TERUG NAAR ARTIKEL

MYSTERIE REGEERT DE PRAIRIE

DEEL 2

Door: Roberta Donovan and Keith Wolverton 1976

Vertaling: Paul Harmans

Bron: www.earthfiles.com

Voorwoord ufowijzer
Deze vertaling bestaat uit twee delen, in totaal vijf hoofdstukken uit het boek: ‘Mystery Stalks The Prairie’ geschreven in 1976 door Roberta Donovan and Keith Wolverton. Het accent ligt in deze hoofdstukken op de vreemde objecten die regelmatig werden en nog steeds worden waargenomen in de gebieden waar ook de authentieke dierverminkingen plaatsvinden en dat is eigenlijk wereldwijd. In dit geval gaat het over een gebied in de Amerikaanse staat Montana, rondom de plaats Great Falls waar ook de luchtmachtbasis Malmstrom ligt met daaromheen de vele raketlocaties waar in die tijd de Minuteman atoomraketten stonden opgesteld. Dus als deze objecten niets met het dierverminkinsfenomeen te maken hebben, dan zeker wel met de locaties waar de atoomraketten stonden en daarover vertellen een aantal getuigen, die werkzaam waren op de raketinstallaties, in het Disclosure Project een paar aardige verhalen die exact aansluiten op onderstaande waarnemingen. Maar de kans is groot dat deze objecten, die regelmatig met helikopters worden verward, voor beide fenomenen verantwoordelijk zijn, oordeel echter zelf.

Introductie
Keith Wolverton was de eerste hulpsheriff die in 1976 in het openbaar over zijn onderzoeken naar het dierverminkingsfenomeen schreef. De plek waar hij onderzoek deed was Great Falls, Montana en lag nabij de Malmstrom luchtmachtbasis waarop gedurende de Koude Oorlog met de Sovjet Unie de vele Minuteman atoomraketten op hun lancering stonden te wachten. Het verzamelde fysieke bewijs en de ooggetuigeverslagen van hulpsheriff Wolverton, wijzen erop dat de verminkingen niet het gevolg zijn van natuurlijke aanvallen van roofdieren, ziektes of satanische sekten.

Gedurende mijn eigen (Linda M.H.) onderzoek in de tachtiger jaren naar de dierverminkingen, sprak ik met hulpsheriff Wolverton over de vreemde getande randen van de wonden die hij had gevonden en gefotografeerd in de gevallen in Montana en welke ook werden gevonden bij veel andere verminkingen van Oregon tot Alabama. Welk snij-instrument werd hierbij gebruikt? Schroeide het het weefsel dicht terwijl het als een soort gekartelde schaar de insneden maakte? Wie of wat doodde en verminkte, rondom de wereld, dieren en waarom?

Keith Wolvertons boek uit 1976, geschreven samen met Roberta Donovan, is lang uit de handel geweest, maar nu, met hun toestemming, heeft Earthfiles een elektronische versie van het originele boek gemaakt.

Roberta Donovan, een voormalig journaliste en redacteur voor de krant, schreef het boek en commandant Wolverton, een ervaren wetshandhaver en de verantwoordelijke officier over de onderzoeksrapporten van de dierverminkingen, UFO’s en harige wezens, verschafte de informatie en de technische details.

EIVORMIG VOERTUIG MET ARMEN

(hoofdstuk 9 in het boek)

Nadat UFO-waarnemingen door de nieuwsmedia werden gepubliceerd, kwamen er ook een aantal onopzettelijke, valse meldingen binnen, door mensen die per ongeluk een heldere ster voor een UFO aanzagen. Een melding van zes UFO’s nabij Raynesford bleken Venus, Mars en enkele heldere sterren te zijn. Wat twee meisjes uit Great Falls meenden te zien was waarschijnlijk een lichtbaken. Een waarneming in de buurt van Fairfield was mogelijk een planeet. Maar niet alle waarnemingen konden zo makkelijk worden verklaard. In feite bleven de meeste meldingen zonder verklaring.

Er was het geval van een UFO die gelijk op vloog met een B-52. Het werd gemeld aan sheriff Pete Howard op zijn bureau in Choteau. Hij vertelde dat een ambtenaar van het vis- en speldepartement hem meedeelde dat hij een UFO had gadegeslagen die een B-52 inhaalde terwijl dat vliegtuig boven het Freezeout meer vloog waar de man werkte. De man vertelde dat hij eerst de B-52 zag en toen een ander licht opmerkte dat direct boven de B-52 vloog. Door gebruik te maken van de telescoop op zijn geweer, viel het hem op dat het vreemde object het vliegtuig leek in te halen. Binnen korte tijd steeg de UFO uit het zicht. De B-52 vloog in een oostelijke richting vertelde hij de agenten.

Diezelfde avond had het bureau van de sheriff van Cascade een eerstehands UFO-waarneming toen commandant Wolverton en hulpsheriff Anderson er één zagen toen zij terugkwamen van Missoula naar Great Falls. Als één van beide mannen met zijn ogen had geknipperd, dan had hij het vreemde object waarschijnlijk gemist, want het vloog zeer snel en was binnen ongeveer vier seconden uit hun blikveld verdwenen. Het doforanje of geelbruine object vloog binnen een kwart mijl voor hun auto langs, op een hoogte van ongeveer 500 voet. Het vloog van noord naar zuid-zuidoost. De twee agenten zeiden dat het onmogelijk was in de korte tijd dat ze het waarnamen de afmetingen en vorm vast te stellen.

Een paar nachten daarvoor had Malmstrom het bureau van de sheriff ingelicht dat er twee UFO’s waren waargenomen ten zuiden van Moore, in het Lewistown gebied. De objecten verschenen als heldere witte lichten met een witachtige lichtbundel die naar de grond scheen.

Ongeveer tezelfdertijd hoorde het bureau dat een vrouw uit Stockett een UFO had waargenomen die in de lucht stilstond gedurende een periode van één tot twee uur. Ze zei dat het leek op een flitsend rood en wit licht. UFO’s komen duidelijk in verschillende kleuren, zoals blijkt uit de diverse rapporteringen. Politieagenten te Chester rapporteerden dat zij tien mijl ten zuidwesten van die gemeenschap een UFO hadden gezien met blauwe en groene lichten. Een man uit Great Falls, die op de snelweg reed bij Ulm, vertelde dat hij en zijn vrienden een UFO zagen met een rood en een groen licht. Het object leek stationair in de lucht te staan. Een staatsbeambte meldde dat toen hij ’s avonds onderweg was, hij UFO’s nabij Fort Benton en ten noorden van Carter had gezien. Beide voerden een blauwachtig licht.

Misschien wel een van de meest ongewone omschrijvingen van een UFO werd gegeven aan de sheriff van Teton County, Pete Howard, door een echtpaar van een ranch in dat gebied. Zij waren uitstekend in de gelegenheid een beschrijving van het voertuig te geven omdat het slechts vijfachtste van een mijl van hun woning af was en zij het bekeken met een verrekijker. Zij hadden tevens het voordeel van het daglicht omdat het gebeurde rond 16:30. Ze omschreven het voertuig als eivormig met het dikke eind naar de grond. Het had één licht dat dof gloeide en toen helder werd. Ze beschreven het licht als goudgeel of lichtoranje. Het meest ongewone deel van de omschrijving was het feit dat het object twee aanhangsels had welke eruit staken, aan beide kanten één. De twee armen maakten een constante beweging als een schoolslag. Het voertuig bleef gedurende vijf minuten stationair, toen werden de aanhangsels in het voertuig getrokken en vertok het recht omhoog en verdween uit het zicht.

De mogelijke connectie tussen UFO’s en veeverminkingen kwam wederom naar voren toen een rancher uit Simms meldde dat zijn vrouw en kinderen een UFO hadden zien landen nabij een plek waar hij een dood kalf had achtergelaten. Hij ontdekte later dat het karkas was verminkt nadat hij het daar had achtergelaten. Er waren feitelijk twee landingen van UFO’s op de ranch, één op 8 december en de andere de nacht daaropvolgend. Het tweede incident was in dezelfde nacht dat commandant Wolverton en hulpsheriff Anderson de UFO waarnamen toen ze naar huis reden en het was ook dezelfde nacht dat een UFO de B-52 voorbijvloog. De rancher was in eerste instantie terughoudend om over de incidenten te praten, uit angst dat mensen hem voor gek zouden verklaren. Maar niet lang daarna, omdat de ernst van de situatie tot hem doordrong, gaf hij de agenten een volledig verslag en hij moedigde zijn vrouw aan hen te vertellen over haar buitengewone ervaring.

Het kalf was vijf dagen eerder overleden. De rancher had het naar een met dicht struikgewas begroeid gebied gesleept, nabij de Sun rivier, ongeveer een halve mijl vanaf de woning. Het gebied was niet via een weg te bereiken, behalve als men door de tuin van de woning van de ranch ging. Op de avond van de achtste december om ongeveer 6 uur of half 7, zagen de vrouw en de kinderen van de rancher een UFO landen in het gebied waar het karkas van het kalf lag. Ze vertelden dat het naar beneden uit de lucht kwam, een korte tijd beneden bleef en daarna wegvloog in een westelijke richting, naar Augusta. De vrouw beschreef het object als een groot wit licht met een rood licht er bovenop. Toen het naar benden kwam leek het alsof het zich op een zijde rolde, omdat het rode licht niet meer aan de bovenkant zat, maar aan een zijkant. Toen het verdween vloog het op lage hoogte.

Het object - of een ander wat er op leek - keerde de volgende avond op bijna hetzelfde uur terug. Deze keer bleef het ongeveer één minuut en in plaats van naar het westen weg te vliegen vloog het deze keer naar het oosten. Commandant Wolverton en twee andere hulpsheriffs onderzochten het dode kalf nadat ze de vrouw hadden ondervraagd. Het deel waar de uiers zich zouden vormen was verwijderd en de snijwonden rondom de insnijding waren hetzelfde als bij eerdere gevallen waren gevonden en waarvan pathologen hadden bevestigd dat ze waren gemaakt met een zeer scherp instrument. Monsters van de huid werden voor analyse naar een laboratorium gestuurd.

De rancher bevestigde dat er geen snijwonden waren toen hij het twee dagen voor de eerste landing bekeken had. Hij vertelde de agenten aansluitend dat hij van plan was eerder van zijn werk naar huis te gaan en al zijn wapens zou vergaren en zou wachten op het ‘ding’ en het dan zou neerschieten. Drie agenten met fotoapparatuur keerden op 10 december terug naar de woning, zodat ze foto’s van de UFO konden maken mocht die voor de derde keer terugkomen. Ze waren nogal teleurgesteld omdat er niets gebeurde.

Ongeveer tien dagen later kwam er een andere melding uit het Lewistown gebied van een UFO-landing binnen. Een raketploeg van de luchtmacht die in de nacht reisden tussen Roy en Fergus, ten noordoosten van Lewistown, vertelden dat zij een object op de grond zagen dat gloeide en pulseerde. Ze bekeken het gedurende vijf tot tien minuten. Het bureau van de sheriff van Fergus County in Lewistown werd ingelicht en de hulpsheriff ging eropuit om het te onderzoeken, maar hij kon niets vinden.

Een paar nachten eerder had de luchtmacht een paar hectische momenten toen een ongeïdentificeerd vliegend object werd waargenomen boven Fairfield en gedurende anderhalf uur op de radar werd gevolgd. Het langwerpig gevormde object werd eerst op 8000 voet vastgelegd op de radar. Even later fluctueerde het tussen 9000 en 18.000 voet. Een burgervliegtuig dat in de buurt vloog werd door NORAD gevraagd of zij het met het blote oog konden zien, maar de piloot was niet in staat het waar te nemen. Kort daarna werd het radarcontact verbroken, maar agenten die in dat gebied aan het werk waren, konden het object nog steeds zien. Er werd weer radarcontact gemaakt en het object zat toen op 14.100 voet terwijl het zeer langzaam in een noordwestelijke richting bewoog. Het object werd ook opgepikt door radarapparatuur in Havre. Functionarissen van de luchtmacht zeiden dat het object zich in het Power-Fairfield gebied bevond, maar beter dan dat konden ze het niet lokaliseren.

Op een bepaald moment gedurende het radarcontact, toen de UFO zich in het Dutton gebied bevond, liet de radar zien dat het object plotseling verticaal opsteeg van 14.750 voet naar 44.400 voet, met een snelheid van ongeveer 1000 mijl per uur om dan plotseling te stoppen. Deze manoeuvre verraste de luchtmachtfunctionarissen en de politieagenten.

Een paar dagen later was een andere agent van Cascade County in de gelegenheid een UFO te zien, zoals commandant Wolverton en hulpsheriff Anderson dat hadden gedaan. Hulpsheriff Barry Mitchelotti en twee vrienden waren op een jachttrip en kampeerden in het Ford Creek gebied nabij Augusta. Hulpsherrif Mitchelotti beschreef het incident als volgt:

“We sliepen die nacht in mijn paardentrailer, met twee paarden achterin de trailer vastgebonden. De paarden veroorzaakte opeens verwarring, ze trokken aan hun touwen, hinnikten en stampten op de vloer. Ik keek op en zag een object dat ik het beste kan omschrijven als met een vorm van een rugbybal. Het object was een solide, wit licht, geen flitsen, schitteringen, lichtbundels of rook of zoiets. Het object was op zijn minst vijf keer groter dan een ster en bewoog horizontaal door de lucht, richting het noorden. Ik maakte één van de andere maten wakker en we bekeken het gedurende een paar seconden. Het vloog met een behoorlijk hoge snelheid. Nadat het uit ons zicht was verdwenen controleerde ik de paarden en het bleek dat er één weg was. Ik hoorde het een eindje verderop galopperen. Ik riep het en het kwam terug, maar het was zeer nerveus en dat was nogal ongewoon voor dat paard. Beide paarden kalmeerden en er was verder geen verstoring.”

Commandant Wolverton kreeg op 17 januari 1976 een tweede blik op een UFO, maar het was weer een korte. Hij reed in de schemering op de lager gelegen weg bij de rivier, net buiten Great Falls, toen hij een oranje of amberkleurig licht zag dat van oost naar noordwest vloog. Het vloog zo snel dat hij het slechts gedurende één of twee seconden kon zien. Hij vroeg het na bij de Malmstrom luchtmachtbasis, maar zij hadden niets op de radar gezien.

Een week daarvoor vielen een rancher uit het gebied rond Belt, toen hij op een landweg naar huis reed, twee rode lichten op boven zijn schuur en het omheinde gebied voor zijn paarden. Dat was om ongeveer 23:00. Toen hij de ingang van zijn terrein bereikte, stopte hij om een beter zicht op de lichten te krijgen. Hij zag dat de rode lichten pulseerden en toen verscheen er een heldere witte lichtbundel die naar de grond scheen. De rancher opende het raam van zijn auto om te horen wat het was, maar er kwam geen enkel geluid van het object. Het witte licht ging uit en het object begon naar het noorden te bewegen. Op een afstandje stopte het en verscheen het witte licht weer. Kort daarna verdween het naar het noorden.

De rancher beschreef het voertuig als ongeveer 25 tot 30 voet breed en het leek zich op zo’n 500 voet boven de grond te bevinden. Hij controleerde zijn veestapel, maar die leek in orde te zijn en er waren geen dieren rusteloos. Het incident herinnerde hem aan iets dat een paar maanden eerder gebeurde. Gedurende een nacht lichtte een wit licht het hele interieur van zijn woning op en maakte zijn zoon en een vriend die die nacht bij hen sliep wakker. De jongens vertelden de rancher dat ze naar buiten waren gegaan, maar dat ze niets ongewoons konden zien.

Op dezelfde dag - en in feite op hetzelfde uur dat commandant Wolverton zijn tweede UFO zag - had een man uit Great Falls een ongewone ervaring op zijn ranch ten westen van Augusta. De man rapporteerde dat hij buiten was toen hij vanuit zijn ooghoeken een vreemd object in de lucht waarnam. Hij beschreef het als peervormig, ongeveer de maat van een zeer grote lamp en het had een erg gloeiende kleur, ongeveer zoals een vuurbal. Hij zei dat het op ongeveer 60 tot 70 voet boven de grond van west naar oost vloog. Het object leek precies boven zijn erf uitgebrand te zijn. “Op het eind leken er delen van de staart af te vallen en het brandde allemaal op, het hele ding leek op te branden op een wijze waarop een Romeinse kaars dat doet.” Zo vertelde de man het aan de autoriteiten. Hij zei ook dat zijn eerste gedachte was dat het een meteoor was, maar toen hij daar over nadacht besloot hij dat het dan op de grond had moeten vallen, maar dat deed dit object niet. Hij vertelde dat het vreemd was dat het object, terwijl het vloog en hij het bekeek, al die tijd dezelfde hoogte leek aan te houden en dat was gedurende ongeveer 100 meter. Een paar seconden nadat het object was opgebrand hoorde de man op een afstand een supersone knal.

 

ÉÉN GROTE EN VIER KLEINE

(hoofdstuk 10 in het boek)

Het was om ongeveer 06:00, twee dagen voor kerstmis, toen een jonge vrouw naar haar werk reed op de internationale luchthaven van Great Falls. Ondanks dat het een jaargetijde was dat er veel heldere lichten waren te zien, was ze toch niet voorbereid op wat ze zag. Toen ze bovenaan de heuvel kwam waarop de luchthaven ligt, zag ze een vreemd voertuig dat of op de grond stond of daar net boven zweefde. De maat van het eivormige object, zo vertelde ze de autoriteiten later, was: “Zo groot als een gebouw van twee verdiepingen.” Het had bovenop drie rode lichten in een groepje, zei ze en er zaten ramen in het onderste gedeelte.

Plotseling steeg het object recht voor haar auto op. Het leek alsof het een tijdje naast haar vloog en ging toen in de richting van de vallei en de stad. Ze had het gedurende zo’n tien minuten kunnen bekijken en dat stelde haar in staat om goed te kunnen zien hoe het eruit zag. Toen zij haar verhaal aan een man in de verkeerstoren vertelde, gaf hij toe dat hij het ook had gezien, maar dat hij er absoluut geen melding van ging maken! De jonge vrouw dacht daar anders over: “Ik zag het en het was daar en het kan mij niets schelen wie mij gelooft,” zo vertelde ze de politieagenten.

Minder dan een uur later zag een andere vrouw, die ook op de luchthaven werkte, iets vreemds in de lucht boven de luchthaven. Of het hetzelfde object was als wat de andere vrouw had gezien kon niet worden vastgesteld. De tweede vrouw vertelde dat het voertuig twee heldere lichten aan elke zijde had en een driehoekig, knipperend rood licht in het midden. Het leek stil te hangen op een hoogte die iets hoger leek dan de verkeerstoren en ze schatte dat het ongeveer 200 meter van haar vandaan was.

Na het object gedurende ongeveer vijf minuten te hebben bekeken ging ze verder met haar werk, terwijl het object bleef hangen waar het was. Misschien dat het zien van een UFO ‘ouwe koek’ voor haar was, omdat dit haar tweede waarneming was die maand en beide boven de luchthaven. Op 11 december, toen ze rond zeven uur ’s morgens naar haar werk kwam, zag ze een vreemd object voor haar uit en naast het viaduct. Het leek zich zo’n tien voet boven de grond te bevinden en was stationair. Toen ze afremde en het naderde, schoot de UFO snel naar het westen weg en verdween in korte tijd. Ze had het gedurende zo’n drie minuten kunnen waarnemen. Ze maakte een tekening om te laten zien wat ze gezien had. Ze vertelde de agenten dat het grote langwerpige object drie rode lichten aan de zijkant had en lichtbundels op de grond had gericht. Ze voegde daaraan toe dat het beslist geen helikopter was.

Meldingen van UFO-waarnemingen bleven binnenkomen en één van de meest ongewone incidenten was die van een rancher uit het gebied van Fairfield, hij beschreef een UFO met de grootte van een ‘hotel’ die werd vergezeld door vier kleinere. De man vertelde de autoriteiten dat hij en zijn familie op de avond van 21 januari 1976 om ongeveer 21:00 naar huis, dat ten westen van Fairfield stond, terugkeerden, toen zijn twee tienerzoons een object in een veld nabij hun huis zagen. Door gebruik te maken van twee verrekijkers bekeek de familie vier aparte voertuigen, die ze enkel als lichten konden zien, en die leken rond te dartelen om een groepje bomen zo’n driekwart van een mijl bij hen vandaan.

De rancher werd ondervraagd door politieagenten en hij verklaarde:

“Deze lichten leken zich in en uit het groepje bomen te bewegen en het leek ook alsof ze in het veld landden. We bekeken ze een tijdje met de verrekijkers, misschien wel zo’n 20 minuten. Toen zagen we twee rode zwaailichten in de verte op de snelweg en ik zei: ‘nou, iemand heeft het aan de sheriff gemeld of er is nu iemand daar met een patrouillewagen, dus dan kunnen wij er ook wel heenrijden.’ Dus ik stapte met de twee jongens in de auto en we reden de snelweg op. Maar toen we de bocht namen naar de oprit van de snelweg, vlogen de rode lichten, waarvan wij dachten dat het patrouillewagens waren, van de snelweg af en het veld in. We reden er toch naartoe en toen we het veld naderden waar zij naartoe waren gevlogen, zagen we dat geval wat leek op een hotel met twee verdiepingen en die andere lichten hadden zich er omheen verzameld, de vier lichten groepeerden zich daar.”

De rancher vertelde dat het grote object op de grond leek te staan. Ondanks dat hij met zijn verrekijker niet de vorm van de kleine objecten kon bepalen, kon hij dat wel van de grote UFO. Hij zei dat het rechthoekig van vorm was zo’n 300 tot 400 voet lang en 60 voet hoog (100 bij 20 meter. Vert.) met twee rijen ramen die vijf tot zes voet hoog waren en twee tot drie voet breed. Hij voegde daaraan toe dat hij niets zag bewegen binnenin de grote UFO, maar wat hij zag gaf hem de indruk van een hel verlicht interieur.

Terwijl hij en zijn zoons toekeken kwamen de kleinere objecten dicht bij de grote UFO, bleven daar even stilhangen, veranderden dan van plaats en dartelden weer weg om vervolgens weer terug te keren. Hij zei dat het leek alsof ze zich bij het grote object aansloten, maar hij kon niet echt zien of ze erin en weer eruit vlogen. Zo nu en dan landde een van de kleinere objecten in het stoppelveld. Als ze dat deden leek hun licht te dimmen en leken ze in grootte af te nemen. Terwijl zij toekeken vlamden de objecten weer op en werden zeer helder. De rancher vergeleek ze met een lasapparaat en dat het je ogen zou beschadigen als je er te lang naar keek. Op hun grootst leken de kleine UFO’s zo’n tien tot vijftien voet in diameter te zijn.

Op een bepaald moment dachten de man en zijn zoons een helikopter te zien die met rode knipperende lichten naderde. “We zeiden: ‘ha, daar komt een helikopter om een kijkje te nemen bij dit spul,’” zo vertelde de man aan de agenten. “Maar het kwam recht over het veld en het was geen helikopter. Eén van mijn zoons zei: ‘dat is geen helikopter het is gewoon één van hen volgens mij’. En ik zei: ‘ja dat is het.’” Terwijl ze toekeken rolde het nieuw aangekomen object zich op zijn zijde en toonde daarbij dat het aan één kant vlak was en rond aan de andere kant, zoals een bal die door midden is gesneden.

Langzaam en geleidelijk begon de ‘hotel’ UFO te bewegen en vloog bij de waarnemers vandaan en verdween over de horizon naar de Sun River vallei. De kleinere objecten bleven nog gedurende zo’n 45 minuten op hun plaats, terwijl de man en zijn zoons ze gadesloegen en daarna verdwenen ook zij in dezelfde richting als de grote UFO. De man en zijn zoons stapten weer in hun auto en reden de snelweg verder af waar zij vervolgens stuitten op zes kleine UFO’s in een veld. Zij dachten dat dit een andere groep was dan degene die zij eerst hadden gezien, omdat de eerste groep recht naar het zuiden was vertrokken. Deze objecten vlogen naar het oosten en zuiden toen ze vertokken.

Op een bepaald moment begon één van de objecten zich naar de snelweg en de auto toe te bewegen. “Mijn jongste zoon zei: ‘pa, die ene komt recht boven ons, recht boven de snelweg,’” zo vertelde de rancher. “Maar dat deed het niet, het veranderde van koers en verdween weer naar het veld.” Hij schatte dat het tot op zo’n 100 tot 200 meter van hen kwam voordat het terugkeerde. Gedurende de hele waarneming was de kleinste afstand tussen de objecten en de man en zijn zoons ongeveer 500 meter. Hem werd gevraagd of de aanwezigheid van de UFO’s zijn motor had beïnvloed en hij reageerde met: “Nee, ze hadden geen invloed op de lichten of de motor van mijn auto of iets anders.” Op een bepaald moment had hij zelf de lichten uitgedaan om een beter zicht te hebben op de UFO’s.

Dit incident was niet de eerste ervaring van de rancher met UFO’s. Hij vertelde de agenten dat hij ongeveer veertien jaar geleden een UFO had gezien op bijna dezelfde locatie. Hij zei dat het ook groot was en gelijk aan het ‘hotel’ type, maar het verschil was dat de ramen bij deze rond waren in plaats van rechthoekig. Hij vertelde ook dat hij niemand, behalve zijn familie, over die waarneming had verteld. Maar deze keer zei hij: “Het interesseert mij niets of iemand het gelooft of niet, dus ik ga jullie vertellen wat ik zag.”

Op 5 februari 1976 kwam er een melding van een landing van een UFO in het gebied rond Simms binnen en voor de eerste maal in hun lange en frustrerende onderzoek arriveerden de agenten op tijd om het object met eigen ogen te zien. Maar ze werden tegengewerkt in hun pogingen er een beter zicht op te krijgen.

Het telefoontje kwam van een vrouw die op de kinderen van de buren paste, omdat hun ouders op reis waren. Ze vertelde dat zij en haar twee eigen dochters vanuit Simms op weg naar huis waren toen ze een helder licht achter het huis en op de top van een heuvel zagen. De vrouw zette de auto stil en ze bekeken het licht wat zeer krachtig was en pulseerde als het bewoog. Het leek ook van kleur te veranderen, van een doffe gloed tot helder roodoranje. Ze omschreef het object als ongeveer 300 voet lang met rijen aaneengesloten lichten rondom de boven- en onderkant. Ze vertelde dat de lichten aan de onderkant beurtelings van links naar rechts pulseerden. Eén van de meisjes (16 jaar oud) waarvoor ze moest zorgen, zag de gloed door een raam op de tweede verdieping van haar huis. Nadat het object zich voor- en achteruit had bewogen verdween het in een zuidwestelijke richting achter een paar bergen.

Kort nadat de agenten ter plaatse arriveerden, ontvingen ze een radioboodschap van sheriff Pete Howard die hen vertelde dat de lichten nu te zien waren in het gebied van Sunny Slope, nabij Fairfield, niet ver van de plek waar de rancher en zijn twee zoons een UFO hadden waargenomen. De agenten waren in staat om het licht te bekijken, maar vanwege het heuvelachtige terrein konden ze niet dichterbij komen. Na twee uur trachten om dichterbij te komen, verloren ze het licht helemaal uit zicht.

De sheriff van Teton County, Pete Howard, ontving ongeveer twee weken later een melding van een gezin dat in de Rocky Mountains woonde, ten westen van Chouteau. Zij vertelden de sheriff dat ze op de morgen van 22 februari een UFO hadden gezien en ze vertelden ook dat ze al minstens vijf maal eerder UFO’s hadden waargenomen en dat een deel van hun personeel ook enkele waarnemingen had gedaan. De meeste waarnemingen werden gedaan rond 7 uur ’s morgens.

In het geval van de UFO op 22 februari stapte de man naar buiten op het balkon van zijn huis om de vlag te hijsen, toen hem een zeer groot object opviel dat zeer langzaam bewoog. Het was waarschijnlijk vanachter een berg gekomen en stond op het punt achter een andere berg te verdwijnen. In zijn opwinding riep de man zijn vrouw en kinderen om naar buiten te komen, maar er was wat vertraging omdat ze niet wisten wat hij bedoelde. Daarna hadden ze moeite om de deur open te krijgen. Hij schatte dat hij het object gedurende zo’n 30 tot 40 seconden had gezien, maar de rest van de familie zag het slechts gedurende 10 seconden. Hij vertelde dat hij niet in staat was geweest om een verrekijker te halen, maar hij omschreef het object als groot en elliptisch van vorm. Hij zei dat het leek alsof er een rij lichten rondom de omtrek zat.

Dit incident was het vijfde sinds hij en zijn vrouw UFO’s hadden gezien. In een ander geval leek een object zich zeer laag in een ravijn te bevinden. Drie van hun waarnemingen deden zij in de bergen, de andere op de vlakten beneden. Het stel wees erop dat telkens als ze een UFO waarnamen, dat op een zeer winderige dag was met weinig bewolking.

Een vrouw uit Havre vertelde hoe zij en haar zoon, terwijl ze naar Chief Joseph Battleground reden, “Een enorme bal in de lucht zagen.” Ze beschreef het als heldergroen met een staart van gouden vonken, zoals van vuurwerk. Een vrouw uit Helena schreef dat ze een kolossaal licht had gezien dat de hele westelijk hemel had opgelicht terwijl ze nabij Helena reed.

Op een zondagavond, vroeg in maart 1975, keerden twee vrouwen uit Belt afzonderlijk van elkaar terug naar huis. Elk van hen zag een ongeïdentificeerd vliegend voorwerp vlakbij de snelweg. De ene vrouw die alleen reed, vertelde dat ze een wit licht zag, zo groot als een auto dat op 20 voet boven haar en de snelweg hing. Ze vertelde de agenten dat ze de rest van de afstand naar Belt met hoge snelheid had afgelegd in de hoop dat ze de aandacht van de politie zou trekken.

De andere vrouw had haar twee tienerdochters bij zich. Ze dacht eerst dat het licht een helikopter was, maar toen ze er dichterbij kwamen en het stationair bleef, besloten ze dat het geen helikopter kon zijn. Het eivormige object had twee lichten die vanaf de voorkant naar de grond wezen, maar de drie getuigen die het bekeken waren in verwarring over het feit dat er geen lichtcirkel op de grond was daar waar de lichten schenen. De vrouw vertelde commandant Wolverton dat zij eerst heel erg bang was, maar dat daarna een plotselinge kalmte over haar en de meisjes kwam. Eén van de meisjes ging zelfs in de stoel van de auto liggen om omhoog te kunnen kijken naar het object dat vlak naast de snelweg hing.

Zo snel als het gevoel van kalmte kwam, verdween het ook weer en de vrouw vertelde dat ze gas op de plank gaf en zo snel mogelijk naar huis reed. Om hun verhaal te bevestigen hadden zij en haar dochters het verhaal apart aan haar man verteld. Elk van hen vertelde hetzelfde verhaal, alleen hadden de meisje wat meer kleine details. “Ik moest rijden,” zei de vrouw.

Beide vrouwen rapporteerden hun waarneming na wat langere tijd, maar de incidenten bleken na onderzoek op dezelfde avond te zijn voorgevallen en men ontdekte dat er twee nachten daarvoor een kalf was verminkt. De plaats waar de eerste vrouw haar waarneming deed was in de onmiddellijke omgeving van de verminking, terwijl de andere waarneming daar zo’n vier mijl vandaan werd gedaan.

Een andere ongewone ervaring werd door een man uit Bozeman aan agenten verteld. Hij vertelde dat hij op 6 februari 1976 ten zuiden van Augusta reed, juist voordat het donker werd, toen hem een auto opviel die een halve mijl achter hem reed. Hij vertelde dat het gebied waar de snelweg lag vlak was en zonder op- en afritten. Hij had regelmatig in zijn achteruitkijkspiegel gekeken en zag opeens dat een andere auto hem volgde, het leek alsof de auto plotseling uit het niets was verschenen. Hij zei dat de auto hem gedurende zes of zeven mijl volgde. Toen hij bij een afrit kwam besloot hij die te nemen en te kijken of de auto voorbij kwam. Er zat een lichte inzinking in de snelweg net voor de afrit en hij wachtte totdat de auto uit de inzinking kwam, maar dat gebeurde niet. Uiteindelijk reed hij zelf de snelweg weer op en onmiddellijk verscheen de auto weer achter hem. Toen hij Bowman’s Corner bereikte, ging hij weer van de weg af en wachtte op de andere auto, maar die verscheen alweer niet. Een vreemde bijkomstigheid was dat hetzelfde, op een nacht en in hetzelfde gebied, al eens eerder bij deze man was gebeurd.

TERUG NAAR ARTIKEL