TERUG NAAR ARTIKEL

HOE EEN GEDREVEN SCEPTICUS DE MEDIA VOORLIEGT

Paul Harmans april 2005


Vroeger knipte ik elk krantenartikel uit dat berichtte over UFO’s en dat bewaarde ik in een grote doos. Inmiddels ben ik daarmee gestopt, er is tegenwoordig geen enkel mediaUFO-bericht dat het waard is om te bewaren. Dat was het vroeger ook niet, maar toen was ik nog zo naïef om te geloven dat het niet lang zou duren eer de journalisten, die toch ook de sceptici opzochten, zouden controleren of die overdreven sceptische beweringen wel klopten en er dan in alle eerlijkheid over zouden rapporteren en verbolgen zouden zijn over het feit dat ze totaal op het verkeerde been waren gezet door (in Nederland) de grote monden van voornamelijk stichting Skepsis.

Eén zo’n grote mond in het bijzonder was en is Marcel Hulspas. Toen hij nog regelmatig zijn diensten verleende aan stichting Skepsis, stond hij daar te boek als UFO-specialist. Natuurlijk verkondigde hij dat hij onderzoek deed naar het fenomeen, maar in werkelijkheid stond zijn mening al vast en deden de feiten er niet meer toe. Zoals het een echte scepticus betaamd, beweerde hij volledig op de hoogte te zijn, in de wetenschap dat het tegendeel toch niet aan het licht zou komen. Daar heeft hij volkomen gelijk in gekregen - de UFO-aanhangers hadden het natuurlijk vanaf het begin wel door - de media lieten en laten zich nog steeds regelmatig ‘lekker gemakkelijk’ door hem voorlichten in de overtuiging dat dit de expert is en zijn woorden de waarheid.

Zo kon het gebeuren dat ene Huib Goudriaan, Marcel Hulspas een interview afnam en diens woorden, meningen en gedachten klakkeloos overnam. Huib nam niet de moeite, zoals je dat zou verwachten en wat wel zo eerlijk zou zijn, om hoor en wederhoor toe te passen. Zie hieronder het totaal verwrongen UFO-beeld wat Hulspas erop nahoudt en wat gulzig werd en nog steeds wordt geslikt door de media.

Bereid je wel voor op een tenenkrommend verhaal, maar bedenk dat Hulspas met ver doorgedreven opzet het UFO-fenomeen en al haar facetten zo belachelijk mogelijk neer wil zetten. Hij heeft een missie en God mag weten wat zijn drijfveren daarvoor zijn, maar hij zal tot in lengte van dagen volhouden dat alles, maar dan ook alles in de UFO-gemeenschap op list en bedrog is gebaseerd en het geloof in UFO’s vooral in stand wordt gehouden door een paar door en door verrotte schrijvers en wetenschappers die er op een gemakkelijke manier kapitalen aan verdienen. Huib Goudriaan slikt het voor zoete koek, evenals zijn tientallen collega’s die regelmatig de UFO-specialist (???) van Skepsis benaderen voor een koddig stukje in de krant, daarmee meteen (zo denken zij) hun eigen intelligentie tonend, want wie gelooft er nu in UFO’s?

Ik geef in het kort mijn idee weer onder de antwoorden van Hulspas, maar je zou er een compleet boek aan kunnen wijden om zijn kromme zienswijze te weerleggen.


UFO’s IN PAPEGAAIEN-CIRCUIT, EEN GEORGANISEERDE PARANOIA

Door Huib Goudriaan

29 april 1994

ROTTERDAM – Scheert, zoals onlangs boven Rotterdam, een enkele keer een onbekend vliegend object (UFO) door het Nederlandse luchtruim, internationaal rukken ze op in honderden boeken (en video’s) over waarnemingen en ontmoetingen met buitenaardsen en zelfs ‘abductions’, ontvoeringen van mensen in vliegende schotels.

Theorieën over de herkomst van het fenomeen en het zogeheten UFO-doofpotkomplot, waarmee regeringen de buitenaardse bezoeken geheim zouden houden, hebben – vooral in Amerika – de omvang gekregen van een subcultuur. In de jaren ’50 en ’60 waren de buitenaardsen nog afkomstig van Mars en Venus (volgens onder meer het op de band opgenomen verslag van de Amerikaan Dick Miller, die in 1959 spoorloos zou zijn verdwenen). Maar sinds ruimte-sondes hebben aangetoond dat deze planeten onbewoond zijn, komen ze van de sterren ‘Zeta 1 en 2 Reticuli’, die 55 lichtjaren van de aarde liggen, iets te ver voor de eenvoudige aardbewoner die de zaak wil natrekken.

Resteren boeken, die ook in Nederland aftrek vinden, zoals het recente horror-verhaal ‘Alien Encounters’ van de Amerikaanse historicus David Jacobs van de Temple University; of ‘Above Top Secret’ van de Brit Timothy Good, die suggereert dat Washington sinds 1947 niet alleen een kolossale doofpot beheert, maar ook geconserveerde lichamen van buitenaardsen uit op Amerikaanse bodem neergestorte vliegende schotels.

Dr. Jacobs beschrijft in Alien Encounters de onder hypnose (regressietherapie) opgenomen getuigenissen van zestig slachtoffers van de in de VS publiekelijk besproken ontvoeringen door buitenaardsen. De daardoor ontstane trauma’s bij ‘ontvoerden’ en de conclusie van Jacobs dat er een invasie vanuit de ruimte gaande is, liegen er niet om. Knap gebrachte fictie, fantasieën waarin auteurs als Jacobs, en ook Bud Hopkins, zelf geloven, of toch iets feitelijks?

De sterrenkundige en UFO-specialist drs. Marcel Hulspas, tevens redacteur natuurwetenschappen van Intermediair, reageert bijna bruusk: “Aan dat soort boeken heb je absoluut niets, er wordt uitsluitend van alles gesuggereerd.” Hulspas (34) behoort tot de ongeveer vijftig voor de stichting Skepsis actieve wetenschappers, die verontrust zijn over de groei van ‘pseudo-wetenschap’. Ondersteund door de Amerikaanse sceptische organisatie CSICOP doen ze aan ‘debunking’, aan het ontzenuwen van al te fantastische beweringen.

Marcel Hulspas ziet in veel getuigenissen over UFO’s een geruchtenmachine van wat hij het ‘UFO-papagaaiencircuit’ noemt. Natuurlijk, er blijven gevallen waarvoor ik geen verklaring heb en waarnaar ik graag onderzoek zou doen als ik de financiële middelen kreeg. Ik houd nog altijd mogelijkheden open, ook wanneer wordt gezegd: het kàn niet, dus het bestaat niet. Nieuwsgierigheid naar wat er toch zou kunnen zijn, is juist typerend voor Skepsis. Maar we zijn ook heel kritisch, we willen niet zomaar geloven zonder bewijzen.

Paul Harmans: Bovenstaande is een bekende tactiek van de gedreven sceptici. In het begin van een discussie aangeven dat je zelf ook nieuwsgierig bent en niet alles wilt ontkennen. Zodoende wek je de indruk dat alle punten en personen die je vervolgens debunk op degelijke wetenschappelijke gronden zijn afgewezen en zijn ontmaskert als bedrog en lepe charlatans. Het vreemde feit doet zich voor dat zelfs integere wetenschappers die wel over het geld beschikten en degelijk onderzoek hebben gedaan en daardoor met bewijs komen voor dergelijke fenomenen, door stichting Skepsis alsnog aan de schandpaal worden genageld.

Huib Goudriaan: Er zijn sinds einde jaren ’40 duizenden getuigenissen over UFO’s van tal van piloten – toch getrainde waarnemers, vaak ondersteund door radar – ook uit de ex-Sovjetdossiers en van bijvoorbeeld ex-president Carter van Amerika. We kunnen toch niet aannemen dat al die mensen hallucineren? Is er toch niet iets aan de hand?

Marcel Hulspas: “Ik weet niet of er buitenaards leven bestaat, dat weet niemand – althans in de sterrenkunde niet, hoewel het mogelijk wordt geacht. Maar de kans dat buitenaards leven de aarde bereikt, hier rondvliegt, is buitengewoon klein. De afstanden in het heelal zijn ontzettende groot, het is nauwelijks denkbaar, zelfs niet met de snelheid van het licht, dat die zinvol zijn af te leggen. Er is ook geen enkel hard bewijs, geen stukje UFO, voor ‘bezoek’ aan de aarde. Er is wél een gigantische boekenindustrie: er zijn ontstellend veel mensen, die hun brood verdienen met steeds fantastischer beweringen. Dat zie je vooral in de Verenigde Staten, de grote voedingsbron van de hele UFO-manie.”

“Als je me nu vraagt is er iets aan de hand, als je me met het pistool op de borst dwingt tot een antwoord, dan zeg ik: er is heel, heel weinig aan de hand. Natuurlijk, mensen zien UFO’s, dingen aan de hemel die ze niet kunnen verklaren en het is begrijpelijk dat ze zeggen: ‘hé, dat zou wel eens een UFO kunnen zijn, een buitenaards verschijnsel’. Daarvoor hoef je geen piloot te wezen, daarvoor hoef je geen president te wezen, dat kan iedereen overkomen. In het geval van Carter bijvoorbeeld, hebben anderen al lang aangetoond dat hij de planeet Venus heeft gezien.”

Paul Harmans: Kijk zo omzeil je dus een interessante vraag over de vele UFO-waarnemingen van piloten, waarvan vele ook nog eens op radarband staan en dus in feite bewijs zijn van ongeïdentificeerde objecten. Huib vraagt er niet op door en is schijnbaar tevreden met een dergelijk antwoord, toch vreemd voor een journalist die een opleiding achter de rug heeft om juist dit soort ontwijkende antwoorden aan de kaak te stellen. De ‘anderen’ die hebben aangetoond dat Carter Venus zag, waren de debunkers van CSICOP. Aangetoond hebben ze niets, ze hebben alleen luidruchtig en groots hun in der haast aangenomen veronderstelling rondgebazuind, want een president die ook een UFO heeft gezien, is natuurlijk een belangrijke getuige die de publieke opinie danig kan beïnvloeden en dat kun je niet gebruiken als gedreven debunkersorganisatie. Carter zag zijn UFO tezamen met een aantal andere hoogwaardigheidsbekleders en hij houdt tot op de dag van vandaag vol dat het absoluut niet Venus was wat zij zagen.

Huib Goudriaan: Is het een kwestie van geloof?

Marcel Hulspas: “Natuurlijk, je kunt dingen aan de hemel zien die niet te verklaren zijn, die zie ik namelijk ook, maar het punt is: is het een buitenaards ruimtevoertuig? En daar is absoluut geen bewijs voor, in veel gevallen is een normale verklaring voor het verschijnsel te geven. Er zijn ook mensen die bedrog plegen, weer anderen worden geleid door hun fantasie. Zij lijden volgens de de klassieke diagnose aan pseudologica fantastica en vertellen allerlei verhalen. Er zijn ook mensen die dergelijke dingen half in slaap, half hallucinerend meemaken. Psychologen kennen het verschijnsel dat mensen ’s nachts in hun slaapkamer ‘iemand’, een wezen of iets dergelijks zien. De meeste mensen hebben daar een religieuze verklaring voor, of ze schrikken zich alleen maar te pletter of denken even dat er een inbreker is. Anderen interpreteren dit als een buitenaards wezen.”

Paul Harmans: Toe maar, dit is dus punt 1 uit het handboek der debunker: houdt het simpel, vertel mensen niet meer dan nodig is en doe er luchtig en ludiek over, dat schept de juiste sfeer. Mensen denken dan automatisch dat er geen betere feiten beschikbaar zijn dan genoemd in je betoog.

Huib Goudriaan: En die verhalen over ontvoeringen van Jacobs?

Marcel Hulspas: Dat ligt anders: Jacobs gaat mensen met behulp van hypnose te lijf. Dat soort verhalen is buitengewoon onbetrouwbaar. De hypnotiseur, David Jacobs, is ervan overtuigd dat er een bepaald verhaal uit moet komen. De mensen worden onder hypnose suggestief gevoed en maken daar hun UFO-ervaring van. Heel wat psychologen en dan heb ik het over de èchte psychologen en niet over Jacobs, zijn buitengewoon kwaad over dit soort praktijken. Mensen blijven tot hun verbijstering met hun eigen ‘ontvoeringsverhaal’ zitten. Ze moeten later in praatgroepen worden opgenomen, ze zijn het slachtoffer van mensen als Jacobs. Ineens zijn ze ervan overtuigd of half overtuigd, door buitenaardsen te zijn ontvoerd, geopereerd etc. etc. In Amerika woedt hierover een heel felle discussie. Al die verschijnselen van plekken die ‘ontvoerde’ mensen laten zien, van littekens als bewijs dat ze geopereerd zouden zijn door die ‘aliens’ blijken bij nader onderzoek allemaal onzin te zijn. Het is verbijsterend dat zulke dingen mogelijk zijn. Velen denken dat Jacobs zelf patiënt is.”

Paul Harmans: Punt 2 uit het handboek: als je de gegevens niet kunt weerleggen, dan pak je de onderzoekers persoonlijk aan. Dit antwoord van Hulspas is een typisch voorbeeld van leugen, bedrog en misleiding. De meeste ontvoeringsslachtoffers hebben wel degelijk bewuste herinneringen aan de ontvoeringen en vragen meestal zelf om eventuele hypnose om de gaten in het geheugen te dichten. Zij hebben dan vaak al een jarenlange gang naar de reguliere hulp achter de rug en zijn door de èchte psychologen aan hun lot overgelaten, omdat hun ervaringen niet voorkomen in de psychologische handboeken. Zodra ze door iemand als Jacobs of Hopkins zijn behandeld voelen ze zich eindelijk begrepen en kunnen ze hun leven weer op de rails proberen te krijgen. Ze komen inderdaad terecht in praatgroepen, maar niet die groepen die Hulspas bedoelt, het zijn praatgroepen opgezet door Jacobs en Hopkins, bestaande uit mensen met dezelfde ervaringen en zij zijn elkaar tot grote steun. Veel van de ontvoeringen vinden niet ’s nachts plaats als iemand in bed ligt, maar kunnen op elke plek waar het slachtoffer zich overdag bevindt plaatsvinden. Hulspas beweert dat de littekens onzin zijn, dat is een grove leugen, de littekens bestaan wel degelijk en zijn duidelijk in kaart gebracht. Jacobs, Hopkins en de voormalige John Mack hebben al vanaf het begin van hun onderzoeken overleg gehad over de juiste technieken om de beweerde suggestieve vraagstelling helemaal uit te sluiten. Men hanteert zelfs strikvragen om het ontvoeringsslachtoffer te controleren op oprechtheid. De onderzoekers weten duvels goed dat met suggestieve vraagstelling hun complete onderzoek waardeloos is. Het is moeilijk om in het kort te reageren op dergelijke nonsens van Hulspas, dus raadpleeg de ontvoeringsartikelen op ufowijzer of andere websites voor meer informatie.

Huib Goudriaan: Is hij misschien een oplichter?

Marcel Hulspas: “Het gaat hier niet om een zwart-wit onderscheid tussen oplichters en oprechte mensen. Zo zit de mensheid niet in elkaar. Er is een hele categorie mensen die overtuigd zijn van hun gelijk en daarbij de werkelijkheid aanpassen. Zo iemand is Stanton Friedman, die overal lezingen houdt en een boek heeft geschreven over het zogeheten Roswell-incident in Amerika, waar volgens hem in 1947 een vliegende schotel zou zijn gecrasht. Dat soort mensen lééft van die ‘onthullingen’, worden er ‘belangrijk’ door en verdienen er hun brood mee. Hun bewijsvoering bestaat vooral uit de ‘Majestic-12 documents’. En daarvan heeft UFO-deskundige en –sceptic Philip Klass onomstotelijk aangetoond dat het lepe vervalsingen zijn. Maar dat zullen die mensen nooit toegeven. Zo’n document met de handtekening van Truman is toch het mooiste wat er bestaat? Die M-12 documents zaten op een filmpje dat in 1987 anoniem is toegestuurd aan een vriendin van William Moore, mede-auteur van het eerste boek over de zogenaamde in Roswell neergestorte UFO’s. Die stukken zaten dus niet bij de vrijgegeven 3000 stukken op grond van de Freedom of Information Act.”

Paul Harmans: Huib Goudriaan laat Hulspas het interview leiden, telkens weer weet Hulspas heel handig om de vraag heen te draaien en zijn van te voren ingeplande stokpaardjes naar voren te brengen. Zo begint hij hier ongevraagd Stanton Friedman (inderdaad een UFO-onderzoeker met zeer grote invloed) met de grond gelijk te maken. Friedman, een kernfysicus, is een van de weinige wetenschappers die de moed heeft om UFO-onderzoek te doen. Hij is er daardoor achter gekomen dat het UFO-fenomeen bestaat en dat zou elke oprechte wetenschapper ook ondervinden als die hetzelfde onderzoek zou ondernemen. Friedman verdient absoluut zijn brood niet dankzij het UFO-fenomeen, het kost je een groot deel van je vrije tijd en spaargeld en dat zal in het geval van Friedman niet anders zijn. Hulspas beticht iedereen van onwetendheid en oplichterij, maar hijzelf is sterrenkundige en gaat met het grootste gemak op de stoel van de psycholoog of psychiater zitten. Hij praat grote broer Philip Klass na die zogenaamd onomstotelijk heeft aangetoond dat de M-12 documenten vals zijn. In werkelijkheid is onomstotelijk vastgesteld dat de methode van Klass niet klopte. Dat wil nog niet meteen zeggen dat de documenten wel echt zijn, maar de bewering van de sceptici dat er met de handtekening van Truman is geknoeid, is weerlegd. Klass heeft overigens regelmatig een grote mond en zijn beweringen zijn vaak nog fantastischer dan wat de tegenpartij beweert, maar Hulspas noemt hem maar wat graag een UFO-deskundige.

Huib Goudriaan: Is Timothy Good, die daarover heeft geschreven, er dus ingestonken?

Marcel Hulspas: Het is geen kwestie van erin stinken, Timothy Good schrijft er een boek over, waarbij hem alleen de verkoopcijfers interesseren. Uit de dankzij de Freedom of Information Act vrijgekomen documenten bleek overduidelijk dat er helemaal geen doofpot is geweest, dat top-militairen helemaal niet wisten wat UFO’s waren. Inmiddels is de ufologie in Amerika met dat zogeheten komplot een volstrekt fantastische richting ingeslagen. Dat internationale samenzweringsdenken, daterend uit de tweede helft van de 19e eeuw, zit vooral bij extreemrechts, waarbij meestal het internationale jodendom en vrijmetselaars zijn betrokken. Het leeft nu weer voort in het samenzweringsdenken van de ufologie. Het is georganiseerde paranoia.”


Paul Harmans: Ziezo, één van de meest bekende Engelse UFO-onderzoekers en –auteurs, Timothy Good, is ook door het slijk gehaald. De vrijgekomen documenten (het zijn er overigens veel meer dan de 3000 die hij noemt) zouden dus volgens Hulspas aantonen dat er geen doofpot bestond en dat top-militairen niet wisten wat UFO’s waren. Een dergelijke bewering duidt erop dat Hulspas tegen beter weten in de zaak wil blijven ontkennen, want uit de vrijgekomen UFO-documenten blijkt zonneklaar dat er wel degelijk een doofpot bestond en nog steeds bestaat. Hoe moet je het anders interpreteren als diverse geheime diensten jarenlang hebben volgehouden niet over dergelijke documenten te beschikken en niet in UFO’s te zijn geïnteresseerd, maar na een rechtszaak opeens duizenden UFO-documenten vrij moeten geven? Hulspas en consorten gaan ervan uit, dat als zij als zelfbenoemde UFO-deskundigen keihard een dergelijke leugen vertellen, de rest van de mensheid dat zonder meer als waarheid aanneemt. Wat betreft de media hebben ze daar een groot succes mee en Huib heeft totaal niet door dat er iets heel goed scheef zit met een dergelijke bewering van Hulspas. Vervolgens rest Hulspas, in een laatste krachtmeting, het totaal door de drek halen van het UFO-fenomeen zelf. De komplotten en samenzweringen vliegen je om de oren en als klap op de vuurpijl en in een laatste stuiptrek brengt hij het fenomeen in verband met extreemrechts.

Zoals ik in het voorwoord al schreef, je kunt een boek vullen met de weerlegging van de beweringen en leugens van een dergelijke onverbeterlijke scepticus. Er zijn mensen die, overigens niet zonder aanleiding, vermoeden dat een type als Hulspas een verborgen bedoeling heeft, is hij slechts pleitbezorger van een hogere macht die er alles aan gelegen is om het UFO-fenomeen in het verborgene te houden? Hoe kun je anders zo kortzichtig, onwetenschappelijk en lasterlijk een fenomeen afwijzen (debunken) en het beschikbare bewijs daarvan op een doortrapte wijze bij het grof vuil dumpen?

In het bovenstaande interview geeft Hulspas overigens zelf de best passende opmerking op zijn ongenuanceerde antwoorden: “Het is verbijsterend dat zulke dingen mogelijk zijn.”

TERUG NAAR ARTIKEL