchtmacht en ik zat op een dusdanig hoog niveau dat ik dat kan weten.
Ik weet niet hoe positief OMNI werkelijk over het UFO-fenomeen is, maar ik vind het een enigszins vreemde opmerking van Cooper (wellicht toch weer door een journalist uit zijn verband getrokken?) Cooper wilde wel degelijk dat de regering haar UFO-files openbaar zou maken. Cooper zat voor zijn dood ook in het Disclosure Project. Het was ook Cooper die de volgende brief aan de Verenigde Naties schreef:
Astronaut Gordon Cooper schrijft brief aan VN.
Misschien ergerde Cooper zich aan hen die beweerden dat het de regering was terwijl het in werkelijkheid de Verenigde Naties was waaraan hij een verzoek deed. In feite is zijn verzoek aan de VN een verzoek aan de hele wereld en dat is belangrijker dan slechts de Amerikaanse regering.
Cooper heeft het ook alleen over de Amerikaanse luchtmacht die niets zou achterhouden. Het is bekend dat het juist de geheime instanties zijn die daar wel een grote rol in spelen en in mindere mate de luchtmacht. Kijk naar de getuigenissen in het Disclosure Project, telkens wordt daarin verwezen, ook door de getuigen afkomstig van de luchtmacht, dat het eventuele UFO-bewijs werd geconfisqueerd door mannen in burgerpakken, werkzaam bij de CIA, FBI, enz.
Cooper bevestigt echter in dat interview met OMNI dat hij wel bij zijn verhaal blijft wat betreft zijn UFO-waarneming boven Duitsland, toen hij daar in de jaren vijftig als luchtmachtpiloot op een Amerikaanse basis dienst deed. Ook bevestigt hij nogmaals de UFO die hij heeft zien landen op de Edwards luchtmachtbasis in Californië en welke zij met een filmploeg filmden.
Johan schrijft ook:
Wat betreft de ufo-waarnemingen boven Duitsland kan ik alleen zeggen dat op dát ogenblik de Russische MIG-15's een aanzienlijk grotere hoogte konden halen dan de F-86 Sabre's waar Cooper op vloog. En dat reflecties op vliegtuigrompen vaak cirkel- of ovaalvormig zijn.
Op de volgende link kun je een vergelijking vinden tussen de MIG-15 en de F-86 Sabre. De verschillen zijn niet echt groot en kunnen mijn inziens niet verklaren waarom de Amerikanen de Russen niet konden onderscheppen. Er wordt op websites waarop je beide toestellen kunt vinden, vaak de opmerking geplaatst: Alleen de Noord-Amerikaanse F-86 Sabre was een gelijkwaardige gevechtspartner voor de MIG-15.
http://www.mig-sabre.com/compare.html
Tot zover Johan’s ‘bewijs’ dat volgens mij slechts een paar zaken bevestigt die al jaren bekend zijn, maar ook overduidelijk aantoont dat Cooper wel degelijk geloof hecht aan UFO’s. Plotseling verschijnt er daarna een e-mail van Wim Van Utrecht in mijn postbus, Wim schrijft:
In de mail die ik deze middag ontving en die aan Johan was gericht vestig je de aandacht op de wonderbaarlijke ervaringen van astronaut Gordon COOPER. Johan heeft het recentelijk al vreselijk druk gehad met theoretische rechtzettingen, dus neem ik de fakkel even van hem over. Hij zal me dat niet ten kwade duiden.
Het verhaal van COOPER over de formatie onbekende objecten boven Duitsland, bevestigt enkel wat ik eerder al probeerde duidelijk te maken. Hoe kun je in hemelsnaam vertrouwen op zo’n kort bericht waar geen enkel verifieerbaar detail in staat. (Wim duidt nu op het artikel waarvan ik Johan Torfs de link stuurde en waarin exact hetzelfde staat als in het artikel van Johan zelf. Johan en Wim baseren op dat artikel ook hun complete weerwoord, maar nemen het mij kwalijk dat ik de UFO-uitspraken, die er ook instaan, serieus neem. Vreemd!) De waarneming is blijkbaar nooit onderzocht (er bestaat bij mijn weten geen verslag van) en bovendien is het jaartal niet gekend zodat elke vorm van verificatie onmogelijk wordt. Een astronaut is ook maar een mens, en als je de uitspraken van COOPER klakkeloos aanvaardt, betekent dat ook dat de schrijfsels van HYNEK en VALLEE vol grove leugens zitten, alleen maar bedoeld om snel poen te scheppen. Want ook dat beweert COOPER in dit interview.
Ik ben enigszins verbaasd, want het was Johan Torfs die over Cooper begon op basis van een artikel in een tijdschrift. Ik antwoord Wim het volgende:
Ik heb Cooper niet ter sprake gebracht, daar kwam Johan mee en die beweerde bewijs te hebben dat de beweringen van de man vervalst waren. Dat bewijs blijkt vervolgens te bestaan uit een artikel dat niet meer op Internet is te vinden, over vaag gesproken. Mij wordt vervolgens kwalijk genomen 'slechts' met een artikel te komen. Het verhaal van Cooper mag dan op allerlei manieren in de publiciteit zijn gebracht, het is een feit dat de man zelf al vele jaren zijn verhaal ondubbelzinnig in vele interviews en op diverse conferenties heeft verteld en de hoofdmoot daarvan was dat hij in het bestaan van UFO's geloofde en dat buitenaardsen de aarde bezochten, je hoeft dus beslist niet te twijfelen aan hoe hij het nu precies bedoelde. Er zal best het een en ander hier en daar overdreven zijn (jij hebt ook ervaring met journalisten en jij weet net als mij dat je soms je eigen woorden niet herkent in de artikelen die ze schrijven) en Cooper geeft zelf toe dat bepaalde zaken klinklaar verzonnen zijn door anderen, maar nogmaals, hij heeft tot aan het eind van zijn leven talloze malen herhaald dat hij zeker wist dat UFO's voorkwamen en van buitenaardse herkomst zijn. Maar je zult mij ook niet horen beweren dat Cooper de ultieme UFO-getuige was.
In de mail van Wim komen nog wat zaken aan bod en ook Wim baseert zich op het artikel in OMNI, zoals:
Bovendien vind ik het weinige dat ooit over zijn Duitse waarneming gepubliceerd werd niet echt overtuigend. In een interview met OMNI dat verscheen in het nummer van maart 1980 lees ik hierover op p. 106 het volgende:
OMNI: Ging je in de jaren ‘50 niet achter UFO’s aan toen je piloot bij de luchtmacht was en in Duitsland zat?
Cooper: Jazeker, verschillende dagen op rij zagen wij groepen metaalachtige, schotelvormige voertuigen op grote hoogte boven de basis en wij trachtten dichter bij hen te komen, maar zij waren in staat hun richting sneller te wijzigen dan onze gevechtsvliegtuigen dat konden.
Wim gaat als volgt verder:
Ook op www.space.com beweert COOPER: “We konden niet dichtbij genoeg komen om meer te zien. Je kon geen vleugels aan de objecten waarnemen.”
De objecten waren dus ver verwijderd. Vleugels werden niet opgemerkt. Dat laatste komt erg vaak voor bij vliegtuigen die vanop grote afstand worden gezien. Er steken een paar fraaie voorbeelden daarvan in mijn archief. Ik kan me ook voorstellen dat COOPER als jonge piloot (hij moet toen rond de 25 geweest zijn) niet vertrouwd was met alle Europese en Russische vliegtuigtypes van dat moment. "Aaerobatic teams” waren rond die tijd wekelijks aan het oefenen met de eerste generatie straaljagers. In de zomermaanden was er elk weekend ergens in Europa wel een luchtshow. Misschien dat een uitleg in die richting moet worden gezocht. Hoe het ook zij, we hebben veel te weinig gegevens om mee te werken.
Dit soort uitleg van de gedreven sceptici is bekend. Natuurlijk is de waarneming van Cooper niet het ultieme bewijs voor het bestaan van UFO’s. Cooper’s geloof dat UFO’s reëel zijn en van buitenaardse herkomst, was natuurlijk niet alleen afkomstig van zijn eigen waarnemingen. Hij zal in de loop der jaren heel wat meer vreemde verhalen hebben gehoord, afkomstig van zeer degelijke getuigen.
De opmerking van Cooper dat er geen vleugels werden waargenomen, is voor de sceptici genoeg reden om te verklaren dat zoiets ‘erg vaak’ voorkomt bij vliegtuigen op grote afstand. Het kan echter ook wat anders betekenen, namelijk dat er werkelijk geen vleugels aan de objecten zaten en Cooper omschrijft de objecten ook nog eens als schotelvormig, als twee borden omgekeerd op elkaar. Nu kun je een grote Boeing, bij een bepaalde lichtval, soms kortstondig zien als vaag schotelvormig, als je echter even wacht tot het vliegtuig zich op een andere positie in het luchtruim bevindt, dan zie je opeens wel dat het een romp en vleugels heeft. Boeings vliegen echter nooit in formatie en al zeker niet in de jaren ’50. Cooper zal in die dagen dat er formaties met objecten te zien waren, lang genoeg gekeken hebben en daarbij elke valse lichtinval uitgesloten hebben.
Cooper vloog als jongetje al zelfstandig in het vliegtuigje van zijn vader. Cooper was een echte vliegfanaat (hij werd ook niet voor niets geselecteerd als testpiloot en voor de opleiding tot astronaut). Wim kan zich voorstellen dat een Amerikaanse gevechtspiloot in de Koude Oorlog niet vertrouwd was met alle Europese en Russische vliegtuigtypes. Pure nonsens, ik kan je verzekeren dat het kennen en herkennen van ALLE Europese en Russische vliegtuigtypes een eerste vereiste is voor een Amerikaanse luchtmachtpiloot die ten tijde van de Koude Oorlog is gestationeerd op een basis in Duitsland en dus op een steenworp afstand van het IJzeren Gordijn zit. En wellicht dat Cooper na het nuttigen van een grote hoeveelheid zwaar Duits bier, een Aaerobatic team aanzag voor een vlucht UFO’s, maar een piloot in een dergelijke beschonken toestand zal zeker geen toestemming krijgen om op te stijgen en de zaak eens van dichtbij te bekijken.
De Amerikaanse luchtmachtbasis waarop Cooper dienst deed zal beslist op de hoogte gebracht zijn van luchtshows en Aaerobatic teams, die notabene ook nog eens boven hun basis werden uitgevoerd. (Dat lijkt mij overigens op zich al onmogelijk, maar goed.) Zal de leiding van de basis dan de fout hebben gemaakt om gevechtsvliegtuigen op te laten stijgen om dergelijke onschuldige piloten te onderscheppen? Overigens vliegen toestellen op een luchtshow eerder op een paar honderd meter hoogte dan op meer dan 10 kilometer.
Wim geeft ook zelf al aan dat we veel te weinig gegevens hebben om Coopers waarneming op de juiste waarde te schatten en dat geeft meteen de reden waarom de gedreven sceptici niet het recht hebben om Coopers waarneming definitief onder te brengen in de categorie ‘vergissing’.
En de grove leugens van Hynek en Vallee waaraan Wim refereert, zullen wel meevallen. De wetenschap is inderdaad niet feilloos, kijk maar om je heen. Tussen de vele honderden waarnemingen die Hynek heeft onderzocht kan best een verzonnen verhaal hebben gezeten en waarom niet toevallig het verhaal over de UFO die Gordon Cooper (dus niet) in de ruimte zag? Natuurlijk een schoonheidsfoutje, maar voor Hynek bestonden er, simpelweg op wetenschappelijke gronden, echte, onverklaarbare UFO-incidenten en tevens een groot aantal incidenten die achteraf wel opgelost konden worden en dus geen UFO bleken te zijn. Al zijn wél integere werk maakt dat ene foutje méér dan goed.
Voor de gedreven sceptici bestaan er echter, op grond van hun kromme opvatting van wat wetenschap is, absoluut geen onverklaarbare gevallen, punt uit. De vraag is echter hoeveel echte UFO’s zij al onder het tapijt hebben geveegd en als vergelijking: je kunt je terecht afvragen welke dokter je liever hebt: hij die de patiënt, die achteraf geen patiënt bleek, een pilletje gaf, of hij die de patiënt die echt patiënt bleek géén pilletje verstrekte met alle kwalijke gevolgen die daaruit voortvloeiden.
In zijn e-mail beweert Wim ook dat Cooper niet zelf de UFO heeft gezien die in de woestijn bij Californië landde, terwijl hij daar met een filmploeg was. Dat Cooper zelf talloze malen heeft beweerd dat hij wel degelijk aanwezig was bij het incident, schijnt nu opeens niet van belang te zijn voor de sceptici, want Wim haalt daarvoor nu de uitspraken van anderen aan die dat beweren. Ik heb op Internet gezocht naar de eventuele tekst waarin Cooper zelf toegeeft dat hij dat verhaal verzonnen heeft, of dat men hem verkeerd heeft geciteerd en hij werkelijk niet aanwezig was, maar ik heb het tot nu toe niet kunnen vinden. In zijn getuigenis van 1999 die in het disclosure-boek van Greer staat, spreekt Cooper ook van ‘we’ als hij het over die waarneming heeft.
Wim schrijft:
Met andere woorden COOPER zelf heeft dus helemaal niks gezien die dag! Laat staan dat hij iets gefilmd zou hebben zoals in het www.space.com artikel wordt beweerd. Er zouden wel een dertigtal foto's zijn gemaakt door de twee "range photographers", maar die zijn vanzelfsprekend weer in de doofpot terechtgekomen (misschien kan het “Disclosure Project” daar achteraan gaan!).
Hoezo moet het Disclosure Project achter foto’s aan Wim? Zijn foto’s sinds kort wel bewijs voor jullie sceptici? Daar waar 500 hooggeplaatste Disclosure getuigen, 3000 rapportages van piloten en 10.000 voorheen stiekem opgeborgen officiële UFO-documenten van de regering dat niet zijn?
In mijn reactie aan Wim schrijf ik ook het volgende:
Ik heb Johan een paar maal gevraagd om eens naar de diverse getuigen in het Disclosure Project te kijken, maar hij vertikt het en noemt het weirdo's. Hij vraagt net als jou terecht naar verifieerbare zaken en die kun je volop vinden in dat Project. Greer heeft honderden documenten in zijn archief, onder andere afkomstig van een aantal getuigen en die duiden heel duidelijk op UFO-activiteit waarin de gehele santenkraam van geheime diensten, inclusief de luchtmacht, grote interesse had en er zelfs bezorgd over was. Ik weet dat Marcel Hulspas het Disclosure Project heeft afgedaan als oude koek (op basis van een artikel [hij dus ook] afkomstig uit de Fortean Times, zo heeft Rob Nanninga mij persoonlijk geschreven). Ik vind dat het van groot belang is dat als hooggeplaatsten (en er zitten zeker niet de minsten onder) met dezelfde verhalen komen die miljoenen burgers wereldwijd al 50 jaar vertellen, je dat niet moet afdoen als oude koek, maar dat je dat behoort te zien als een behoorlijke steun uit de hoek van de experts.
De laatste opmerking in Wim’s e-mail:
Als ik al iets heb geleerd de voorbije drie decennia dan is het wel dat UFO-verhalen, van wie ze ook komen, best met kilo’s zout worden gedegusteerd.
Je zult dus beter moeten doen Paul. Zoals Marc al aangaf, graag ook voorbeelden van dichter bij huis. Een bewering van een verslaggever die zegt “iemand te hebben gesproken die beweert dat hij in de jaren vijftig iets gezien heeft” daar heeft niemand wat aan.
Prima opmerking Wim, daar ben ik het helemaal mee eens, nogmaals: ik ben niet met Gordon Cooper op de proppen gekomen, dat waren jullie als gedreven sceptici zelf en ik heb gereageerd op en mij verdedigd tegen júllie beweringen. Toch moet ik hierbij aantekenen dat Gordon Cooper beslist wel iets meer is dan ‘iemand’.
“Je zult dus beter moeten doen Paul,” schrijft Wim. Hebben Wim en zijn medesceptici misschien mijn vorige antwoorden niet gelezen? Hoe vaak heb ik hen op de getuigen in het Disclosure Project gewezen? Allemaal mensen die met naam, rang, serienummer en noem maar op genoemd worden, met ondersteunende officiële documenten, en zelfs met bewijs, juist om de onderzoeker of journalist van grote hulp te zijn. Hoe vaak heb ik dr Haines aangehaald? O wacht eens even, dom van mij, dat is waar ook, dat zijn slechts allemaal geflipte weirdo’s die bedrog plegen. Nee, dan maar liever onderzoek doen naar de gevalletjes in de Belgische achtertuin en… Marc, Wim en Johan, beslist niet over de schutting kijken hoor!
Natuurlijk kwam er nog veel meer aan bod in de discussie, maar het kwam allemaal op hetzelfde neer: wij zijn ‘naïeve gelovers’ die over geen enkel feit beschikken om ons geloof waar te maken.
Nawoord:
De zaak Gordon Cooper is niet echt een zeer belangrijke zaak wat betreft de
beweerde waarnemingen, maar dat een dergelijk persoon met een dergelijke status
zijn leven lang bij zijn verhaal en geloof blijft, is veelzeggend. Wat ik met
dit artikel wil aantonen is de werkwijze van de echte debunker met zijn vaak
kromme beweringen en aannames. Het klinkt hier en daar soms logisch en wij als
UFO-gelovers zullen beslist niet voor 100% willen beweren dat Cooper’s
UFO’s echte UFO’s waren. Misschien hebben de sceptici wel gelijk,
maar deze werkwijze, het weerleggen van een fenomeen op slechts aannames en
veronderstellingen, ook al klinken die soms verstandig, is geen waterdichte
wetenschappelijk aanvaarde methode om voor eens en altijd definitief vast te
stellen dat UFO’s verklaard zijn.
Ook kun je met dezelfde werkwijze niet aantonen dat UFO’s van buitenaardse herkomst zijn, maar we beschikken in de ufologie wel degelijk over echt wetenschappelijk bewijs, zo hebben we wetenschappelijk onderzochte landingssporen met meetbare afwijkingen aan de omgeving met geloofwaardige getuigen van de landing op die plek van een vreemd voertuig, we beschikken over een paar honderd radarbanden waarop objecten intelligent uitgevoerde manoeuvres laten zien die geen piloot zou overleven en snelheden behalen waartoe aardse techniek bij lange niet in staat is en ook deze banden worden vaak ondersteund door ooggetuigenverslagen van zeer kredietwaardige getuigen. Tevens beschikken we over meer dan 10.000 officiële, voorheen topgeheime regeringsdocumenten die onomstotelijk aantonen dat er aan overheidszijde grote interesse voor het UFO-fenomeen bestond en nog steeds bestaat. Dan hebben we het veelgenoemde Disclosure Project met bijna 500 hooggeplaatste getuigen afkomstig van het leger, de geheime diensten, de politiek, de rechterlijke macht, de wetenschap enz. Maar zoals je ook uit bovenstaande discussie wel duidelijk is geworden, de gedreven sceptici weigeren naar dergelijk materiaal en personen te kijken en plegen vol overgave karaktermoord op de belangrijkste getuigen en wetenschappers. Wij worden als goedgelovig neergezet, maar is juist het omgekeerde niet het geval?
Gordon Cooper's getuigenis voor het 'Disclosure Project'
Astronaut Gordon Cooper schrijft brief aan VN.
http://www.space.com/sciencefiction/phenomena/cooper.html