KWESTIE VAN LANGE ADEM
Column voor ufowijzer
31 januari 2010
Door: Jan Blei
Zo
af en toe bekruipt mij een gevoel van “Don Quichotterie”
en vraag ik mij af of wij geen luchtspiegelingen najagen en windmolens
aanzien voor buitenaardse knutsels. Het UFO fenomeen is nog net
zo geheimzinnig als een halve eeuw geleden en er is weinig zicht
op een doorbraak met definitieve antwoorden. Misschien moet dat
ook maar niet. Stel je voor dat het fenomeen morgen ontraadseld
wordt en er niets meer te raden overblijft. Verveeld zullen wij
ons afwenden en op zoek gaan naar nieuwe raadsels. De weg naar het
antwoord is misschien wel interessanter dan het antwoord zelf.
Hetzelfde moet je misschien concluderen over de aard of de zin van het leven. De één gaat voor God, de ander voor toeval en niemand weet zeker of ie het bij het rechte eind heeft. De beroemde psychiater Carl Gustav Jung schreef ooit een boek over het UFO fenomeen en zag het gebeuren meer als een bewustzijnsverschijnsel, een symbool voor het verlangen naar eenheid, begrip en vervulling. De redenatie is verbluffend simpel en tegelijkertijd lastig te vatten. Wanneer het kwartje valt, is de wereld voorgoed veranderd.
Een
onbeholpen poging een en ander te verduidelijken:
De wetenschap gaat er van uit dat er een objectieve werkelijkheid
bestaat die we kunnen meten en vastleggen, een werkelijkheid buiten
onszelf die altijd en eeuwig aanwezig is, ook al zijn we er zelf
niet meer. Wetenschap heeft per definitie een broertje dood aan
subjectiviteit. Dat de werkelijkheid zoals wij die dagelijks waarnemen,
altijd een psychische (dus subjectieve component) heeft, dringt
tot weinig mensen door, ook al schreven de oude Grieken er al over.
Het is simpel: u kijkt naar de wereld met uw ogen, dat wat u ziet
gaat door uw hersenen en de manier waarop u de dingen interpreteert
is een activiteit van de geest. Bij wetenschappers gaat het net
zo. Alles wat wij objectief noemen, gaat door het filter van bewustzijn,
onze psyche en heeft dus altijd een psychische (lees subjectieve)
component. Er bestaat geen werkelijkheid buiten de menselijke geest,
geen objectiviteit zonder subjectiviteit. Alles wat wij wetenschappelijk
noemen, is per definitie subjectief, omdat het werk gedaan wordt
door de menselijke geest en nergens zonder die geest kan worden
gedaan.
Dat Carl Jung UFO’s als een psychisch fenomeen beschouwt, is dus heel begrijpelijk. Wanneer we het zo bekijken is alles wat wij zien een psychisch fenomeen en is het maar de vraag of er buiten bewustzijn wel iets bestaat. Het universum is niet zozeer een materiele-, maar psychische entiteit, omdat ze alleen maar bestaat in ons bewustzijn. Het belangrijkste in het bestaan is dus niet de materie, maar de geest. Het universum bestaat alleen maar omdat wij haar waarnemen en benoemen en duiden. Anders gezegd: het bewustzijn is de bloem van het heelal. Buiten bewustzijn bestaat er niets.
Dit is precies de reden waarom beroemde denkers als Hynek en Vallee, uiteindelijk ambivalent stonden ten opzichte van een al te materiele verklaring van het UFO fenomeen.
Nou ja; een hoop geprietpraat om duidelijk te maken dat je op verschillende manieren over UFO’s kunt denken. De kunst is je eigen overtuiging niet als zaligmakend te beschouwen en open te staan voor alternatieve verklaringen. Hoe je dat doet?; gewoon jezelf aan je haren uit het moeras van je overtuigingen trekken en boven de dingen gaan hangen als een helicopterende toeschouwer. Niet langer van alles beweren, maar kijken en luisteren hoe anderen er over denken en je oordeel opschorten. Kern van de zaak is dat ons leven (en het universum) een raadsel is waarop we nog niet eens een begin van een antwoord hebben geformuleerd.
Misschien
bestaat de wereld alleen maar in ons hoofd.
Wie ben je eigenlijk zonder naam?
En wanneer het universum alleen maar geest is, wie heeft dat dan
bedacht?
En heeft cardioloog Pim van Lommel dan toch gelijk, dat de geest
los van het lichaam kan bestaan?
Een uitspraak van de beroemde fysicus Wolfgang Pauli: materie is bevroren licht!!
Groet,
Jan Blei