RAECHEL’S OGEN
Door: Helen Littrell
Vertaling: Paul Harmans
Helen Littrell beschrijft haar eerste ontmoeting met Raechel, een gebeurtenis die in haar geheugen staat gegrift. Raechel was de kamergenote van haar dochter Marisa toen die in de jaren ’70 college liep. Toen haar dochter in 1990 plotseling overleed, voelde Helen dat het haar plicht was het verhaal in boekvorm (Raechel’s Eyes 2005) vast te leggen. Dit artikel beschrijft het traject van het schrijven van dat boek over Raechel, een hybride mens/buitenaards wezen.
Iets dat ik nooit zal vergeten is de eerste ontmoeting met Raechel. Zelfs als ik dit schrijf, ontvouwt de scène zich voor mijn ogen, zoals het altijd doet en elke keer weer is het exacte hetzelfde. Niets is veranderd in de meer dan 30 jaar sinds dat ogenschijnlijk onschuldige scenario met Marisa en Raechel op een warme zomeravond in 1972. Ik kan mij nog steeds herinneren wat elk van ons aan had, waar we stonden, wat we zeiden. Op het moment dat ik het mij voor de geest roep, opent zich een portaal naar dit levendige segment van het verleden en ik stap er onmiddellijk door en ben opnieuw een deelhebber:
Ik ga voor een visite bij mijn dochter Marisa langs. Ik hoop ook haar ongewone kamergenote Raechel te ontmoeten. De twee zijn collegestudenten en wonen nog maar kort samen. Marisa had inmiddels al een aantal bizarre gebeurtenissen betreffende Raechel aangehaald en mijn interesse was geprikkeld, maar Raecel is helaas nog niet thuis van een late les. Als ik na het bezoek op het punt sta te vertrekken en in de deuropening sta en gedag tegen Marisa zeg, horen we Raechel’s voetstappen de trap op komen. Terwijl ze ons passeert, houdt ze net genoeg in zodat Marisa ons aan elkaar kan voorstellen, daarna loopt ze door naar haar kamer om daar enkele aantekeningen terug te vinden die ze vergeten was.
Als ze terugkeert, gebeurt er iets… het vormt het begin van mijn bewust worden dat Raechel niet een ‘gewoon’ persoon is. Zelfs de manier van haar deelname aan het introduceren, met haar gelijkmatige, mechanisch klinkende spraak, was op zich al een ‘rode vlag’ die aangaf dat niet alles is zoals het lijkt. In feite is dat met alles zo wat zich gedurende de volgende paar minuten afspeelt…
De
eerste ontmoeting met Raechel
Raechel keert terug door de woonkamer en loopt naar de deuropening waar Marisa
en ik nog even staan na te praten. Juist voordat ze de deur bereikt, struikelt
ze over het tapijt en verliest haar evenwicht. Ze maakt geen enkele aanstalten
zich op te vangen, ze valt voorover, haar lichaam blijft kaarsrecht en de papieren
houdt ze stevig in haar rechterhand vast. Het lijkt alsof ze plat op haar gezicht
zal vallen, dus steek ik mijn armen uit om haar op te vangen. Ik draai iets
naar rechts, neem een paar stappen in haar richting en grijp haar linkerarm
met mijn rechterhand.
De mouw van haar jumpsuit met lange mouwen schuift omhoog en ik houd haar linker onderarm stevig vast. Ik help haar terug in een staande positie. Mijn vingers grijpen in haar huid en ik realiseer mij onmiddellijk met een schok dat het geen gewone huid is, geen menselijke huid. Het voelt koel en sponsachtig aan. Het doet mij denken aan hoe champignons voelen. In een plotselinge geheugenflits herinner ik me mijn pop, Beverly, een kerstcadeau van mijn tante vele jaren geleden toen ik zes jaar oud was. Haar huid werd in de reclame aangeprezen als ‘bijna menselijk, u kunt het verschil nauwelijks voelen’. De huid op Raechel’s arm voelt niet menselijk aan en ik kan het verschil voelen!
Ik ondersteun haar nog iets langer en op dat moment valt mij op dat de grote, donkere halfronde zonnebril die ze draagt, naar het puntje van haar kleine neus is gegleden. Ik ben zeer dicht bij het gezicht van Raechel en kijk recht in haar enorme ronde ogen die duidelijk uitlopen rondom haar slapen, grote, groene ogen, de kleur van de binnenzijde van een avocado met verticale zwarte spleten en geen pupillen. Mijn ogen houden die van haar vast en ik ben als verlamd. Dan realiseer ik mij dat ik sta te staren, dus verbreek ik het aangapen en kijk kort de andere kant op. Ik laat haar arm los omdat ze haar balans weer heeft gevonden. Ze bedankt mij met een mechanisch klinkende stem en gaat er haastig vandoor.
Ik ben in de war van hetgeen ik heb gezien en ben niet in staat gedag tegen Marisa te zeggen en naar huis te gaan zoals ik van plan was. Ik weet dat ik iets gezien heb dat niet afkomstig is van deze wereld en ik ben overrompeld. Eerlijk gezegd was ik, toen ik voor de eerste maal in die ogen keek, bang, maar daarna verdwijnt de angst. Mijn hersenen draaien op volle toeren en mijn emoties gaan alle kanten op. Ik heb zoiets nooit eerder gevoeld. Marisa stelt voor dat ik even ga zitten. Daar ga ik mee akkoord, omdat ik toch niet in staat zou zijn naar huis te rijden. Marisa lijkt niets bijzonders gezien te hebben, maar ze had het dan ook van een afstandje zien gebeuren. Misschien dat dat de reden is. Toch denk ik dat er meer achter zit.
Het
geheugen van dochter Marisa spoort mij aan
De gebeurtenis die ik hierboven aanhaalde is exact zoals ik het mij altijd heb
herinnerd, voordat ik hypnose onderging, voordat ik ging graven zoals nodig
was voor het schrijven van het boek ‘Raechel’s Eyes’. De herinneringen
die ik gedurende 30 jaar had opgeslagen. Ik had te maken met hun vreemdheid
en hield ze ‘opgesloten in een apart klein doosje’ in mijn geest.
Wanneer ik ervoor koos ze daaruit te halen, en dat gebeurde niet vaak, dan voelde
ik mij veilig met de gedachte dat ik ze elke keer weer terug kon stoppen in
dat kleine doosje totdat ik er weer eens aan wilde denken.
Het is nu drie jaar geleden dat ‘Raechel’s Eyes’ werd uitgegeven. Het boek geeft het verhaal weer van de gebeurtenissen die mijn dochter Marisa en ik meemaakten met haar kamergenote Raechel, een hybride mens/buitenaards wezen en ook die van Raechel’s menselijke adoptievader Nadien, een kolonel in de luchtmacht. Het is ook het verhaal van mijn ontwakende realisatie dat ik een verborgen geschiedenis als ontvoeringsslachtoffer heb en het mysterie van wat wellicht een onderling verband is tussen dat en de vreemde gebeurtenissen waarbij Raechel was betrokken.
Sinds 1972 heb ik met de vraag geworsteld of ik nu wel of niet publiek zou gaan met het varhaal van Raechel. Toen, in 1990, overleed Marisa plotseling aan complicaties van diabetes. Gedurende dat treurige proces speelde dat verhaal constant in mijn hoofd. Het werd me duidelijk dat de angst en ongerustheid die mij al die jaren had dwarsgezeten iets was dat ik onder ogen moest zien. En dat moest ik wel meteen doen. Ik hoopte dat het schrijven van een boek me zou helpen door het ongemak heen te komen. Daarnaast was het ook nog iets dat Marisa en ik hadden gepland om ooit in de toekomst te doen.
Het schrijven van een boek lijkt overweldigend, maar ik begon met gedeelten. Ik riep slechts één gebeurtenis per keer op en beetje bij beetje werd het een boek. Ik had echter altijd het zeurende gevoel dat alles wat ik van Raechel wist slechts het topje van de ijsberg was. Als ik mij maar meer kon herinneren, dan zou het verhaal meer inhoud hebben. Wat de zaak verergerde was dat ik nooit in staat ben geweest om met anderen over het onderwerp te praten, dat kon ik alleen met Marisa. Nu Marisa er niet meer was stond ik er alleen voor. Er was een klein gezegde dat zij regelmatig bezigde en wat nu van toepassing leek: “Doe wat nodig is”. Dat is wat ze altijd zei.
Kan
regressietherapie mij helpen mijn herinneringen terug te krijgen?
Ik had gehoord dat regressietherapie via hypnose bruikbaar kon zijn bij het
helpen terugwinnen van herinneringen. Kon hypnose mij helpen de gaten te vullen
in de stukken en beetjes van de informatie die zo af en toe naar de oppervlakte
opborrelden?
In begin 1998 nam een collega contact op met June Steiner, PhD. en zij was bereid verschillende regressies met mij te ondernemen in wat zij als een fascinerende zaak zag van mogelijk menselijk/buitenaards contact, één van de gebieden waarop ze gespecialiseerd was. Ik was in eerste instantie wat terughoudend in het ontmoeten van June en het ondergaan van regressie, maar uiteindelijk besloot ik dat, wat ik ook mocht ontdekken, het niet angstaanjagender kon zijn dan wat ik al wist. Alle overgebleven zorgen verdwenen op het moment dat ik June ontmoette en haar man die haar vergezelde gedurende ons eerste lange weekend met verschillende sessies.
Hoewel de herinneringen die gedurende de regressies omhoog kwamen stressvol waren, was het moeilijkste het uitschrijven van de opgenomen regressies. Onder hypnose was ik in een tranceachtige staat welke het herbeleven van elke gebeurtenis verzachtte. Toen ik echter de geluidsbanden moest uitschrijven, was ik volledig bij bewustzijn en oplettend en ik moest nauwgezet luisteren om elk woord en nuance te kunnen opvangen en daarbij hoorde ik de niet verhulde emotie in mijn stem als ook in die van June. Regelmatig stroomden de tranen over mijn wangen en kon ik bijna niets meer zien. Als dat gebeurde stopte ik simpelweg enkele momenten, luisterde naar rustgevende muziek, nam een kop thee en ging dan weer door met de transcriptie.
Terugkijkend realiseer ik mij de waarheid die een vriend mij een paar maanden geleden vertelde. Het opnieuw beleven van de originele gebeurtenissen, hoe bizar ze ook zijn, is goed voor me geweest. Ik kwam onbeschadigd aan de andere kant tevoorschijn, veel sterker, een beter mens.
Het
boek is uitgegeven – zorgen verdwijnen als de steun toeneemt
Toen het boek zou uitkomen waren mijn zorgen hoe het ontvangen zou worden en
belangrijker, wat zouden de mensen van mij vinden? Ik werk in de medische wereld,
zouden mijn cliënten me niet te controversieel vinden, zouden ze nog wel
zaken met mij willen doen? Zouden mijn vrienden beslissen dat ik te ‘uitzonderlijk’
voor hen was? Zou ik haatmail ontvangen en dreigbrieven?
De zorgen verdwenen toen de e-mails en telefoontjes binnen kwamen. Veel kwamen van lezers die ook ontvoeringsslachtoffer en ervaarders waren. Vaak was het voor de eerste maal dat ze over hun ervaringen durfden praten, ze beweerden dat ze zich daarvoor nooit op hun gemak of veilig hadden gevoeld om dat te doen. Ik begreep de moed die nodig was om met mij, een compleet vreemde, contact op te nemen en ik begreep maar al te goed de angst en terughoudendheid die verbonden is met het naar voren komen. Gelukkig waren ze niet op zoek naar advies, omdat ik ze dat ook niet kon geven. Ze wilden gewoon een medelevende luisteraar en die vonden ze in mij.
Ik zag nu dat Raechel’s Eyes een instrument was geworden van troost en hoop voor velen en ik wist dat het publiek gaan het juiste was geweest.
Details
duiken onder hypnose op
De eerste regressie bracht mij terug naar mijn eerste ontmoeting met Raechel
in het appartement. June begon met mij te verzekeren dat ik veilig was. Toen
bracht ze mij terug door de tijd naar het moment waarop ik Raechel voor het
eerst ontmoette. Ik herleefde de gehele gebeurtenis tot in het kleinste detail,
vanaf de feitelijke conversatie met Marisa terwijl we in de deuropening stonden
en gedag zeiden en we beiden hadden gehoopt dat ik Raechel had kunnen zien.
Toen Raechel verscheen, beschreef ik haar in detail… de grote zonnebril, de sjaal rondom haar hoofd en onder haar kin gebonden, haar gezicht buitengewoon klein, de lichtblauwe kleur van haar jumpsuit met lange mouwen, haar ietwat onbeholpen lichaamsbouw en haar over het algemeen ‘grappig aandoende’ verschijning. Ik voelde weer de onaangename sensatie die ik toen ook voelde terwijl ze recht voor mij stond en ik naar haar staarde, krachtig en onweerstaanbaar kijkend naar haar grote fixerende ogen.
June vroeg vervolgens hoe de handen van Raechel eruit zagen. Misselijkheid deed zijn intrede toen ik ze omschreef als ‘niet juist’. Ik zag haar handen duidelijk als enigszins kunstmatig in uiterlijk, met enkel vier vingers van gelijke lengte aan elke hand en geen vingernagels. Ik voel terwijl ik dit schrijf weer dat bijzonder onaangename gevoel.
De sessie ging verder en ik hoorde Reachel’s mechanische, expressieloze stem tijdens onze introductie woorden uitspreken op een toon die evenzo ‘niet juist’ was, ondanks dat haar woorden juist gekozen waren. Op dat punt begon ik te snikken, maar June stelde me opnieuw gerust en na een korte tijd gingen we verder. Nu gingen we naar het incident waarbij Raechel struikelde en ik haar opving. Nu veranderden mijn gevoelens. Ik voelde mijzelf diep in haar grote, avocadogroene ogen staren, verlamd door de verticale zwarte spleten, in wezen met schrik vervult. Ik voelde dat de spleten zelf mij diep in zich trokken en ik voelde van haar kant een wanhopige poging om iets te zeggen, iets dat ze niet kon of wilde verbaliseren.
Op dat moment verdween mijn angst. Ik realiseerde mij dat Raechel degene was die bang was. Ze poogde telepathisch met mij te communiceren om duidelijk te maken dat ze geen kwaad in de zin had en dat ze hoopte dat ik dat ook niet voor haar had. Mijn staren was nog niet verbroken, maar de vrees was verdwenen. Toen pas kon ik de werkelijke pracht van Raechel’s ogen waarderen, terwijl ze mij diep naar binnen trokken, een pracht die ik mij niet eerder had gerealiseerd.
Het was een weekend vol regressie waarbij ik bekende en niet zo bekende plaatsen en verschillende dimensies opnieuw bezocht, mijn hoofd barste van de details die allemaal verwerkt moesten worden. Opluchting ging gepaard met het besef dat ik nu op zijn minst op de hoogte was van sommige van de details die zovele jaren begraven waren geweest. Ik leerde ook wat de reden was waarom ik die details voordien niet volledig had kunnen herinneren, dat was vanwege het feit dat ik geprogrammeerd was ze niet te herinneren totdat de tijd juist was. En dat is een goede situatie geweest, omdat ik denk dat ik gedurende de periode rond 1972, toen deze gebeurtenissen plaatsvonden, ze, emotioneel gezien, niet het hoofd had kunnen bieden. Een ander ding is dat ik uiteindelijk weet dat de gebeurtenissen werkelijk waren voorgevallen, niet meer de oude, op zijn best wazige, herinneringen tot een zeker punt, gevolgd door de oude bekende stenen muur. Ik was niet langer angstig voor wat er mogelijk was gebeurd. Nu wist ik wat er werkelijk plaats had gevonden.
Een
transformerende ervaring
Na 30 jaar leek mijn leven eindelijk betekenis te krijgen, ten minste voor mijzelf.
Niets zou meer hetzelfde zijn en ik ook niet. Er was ook een gevoel van ‘weten’
ondanks dat er veel antwoorden waren gegeven en er veel ook niet waren gevonden.
Maar daar was misschien wel een reden voor. Door Raechel’s Eyes onder
het publiek te brengen zijn mij de mogelijkheden gegeven dramatische en positieve
veranderingen in mijn leven aan te brengen, in hoe ik mij voel, hoe ik denk
en hoe ik handel en meest belangrijk, wie ik ben. Er zijn poorten geopend waarvan
ik nooit had kunnen dromen dat die bestaan, die leiden naar werelden die ik
alleen in mijn fantasie had kunnen oproepen en mij toestaan mij te laten deelnemen
aan ervaringen die ik nog steeds moeilijk kan begrijpen.
Het woord ‘poorten’ is veelbetekenend voor mij, omdat een gebeurtenis plaatsvond in de zomer van 1972, niet via een deur of raam, althans niet zoals wij ze kennen, ondanks dat het wel een doorgang was. Een dramatisch voorval werd onder hypnose onthuld, tijdens een andere middag waarop ik stopte bij Marisa’s appartement. Marisa was nog op school. Raechel was echter wel aanwezig en ze ving onmiddellijk een emotioneel gesprek aan waarin ze benadrukte dat ze zou willen dat ik haar moeder was. Ik reageerde door te zeggen dat zoiets niet mogelijk was, maar ik zou graag haar vriendin zijn. Ze was duidelijk niet tevreden met mijn antwoord en ze herhaalde haar wens en voegde daaraan toe dat ze mij de plaats wilde laten zien waar ze was opgegroeid.
Raechel
neemt mij mee op een onvergetelijk bezoek
Op dit punt herinner ik mij dat ik in de keuken sta tegen een met een porseleinen
blad bedekte keukentafel, met mijn linkerhand op de rand van de bovenkant van
de tafel. Het appartement is heet en benauwd in de vroege zomerhitte en het
koele porselein voelt goed aan. Ik kan het plezierige gevoel daarvan goed herinneren,
zelfs als ik het nu opschrijf. Raechel staat ongeveer anderhalve meter bij mij
vandaan, voor de koelkast waar aan de zijkant daarvan verschillende grote, doorzichtige
flessen in een rij staan die haar drank bevatten, de enige drank die haar is
toegestaan te drinken.
Terwijl ze geconcentreerd naar mij staat te staren, voel ik mij in de verticale zwarte spleten in haar avocadogroene ogen getrokken worden. Plotseling vind ik mijzelf terug in een grote, ovaalgevormde binnenkamer met witte wanden, waarin ramen zitten die zicht geven op een kleinere binnenste, ook ovale kamer. Ik sta aan de buitenkant van de ramen en Raechel aan de binnenzijde. Ze geeft mij opdracht om ook naar binnen bij haar te komen, maar ik zeg dat dat niet gaat, omdat er geen deur is. Ze antwoordt dat ik geen deur nodig heb, dat ik de palm van mijn hand op het raam voor mij moet plaatsen en dat zij op dezelfde plaats, maar dan aan de binnenzijde, haar hand zal plaatsen en dat ik er dan doorheen kan komen. Ik doe wat ze zegt en bijna meteen bevind ik mij in de binnenste kamer naast haar. Ik herinner mij de ongemakkelijke sensatie tijdens het passeren van het glas. Mijn lichaam voelde uitgestrekt en deinend terwijl ik het glas passeerde, gelijk aan de rimpels die in een zwembad ontstaan als je er een kiezelsteentje ingooit.
Als ik aan de binnenzijde sta, naast Raechel, ben ik meteen weer terug in mijn normale lichaam. Verschillende extreem bizarre, verwarrende gebeurtenissen vinden plaats zodra Raechel mij laat zien wat zich binnen de ovale kamer bevindt. Gebeurtenissen die terwijl ik ze herbeleef tijdens de regressie zeer emotioneel en verwarrend zijn en dat nog zijn. Daarna ben ik terug in de keuken, ik leun nog steeds tegen de tafel, mijn linkerhand is nog op dezelfde plek op het koele porselein. Raechel is waar ze was, nabij de koelkast, ze kijkt naar mij, maar ze staart niet langer. Marisa is nog niet teruggekeerd. Ik zeg gedag en ga snel weg.
Mijn kijk op het leven is vanaf dat moment drastisch veranderd. Ik zal wellicht nooit alle redenen kennen waarom Raechel mij meenam naar die kamer binnen de ramen, hoewel ik wel zo mijn eigen ideeën daarover heb en die zullen mij voor altijd achtervolgen. Van één ding ben ik zeker. Op die zomerse middag reisde ik door een portaal naar een andere dimensie, samen met haar, naar een plaats die zij ‘thuis’ noemde. Gedurende een regressie in 1998, toen ik met deze gebeurtenis te maken kreeg, ontdekte ik dat het een keerpunt in mijn leven was. Op die meest bizarre plaats leerde ik duidelijk van Raechel wat mijn missie moest zijn en door het schrijven van ‘Raechel’s Eyes’ heb ik die volbracht.
Deze hele ervaring heeft mij de motivatie en de mogelijkheid gegeven om ‘te zijn wie ik ben’. Als resultaat daarvan ben ik in staat kracht en moed te verlenen aan andere ervaarders, door stil te luisteren terwijl zij details van een ontvoering, waarneming, contact of wat dan ook voor verontrustende herinneringen willen delen. Ik heb geen aanwijzingen, geen antwoorden, noch ben ik er zeker van dat die bestaan. Wat ik heb te bieden is een welwillend oor en misschien wel het meest belangrijke, medeleven, wat wellicht de grootste gift is die ik in ruil voor Raechel’s Eyes heb ontvangen.
Helen Littrell is de auteur van het immens populaire boek Raechel’s Eyes, uitgegeven in 2005 door Wildflower Press (www.5thworld.com). Het boek is het ware en mysterieuze verhaal van de relatie tussen Raechel, een menselijke/buitenaardse hybride, Helen en Helen’s dochter Marisa. Helen werkt op het terrein van medische transcriptie en medische terminologie en ze is de auteur van zes medische terminologie boeken die wereldwijd zijn uitgegeven. Ze woont in het zuiden van Oregon.
Het
boek is te bestellen op de volgende link:
http://www.amazon.com/Raechels-Eyes-Strange-Human-Alien-Hybrid/dp/0926524607