TERUG NAAR ARTIKEL

IN WISSELWERKING MET EEN UFO

Auteur: Lou Baldin

Vertaling: Hans Jochems

(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar.
Lou Baldin laat tevens weten dat het non-fiction is.
Hans Jochems.)

Deel 6


~ “De wetenschappers namen aan dat het vreemde object in het lichaam een soort van overlevingssysteem was. Het hield het lichaam in leven, maar wat voor bedoeling kon er zijn voor een lichaam zonder hersenactiviteit? Het lichaam werd niet ouder en verging ook niet en bleef in een inactieve staat, het zat de hele tijd rechtop.” - De auteur ~

*****


Hoofdstuk 4 (vervolg)

Spontane zelfverbranding

Na jaren van omgaan met de buitenaardse instrumenten werden deze steeds vertrouwelijker met hun hanteerder, er ontstond een soort ‘band’ tussen hen. Zo bizar als het klinkt deelden de instrumenten geheimen met hun vaste wetenschappers die zij niet zouden openbaren aan een nieuwe of onbekende wetenschapper. Alle buitenaardse instrumenten verrichtten meer dan één functie, maar het ontdekken van nieuwe functies dan de al bekende werd door de ene wetenschapper gemakkelijker bereikt dan de ander.

In de mate van succes die bereikt werd door een technicus, speelde persoonlijkheid een belangrijke rol. Indien zijn of haar gedrag vriendelijk was en hij of zij zelden zijn of haar humeur verloor, waren zij geschikt om sneller succes te bereiken. Ironisch was dat zij die voor dit werk gekozen werden meestal van het persoonlijkheids ‘type A’ waren. Zij waren geneigd agressiever te zijn dan de algemene bevolking en zeer doelgericht, en waren ontevreden als zij niet snel genoeg resultaten boekten. Zij werden gerekruteerd vanuit de hoogste rangen in hun beroep. Zij waren ook mensen met integriteit en waren geneigd ongevoelig te zijn voor verwijten. Daar bovenop moesten zij een betrouwbaarheidsverklaring voor het hoogste beveiligingsniveau hebben voordat zij ingehuurd werden. Van hen allemaal werd aangenomen dat ze een goed karakter en van goede wil waren, met één exclusief doel, ‘hun land dienen’. Maar nog steeds was het zo dat zij die hen inhuurden, louter stervelingen waren, met de sterfelijke neiging om te falen als zij probeerden om het menselijke hart te kennen. Maar zo iets eenvoudigs als een buitenaards werktuig wist precies wat er omging in het hart en geest van een man of vrouw en stond zichzelf toe dienovereenkomstig te worden gebruikt.

Of de buitenaardsen goedgunstige of kwade wezens waren, daar werd geen uitspraak over gedaan. Er was bewijs dat de indruk gaf dat zij één daarvan konden zijn of allebei. De meeste onderdelen die gecatalogiseerd werden met een bijzondere functie en geïdentificeerd werden met het uitvoeren van een speciale functie, bleken heilzaam voor mensen te zijn. Andere onderdelen opereerden op een manier die leek op pure slechtheid. Het was mogelijk dat de technicus deze onderdelen verkeerd gebruikte of dat de onderdelen zelf kwaadwillend waren en werden gebruikt om wrede dingen met mensen te doen.

Eén zo’n onderdeel dat kwaad leek te doen, was een 2,5 cm groot blokje. Het leek alsof het van helder glas was gemaakt en had in het midden daarvan een klein bolletje net zo groot als een parel. Het bolletje pulseerde met alle kleuren van de regenboog. "Het is prachtig om te zien," zei iedereen die het zag. Maar die schoonheid verborg zijn geniepig doel. Anders dan veel van de andere buitenaardse objecten was er maar één functie van dit voorwerp geïdentificeerd. Als het op de borst van een persoon werd geplaatst, verliet het bolletje het blokje, penetreerde zich door de borstholte en drong de longen binnen. Het kon worden toegediend via de borst of de rug van een persoon, maar het zou zich in niets anders dan een long van een levende mens kunnen ontladen. Het liet geen gaatje of wondje of andere indruk na op de plaats waar het in het lichaam was binnengedrongen. Het werd nooit vastgesteld of het bolletje massa had of dat het een bolletje van fotonen was of een andere soort materie of antimaterie. Nadat het zijn taak had volbracht verscheen het opnieuw terug in het blokje. De hele episode duurde slechts zestig seconden, niet genoeg tijd om te kunnen bestuderen wat er precies in het lichaam plaatsvond. Zodra het bolletje de longen binnendrong kwam het hele lichaam in een staat van transmutatie. Het leek alsof het bolletje de zuurstof in de longen gebruikte om zijn functie te versnellen. Precies tweeënvijftig seconden na de injectie verdampte het hele lichaam in lucht. Tijdens één moment was alles dat achterbleef een paar externe lichaamsdelen, vingers en tenen. Interessant detail was dat de wetenschappers die daar waren toen dit voor het eerst gebeurde, op geen enkele manier werden gekwetst, terwijl ze toch zeer dicht bij het lichaam waren.

Het was een absoluut verschrikkelijk gezicht, en daarom werd het experiment maar twee keer uitgevoerd. Zij deden het alleen nog een tweede keer om te kunnen zien wat er na de injectie plaatsvond in het lichaam. Spontane verbranding was gedurende vele decennia een raadsel geweest en dat zal het nog steeds zijn voor de algemene bevolking. De commissie wist nu dat het niet spontaan gebeurde, maar dat het een speciaal doel had. En dat doel is nu nog steeds het raadsel. Het apparaat had geen trigger mechanisme. Het instrument functioneerde zoals alle andere onderdelen van het buitenaardse schip. Het was zelfactiverend. Hoe wist het voorwerp om niet de long van één van de wetenschappers te penetreren? Het zou het vermoedelijk wel hebben gedaan als het op de borst van de wetenschappers werd geplaatst. De wetenschappers leerden van de fouten van hun collega's: "Kom nooit in rechtstreeks contact met enig buitenaards voorwerp"! Kledij of enig ander materiaal evenals gewone handschoenen boden voldoende bescherming tegen de buitenaardse instrumenten. Om te kunnen functioneren moesten de buitenaardse instrumenten in contact komen met blootgestelde levende huid.

Bepaalde buitenaardse voorwerpen functioneerden alleen in het buitenaardse toestel. Als zij activeerden, triggerden zij een overeenkomende reactie op het schip. Er verscheen een opening die verborgen kamers of kleine ruimtes openbaarde. Sommige kamers bevatten tafels en uitrustingen die op futuristische, chirurgische tafels leken. Anderen waren donkere lege ruimtes of leegten waarin mysterieuze geluiden en trillingen resoneerden. Weinig wetenschappers gingen die kamers ooit binnen. Zij die dat wel deden waren nooit in staat om met woorden te zeggen wat zij daarbinnen hadden gevonden.

Deuropeningen hadden geen naden en er waren geen aanwijzingen waar zij zich bevonden, behalve wanneer het gebeurde dat iemand die toevallig door het gebied liep waar zo’n verborgen kamer zich bevond en in bezit was van een buitenaards apparaat dat was gecodeerd om speciaal die bijzondere deur te openen. Eén verborgen deur onthulde een kleine kamer met daarin één enkele stoel. De stoel was gevormd om een mens in te kunnen laten zitten. Er waren geen kussens op de andere stoelen in het toestel. Sommige stoelen, zoals die was gevonden in de kamer, hadden armleuningen. De stoelen waren van het zelfde materiaal gemaakt als het schip, een zacht metaalachtig materiaal. De kamer leek op de één of andere manier te gloeien. Het was moeilijk uit te leggen, maar een technicus beschreef het als: "Een zwaar gevoel te hebben.” De kleur was geelachtig en de lucht in de nis voelde dik, enigszins gelatineachtig. Die kamer was de meest schrikaanjagende plek die op het toestel werd ontdekt. Het vervulde iedereen die het zag met koude rillingen. Geen van de wetenschappers die de kamer bestudeerden durfde in de stoel te gaan zitten. De kamer was niet veel groter dan een nis in de muur, met slechts genoeg ruimte voor een stoel en beenruimte voor een man van een gemiddelde grootte.

De wetenschappers die werden opgedragen om de kamer te bestuderen deden een verzoek aan de commissie voor een menselijk proefkonijn. Zij hadden een levend lichaam nodig om een theorie te testen. Zij geloofden namelijk dat zodra er een persoon in de stoel werd geplaatst, de deuropening zou sluiten: "En enkel God kon voorspellen wat er met die persoon zou gebeuren". Het ongelukkige slachtoffer dat in die stoel werd geplaatst, was een man van in de vijftig. Hij had geen levende familieleden of vrienden en was een kluizenaar die alleen leefde. De zoekcommissie die de taak had om lichamen voor de wetenschappers te verkrijgen, vond hem via een netwerk van regeringsziekenhuizen die waren opgezet om zo'n oproep te verzorgen. Deze man leed aan zware verwondingen door een auto-ongeval. Hij leefde nog wel, maar daar was alles mee gezegd. Alles dat mogelijk was om hem te redden was geprobeerd. Toen werd vastgesteld dat hij zou sterven werden zijn ernstigste wonden dichtgemaakt en het bloeden zoveel mogelijk gestopt. Hij werd twee uren na het verlaten van het ziekenhuis bij de commissie afgeleverd en werd binnen enkele minuten nadat hij aankwam in de kamer geplaatst. De man kon zelf niet rechtop zitten. Er waren geen riemen om hem op z’n plaats te houden maar dat bleek ook niet nodig. Zodra hij op de stoel werd geplaatst hield de stoel hem daar in vast alsof hij een stuk metaal was dat in contact kwam met een magneet.

Seconden nadat hij in de stoel was geplaatst maakte het buitenaards voorwerp dat de opening van de kamer in de eerste plaats had geactiveerd een onbeschrijflijk geluid. Het geluid triggerde het sluiten van de opening naar de nis. Eenmaal gesloten maakte het voorwerp andere geluiden en er begon één of ander proces in de kamer. Nadat er vijf minuten voorbij waren gegaan, maakte het buitenaards voorwerp nog meer geluiden en de deur ging weer open. De man stond op en liep de nis uit. Hij had geen verwondingen meer en hij leek in perfecte gezondheid te verkeren. Gedurende een kort moment dachten allen die aanwezig waren dat zij de medische behandeling hadden ontdekt voor alle soorten zware verwondingen. De euforie duurde slechts kort. Toen zij naar de man keken zagen zij dat hij een andere kamer binnenging, een kamer die zichzelf enkel openbaarde toen het levende lichaam het benaderde.

De wetenschappers beseften spoedig dat zij getuige waren van een nachtmerrie en geen wonder. Toen zij naar de man keken die hun passeerden zonder iemand op te merken, konden zij door de blik die hij in zijn ogen had vertellen dat er iets verschrikkelijk had plaatsgevonden. Zijn ogen dwaalden nooit af maar staarden recht vooruit alsof hij een levend lijk was. De kamer die hij binnenging was veel groter dan de nis die hem had getransformeerd. Het was cirkelvormig en had iets dat overeen kwam met een bankstel dat met de ronde wanden meeboog. Nadat de man de kamer was binnen gegaan, nam hij plaats op de bank en bleef met een lege uitdrukking in zijn ogen naar het midden van de kamer staren. De wetenschappers probeerden met de man te praten, maar hij gaf geen antwoord, hoewel zijn ogen met een normale regelmaat knipperden en zijn ademhaling ook normaal was. Hij gedroeg zich als op de ‘automatische piloot’. Om het even wie het lichaam bestuurde voor het in de nis werd gezet, had het verlaten of was eruit geschopt. In beide gevallen was er niemand thuis. Het lichaam kreeg een volledig lichamelijk onderzoek en er werd geconstateerd dat het in perfecte gezondheid was. Het was pas nadat zij röntgenfoto’s hadden gemaakt, dat zij iets abnormaals vonden en dat iets zijn interne organen omhulden, hoofdzakelijk de maag, het darmstelsel en zijn nieren.

Omdat het lichaam niet at of dronk en geen normale lichaamfuncties verrichtte en toch in prima lichamelijke gezondheid bleef, veronderstelden de wetenschappers dat de vreemde voorwerpen in het lichaam een soort buitenaards overlevingssysteem was. Het hield het lichaam in leven, maar wat voor reden of doel kon er zijn voor een lichaam met de ‘lichten’ uit? Het lichaam bleef wekenlang in die kamer, toen maanden en toen jaren. Het lichaam verouderde of verslechterde niet en bleef al die tijd in een latente staat (rechtop zittend). Niet alleen verouderde dat lichaam niet, er was iets in dat buitenaardse toestel dat alle mensen die daarin werkten jong hield. Het was alsof hun biologische klokken stopten als zij het toestel binnengingen. Einstein’s theorie die verklaart dat de tijd steeds langzamer verloopt naarmate de snelheid van licht benaderd wordt, was goed bekend bij iedereen die daar werkte, maar het toestel was stationair, het bewoog niet.

In dezelfde week waarin de wetenschappers de ‘levende lijk machine’ ontdekten, gingen zij brainstormen over welk doel het lichaam kon hebben. De ideeën varieerden van om het te gebruiken om het lab schoon te houden tot om het te laten werken rondom nucleaire afvalplaatsen, maar die werden niet serieus genomen. De wetenschappers overwogen een autopsie op het lichaam uit te voeren om de vreemde organen die het in leven hielden te verwijderen, maar van hogerhand liet men weten niet met de man te knoeien. Zij werden opgedragen een wake bij hem te houden om te zien of het lichaam door het toestel was behandeld voor een bepaald doel dat niemand nu nog kon begrijpen. Wat de wetenschappers begrepen was dat alles van het buitenaardse toestel zelfbesturend was. Het scheen dat zij daar enkel waren om het te observeren en dat het hen werd toegestaan om er op een beperkte basis aan deel te nemen. Nadat er een jaar voorbij was gegaan en het lichaam hetzelfde bleef, kregen de wetenschappers toestemming om enkele experimenten met het lichaam te verrichten.

Einde hoofdstuk vier.

Wordt vervolgd.

TERUG NAAR ARTIKEL