BOEK: ET GEEN MYTHE MAAR WERKELIJKHEID
Auteur: Piet Smolders
Boekrecensie voor ufowijzer door Paul Harmans
September 2006
‘Ik wil geen UFO-prediker worden. Ik vermoed dat we buitenaards bezoek
hebben gekregen en waarschijnlijk nog (zullen) krijgen, maar daar lig ik niet
wakker van. Want ik denk dat, gezien zijn gedrag tot nu toe, ET verstandiger
is dan wij.’
Piet
Smolders
Het boek ‘ET Geen mythe maar werkelijkheid’ mag je met recht een verrassing noemen. Piet Smolders - ruimtevaartdeskundige, bekend van televisie waar hij ruimtevaartprojecten van commentaar voorzag, schrijver van bijna 50 ruimtevaart- en sterrenkundeboeken, schrijver van artikelen voor De Telegraaf en van 1987 tot 2001 hoofd van het Artis Planetarium in Amsterdam - heeft een opzienbarend boek geschreven. Smolders vraagt zich in zijn voorwoord zelfs het volgende af: ‘Zet ik met de conclusies die ik trek in dit boek mijn reputatie op het spel? Misschien. Dat moet dan maar.’ Zijn boek gaat dan ook over een onderwerp dat gedurende de laatste 60 jaar een aantal reputaties de kop heeft gekost en waarbij alleen de meest standvastige wetenschappers, met de kop tussen de schouders getrokken, de op orkaankracht loeiende tegenwerkingen hebben weerstaan.
De eerste hoofdstukken geven een idee over wat de aarde voorstelt in de kosmos, over hoe wij als mensheid (wellicht) zijn ontstaan en aan hoe weinig zijden draadjes ons leven in het onberekenbare universum in principe hangt. Smolders weet oneindige tijdvakken en de maat van zonnestelsels op figuurlijke wijze terug te brengen naar begrijpelijke eenheden. Met sinaasappels, pingpongballetjes, en speldenknoppen brengt hij het heelal binnen het bevattingsvermogen.
Uit zijn verhaal blijkt wel dat Smolders heel goed beseft dat intelligent leven op het niveau waarop wij ons thans bevinden en hoe wij die intelligentie aanwenden, een groot gevaar voor het eigen voortbestaan inhoudt. Regelmatig zul je daar dan ook een (cynische) verwijzing naar vinden.
Een opmerking van Smolders die heden ten dage door veel wetenschappers wordt onderschreven: ‘Hoe uniek is (intelligent) leven? Natuurlijk is het een voor-copernicaanse gedachte dat wij de enige intelligente lieden zijn in het heelal. Gezien het grote aantal sterren in ons Melkwegstelsel en het minstens even grote aantal van dergelijke stelsels in het heelal, moet dat worden uitgesloten.’
Het UFO-materiaal dat Smolders een plaatsje in zijn boek geeft, is helaas wat belegen. Er is aandacht voor het ruimteschip dat Josef Blumrich, op aanwijzingen van het ooggetuigenverslag van Ezechiel in het Oude Testament, tekende. Erich von Däniken komt aan bod. Adamski als charlatan. Er is ook aandacht voor Roswell en dat is natuurlijk zeer terecht. Het Cometa rapport wordt kort genoemd, Stanton Friedman komt langs en je vindt een stukje over Allen Hynek. Verder is er door het hele boek aandacht voor astronaut Gordon Cooper als UFO-voorstander. Smolders is misschien niet op de hoogte van moderne UFO-feiten. Ondanks zijn kennis van de ruimte weet hij wellicht niet wat de space shuttles met hun camera’s hebben gefilmd, wat de zeer hoogwaardige getuigen in het Disclosure Project te vertellen hebben en wat oud NASA wetenschapper dr. Richard Haines aan UFO-waarnemingen van piloten in het archief heeft.
Op een pagina schrijft Smolders: ‘In onze ‘verlichte’ tijden is de kerkelijke inquisitie verdwenen. Maar de inquisitie bestaat nog steeds, zij het onder andere namen: de gevestigde wetenschap, het gezonde verstand, de publiek opinie, het staatsbelang.’ Mis ik alleen nog stichting Skepsis in het rijtje!
Smolders beweert dat hij sinds niet zo’n heel lange tijd anders over UFO’s is gaan denken, maar de indruk die ik na het lezen van zijn boek krijg, is dat hij al vroeg in zijn loopbaan interesse had in het UFO-fenomeen (overigens niet alleen in ufologie, maar ook in oude culturen, verdwenen en vergeten [hoogstaande beschavingen], contradicties in de bijbel, enz.).
Ondanks de wat bejaarde UFO-feiten is het een boek dat belangrijk is, vanwege de impact die het, dankzij de status van de auteur, zal hebben op de gevestigde orde van sterrenkundigen (en andere wetenschappers) in Nederland. Het is te hopen dat het zal aanzetten tot een gebruik van het gezonde verstand (zoals Smolders doet) en men de kortzichtige vooroordelen en de angst voor carrière en aanzien eindelijk opzij zet en een grootschalig (!) onderzoek start waarbij de eindconclusie nu eens niet bij voorbaat vast staat en men verder wil kijken dan de Nederlandse grens, want de grootste UFO-raadselen liggen in andere landen.
‘Het is vreemd gesteld met deskundigen. Als het gaat om de vraag of
wij ooit nog de sterren kunnen bereiken, zijn er voldoende specialisten die
daarover onbekommerd positieve uitspraken willen doen. Zelfs mensen die bij
NASA op de loonlijst staan. Maar als het gaat om reizen in omgekeerde richting
– hebben lieden vanuit de kosmos de aarde al ooit bezocht? – dan
is er maar een handjevol serieuze mensen dat zich daarover wil uitlaten, en
meestal niet degenen die een reputatie te verliezen hebben. Zij zijn namelijk
als de dood niet voor vol te worden aangezien.’
Piet Smolders
Het boek is uitgegeven door uitgeverij Bzztoh in Den Haag.
Het kost 14,50 euro en is verkrijgbaar bij de boekhandel of de uitgever.
ISBN 90 453 0683 2.
www.bzztoh.nl
Reactie van de heer Smolders op bovenstaande recensie:
Geachte
heer Harmans:
Wat een prima stuk hebt U geschreven. Ik kan het daar in alle opzichten mee
eens zijn. Ook met het gegeven dat ik niet op de hoogte ben van alle recente
ontwikkelingen. Ik heb zelfs geen poging in die richting gedaan. Ik heb me gewoon
op een paar gevallen geconcentreerd en, zoals ik ergens zeg in het boek: Als
je een geval afdoende bewezen vindt, ben je in feite al klaar. Hetgeen niet
wil zeggen dat het niet boeiend is alle nieuwe ontwikkelingen bij te houden.
Maar dat is werk voor ufologen, waarvan ik hoop dat er steeds meer goeie komen.
Ik ga weer gewoon door met mijn volgende boek: 50 jaar ruimtevaart.
UFO wijzer ziet er trouwens ook zeer verzorgd uit. Complimenten.
Piet Smolders