TERUG NAAR ARTIKEL

IN WISSELWERKING MET EEN UFO

Auteur: Lou Baldin

Vertaling: Hans Jochems

(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar.
Lou Baldin laat tevens weten dat het non-fiction is.
Hans Jochems.)

Deel 10


~ “Terwijl hij, een commissielid, op de Hawaïaanse eilanden op vakantie was bezochten de buitenaardsen hem iedere dag.” - De auteur ~

*****


Hoofdstuk 7

DE TWEEDE ONTMOETING

Bill Smith (niet zijn echte naam), het commissielid dat was ontvoerd en toegestaan de buitenaardsen te observeren, had zijn tweede ontmoeting. Het gebeurde vier maanden na zijn eerste. De buitenaardsen namen Bill Smith mee terwijl hij op zijn werk was. Er waren al die tijd anderen in het gebouw aanwezig, maar Bill werkte alleen in zijn kantoor toen het gebeurde. Het was rond de middag terwijl hij een sandwich aan het eten was die één van zijn collega's voor hem had meegenomen. Bill at terwijl hij een rapport doorlas dat hij die namiddag moest inleveren. Een moment later was hij in het buitenaardse schip zonder zijn sandwich. De buitenaardsen gaven hem geen verklaring over waarom hij niet werd toegestaan eerst te eten voordat zij hem wegrukten. Niet dat hij dat vroeg, maar het was zeker in zijn gedachte. Bill wist dat hij geen geheimen voor de buitenaardsen kon hebben.

Er was samen met hem een vrouw in het toestel. Ze lag op een tafel waar hij dichtbij stond. Ze was jong en op de één of andere manier wist Bill haar juiste leeftijd. Ze was negentien jaar oud. Ze was naakt, en ondanks dat voelde hij geen seksueel verlangen naar haar (ondanks haar aantrekkelijk figuur). Ze lag op de chirurgische tafel met een blik van afgrijzen op haar gezicht. Ze was bang en verward en had geen enkele notie van wat er om haar heen gebeurde. Ze kon ook niet praten, maar Bill wist al haar gedachten, een privilege dat hij niet had bij de eerste keer dat hij werd ontvoerd.

Het meisje hield haar ogen op Bill gericht en in haar gedachte bleef ze maar vragen: “Waarom doe je dit met mij?” Ze was er niet zeker van of zij werd verkracht of dat ze één of ander ongeluk had gehad en dat ze daarom in een eerste hulpkamer lag. Bill kende haar gedachten, maar dat was niet wederzijds. Zij wist zijn gedachten niet. Hij had de drang om met haar te praten en haar troost te geven, maar daartoe was hij niet in staat, zowel mondeling of anderszins.

Bill wist dat zij drie maanden zwanger was, maar hij begreep niet hoe en waarom hij al die dingen wist. Toen hij daar stond, kijkend naar het meisje, werd haar hele leven aan hem bekend gemaakt. Hij besefte toen waarom de buitenaardsen hem geleidelijk informatie gaven, terwijl de honderden vragen die in zijn hoofd opkwamen onbeantwoord bleven. Geen menselijke geest is groot genoeg om slechts een fractie van wat er te weten is vast te houden. Dat beetje informatie dat Bill over het meisje ontving overweldigde zijn geest. Maar waarom moest hij alles over haar weten? Hij voelde dat hij haar kende, maar hij had geen herinnering dat hij haar ooit had ontmoet.

Bill keek toe hoe de buitenaardsen de foetus uit het lichaam van het meisje verwijderden en het naar een aangrenzende kamer droegen. Een andere buitenaardse kwam vlak daarna terug en implanteerde een foetus in haar. Hem werd niet verteld of het dezelfde foetus was die zij bij haar hadden verwijderd of dat het een andere was. Indien het dezelfde was, wat hadden ze er dan mee gedaan?

De buitenaardsen vertelden Bill dat het nog geen tijd voor hem was om dat antwoord te weten. Bill werd toegestaan te weten dat dit meisje genetisch met hem was verbonden. Het was in feite zo dat Bill haar biologische vader was, ondanks dat hij haar moeder nooit had ontmoet. Haar moeder was negentien jaar geleden geïmplanteerd met zijn sperma aan boord van ditzelfde buitenaardse toestel. Die foetus was zijn kleinzoon! Bill werd verteld dat hij de biologische vader was van vele anderen net zoals van haar en dat het voor hem niet van belang was om contact met hen te hebben, noch dat het voor hem mogelijk zou zijn om contact te hebben, zelfs wanneer hem werd toegestaan te weten wie het allemaal waren.

Het werd hem niet toegestaan te weten wie dit meisje was, behalve dan wat de buitenaardsen hem al hadden laten weten. Bill werd ook niet toegestaan te weten waar het meisje vandaan kwam. Zij kon afkomstig zijn van overal in de wereld, vertelden de buitenaardsen hem. Nadat de buitenaardsen Bill Smith naar zijn kantoor hadden teruggebracht, zou hij haar nooit meer terugzien.

De buitenaardsen vertelden Bill dat het fysieke lichaam van weinig belang was. Het is louter en alleen een schip dat de essentie van wat mensen in wezen zijn in zich droeg. Ondanks dat dat meisje en talloze anderen een relatie met zijn lichaam hadden, had het geen verband met wie zij spiritueel werkelijk waren. Zijn genen waren op geen enkel deel van de ziel overgedragen. Hoewel veel van de kenmerken zoals uiterlijk, de kleur van het haar en de ogen door de genen wordt overgedragen, wordt het karakter en sommige trekken die een kind deelt met zijn ouders, aangeleerd gedurende de tijd dat het kind bij zijn ouders opgroeit, dus niet noodzakelijk vanuit een deel van de genenpoel. Hoewel deze laatste verklaring dubbelzinnig was, vonden de buitenaardsen het niet nodig om dat aan Bill uit te leggen.

De gehele omvang van wat de buitenaardsen allemaal aan het doen zijn, zal nooit aan de mensheid worden geopenbaard, hoewel er aan enkelen beperkte informatie wordt gegeven, zoals de informatie die Bill ontving. Door de geschiedenis heen is er door de buitenaardsen aan velen kennis gegeven - voornamelijk in de vorm van nieuwe technologie. Van wie die beslissingen kwamen werd niet aan Bill verteld (hij vroeg hen van wie zij orders kregen). Sommige van de dingen die aan hem werden onthuld schenen zinloos en hadden geen logica. “Eet bananen op woensdag.” “Voer de leeuwen ieder vrijdag”. Andere waren dubbelzinnig: “Red het regenwoud, vernietig de bomen”. Bill voelde dat vele van de antwoorden op zijn vragen (als hij ze al kreeg) opzettelijk vaag waren. Andere opmerkingen waren zeer verwarrend en soms met een gemene ondertoon.

Nadat Bill Smith naar zijn kantoor was teruggebracht, keek hij naar de klok op de muur en stelde vast dat hij voor een uur was weggeweest. Bill kon zich niets herinneren van hoe de buitenaardsen hem meenamen en hem weer terugbrachten. Hij vond zichzelf zittend in dezelfde positie zoals die was voor zijn ontvoering. Als het geen feit was dat hij zich in een gebied bevond dat rondom hem was bezaaid met allerlei buitenaardse voorwerpen, zou hij hebben geloofd dat hij hallucineerde.

De ervaring en zijn herinnering daaraan waren helder en Bill piekerde over wat de buitenaardsen hem hadden gezegd over dat zijn afstammelingen niet van hem waren. Hij had thuis twee kinderen waarmee hij een sterke band had en voelde zich bedrogen en overweldigd door de gedachte dat hij een niet aan hem bekend aantal kinderen had verwekt die allemaal vreemden voor hem waren. Bill Smith was na die ontmoeting gedeprimeerd. Niemand op zijn afdeling had opgemerkt dat Bill ontvoerd was. Hij nam de rest van de dag vrij en vertelde niemand wat er die namiddag met hem was gebeurd. Terwijl hij naar huis reed kon hij het niet helpen dat hij in iedereen die hij voorbijging een klein beetje van zichzelf zag. Hij had nooit het idee gehad dat zijn lichaam ‘zo speciaal’ was. Waarom gebruikten zij hem dan als een menselijke dekhengst?

Afgunst belemmert de Commissie.
Twee weken gingen voorbij voordat Bill de commissieleden over zijn laatste ontvoering vertelde. In plaats dat ze van die openbaring opgewonden raakten, waren zijn collega's jaloers en onzeker over waarom er geen anderen van de commissie dat privilege hadden gekregen waar Bill Smith zo van leek te genieten. Er ontstond wat jaloersheid in de commissie en de collega's van Bill schenen minder geïnteresseerd te zijn in wat Bill van de buitenaardsen bij die ontmoeting had geleerd. Sommigen van zijn collega's beschuldigden hem ervan dat hij die verhalen verzon. De wetenschappers konden maar niet begrijpen waarom Bill als enige werd verkozen boven de rest van hen. Was hij slimmer dan hen? Zag hij er beter uit? Was zijn bloedgroep speciaal? De commissie wilde hoofdzakelijk weten waarom de buitenaardsen zich niet aan al de commissieleden bekend maakten. “Tenslotte waren zij (de commissieleden) er met z’n allen bij betrokken,” lieten de mannen Bill weten.

De commissieleden hadden geen twijfel dat buitenaardsen bestonden, maar zij geloofden niet dat Bill werd bezocht. De wetenschappers dachten dat Bill waandenkbeelden had gekregen van de vele jaren dat hij met en rond de buitenaardse dingen had gewerkt en ze geloofden niet dat hij contact met ze had.

Bill werd beschuldigd van het domineren van de commissiemeetings omdat hij beweerde meer kennis over de buitenaardsen te hebben, wat in werkelijkheid ook zo was. Gelijktijdig hadden zijn collega’s een stemming gehouden om hem uit de commissie te verdrijven. Maar de hogere leiding, die aannam dat zijn contact met de buitenaardsen echt was, blokkeerden die stemming. Toen maakte de commissie de situatie nog erger door Bill aan het hoofd van de commissie te plaatsen. Dat had tot gevolg dat Bill’s commissiecollega's rebelleerden en er een bemiddelaar moest komen om de ontstane kloof te repareren. Na twee weken zonder vooruitgang werd het programma in de wacht gezet.

Twee maanden gingen voorbij voordat de commissie gereactiveerd werd. Vermoedelijk ging het departement gedurende die tijd gewoon door met het programma, vermoedelijk onder het leiderschap van één van de hogere leidinggevenden. Een operatie met de omvang en belangen als deze kon niet gemakkelijk tot stoppen worden gebracht. Geen enkel document gaf aan wat er was gebeurd gedurende de afwezigheid van de commissie. Bill Smith werd opnieuw aan het hoofd van de commissie geplaatst. Sommigen van de oorspronkelijke leden werden opnieuw aangesteld. Anderen werden naar verschillende departementen overgeplaatst. Bill bracht zijn twee maanden vakantie door op de Hawaïaanse eilanden. Terwijl hij, een commissielid, daar was bezochten de buitenaardsen hem iedere dag.

Wordt vervolgd.

TERUG NAAR ARTIKEL