TERUG NAAR ARTIKEL

FREDERICK MARSHALL FOX

Piloot US NAVY en American Airlines

Getuige in het ‘Disclosure Project’ september 2000

Vertaling: Hans Jochems voor Ufowijzer december 2005

Met toestemming vertaald

Luitenant Fox diende in de jaren ‘60 bij de Amerikaanse Marine, waar hij vloog op gevechtsvliegtuigen. Hij had een zeer hoge betrouwbaarheidsverklaring en diende in Vietnam. Hij is nu een gepensioneerde piloot die 33 jaar in dienst is geweest bij American Airlines. In zijn getuigenis onthult hij het bestaan van een publicatie met de naam JANAP 146 E, dat een hoofdstuk had waarin stond dat het niemand is toegestaan om wat voor informatie dan ook met betrekking tot het UFO-fenomeen met anderen te delen, op straffe van een boete van $10.000 en 10 jaar gevangenisstraf. Hij zei, dat tijdens één incident eind jaren 60 terwijl hij in een A4 Skyhawk vloog, er plotseling aan zijn linkerzijde een donker, schotelvormig object met een diameter van zo’n 9 meter verscheen. Er waren nog vele andere soortgelijke gebeurtenissen die hij gedurende zijn carrière zag, zoals schotelvormige en sigaarvormige UFO’s boven militaire installaties alsook het zien van twee rode lichten die in ongeveer drie seconden van horizon tot horizon door de nachtelijke hemel scheerden. Hij was zeer terughoudend om deze gebeurtenissen aan anderen te vertellen vanwege het lachwekkende imago van het onderwerp.

Frederick Marshall Fox: Mijn naam is Frederick Marshall Fox. Ik ben in 1938 geboren in White Plains, New York. Ik diende bij de Marine van 1960 tot 1965 en was in Vietnam in actieve dienst op de U.S.S. Ticonderoga gedurende het incident bij de golf van Tonkin. Daarna diende ik drie jaar bij de reserves en werd teruggeroepen voor de crisis in Pueblo. Ik vloog 33 jaar voor American Airlines en ging op m’n 60ste jaar met pensioen.

Mijn rang bij de marine was luitenant en ik was een piloot met nucleaire wapens aan boord, dus ik had een zeer hoge betrouwbaarheidsverklaring. Wel, zoals het bij de Marine genoemd werd was ik een code 4 PUBS, dat stond voor een betrouwbare nieuws- en communicatieofficier. Er is een publicatie met de naam JANAP 146 E dat een hoofdstuk had waarin stond dat het niemand is toegestaan om wat voor informatie dan ook met betrekking tot het UFO-fenomeen met anderen te delen, op straffe van een boete van $10.000 en 10 jaar gevangenisstraf. Dus zij waren behoorlijk onverbiddelijk, en wat voor soort ervaring je ook had, je mocht er zonder hun toestemming absoluut niet in het openbaar over praten.

Ik vloog A4 Skyhawk gevechtsvliegtuigen. Zij lieten ons opstijgen en begeleidden ons via de CIC naar de doelen, etc. Ik was op een nacht ongeveer 280 kilometer bij het vliegkampschip vandaan en helemaal alleen toen er plotseling een object aan mijn linkerkant verscheen. Het had geen enkele vijandige bedoeling, het observeerde mij alleen maar en ik observeerde hen als het ware en kwam er bij vandaan met een zeer vredig gevoel. Ik vertelde er niemand iets over, dat deed ik pas later in mijn carrière bij de burgerluchtvaart. Later kwam ik erachter dat een scheepsmaat van mij een zelfde soort incident had gehad. Het object had een diameter van zo’n 9 meter. Misschien was het een schijf die inlichtingen verzamelde. Het was schotelvormig.

Steven Greer: Hoe ver was het bij je vandaan?

Frederick Marshall Fox: O, het zat pal naast mijn vleugel. Ik bedoel het was precies daar. Ik kon de aanwezigheid voelen. Maar zeker was dat het mij beschermde. Weet je, ik was daar helemaal alleen en zo’n 280 kilometer bij mijn schip vandaan en dat kan een beetje eng zijn. Maar zeker, dit was gedurende de Vietnam oorlog en je wist nooit wat er ging gebeuren.

Steven Greer: Weet je nog in welk jaar dat gebeurde?

Frederick Marshall Fox: In 1964 en het was augustus of september. Het verscheen zomaar. Ik bedoel, ik ben daar alleen en ineens word ik mij van iets bewust. Dus ik kijk en daar is het. En na het te hebben geobserveerd leek het alsof het op een bepaalde manier verdween, alsof het dematerialiseerde. Het was als een zwarte vorm in de donkere nacht. Er waren geen lichten of zoiets dergelijks. Maar er was een vorm. Ik meen dat als er wel lichten waren geweest dat bij mij een ongerustheid zou oproepen en wie of wat daar ook was wilde niet dat ik dat zou ervaren. Ik bedoel, ik was op dat moment nog maar 24 jaar.

Er waren momenten gedurende de loop van mijn carrière dat ik objecten waarnam met de klassieke schotel- en sigaarvorm. Deze bevonden zich boven militaire installaties in White Sands, Albuquerque, etc. Het onderwerp kwam nooit ter sprake bij de luchtverkeersleiding. Maar ik zou daar ook zelf bij geen enkele gelegenheid mijn mond over opendoen. Er was een gezagvoerder, Pete Killian, die erover in sommige UFO-boeken schreef. Hij was toen in de jaren ‘50 een gezagvoerder bij American Airlines waar hij getuige was van een waarneming en hiervoor getuigde voor afgevaardigden van de senaat. En er was toen ook een gezagvoerder die een foto had gemaakt van een UFO bij zijn vleugel. Natuurlijk werden zij daarvoor belachelijk gemaakt. Ik wilde dat zelf niet meemaken, dus ik rapporteerde nooit wat aan de vlucht- of legerleiding.

Heel veel piloten deden dat niet, om te voorkomen bij dergelijke zaken betrokken te raken, om onder druk te worden gezet en/of belachelijk te worden gemaakt. Dus het geheim bleef alleen daardoor al bewaard.

Ik heb een aantal vrienden in Japan die erg open zijn. De Japanners in z’n algemeenheid zijn hierover juist zeer open. In feite werd ik in contact gebracht met gezagvoerder Capt. Kenju Terauchi van een JAL (Japan Airlines) 747 vrachtvliegtuig en welke in oktober 1986 een nabije ontmoeting had met die reusachtige, bolvormige UFO boven Anchorage, Alaska.

(Zie de getuigenis van Dr. Richard Haines en van de oudgediende FAA official John Callahan. SG)

En natuurlijk, zelfs hij bezweek voor de enorme druk en werd gedwongen tot een afgezonderde kantoorbaan.

Ik had meer waarnemingen in de burgerluchtvaart dan in militaire dienst. Ik wil één waarneming vermelden die plaats vond in januari eind jaren ‘60. Ik vloog op een nacht een 747 vrachtvliegtuig van L.A naar Kennedy. Het was een kristalheldere nacht met een klein stukje zichtbare maan, dus je kon nog wat zien. Ik zat in de rechterstoel en zag twee afzonderlijke rode lichten, niet knipperend, die, zoals het leek, in formatie vlogen. Ik zag ze door het rechterraam aan de voorkant. Ik zag ze op ongeveer 30 graden hoogte boven mijn horizon en ik vloog op zo’n 11.000 meter, dus ze vlogen behoorlijk hoog. Ze vlogen van de oostelijke- naar de westelijke horizon in ongeveer drie seconden. Dat is verdomde snel, en ik heb geen idee wat het waren.

In 1978 kwam een vriend van mij met de naam F. Lee Spiegel, die toen voor een groot radionetwerk werkte, er toevallig achter - via informatie die hij kreeg toen hij bij ons tijdens een vlucht aan boord was - dat ik bijzonder geïnteresseerd was in het UFO-fenomeen. Er werd contact met mij opgenomen en ik werd gevraagd om vertegenwoordiger van de vliegtuigmaatschappij te zijn op een symposium in november 1978 bij de Verenigde Naties, met de ruimte als onderwerp en om die alleen voor vredige doeleinden te gebruiken. Het was een belangrijke bijeenkomst bij de Verenigde Naties en zij namen het zeer serieus.

Ik heb een goede vriend die in de tweede wereldoorlog piloot was op een B-24 bommenwerper en die later terecht kwam bij de O.S.S. Hij was één van de eerste mensen die in Japan kwam nadat de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki waren gegooid. Hij kwam later voor in het Project Bluebook, hoofdstuk 13, waarvan ik denk dat dat het gedeelte was van onderzoek naar gebeurtenissen met het hoogste geheimhoudingsniveau. Toentertijd was hij een commandant bij de luchtmacht. Hij is nu achter in de zeventig, maar staat nog steeds ingeschreven als commandant in actieve dienst. Ik weet niet of hij er nog voor wordt betaald, maar als hij nog steeds in actieve dienst is dan moet hij nu een generaal met drie sterren zijn en daarvoor betaald worden. En de enige reden dat ze hem nog in actieve dienst houden, is om hem aan z’n nationale veiligheidseed te houden, vanwege de dingen die hij weet. Er zijn bepaalde zaken waar hij niet met mij over wilde praten, vanwege die veiligheidseed, ondanks dat ik zelf een hoge geheimhoudingsverklaring had bij de marine en we beiden geïnteresseerd waren in dezelfde dingen.

Wat de reden ook is waarom de overheid, of deze overheidsinstanties, het nodig vinden om hun agenda’s geheim te houden, het is wel duidelijk dat het niet onze agenda’s zijn. Ik denk dat het tijd word om hiertegen in actie te komen, om deze poppenkast te beëindigen. En de stappen te nemen die nodig zijn om de mensheid op een behoorlijke manier te kunnen laten ontwikkelen en iedereen te kunnen laten profiteren van deze vooruitgang.

TERUG NAAR ARTIKEL