TERUG NAAR ARTIKEL

ADMIRAAL LORD HILL-NORTON

Getuige in het ‘Disclosure Project’ juli 2000

Vertaling: Hans Jochems voor Ufowijzer maart 2006

Met toestemming vertaald

(Onze dank gaat uit naar James Fox die dit interview met ons wilde delen. S.G.)

Lord Hill-Norton is een vijf sterren Admiraal en voormalig hoofd van het Britse Ministerie van Defensie die gedurende zijn officiële taken volledig in het duister werd gehouden over het onderwerp UFO. In dit korte interview verklaart hij dat dit onderwerp van zeer grote betekenis is en dat het niet langer mag worden ontkend en geheim gehouden. Hij verklaart nadrukkelijk dat er een serieuze mogelijkheid is dat wij worden bezocht - en bezocht zijn gedurende vele jaren - door wezens vanuit de ruimte, van andere civilisaties en dat het onze taak is om uit te vinden wie ze zijn, waar zij vandaan komen en wat hun bedoelingen zijn. Dit zou het onderwerp moeten zijn van nauwgezet wetenschappelijk onderzoek en niet het onderwerp van afkrakende, sensatiezoekende nieuwsbladen.

Lord Hill-Norton: Van het Bentwaters incident ben ik zeer goed op de hoogte. Ik heb een behoorlijk aantal mensen geïnterviewd die daar een rol in hebben gespeeld, en wat ik na er zeer zorgvuldig over nagedacht te hebben concludeerde, is dat wat er die nacht in Suffolk gebeurde maar twee verklaringen mogelijk zijn. De éérste is dat de mensen die het betreft met inbegrip van Kolonel Halt die op dat moment de plaatsvervangend Commandant van de basis was en een hoop van de aanwezige soldaten beweren dat één of ander ding van buiten onze aardse atmosfeer landde op hun luchtmachtbasis. Zij gingen er naar toe, stonden er vlakbij en zij inspecteerden het en namen er foto’s van. De volgende dag onderzochten zij de grond waar het zich had bevonden en vonden sporen van verhoogde radioactiviteit wat zij ook hebben gerapporteerd. Kolonel Halt schreef een memorandum wat naar het Britse Ministerie van Defensie werd gestuurd. Hij is voorzover ik het weet minstens één keer, maar wellicht wel meerdere keren, op de Britse televisie verschenen, waar hij eigenlijk steeds herhaalde wat hij had omschreven in dat memorandum. Wat hij zei is wat ik zonet hierboven beschreef. Dat is de éérste verklaring, en die is dat het gebeurd is zoals Kolonel Halt het heeft gerapporteerd.

De tweede verklaring is dat het niet is gebeurd. In dat geval moet men aannemen dat Kolonel Halt en al zijn mannen hallucineerden. Mijn positie in deze is kraakhelder, beide verklaringen moeten van zeer groot belang voor Defensie zijn. Het is gerapporteerd en bevestigd, en ikzelf heb het voorgelegd aan de ministers van Defensie van dit land, maar die vonden dat niets waarover ze geïnformeerd zijn aangaande UFO’s, van direct belang is voor Defensie. Maar zeker is dat voor ieder verstandig mens het niet anders kan zijn dat beide verklaringen juist wel van zeer groot belang voor Defensie moeten zijn. Als de Kolonel en zijn mannen van een Amerikaanse Luchtmachtbasis in Suffolk aan het hallucineren waren, terwijl er op dezelfde basis vliegtuigen aanwezig waren die met atoomwapens waren uitgerust, dan moet dat juist van zeer groot belang voor Defensie zijn.

En als inderdaad plaats heeft gevonden waarvan hij zegt dat het plaats heeft gevonden - en waarom zou hij dat in hemelsnaam verzinnen - dan kan het toch niet zo zijn dat het binnendringen van een toestel vanuit de ruimte (en zeker niet door mensen gemaakt) op een Defensiebasis in dit land, niet van zeer groot belang voor Defensie is. Het is simpelweg niet juist van onze ministers, en de ministers van Defensie in het bijzonder, om te zeggen dat er in die decembernacht in Suffolk niets heeft plaatsgevonden en dat het niet van belang was voor Defensie. Dat is simpelweg niet waar.

Sinds mijn naam in verband is gebracht met het UFO-fenomeen, wat in dit land nogal grote vormen heeft aangenomen als wel in nog één of twee andere landen, ben ik regelmatig gevraagd waarom iemand met mijn achtergrond - een voormalig hoofd van het Britse Ministerie van Defensie, en voormalig voorzitter van het Militaire NATO comité - denkt dat er een doofpot bestaat en wat de redenen voor regeringen kunnen zijn om graag de feiten over UFO’s te verbergen.

Verscheidene verklaringen zijn al vaak naar voren gebracht. De meest voorkomende en misschien wel de meest aannemelijke, is de bezorgdheid van regeringen (voornamelijk die van Amerika en die van mijn eigen land) over de reactie van het publiek als de waarheid verteld zou worden en die is dat er zich in onze atmosfeer objecten bevinden die ons technisch gezien ongelofelijk ver vooruit zijn t.o.v. van alles wat wij ter beschikking hebben, dat we geen enkele mogelijkheid hebben om te voorkomen dat ze hier komen en dat we geen enkele mogelijkheid hebben ons tegen hen te verdedigen in het geval zij vijandig zouden zijn. Ik denk dat de angst van de regeringen is dat als ze deze feiten zouden openbaren, de mensen volledig in paniek zouden raken. Dat de mensen massaal en in paniek de straten opgaan en proberen te vluchten, in één grote chaos, net zoals ze deden op die beroemde dag in New Jersey toen een hoorspel op de radio werd uitgezonden wat zo realistisch overkwam dat het de indruk wekte dat er agressieve wezens van de planeet Mars waren geland.

Ikzelf geloof daar helemaal niets van, zoals ik dat ook heb gepubliceerd. Ik geloof niet dat de mensen van vandaag, in de 21ste eeuw, van dat soort informatie in paniek raken. Zoals het volgende: zij hebben moeten omgaan met atoomwapens en met de vernietiging van twee Japanse steden daardoor, zo’n 50 jaar geleden. Ze vinden het al heel gewoon als er na een reis van jaren toestellen op Mars landen. Dus waarom zouden zij in paniek raken? Ze zijn meer geïnteresseerd in hun dagelijkse bezigheden en de loterij. Zij zouden hiervoor hun schouders ophalen en het aanvaarden als de gewoonste zaak van de wereld. Hoe dan ook, zij hebben volgens mijn ervaring toch geen vertrouwen in de politici.

Wat ik wil zeggen is dat er een serieuze mogelijkheid bestaat dat we worden bezocht - en al vele jaren lang zijn bezocht - door wezens vanuit de ruimte, van andere civilisaties, en dat het van belang is om uit te vinden wie zij zijn, waar zij vandaan komen en wat hun bedoelingen zijn. Dit zou het onderwerp moeten zijn van nauwgezet wetenschappelijk onderzoek, en niet het onderwerp van afkrakende, sensatiezoekende nieuwsbladen.

Het lijkt mij dat het Bentwaters-incident een klassieke zaak is, waar een mogelijke indringing van ons luchtruim was en inderdaad een landing in ons land plaatsvond en waar serieuze mensen in het leger - mensen met verantwoording en een verantwoordelijke baan - getuige van waren. En Bentwaters is in zekere zin een maatstaf voor hoe men in de toekomst zeker niet moet omgaan met dit soort zaken.

Steven Greer: zie de getuigenis van Larry Warren, MOD official Nick Pope, Clifford Stone, Lori Rehfeldt, en anderen aangaande het Bentwaters incident in Engeland. Ik moet ook vermelden dat ik persoonlijk een paar uur met Lord Hill-Norton heb gesproken en dat hij zeer verontrust was met de geheimhouding rond dit onderwerp en het feit dat hij hiervan was buitengesloten. Ondanks zijn status als vijf sterren Admiraal en zijn positie als hoofd van het Britse Ministerie van Defensie was hij over dit onderwerp nooit officieel ingelicht. Dit komt overeen met mijn ervaringen met President Clintons staf en zijn eerste Chef van de Centrale Inlichtingen Dienst (CIA Director) James Woolsey, met hooggeplaatste Congresleden, zeer hooggeplaatste Pentagon officials, inclusief de Chef van de Geheime Dienst (J-2), stafhoofden en een dienstdoende Chef van het Defensie Inlichtingen Bureau (DIA) die ik allemaal persoonlijk heb ingelicht, en die ook zijn buitengesloten van deze zeer belangrijke zaken of welke gewoonweg informatie werd geweigerd die ze voor onderzoek nodig hadden. Dit is natuurlijk een gevaarlijke situatie. De geheimhouding zelf is een grote bedreiging voor de Nationale- en Wereldveiligheid, het maakt een farce van de democratie en onze gekozen vorm van regering, en moet worden gecorrigeerd door officiële actie.

Noot
De schrijver en UFO-onderzoeker Timothy Good betuigt onderstaand zijn hulde aan Lord Hill-Norton, zijn vriend en metgezel gedurende 24 jaar: “Hij was een dapper supporter die onomwonden zijn mening gaf over onze zaak en ik zal nooit zijn standvastige steun vergeten die hij voor mijn werk had, en in het bijzonder voor mijn boeken, die vaak door de media werden bespot en belachelijk gemaakt.”

TERUG NAAR ARTIKEL