IN WISSELWERKING MET EEN UFO
Auteur: Lou Baldin
Vertaling: Hans Jochems
(Ik
heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer
te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar.
Lou Baldin laat tevens weten dat het non-fiction is.
Hans Jochems.)
Deel 2
~ "Dit Buitenaardse instrument voerde in een flits,
en geheel losstaand van alles, een complexe chirurgische handeling uit:
Het brandde alle bloedvaten dicht zonder de oogkas en het oog te beschadigen!
Iedereen die aanwezig was besefte dat dit verder ging dan magie.
‘Het was ronduit schrikaanjagend’!” - De Auteur ~
Hoofdstuk 2 (vervolg)
UFO NEERGESTORT
De
Schat van Aladdin
Er zijn veel apparaatjes in het schip aanwezig. De meeste zijn uit het
schip verwijderd en daar wordt druk mee geëxperimenteerd. Andere,
ondanks dat ze draagbaar zijn, kunnen niet uit het toestel worden verwijderd.
Eén of ander onzichtbaar krachtveld voorkomt dat ze naar buiten
kunnen worden gebracht. Ieder buitenaards apparaatje weet op de één
of andere manier wat zijn functie is. Anders dan menselijke apparaten
(zoals hamers en broodroosters die statisch zijn en enkel kunnen functioneren
als ze correct worden bediend door een mens), lijkt het alsof de buitenaardse
voorwerpen een eigen bewustzijn hebben en verrichten hun taken indien
zij dat willen geheel op zichzelf!
De ‘deur’ of toegangsopening om het schip binnen te gaan is een ander mysterie. Wanneer iemand het toestel benadert met de intentie naar binnen te gaan, verschijnt er onmiddellijk een opening. Indien er geen intentie is om naar binnen te gaan gebeurt er niets. Het kan betreden worden vanaf iedere locatie rondom de buitenrand. Overal vanwaar iemand het benaderd verschijnt er een opening. Zodra de ‘deur’ opent, leidt het altijd naar exact dezelfde locatie, ongeacht de plek waar het wordt geopend. En ‘ja’, indien allen die het toestel bestuderen er omheen een cirkel vormde met de intentie om tegelijk naar binnen te gaan, dan deden zij dat ook! Volgens de getuigenis in de documenten: “Er zijn geen deuren zoals wij ze kennen, enkel een opening die zich aanpast aan de grootte van de persoon of personen die naar binnen gaan".
Het grootste aantal personen dat het toestel tijdens dat ene experiment binnenging was 42. Zij waren bang om er nog meer personen aan toe te voegen, bang voor de mogelijkheid dat dan iemand in een andere realiteit of andere dimensie gedrukt zou kunnen worden. De mensen die aan dit project werkten waren allemaal trouwe kijkers van Rod Sterling's The Twilight Zone. Voor hen waren die fictieve shows meer informatief dan vermaak.
Vele en mogelijk alle apparaatjes hadden animatie kwaliteiten. Zij bewogen uit zichzelf, wat betekent dat zij kronkelden, kropen, zweefden of vlogen. Sommige wetenschappers zworen dat zij ze hadden zien lopen! De afmetingen van de apparaatjes varieerden van een hertenteek tot de grootte van een basketbal, met de meerderheid van de voorwerpen passend in de palm van de hand van een gemiddelde man. Sommige apparaatjes werden door de wetenschappers behandeld als leuk speelgoed. Zij vochten erom zoals kinderen doen voor nieuw speelgoed, ieder ongeduldig op zijn beurt wachtend om het bijzondere voorwerp te kunnen onderzoeken en er aan te frunniken. Veel van de voorwerpen waren gemaakt van een metaalachtige substantie. Andere waren gemaakt van een zeer verfijnd soort plastic of wat op plastic leek. Anders dan speelgoed, waren ze allemaal onverwoestbaar.
Toen de wetenschappers probeerden de vreemde apparaatjes of werktuigen of wat ze ook waren te demonteren, ontdekten zij geen naden of andere mogelijkheden om ze te openen. Het leek alsof ze uit één solide stuk waren gemaakt. Hun pogingen om de apparaatjes verder te onderzoeken faalden toen zij ontdekten dat zelfs röntgenstraling er niet doorheen ging. Zij hadden geen middelen om te begrijpen wat deze dingen liet functioneren. De energiebron is net zo geheimzinnig. De apparaatjes hadden geen batterijen nodig en werkten nog steeds optimaal wanneer en waar zo ook gebruikt werden, in of buiten het schip. Niets dat verbonden is met het toestel verouderde, het leek er zelfs op alsof de buitenaardse apparaatjes zich verbeterden.
Experimenten
op kadavers werden ondernomen
Omdat het toestel meer dan één kamer had (sommige hadden
er drie geteld) die leken op operatiekamers, voelden de wetenschappers
dat vele, zoniet alle apparaatjes of instrumenten in relatie stonden
met medische taken of deze uitvoerden. Met dat in hun achterhoofd experimenteerden
de wetenschappers op kadavers. Maar na vele pogingen kwamen zij tot
de conclusie dat de buitenaardse instrumenten niet reageerden op dood
vlees. Toen experimenteerden zij op dode en levende dieren. Opnieuw
reageerden de instrumenten niet op de dode dieren, maar sommige van
de instrumenten werden geactiveerd wanneer zij geplaatst werden op bepaalde
dieren, hoofdzakelijk vee en paarden.
Omdat er aan de buitenkant van geen van de buitenaardse instrumenten een aanwijzing zat om erachter te komen hoe ze moesten functioneren, moesten zij van alles uitproberen, soms onhandig, totdat er spontaan een functie ‘gebeurde’. Dit werd bereikt door de instrumenten te plaatsen op de dieren of in dichte nabijheid van de dieren om te zien of er misschien wat zou gebeuren. In tegenstelling tot verschillende menselijke voorwerpen zoals vorken, lepels, scalpel en moersleutels, waarvan de functie gemakkelijk door de meeste mensen begrepen wordt door er eenvoudig naar te kijken, werd de functie van de vreemde instrumenten alleen gevonden door het maken van de nodige fouten en door ze gewoonweg uit te proberen.
Tijdens de experimenten op dieren ontdekten zij dat sommige instrumenten reageerde toen die binnen twee en een halve centimeter van de huid van het dier kwamen. Andere moesten rechtstreeks contact met het dier hebben voor zij geactiveerd werden. Een buitenaards voorwerp werd als ‘geactiveerd’ beschouwd als het op een aantal manieren reageerde zoals: veranderen van kleur, afmeting of vorm of eenvoudigweg zijn functie op een dier verrichtte – bijvoorbeeld - het verwijderen van een specifiek lichaamsdeel of het uitvoeren van een biopsie. Wat deze instrumenten deden was onduidelijk voor de wetenschappers die er in het begin mee experimenteerden. In hun aantekeningen konden zij enkel beschrijven dat de buitenaardse voorwerpen de dieren verminkten door het verwijderen van weefsel en soms organen zonder enige bepaalde reden. De dieren waren allemaal gezond vlak voor de experimenten en zouden het vermoedelijk overleefd hebben als de wetenschappers geweten hadden hoe ze de procedure ook weer moesten omkeren.
Op mensen experimenteren was niet echt taboe in de jaren ‘40 en werd, hoewel in het geheim in vele landen, ook in de Verenigde Staten uitgevoerd. Maar zelfs voordat het testen op menselijke proefkonijnen begon, werden sommige wetenschappers die maar wat klungelden met deze buitenaardse gereedschappen onbedoeld verminkt en in enkele gevallen door de instrumenten gedood. Sommige incidenten werden vastgelegd. Over andere werd het mondeling besproken en doorgegeven door de ene wetenschapper aan de andere. Vele dingen die werden opgeschreven waren niet bedoeld om gedeeld te worden met andere wetenschappers binnen het programma, maar werden rechtstreeks naar de commissie doorgezonden. Hoeveel wetenschappers hun leven verloren zal vanwege de strikte geheimhouding van dit project nooit bekend worden.
Eén van de eerste verwondingen die geregistreerd werd, vond plaats in de tweede maand nadat het schip gevonden was. Het gebeurde met een metallurg die het gedrag van het metaal bestudeerde als het geanimeerd werd. Hij en een collega observeerden van dichtbij een aantal buitenaardse voorwerpen die die morgen aan hen waren toegewezen. De wetenschappers bevonden zich in een ander gebouw, losstaand van dat waar het buitenaardse toestel was opgeslagen. Door het creëren van een bepaalde afstand tussen het toestel en de buitenaardse voorwerpen hadden zij gehoopt enige belemmering of potentiële invloed te elimineren dat het toestel misschien op de voorwerpen zou hebben. Zij wisten toen al dat experimenteren terwijl ze in het toestel waren tijdverspillen was, beter gezegd, praktisch onmogelijk. Het was een plek zoals in ‘Alice in Wonderland’, een mooie plaats om te bezoeken, maar onmogelijk om daar enig werk te verrichten.
Zij hadden de buitenaardse voorwerpen verspreid op een grote tafel in het metallurgielaboratorium. Zij zouden elk voorwerp observeren en onderzoeken dat geactiveerd zou worden op het moment dat zij een levend konijn op de tafel plaatsten. Zij keken of er voorwerpen reageerden. Het duurde niet lang. Toen het konijn wat heen en weer hipte, merkte de wetenschapper op dat één van de voorwerpen van kleur veranderde toen het konijn het passeerde. Denkende dat het metaal misschien van vorm zou veranderen wilde hij het in zijn hand vasthouden om te voelen wat er ging gebeuren. Het metaal trilde dus nam hij het mee naar zijn bureau waar het licht beter was om het van dichtbij te bekijken. Terwijl hij het onder het licht van zijn bureaulamp bekeek, kwam hij op de een of andere manier met zijn gezicht in contact met het voorwerp. Daardoor werd het ding geactiveerd en schepte op datzelfde moment zijn oogbal uit de oogkas!
Het gebeurde zo snel dat hij geen tijd had om het voorwerp, dat nog steeds zijn oog vasthield te laten vallen. Zijn collega, die zag wat er gebeurd was en dacht dat het buitenaardse voorwerp zijn vriend aanviel, riep de bewaker die buiten de kamer in de hal op wacht stond om hulp. Hij rende samen met de bewaker naar zijn collega om te helpen. Met tegenzin pakte hij het instrument met daarin het oog van zijn collega, terwijl de verwonde wetenschapper op de vloer viel. Er was bij de neergevallen wetenschapper geen bloed zichtbaar, maar hij had vreselijk veel pijn en raakte in shock. Zijn collega was onthutst en vroeg zich af wat te doen met de oogbal. Hij zei tegen de bewaker dat hij bij de gewonde man moest blijven. Hij rende de hal in richting kantine en plaatste de oogbal, evenals het buitenaardse voorwerp dat hij nog steeds vasthield, in een koelkast.
Zij konden het oog niet redden, ondanks dat het op geen enkele manier was beschadigd. De dokters die de verwonde wetenschapper onderzochten waren verbijsterd door de nauwkeurigheid waarmee het oog was verwijderd. Geen enkele dokter of techniek waarvan zij wisten zou zo’n soort operatie kunnen uitvoeren. Dit buitenaardse instrument voerde in een flits en geheel losstaand van alles een complexe chirurgische handeling uit: het brandde alle bloedvaten dicht zonder de oogkas en het oog te beschadigen! Iedereen die aanwezig was besefte dat dit verder ging dan magie. ‘Het was ronduit schrikaanjagend’! Wat de meeste wetenschappers frustreerde was het feit dat zij zeker wisten dat zij een instrument in hun bezit hadden dat de oogbal ook weer terug kon plaatsen in de oogkas, maar niemand wist hoe.
Vanwege dat incident en andere, werd beslist dat het team dat voor dit bijzondere project was samengesteld, en indien zij doorgingen met de taak om de geheimen van deze magische instrumenten te ontrafelen, zich voor toekomstige, vergelijkbare ongelukken goed moest beschermen. De meeste ongevallen waren slechts dat: ‘ongevallen’. Maar de wetenschappers deden soms, ondanks dat ze op de hoogte waren van de risico’s, toch af en toe wat experimenten met ze.
In de eerste week dat de wetenschappers weer toegestaan werd met de buitenaardse voorwerpen te experimenteren, begonnen de voorwerpen te verdwijnen. Eerst werd gedacht dat iemand de boel in de maling nam en de voorwerpen uit het laboratoria haalde en terugbracht naar het toestel. Maar dat scenario was niet mogelijk omdat alle labo's afgesloten werden en in geen van hen was ingebroken. Elk slot had een speciale sleutel die moeilijk te kopiëren was. De wetenschappers waren verbijsterd, maar na enkele weken begon zich een bepaald patroon te ontvouwen.
Ieder voorwerp van het schip, onafhankelijk waar het zich bevond, in een andere (Amerikaanse) staat of een plek ergens op de wereld, verdween exact drie dagen nadat het vanuit het toestel was meegenomen. Elk en ieder voorwerp kwam weer tevoorschijn aan boord van het toestel precies op het tijdstip dat het op die andere locatie verdween. Op de één of andere manier bleef het buitenaardse toestel in contact met alles wat ermee was verbonden, ongeacht de afstand. Het catalogiseren van elk voorwerp was een nachtmerrie. De voorwerpen veranderden zelfs van vorm en afmeting in reactie op de behandeling van de wetenschappers, door de intensiteit van het licht in de kamer, door de temperatuur of zelfs de stemming van de persoon die het behandelde.
Er was zoveel magie in dit buitenaardse toestel dat het praktisch onmogelijk was voor de specialisten om zich te kunnen blijven concentreren op hun werk. Er waren momenten dat de wetenschappers gedragingen vertoonden die zich associeerden met psychose. Hun gevoelspatroon varieerde: op het ene moment ‘onbezonnen met vreugde’ het volgende moment ‘gefrustreerd’ of ‘demonisch’. Op meerdere momenten werden bewakers in de laboratoria geroepen om een ruziezoekende wetenschapper, die allerlei ongerijmde beschuldigingen en eisen claimde, in toom te houden. Eén ervan zei eens tegen een medewerker dat hij moest knielen en zijn ring kussen. Vervolgens schreeuwde hij op z’n hardst toen de medewerker weigerde. Een ander dreigde de familie van een collega te doden als hij geen verjaardagskaart van hem kreeg. Twee anderen speelden als kinderen en zongen en klapte in hun handen terwijl zij praatten met een schijnvriend.
Deze gevallen zijn een kleine greep uit de vreemde gebeurtenissen die plaatsvonden. Dit waren zeker geen episodes van verveelde wetenschappers die maar wat doelloos aan het lummelen waren. De meesten van hen moesten worden gekalmeerd en werden van de basis verwijderd. Velen van hen herstelden binnen één of twee dagen en hadden geen enkele herinnering aan wat ze hadden gedaan. Maar in aantal gevallen moesten de wetenschappers permanent geïnstitutionaliseerd worden.
De wetenschappers waren geen enkel moment in staat de buitenaardse instrumenten te beheersen. In plaats daarvan leek het erop of de instrumenten ‘hersenkrakers’ met hen leek te spelen, een soort van ‘Simon Zegt’ spelletje: "Doe als ik zeg, niet als ik doe". Niet dat de instrumenten konden spreken, wat op zich verbazend was, aangezien ze in staat waren om alles anders dan dat wel te kunnen.
Ook hebben zij ‘raad eens’ spelletjes gespeeld. Wetenschappers moesten soms raden wat een voorwerp deed voordat het operationeel werd. Bijvoorbeeld, voor welk deel van de menselijke anatomie het was geprogrammeerd te functioneren: het brein, interne organen, het zenuwstelsel, spijsvertering? Indien een instrument in de omgeving van het lichaam werd geplaatst dat niet ‘zijn specialiteit’ was, dan deed het niets en bleef inactief. Maar bij gelegenheid, indien het in één van die ‘speelse stemmingen’ was, bleef het inactief op de plaatst waar het hoorde te werken, en activeerde op een plaats waarvoor het geen functie had.
Einde hoofdstuk 2.
Wordt vervolgd.