DE ENE VERENGDE WERKELIJKHEID ONTMOET DE ANDERE VERENGDE WERKELIJKHEID
(Oftewel een reactie op het artikel “Ufo, ruimteschip uit een andere werkelijkheid” van de webplek van het Reformatorisch Dagblad)
Door: Kees Deckers
Juni 2011
Donderdag, 09 juni 2011 12:08
Het volgende artikel verscheen op woensdag 8 juni in het Reformatorisch Dagblad. Het laatste deel van het artikel is zonder medeweten of goedkeuring van Niburu toegevoegd.Internetreferentie (09-06-11):
http://www.niburu.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=716:ufo-ruimteschip-uit-een-andere-werkelijkheid&catid=34:ufo&Itemid=47
Met slechts bovenstaande zin als start en toevoeging staat op de webplek van Niburu de letterlijk overgenomen tekst van een artikel dat op 8 juni jongstleden is verschenen op de webplek van het Reformatorisch Dagblad, met als titel: “Ufo, ruimteschip uit een andere werkelijkheid” (zie: http://www.refdag.nl/achtergrond/techniek/ufo_ruimteschip_uit_een_andere_werkelijkheid_1_568698).
Subjectieve verslaggeverij
Wat door Niburu precies bedoeld wordt met “het laatste deel
van het artikel” wordt niet aangegeven. Maar vermoedelijk
is dat vanaf het punt dat de heer Anton Teuben, eigenaar van het
onafhankelijke persbureau Niburu, wat inmiddels naast een webplek
met informatieve stukken, ook radio, televisie, workshops en een
webshop omvat, niet meer aan het woord is. Duidelijk is dat de journalist
van het dagblad de heer Teuben heeft geïnterviewd. En dat hij
vervolgens vanuit verschillende andere bronnen diens verhaal heeft
geprobeerd te ontkrachten. Er is geen sprake van objectiviteit in
het artikel, ook al lijkt dat op het eerste gezicht wel het geval,
door de truc van het citeren van verschillende bronnen. Die bronnen
van informatie zijn zogenaamde deskundigen, citaten uit boeken en
statistieken.
Uiteindelijk wordt al het toegevoegde materiaal gebruikt om het verhaal van de heer Teuben te ontkrachten. Dat blijkt al uit de laatste twee vetgedrukte kopjes, die, hoewel tussen aanhalingstekens geplaatst, natuurlijk als “inkoppers” dienen: „Sterke verbeeldingskracht” en „Altijd een verklaring”. Het zijn de geijkte argumenten om U.F.O.-waarnemingen, en de verhalen van mensen, die geloven in buitenaardse intelligenties en hun bezoeken aan de Aarde in onbekende vliegende objecten, als onzin in de prullenbak te doen belanden.
Het artikel leest als het verhaal van hoe iemand uit de ene menselijk verengde werkelijkheid, namelijk die van de “reformisten”, iemand uit een andere menselijk verengde werkelijkheid, volgens de tussen de regels door te lezen conclusie van journalist Bart van den Dikkenberg een “newage-gelovige”, interviewt om diens verengde werkelijkheid onderuit te halen ten gunste van de eigen verengde werkelijkheid.
Niet subjectief, maar een objectief artikel? Zeer zeker niet. Behalve één gelover in het idee dat sommige U.F.O.’s van buitenaardse afkomst zijn, zijn alle andere geïnterviewden schijnbaar niet-gelovers en is vrijwel alle aangehaalde literatuur er op gericht om een andere verklaring voor het U.F.O.-fenomeen te geven, behalve de mogelijkheid dat het met buitenaardse levende wezens in verband zou kunnen staan. Als dat maar lukt dan is alles weer goed en kan iedereen in die ene menselijk verengde werkelijkheid weer rustig gaan slapen. De toon wordt hiertoe al gezet met de eerste 7 woorden van het artikel: “Anton Teuben ziet ze nogal eens vliegen:...”. Een dergelijke zinsdeel kan verdedigd worden als zijnde objectief, maar de journalist weet heel goed dat de meeste mensen bij een dergelijke start al precies weten wat de teneur van de rest zal zijn. Veel objectiever is de zin, waarmee de derde alinea begint: “De eerste keer dat de geboren Groninger ufo’s zag vliegen was in 1972”.
Tenminste
6 tegenargumenten
Het artikel lezend tel ik dan ook zeker zo’n 6 argumenten
tegen het verhaal van de heer Teuben, maar vooral ook daarmee tegen
het geloof in buitenaards leven.
Achtereenvolgens zijn dat:
1. “Uit enig speurwerk blijkt echter dat natuurkundigen antizwaartekracht voor onmogelijk houden. De literatuur meldt wel dat de nazi’s zich hebben beziggehouden met schotelvormige toestellen die vliegen door het zogeheten coanda-effect, waarbij luchtstromingen worden opgewekt die het toestel opheffen.”
Ik beperk mij tot de eerste zin. Heel eerlijk zegt de journalist, dat hij slechts “enig speurwerk” heeft gedaan. Ten eerste, omdat de meeste natuurkundigen antizwaartekracht voor onmogelijk houden, betekent dit nog niet dat het niet bestaat. Vooral in de kosmologie wordt wel degelijk rekening gehouden met mogelijke antizwaartekracht en de effecten daarvan. Tot voor kort beweerden de meeste natuurkundigen ook, dat er nauwelijks tot geen Aarde-achtige planeten in het universum bestonden en dat er nauwelijks tot geen vloeibaar water was binnen ons zonnestelsel. Die bewering is de laatste jaren vrijwel volledig onderuitgehaald. Daarbij geloven veel natuurkundigen weer wel in donkere materie en donkere energie, de Big Bang, virtuele deeltjes en snaartjes. Heeft u ooit donkere materie waargenomen? Was u erbij toen het knalde?
Dus: Wat een natuurkundige beweerd, heeft geen enkele feitelijke waarde, totdat het daadwerkelijk serieus en diepgaand is onderzocht en voor iedereen naar voldoening is bewezen.
2. “De Wetenschappelijke Raad
voor het Regeringsbeleid (WRR) telde in 2006 –parallel aan
de ontkerkelijking– een toename van spirituele groepen die
zingeving zoeken in bewegingen als new age. Deze groep maakt inmiddels
een kwart van de samenleving uit, aldus de WRR in zijn rapport ”Geloven
in het publieke domein”.”
Newage en meer interesse in spiritualiteit worden hier gekoppeld aan ontkerkelijking. Is dat zinsdeel: “–parallel aan de ontkerkelijking–” een conclusie van de genoemde W.R.R. of is dat de mening van de journalist zelf? Maar laten we er eens eenvoudigweg een eigen theorietje en mening tegenover plaatsen, die deze conclusie beaamt. De christelijke kerk heeft lange tijd een sterke greep gehad op wat mensen mochten en niet mochten denken. Door gedragingen van deze kerk zelf is de ontkerkelijking in gang gezet. Als gevolg daarvan hebben gedachten en ideeën, die al duizenden jaren bestaan weer meer ruimte gekregen. Het omgekeerde is te zien in het nu kapitalistische en voor de val van de muur onder het mom van de term communistisch, in feite ook al kapitalistische Rusland. Daar zijn sinds de val van de muur vele van de als opslagplaatsen en op andere wijze gebruikte kerken en kloosters binnen zeer korte tijd weer zoveel mogelijk in hun oude functie en glorie hersteld. Newage is een term, die in die zin alleen maar aangeeft, dat er opnieuw een tijd is gekomen voor gedachten en ideeën, die door zowel het machthebbende geloof als door de machthebbende wetenschap lang zijn onderdrukt en uitgebannen ten gunste van het eigen belang.
En wat de journalist misschien wil suggereren is dat de heer Teuben slechts een geloofsverdwaalde is, die afgedwaald van god zijn heil nu zoekt in vermeende buitenaardsen. Dat blijkt ook uit de direct daarop toegevoegde informatie: “Andere onderzoekers, zoals de Amerikanen Gary Bates en Linda Cosner van Creation Ministeries International, ontdekten dat de newagereligie sterk is verweven met het geloof in buitenaardse wezens.” Even helder, ten eerste, Newage is geen religie, behalve voor degenen die het zo willen zien en bezigen, maar zoals de Nederlandstalige Wikipedia zegt:
... een verzamelterm voor bewegingen van een nieuw mensbeeld die vanaf de tweede helft van de jaren zestig van de twintigste eeuw in opkomst zijn. De aanhangers van new age trachten vanuit zichzelf de eigen persoon en daarmee de hele wereld op een hoger plan te brengen. Men ervaart de eenheid van mens, natuur en kosmos. Men hecht waarde aan intuïtieve en gevoelsmatige benadering van problemen en zaken. New age wordt gezien als een reactie op traditionele monotheïstische religies, maar ook op materialisme, rationalisme en individualisme. Uit deze bewegingen is ook een muziekstijl voortgekomen, zie New age (muziek).
Internetreferentie (10-06-11):
http://nl.wikipedia.org/wiki/New_age_(beweging)
Ten tweede hebben newage en geloof in buitenaardse wezens niets met elkaar uitstaande, behalve, opnieuw, voor diegenen die het zo willen zien en bezigen. Maar er zijn daarnaast miljoenen mensen, die vanuit elke geloofs- en wetenschappelijke achtergrond geloven dat buitenaards leven even normaal is als leven op de planeet Aarde, los van elk idee over newage. Het is mogelijk dat de heer Teuben zich plaatst bij de newage en dit argument niet als tegen hem gericht ziet. Maar het is wel een onterechte koppeling, die veel mensen onterecht het stempel opdrukt van een “newage-gelovige” te zijn. Wat dat ook precies mag inhouden.
3. “De Amerikaanse creationist
Gary Bates stelt in zijn boek ”Alien Intrusion” dat
het geloof in ufo’s vooral te maken heeft met het geloof in
evolutie. „De meerderheid van mensen beschouwt evolutie als
feit. Samen met speculatieve claims over evolutie op andere planeten
en de enorme impact van sciencefiction in films en boeken, kan het
geloof in ufo’s een eigen leven gaan leiden.”
Gebruik maken van het creationisme om mensen als de heer Teuben verder te etiketteren, is het volgende argument.
Wat zegt de Nederlandse Wikipedia over creationisme?
Creationisme is de religieus geïnspireerde opvatting dat het universum en de Aarde maar ook alle planten en dieren alsmede de mens hun ontstaan te danken hebben aan een bijzondere scheppingsdaad. Deze scheppingsdaad impliceert een schepper en kan gezien worden als een vrij plotseling en eenmalig gebeuren dan wel als een geleidelijk en voortgaand proces. In engere zin wordt met creationisme gedoeld op de opvatting dat schepping als concurrerend verklaringsmodel mag worden gezien voor de verzamelde gangbare wetenschappelijke inzichten op de gebieden van kosmologie, geologie en biologie, met name voor de evolutietheorie. Creationistische wetenschap, een tak van het creationisme, probeert met onderzoek en de theorievorming het ontstaan van de aarde en het ontstaan van het leven te verklaren als scheppingsdaad en de gangbare wetenschap te ontkrachten. Dit wordt in de wetenschappelijke wereld algemeen opgevat als pseudowetenschap.
Internetreferentie (10-06-11):
http://nl.wikipedia.org/wiki/Creationisme
Geweldig. We zien nu hier een “reformatorisch” journalist, die gebruik makend van het opplakken van het etiket “newage” op de heer Teuben, met behulp van een “creationist” verder gaat verklaren dat geloof in buitenaardsen onzin is. Alledrie leven in hun eigen be-paalde en be-perkte, kleine, afgescheiden werkelijkheidje, wat ik “verengde werkelijkheid” noem. Het beeld dat het bij mij oproept is met twee bekende boektitels te beschrijven: “Lof der zotheid” van Erasmus en “De boeken der kleine zielen” van Louis Couperus.
Wat mij verbaast is dat Van den Dikkenberg hier geen gebruik maakt van de huidige gevestigde wetenschap, maar opeens een creationist citeert. Iemand die, volgens de Nederlandse Wikipedia, er juist weer op uit is om de wetenschap, althans een deel daarvan, te ontkrachten. En daarmee dus ook de zin “Uit enig speurwerk blijkt echter dat natuurkundigen antizwaartekracht voor onmogelijk houden.” Of zijn creationisten het daar toevallig weer wel mee eens?
Wel... verbazend is het natuurlijk niet. Het is eerder grappig, dat de journalist wel gebruik maakt van wetenschappers om anti-zwaartekracht te ontkrachten en mensen die U.F.O.’s zien af te schilderen als mensen met teveel verbeeldingskracht, zoals even verderop in het artikel blijkt, terwijl hij nu geen enkele wetenschapper noemt, die zich hedentendage bezig houdt met de studie van exoplaneten en met de ideeën van mogelijk leven op die planeten. Nee, dan gebruikt hij opeens een creationist, van wie even kneppelhard gesteld kan worden dat hij zijn geloof baseert op veel teveel verbeeldingskracht.
De huidige gevestigde wetenschap ontdekt de laatste jaren vrijwel dagelijks nieuwe exoplaneten, waaronder ook steeds meer Aarde-achtige planeten. De mogelijke kans van het ontdekken van leven elders in het universum neemt dus de laatste jaren exponentieel toe. En de kans op het ontmoeten van zelfbewuste, intelligente buitenaardse wezens daarmee ook. Voor het gewenste artikel kan de journalist daar zijn informatie deze keer dus niet halen. Dan hier maar een creationist gebruiken. Een creationist die in een boek beweert dat geloof in U.F.O.’s te maken heeft met geloof in evolutie. De redenatie hiervoor is, neem ik aan, de volgende: “Samen met speculatieve claims over evolutie op andere planeten en de enorme impact van sciencefiction in films en boeken, kan het geloof in ufo’s een eigen leven gaan leiden.” Maar evolutie en geloof in buitenaards leven hebben, evenals “newagereligie” en geloof in buitenaardse wezens, niets met elkaar van doen. Het kan namelijk even hard gesteld worden dat bij het creationistische geloof, die creator of dat creërende, niet alleen mensen op de Aarde heeft gedumpt met de scheppingsdaad, maar ook wezens op vele andere planeten. Zonder evolutie. Gewoon: patsboem, daar zijn ze. Waarom zou die schepper of dat scheppende dat niet doen? Maar vooral waarom menen bepaalde mensen dat extreem zeker te weten dat hij dat niet heeft gedaan?
Daarbij bestaat geloof in en speculatie over mogelijk buitenaards leven al duizenden jaren (zie bijvoorbeeld mijn artikel: http://www.ufowijzer.nl/tekstpagina/WetenschapET1.htm). Dat heeft weinig van doen met films en boeken. Behalve in één opzicht. De ontwikkeling van de media- en multimediadragers. Vóór de boekdrukkunst was het bezitten van een handgeschreven boek een enorme luxe, voorbehouden aan een zeer klein en elitair groepje, zo ook kunnen lezen en schrijven. De meeste mensen waren toentertijd dus overgeleverd aan degenen,die dat wel konden en die die boeken wel hadden. En sinds de industriële en de elektronische revolutie is het hedentendage mogelijk dat ook bijna alle armsten in het bezit zijn van een radio, televisie of computer en recht hebben op onderwijs en dat ook daadwerkelijk krijgen. En alleen daarin is de kennis, de speculatie en het denken over of geloven in buitenaards leven gewijzigd, namelijk van een paar miljoen mensen naar miljarden.
4.
Het kopje: “„Sterke verbeeldingskracht””
volgt met een paragraaf van 4 alinea’s, die
de vraag: “Hoe komt het dat de een wel ufo’s
ziet en de ander niet?” probeert te beantwoorden.
De hoogleraar stelt zich in zijn antwoord nog voorzichtig op, het kan “te maken hebben met verbeelding.” Aan de andere kant is hij over paranormale begaafdheid heel duidelijk, “Als je dergelijke waarnemingen echter wetenschappelijk gaat onderzoeken, houden ze geen stand.” Laten ik er ook kort en helder over zijn, dat kan ook voortkomen uit het tekortschieten van wetenschappelijk onderzoek. Dat de term paranormale begaafdheid sowieso wordt genoemd, komt door de heer Teuben zelf, die, als je dit artikel mag geloven, stelt, dat mensen alleen U.F.O.’s zien, als zij zich er voor open stellen, en die daarmee zelf een zeer verengd en zeer op het verkeerde been zettend verhaal de wereld in helpt. De vraag “Hoe komt het dat de een wel ufo’s ziet en de ander niet?” wordt daarom door de journalist verder volledig en alleen beantwoord vanuit de term verbeeldingskracht. En zijn bron komt daarmee logischerwijze met termen als verbeelding, schizotypie en paranormale begaafdheid.
Voor een U.F.O.-ervaring hoef je helemaal niet open te staan. Het overkomt de meeste mensen heel eenvoudig. In wat voor soort van gemoedstoestand dan ook. En even vaak bij mensen met weinig als met veel verbeeldingskracht. Dat het niet een ieder overkomt, heeft vele antwoorden. Zo zijn sommige mensen blind. Anderen weigeren een bril te dragen en zijn te bijziend om zelfs de maan aan de nachthemel te ontwaren. Daarbij zijn U.F.O.’s ook niet elk uur van de dag overal ter wereld te zien. Anders zou het zo normaal zijn, als wandelen en ademhalen. En dan zouden mensen ze om die reden weer nauwelijks opmerken. En zeker als de fenomenen te maken hebben met daadwerkelijk buitenaardse intelligenties zijn ze natuurlijk geen alledaags gebeuren. Vervolgens vertoeven de meeste mensen in de zogenaamde westerse beschaving driekwart van hun leven binnen; ze slapen 8 uur per dag, ze werken gemiddeld 8 uur per dag en ze zijn gemiddeld vaak ook nog eens 2 uur per dag kwijt om per auto via files thuis te komen, waarbij het het verstandigst is om op de weg te letten en niet op de lucht. Dat houdt in dat ze tenminste al 18 uur per dag niet naar de lucht staan staren. Maar voor de reformatorische krant is verbeeldingskracht als enige antwoord blijkbaar voldoende.
Vervolgens is het hebben van een zeer grote verbeeldingskracht geen reden dat je meer U.F.O’s zult zien. Ik scoor zelf zeer hoog op verbeeldingskracht. Maar hoewel ik enkele merkwaardige en voor mij onidentificeerbare verschijnselen in de lucht heb gezien, heb ik er nog altijd niet uit geconcludeerd, dat zij te maken hadden met buitenaardsen van een andere planeet of uit een andere werkelijkheid. Elke ervaring die ik heb gehad heeft ook niets te doen gehad met dat ik in een bepaalde gemoedstoestand of in een meer open bewustzijnstoestand verkeerde. Elke ervaring was anders, en mijn stemming was daarbij ook verschillend. Het enige gelijke was, dat het zich opeens voor mijn ogen voltrok. De ene ervaring was zeer kortdurend, hooguit enkele seconden, de andere wat langer durend, rond de vijftig à zestig seconden. En hoewel ik daardoor nu wat regelmatiger een half uur of langer naar de lucht sta te staren in de hoop iets interessants te zien, levert het mij niets op. Het is hopeloos. Ze willen zich maar niet vertonen. Maar een zogenaamde god heb ik ook nog nimmer gezien. Geloven in zoiets, is mijns inziens nog een graadje extremer op de schaal van verbeeldingskracht, maar het zal wel niet onder schizotypie vallen. De U.F.O.-ervaringen worden tenminste nog met de zintuigen geregistreerd. Maar verbeeldingskracht heb je echt wel nodig, wil je in een onzichtbare god geloven of in een nooit geregistreerde Big Bang. En wat te denken van die donkere materie en energie, volkomen onzichtbaar tot nu toe, maar volgens de wetenschappers bestaat meer dan 90% van ons universum eruit. Blijkbaar willen wetenschappers ook “meer dan het zichtbare”, en ook zij zoeken “het tegenwoordig echter vaak buiten de kaders van een bestaande godsdienst”. De heer Aleman valt in deze met zijn uitspraak zowel de Niburu-gelovers, als de reformatorische godsgelovers, als de wetenschappers aan. En de laatste twee in feite zelfs nog meer.
5.
“„Altijd een verklaring””.
Het kopje slaat terug op de twee na laatste zin van het artikel:
“Wenting benadrukt dat de luchtverkeersleiding
nooit een radarbeeld heeft waargenomen waar geen verklaring voor
was”.
Deze zin is een typisch voorbeeld van een schijnbaar alles openbarend, maar tegelijkertijd een mogelijk van alles verhullend antwoord geven. In een eerder artikel (zie: http://www.ufowijzer.nl/tekstpagina/UFOsEnTaal.htm) heb ik al gewezen op het gebruik van taaltrucs. Dit is er weer een prachtig voorbeeld van. Ten eerste wordt hier alleen gesproken over radarbeelden. De meeste waarnemingen van U.F.O.’s hebben niets van doen met radarbeelden. Het zijn ervaringen, die in een groot deel van de gevallen al weer voorbij zijn, als ze gemeld worden bij de zogenaamde instanties. In slechts een klein percentage van de waarnemingen is ook sprake van radarbeelden.
Maar laten we ervan uitgaan dat de zin die er staat volkomen waar is. Er is door de luchtverkeersleiding nooit een radarbeeld waargenomen waar geen verklaring voor was. Prachtig. Maar nu geloof ik de heer Teuben van Niburu even, als die beweert dat er veel geheim gehouden wordt voor het merendeel van de bevolking. Want ja, die bevolking raakt, in tegenstelling tot de zogenaamde deskundigen, natuurlijk direct in paniek. Alleen als ze de oorlog ingestuurd moeten worden, is de situatie andersom. Paniek is één van de meest gebruikte argumenten om meldingen van waarnemingen zoveel mogelijk te negeren, zoveel mogelijk weg te moffelen of zoveel mogelijk met de wijze woorden van zogenaamde deskundigen te ontkrachten. Er zijn dus waarschijnlijk wel degelijk verklaringen, met betrekking tot sommige waarnemingen, die wijzen naar mogelijke buitenaardse intelligentie, maar die geheim gehouden worden. Mevrouw Wenting liegt niet als ze beweert “dat de luchtverkeersleiding nooit een radarbeeld heeft waargenomen waar geen verklaring voor was”. Ten eerste is het aantal gemelde waarnemingen zonder daarbij behorende radarbeelden vele malen groter, maar daarover doet zij geen uitspraak. Zij heeft het alleen en specifiek over radarbeelden. Ten tweede is het mogelijk ook waar, dat er voor alle waarnemingen met daarbij behorende radarbeelden inderdaad een verklaring is. Maar ze zegt niets over wat voor soort verklaringen daar zoal bij zijn. En als de regering en andere instanties inderdaad bezoek van buitenaardsen geheim houden, is dit antwoord een prachtige taaltruc. Geheim houden zonder te liegen. En de journalist van dit epistel is blijkbaar of niet wakker of onvoldoende deskundig om daar door heen te prikken of is blij met een antwoord dat precies past in het straatje, waar hij voor schrijft. Hij gebruikt de uitspraak dan ook maar wat graag om het kopje „Altijd een verklaring” te kunnen gebruiken. Waarmee aan het einde van het artikel netjes gesuggereerd en gepropageerd wordt dat het geloof in buitenaards leven bestaat, maar dat het niet meer dan dat is, want uiteindelijk heeft alles “altijd een verklaring” van Aardse oorsprong.
Tenslotte is het ook frappant dat volgens mevrouw Wenting er “bij een melding van iets bijzonders ... medewerkers van de luchtverkeerleiding vervolgens het digitale systeem in (duiken) waarin alle radarwaarnemingen en de waarnemingen van piloten zijn vastgelegd.” Is dat het enige wat de luchtverkeersleiding doet? In het digitale systeem duiken? Geen wonder dat ze nooit iets vinden. Wie zegt dat alle soorten waarnemingen al in het digitale systeem staan? Uit het verdere verhaal van mevrouw Wenting blijkt al direct dat dat niet zo kan zijn. Want in dat digitale systeem staan alleen “alle radarwaarnemingen en de waarnemingen van piloten...” En “„soms vinden we in ons systeem niets terug. Dan adviseren we mensen om de politie in de regio te vragen of er ergens in de buurt een evenement plaatshad.” Maar... als er over een waarneming niets wordt teruggevonden, zou het niet verstandig zijn er juist dàn extra aandacht aan te besteden, behalve mensen het advies te geven om maar contact op te nemen met de politie? Dient een onverklaarbare waarneming niet onderzocht te worden? Trouwens er zijn ook Nederlandse piloten die U.F.O.-ervaringen hebben gehad. Staan die wel in het systeem van de luchtverkeersleiding?
6.
Tot slot is er de heer Teuben zelf. Hij is zijn beste eigen tegenargument.
Het is moeilijk te bepalen, hoezeer bepaalde citaten van de heer
Teuben door de journalist uit hun verband zijn gerukt. Maar ze roepen,
en misschien wel expres gewild door de heer Teuben zelf, sterke
tegenreacties op. Dat begint eigenlijk al met de titel van het artikel:
“Ufo, ruimteschip uit een andere werkelijkheid”.
Mogelijk hebben sommige ervaringen met onbekende vliegende objecten
met een andere werkelijkheid te maken. Maar voor veel mensen, die
zich met U.F.O.’s en mogelijk intelligent buitenaards leven
bezig houden, gaat het om leven dat in ons eigen universum, en dus
in onze eigen werkelijkheid bestaat. Net zoals de uitspraken van
de heer Teuben over open moeten staan om U.F.O’s te kunnen
zien, is het koppelen van andere werkelijkheden met buitenaards
leven een mogelijkheid, maar meer ook niet. Teuben is iemand, die,
mogelijk expres, extreem overkomt. Vooral als je kijkt vanuit een
totaal andere, verengde, menselijke werkelijkheid, zoals klaarblijkelijk
de journalist Van den Dikkenberg, valt dat extra duidelijk op. De
verengde werkelijkheid, waar Niburu onderdeel van uitmaakt wordt,
zoals de schrijver van het artikel eerlijk aangeeft, door zo’n
8 procent van de Nederlanders als waar geaccepteerd. En: “Ongeveer
20 procent –ruim 3 miljoen– denkt dat buitenaardsen
contact onderhouden met de aarde.” Wel lastig als je
zelf iets compleet anders geloofd en er maar 4 tot plm. 11 procent
in jouw godsdienstige wereldbeeld en werkelijkheid gelooft, afhankelijk
van de statistieken, die hierover gegevens verstrekken (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Godsdiensten_in_Nederland).
De vraag is dan ook waarom Van den Dikkenberg juist Teuben heeft gekozen om te interviewen, als er toch zeker 20 procent van de mensen in Nederland geloven dat buitenaardsen contact met ons houden. Is dat een expres bedoelde keuze van Van den Dikkenberg, met de reden om uiteindelijk gemakkelijker een tegengesteld verhaal te kunnen schrijven? Teuben komt met zijn zeer vergaande ideeën waarschijnlijk over als “iemand gekleed in een excentriek gewaad”. Maar hij is dan ook een soort van (in)formeel leider voor een grote groepering mensen, die hun eigen beeld en idee van en ervaringen met de werkelijkheid hebben. En dat is wat de meeste leiders doen. Ze vertonen zich in excentrieke kleding, van lange jurken en mijters tot stropdassen, of ze gedragen zich ernaar door populistische kretologie en gedrag. Waarom? Om zichzelf zichtbaar te maken als de meest belangrijke en de leider, en om de aanhangers te sterken in hun geloof. Voor de mensen, die niet in die verengde werkelijkheid geloven, is het altijd leuk om een dergelijk verengde werkelijkheid onderuit gehaald te zien worden. Dat sterkt het gevoel van de juistheid van de eigen verengde werkelijkheid. En dat gaat vaak het meest makkelijk met hoe-gekker-hoe-beter-principe.
Subjectieve verslaggeving vanuit het hoe-gekker-hoe-beter-principe
Ook met betrekking tot het fenomeen van de U.F.O.’s is het
zo, dat juist vooral mensen worden geïnterviewd vanuit het
hoe-gekker-hoe-beter-principe, voorzover de grote-stroom-multimedia
zich überhaupt aan dergelijke onderwerpen durft te wagen. Hoe
gekker, hoe beter, is een prachtig middel. Al decennialang is het
dàt, waar de westerse, commerciële, multinationale,
mainstream multimedia zich op richten. Voor de kijk-, luister- en
leescijfers. Het heeft ook in dit geval een meerledige win-situatie.
Kans op meer lezers door het hoe-gekker-hoe-beter-principe, met
dit principe mag je af en toe ook eens schrijven over een onderwerp
dat in de grote-stroom-multimedia als serieus onderwerp feitelijk
taboe is, en je kunt het idee van het bestaan van buitenaards leven
daarmee ook nog eens als gek bestempelen en daarmee onderuithalen,
om de eigen goegemeente hun welverdiende gemoedsrust te schenken.
Maar de andere kant van het verhaal, zijn al die mensen, die zonder kretologie en overdreven kledij, serieus werken aan een antwoord op de vraag of de Aarde nu wel of niet door buitenaardsen wordt bezocht. Die zijn, evenals de heer Teuben, niet blij met alleen dit soort verslaggeving. Zoals de heer Dennis Balthaser, een Amerikaans ufoloog, het zegt: “Vele malen als er verslag wordt gedaan van een conferentie en er foto’s of video-opnames van worden getoond, dan laten ze niet de serieuze onderzoekers zien, maar eerder iemand gekleed in een excentriek gewaad.”. En: “Tv-documentaires over het UFO-onderwerp, waarin ik behoorlijk wat tijd heb gestoken om eraan mee te werken, bevatten doorgaans presentatoren of interviewers die heel weinig verstand van het onderwerp hebben. Na het filmen zal de een of andere editor terug in Los Angeles of New York zijn eigen opvattingen aan het materiaal dat wordt gepresenteerd toevoegen. Van alle documentaires waaraan ik in de loop der jaren heb meegewerkt, kan ik de degelijke daarvan op de vingers van één hand tellen.” Vertaald door de heer Paul Harmans en op 9 juni als artikel op zijn webplek UFOWIJZER geplaatst onder de titel: “Media verslaggeving van ufo-gebeurtenissen en -onderzoek” geeft dit een kijk op de verslaglegging met betrekking tot U.F.O.-waarnemingen vanuit het stand- en gezichtspunt van iemand die vele malen door zogenaamde objectieve verslaggevers is geïnterviewd (zie: http://www.ufowijzer.nl/tekstpagina/BalthaserMei2011.htm). Het zou de reformatorische journalist Van den Dikkenberg niet misstaan om dat artikel eens te lezen en er lering uit te trekken. De les is dat het verhaal van iedereen niet alleen met respect dient te worden beluisterd, maar ook met respect dient te worden behandeld. Ongeacht uit welke verengde werkelijkheid hij of zij komt.