HET HOOGST OPMERKELIJKE X-FILE VAN EDWARD LEVERNE MORAGNE, PH.D.
Deel 2
Door: Linda Moulton Howe © 2009
Vertaling: Paul Harmans
Bron: http://www.earthfiles.com/news.php?ID=1655&category=Real X-Files
Woord
vooraf Paul Harmans - ufowijzer
Ik weet absoluut niet of dit verhaal klopt, ik geef het weer op
ufowijzer en lezers moeten zelf bepalen wat ze ervan vinden. Edward
L. Moragne bestaat, hij is wie hij zegt dat hij is en dat wekt vertrouwen.
Misschien als Amerika ooit haar UFO-files gaat vrijgeven dat we
ook dit verhaal als authentiek kunnen bestempelen.
******
“De
mensen van de luchtmachtbasis Edwards vertelden dat er bovenop de
top van de schijf smalle spleten waren in een smalle verhoging van
zo’n 20 tot 25 cm hoog. Door deze spleten konden ze een licht
naar binnen laten schijnen en daarbinnen de drie humanoïden
zien zitten aan wat leek een bedieningsconsole.”
Edward L. Moragne, Ph.D., Natuurkundige
29 december 2009 Albuquerque, New Mexico - Voortzetting
van het interview van Linda Moulton Howe op 8 mei 1997 met Edward
Leverne Moragne, Ph.D bij hem thuis in Houston, Texas.
Linda Moulton Howe (LMH): Kunt u zich nog herinneren hoe de onderkant van de grote schijf die in 1964 in de woestijn van Nevada naar beneden kwam eruitzag?
Edward Leverne Moragne: Het was een grote ovaal, zowel aan de onder- als bovenkant.
LMH: Hoe zag de buitenkant eruit?
Edward Leverne Moragne: Helder zilverkleurig metaal, het leek op glimmend roestvrij staal.
LMH: Dat klinkt massief. Hoe konden de militairen en de wetenschappers via het bovenste deel naar binnen kijken en de drie humanoïde lichamen zien die u beschrijft?
Edward Leverne Moragne: De mensen van de luchtmachtbasis Edwards vertelden dat er bovenop de top van de schijf smalle spleten waren in een smalle verhoging van zo’n 20 tot 25 cm hoog. Door deze spleten konden ze een licht naar binnen laten schijnen en daarbinnen de drie humanoïden zien zitten aan wat leek een bedieningsconsole.
LMH: Het leek dus alsof de humanoïden schijndood waren? Of bewogen ze?
Edward Leverne Moragne: Ze zaten daar gewoon, dus ze zullen denk ik schijndood zijn geweest, zoals de anderen die in de woestijn lagen. Iedereen had het moeilijk met dat denkbeeld, omdat niemand dacht dat je zoiets met een menselijk wezen kon doen. Wij moeten al ons weefsel voeden anders gaat het dood. Wat voedde deze wezens binnenin de schijf en degenen die op de grond lagen?
LMH: Klom u op het vaartuig om zelf door de spleet te kijken en de wezens te zien?
Edward Leverne Moragne: Nee. Davis was degene die daarboven was en naar beneden kwam en mij vertelde: “Er zitten daar drie kerels net zo stil als die andere drie die op de grond lagen, identiek aan hen.” Davis en een ander genaamd David, waren ook wetenschapper en zij wisten denk ik meer van het niet-menselijke fenomeen dan ieder ander op aarde. Zoals ik het zag hadden die drie op de grond dezelfde vorm, hetzelfde uiterlijk, alles hetzelfde, maar met een paar kleine verschillen waardoor je hen uit elkaar kon houden.
LMH: Ademden de humanoïden?
Edward Leverne Moragne: Nee, ze ademden niet.
LMH: Een hartslag?
Edward Leverne Moragne: Nee, geen hartslag.
LMH: Toch konden deze wezens opstaan en bewegen?
Edward Leverne Moragne: Ik denk dat het robots waren, gecontroleerd via een planeet op afstand of vanuit een ruimteschip of zoiets, omdat deze lichamen die schijndood leken binnen een ogenblik tot leven konden worden geroepen en mogelijk ook de grote schijf weer functioneel konden maken. Ik weet niet waarom dat niet gebeurde.
LMH: Waarom denkt u dat ze aankwamen en in schijndode conditie gingen?
Edward Leverne Moragne: Niemand van de mensen op de luchtmachtbasis Edwards die ik kende wist dat. Ik denk dat ze dat nog steeds trachten uit te vinden. Bij het laatste verhoor dat ik had met de ruimtevaartorganisatie hoorde ik dat de ruimtevaartorganisatie een afdeling had opgezet die ruimteschepen en dingen zoals vliegende schotels zou gaan onderzoeken.
LMH: U hebt het nu over NASA?
Edward Leverne Moragne: Ja.
LMH: Werkten Davis en David voor NASA?
Edward Leverne Moragne: Ik ben er nooit achtergekomen voor wie zij nu precies werkten omdat ik werd geplaatst bij heel veel professoren en dokters van universiteiten uit de gehele Verenigde Staten die deze schijf en humanoïden trachtten te onderzoeken.
LMH: Toen u in Chicago werd gevraagd om de lichamen en het ruimtevaartuig te gaan bekijken, wat vroegen de autoriteiten u te doen?
Edward Leverne Moragne: Ze stelden de volgende vragen: “Waren die lichamen verbrand?” Ik zei: “Nee.” “Was er enige radioactieve straling rondom het voertuig dat de militairen en wetenschappers die er rondliepen zou kunnen schaden?” Ik had twee scintillators die ik zelf had ontworpen en gebouwd om straling te meten. Maar we konden geen enkele vorm van straling ontdekken.
LMH: Wat wilden de autoriteiten nog meer dat u deed?
Edward Leverne Moragne: Ze wilden dat ik naar het voertuig keek om te kijken of ik kon vaststellen wat het in staat stelde om de immense snelheid die het had gevlogen te behalen en hoe het 90% bochten op deze zeer hoge snelheid kon maken.
LMH: Dus het leger had het voertuig op radar gevolgd?
Edward Leverne Moragne: Wel, ze hadden wat radarbeelden van voertuigen die dergelijke manoeuvres lieten zien, maar niet van de specifieke schijf die in de woestijn van Nevada naar beneden kwam en waaruit de wezens stapten en op de grond gingen liggen.
LMH: Sprak David of Davis over de mogelijkheid dat het voertuig en de lichamen daar opzettelijk waren gebracht zodat de mensheid ze kon testen en onderzoeken?
Edward Leverne Moragne: Nee. Deze wetenschappers vertelden mij dat de humanoïden daar waren om het ruimtevaartschip te beschermen. David en Davis dachten dat deze wezens elk moment geactiveerd konden worden en dat we niet wisten wat de mogelijke schade kon zijn voor zover er energie bij was betrokken. Wat als de humanoïden een legertank tot stof konden reduceren als ze daar opdracht voor kregen?
LMH: Dus de luchtmachtbasis Edwards en andere waren bezorgd over een technologische aanval?
Edward Leverne Moragne: Juist. Ze wisten voor de duivel niet waarom deze wezens daar geland waren, waarom hadden ze geen contact gemaakt anders dan het neerleggen van deze drie kerels op de grond?
LMH: Vertelde iemand u dat de Verenigde Staten andere niet-menselijke lichamen en voertuigen had die verschillend waren van de schijf en humanoïden die u zag?
Edward Leverne Moragne: Ja, dat hoorde ik, maar ik heb zelf geen ander voertuig of andere lichamen gezien. Ik herinner mij dat ze spraken over buitenaardse wezens die Chinees-lijkende ogen hadden, spleetogen en geen oren, geen neusgaten en bijna geen mond. Ik vroeg me af of de robots die daar lagen wel de mond nodig hadden die ze hadden! Ik weet het niet. Misschien was het cosmetische camouflage?
LMH: Laten we eens teruggaan naar 1964, toen u voor de eerste keer in de woestijn van Nevada kwam. Wat gebeurde er toen?
Edward Leverne Moragne: Wel, mij werd verteld dat de schijf voor nader onderzoek vervoerd zou worden naar de luchtmachtbasis Edwards. Maar dat iedereen zich realiseerde dat het niet zou passen in de hangar daar, die waren niet groot genoeg voor de grote schijf.
LMH: Hoe groot was het voertuig?
Edward Leverne Moragne: De schijf was ongeveer twee maal zo groot als onze grootste bommenwerper in die tijd – op zijn minst zo lang als een voetbalveld (100 meter). Er werd mij verteld dat de schijf naar Air Force 5 in zuidelijk Nevada zou gaan en zodra het daar was dan zouden ze mij erheen sturen en dan kon ik het werkelijk onderzoeken. Ik dacht dat ik de vrije hand zou hebben, maar toen ik daar eenmaal was werd mij verteld: “Raak het niet aan.” “Doe dit niet.” “Doe dat niet.”
Ik vroeg: “Je vertelde mij hierheen te komen om dat ding te onderzoeken, dus waarom laat je mij dat dan niet doen?” De militair zei: “Er zijn bepaalde zaken die wij al onderzocht hebben, het is niet nodig dat u er nog eens naar kijkt.” Ik zei: “Als je het allemaal al weet, wat doe ik dan nog hier?” “Nou ja,” zei hij, “Het punt is dat u misschien iets kan ontdekken dat wij nog niet ontdekt hebben.” Ik vroeg: “Hoe kan ik dat doen als ik niet vrij ben in mijn onderzoek? Ik wil in dat raam kijken waarin de wetenschappers keken en die drie kerels zagen zitten. Ik wil kijken wat voor soort instrumentarium erin zit.” Maar om de een of andere onbekende reden wilde hij mij dat niet toestaan. Hij zei dat het niet noodzakelijk was en ik ging ze er niet om smeken om ook maar iets te mogen doen. In feite verlangde ik ernaar daar weg te komen.
LMH: Waarom?
Edward Leverne Moragne: Het was vreemd! Ik bedoel, wat deed ik daar? Wat had ik ermee te maken om uit te vinden waar die humanoïden op uit waren? Dat was de taak van het leger en de regering om daarmee om te gaan, niet die van een burgerwetenschapper zoals ik!
LMH: Vertelde Davis of David iets over handindrukken op de bedieningspanelen die ze door die spleet konden zien?
Edward Leverne Moragne: Ze zeiden dat ze een hoop instrumentarium konden zien met knoppen erop, maar ik herinner mij niets over handindrukken. Ze zeiden dat als het ooit mogelijk zou zijn het voertuig te openen en de humanoïden daarbinnen zouden eruit komen, of de drie op de grond zouden weer instappen – dan, zo dachten de wetenschappers, zouden deze humanoïden opstijgen en dan zou het over zijn.
Er was nog een andere vreemde hypothese, die wetenschappers dachten dat toen de humanoïden naar beneden kwamen in de Nevadawoestijn, ze transparante individuen meebrachten die nu de aarde bekeken om uit te vinden wat er hier gaande was. Maar we kunnen die ontdekkers niet zien die de controle hebben over de humanoïden die de schijf bewaken. Die kerels hadden meer fenomenale theorieën dan ieder ander die ik ooit ontmoette.
LMH: U bedoelt dat regeringsemployees feitelijk spraken over de mogelijkheid dat transparante wezens op onze planeet rondzwerven?
Edward Leverne Moragne: Ja. Dat was een gesprek met een militair van de inlichtingen van het leger, een dokter met de naam Graham. Hij was een echt betrouwbare kerel, heel aardig. Hij droeg geen uniform. Hij was één van de topmensen van de inlichtingenunit daar.
LMH: Vertelde Graham u over andere wezens en voertuigen die hij had gezien?
Edward Leverne Moragne: Nee, maar hij vertelde dat hij naar 40/11 sites was geweest.
LMH: Wat betekent 40/11 sites?
Edward Leverne Moragne: Dat betekent plaatsen waar ruimteschepen zijn geland. Ik weet niet hoeveel. Graham zei dat op enkele daarvan hij alleen had gezien dat ze de grond hadden geraakt. En op twee of drie andere plaatsen kon je zien waar het voertuig op de grond had gestaan. Dus die grote schijf in de Nevadawoestijn was de enige van de paar die hij had gezien en die werkelijk was geland.
LMH: Heeft u met hem gesproken over een gecrashte schotel in New Mexico?
Edward Leverne Moragne: Nee. Ik heb hem daar speciaal naar gevraagd omdat ik van een kerel in Pueblo, Colorado, had gehoord, die zei dat hij en zijn vrouw daar hadden rondgereden en een ruimteschip zagen landen. Ik was zo geïnteresseerd dat ik naar Pueblo ging om die man te zien en hij vertelde mij: “Plotseling scheen er een helder licht in onze auto en we konden niets meer zien. Toen kwamen die ‘mensen’ en haalden ons in een ogenblik uit de auto. Ik weet niet hoe we uit de auto kwamen! We gingen een paar treden op en naar binnen in hun voertuig. Ik kon mij niet oriënteren. Ik kon niet uitmaken of ik op mijn zij liep, of op mijn kop, of wat dan ook.”
Toen vertelde hij: “Ze zetten mij in een kamer en mijn vrouw in een ander compartiment. Ik kon haar daar zien zitten! En die ‘mensen’ plaatsten allerlei soorten elektrodes op ons hoofd, rug en buik en we waren daar zo’n twee minuten. Toen haalden ze de elektrodes eraf en stopten ons terug in onze auto en we reden weer op de weg.”
LMH: U hoorde dat op de luchtmachtbasis Edwards?
Edward Leverne Moragne: Juist. Die mensen in Pueblo meldden wat er gebeurd was aan iemand van de regering. Toen keerde de regering zich tegen hen en vertelden hen dat ze logen. Ik weet het niet.
LMH: Laten we weer teruggaan naar het voertuig in de Nevadawoestijn. Hoe vervoerde het leger een 100 meter in diameter schijf?
Edward Leverne Moragne: Ik was er niet om daar naar te kijken, maar ik weet dat ze het rondom een berg moesten krijgen.
LMH: Hoe denkt u dat ze het vervoerden?
Edward Leverne Moragne: Het enige dat ik kan verzinnen is dat ze de schijf op een aantal grote platte wagens met veel wielen plaatsten.
LMH: Hoeveel van het voertuig heeft u met uw handen betast?
Edward Leverne Moragne: Ik betastte de bodem en overal waar ik bij kon, behalve die spleet op de bovenkant waar ik doorheen wilde kijken, maar wat ik niet mocht.
LMH: Hoe voelde het oppervlak van het voertuig aan?
Edward Leverne Moragne: Zoals glad roestvrij staal, maar dat was het niet. Als je een carbonbrander neemt en een stuk roestvrij staal raakt, dan houd je een massa gesmolten staal over. Maar we bewerkten het oppervlak niet alleen met een carbonbrander, we gebruikten carbon-waterstofbranders en we deden dat gedurende uren en uren lang, maar de schijf werd zelfs niet roodheet!
LMH: Heeft u ooit ontdekt wat het was dat zoveel weerstand kon bieden?
Edward Leverne Moragne: Nee, dat is ook waarom de autoriteiten een stuk van het voertuig wilden afbranden zodat ze het konden analyseren.
LMH: Maar wat heb je dan nodig om er een stuk vanaf te halen als branders dat niet kunnen?
Edward Leverne Moragne: Wel, dat weet ik niet, maar dat is waarom we het trachten te snijden. We wisten dat we geen zagen konden gebruiken. Ik zag een zaag die werd gebruikt en het leek alsof de tanden ervan de oppervlakte polijstte! En we gebruikten een diamantzaag die nooit een kras liet zien. Het leger trachtte gebruik te maken van het laatste waarvan ze dachten dat het ze in die schijf kon brengen.
Wordt vervolgd