TERUG NAAR ARTIKEL

SYMPOSIUM “BUITENAARDS LEVEN” LEEUWARDEN - ENKELE REACTIES

Door: Kees Deckers

november 2010


Geattendeerd door de webplek UFOWIJZER van Dhr. Paul Harmans ben ik zaterdag 20 november jongstleden naar Leeuwarden getogen om daar het Symposium “Buitenaards Leven” bij te wonen. Dit Symposium werd georganiseerd door de vereniging Gemma Frisius ter viering van het 50-jarige bestaan van het zogenaamde S.E.T.I.-onderzoek (Search for Extraterrestrial Intelligence).

Aan het woord kwamen drie mensen die vanuit hun zeer verschillende professionele achtergrond goed op de hoogte zijn over de ruimte, het ontstaan van leven op Aarde en de vraag of dat elders ook kan voorkomen.

Dat waren achtereenvolgens:

- Prof. dr. Marco Spaans, hoogleraar Astrofysica bij de Rijksuniversiteit Groningen, onderzoeker bij de Nederlandse Onderzoeksschool Voor Astronomie, met: Het ontstaan van het leven op de planeet Aarde;
- Drs. Klaas-Jan Mook, bestuurskundige, werkzaam bij het Ministerie van Defensie en voorzitter van Vereniging Gemma Frisius, met: SETI en de Fermi Paradox: de oorverdovende stilte, is de Aarde een unieke planeet?
- Dhr. Piet Smolders, ruimtevaartdeskundige en -journalist; gepensioneerd hoofd van het Artis Planetarium, met: Buitenaards leven: geen mythe maar werkelijkheid.

Aan het einde van de voordrachten bestond de mogelijkheid tot vragen stellen en discussie met de drie sprekers.

Terwijl de vereniging Gemma Frisius de 50ste verjaardag van het S.E.T.I.-project vierde, vierde ik mijn 1ste bijwoning van een symposium met betrekking tot het onderwerp buitenaards leven. Naast mij, schat ik dat tussen de 80 à 100 andere geïnteresseerden de zaal vulden. Op wat geluidstechnische probleempjes na verliep het goed georganiseerde symposium perfect. De drie sprekers zelf waren ook zeer terdege voorbereid op hetgeen ze wilden vertellen.

Enkele reacties die mij door het hoofd gingen tijdens de voordrachten en het deel van de discussie, dat ik kon bijwonen, wil ik hier kort aangeven.

Voor de helderheid: Met verengde wetenschap bedoel ik het wetenschappelijk instituut en de wetenschappers die op grond van de regels en wetten van dat instituut bepalen wat het wèl en wat het niet waard is om te onderzoeken. Dit in tegenstelling tot de term wetenschap in haar meest omvattende betekenis: Alles dat mensen weten, kennen en kunnen. Daaronder vallen bijvoorbeeld ook alle fantasieën, intuïties en gedachten en elke waarneming, of die nu wel of niet juist is.

Is E echt gelijk aan M maal C in het kwadraat?
Ik ben een leek, een niet-ingewijde, op het gebied van de verengde wetenschap. Ik weet dat er beweerd wordt dat E gelijk is aan M maal C2, kortweg: E = MC2. Ik ben iemand die dat niet kan bewijzen. Ik vraag mij af hoeveel van de nu bijna 7 miljard mensen op Aarde dat eigenlijk wèl kunnen. Laten we even veronderstellen dat 1/3 van die 7 miljard mensen kinderen zijn en/of om andere redenen niet in staat zijn om dit te bewijzen. Dan houd ik zo’n 4,6 miljard mensen over die het zouden moeten kunnen bewijzen. Maar hoeveel mensen hebben het ook daadwerkelijk gedaan? Laat ik zelf eens een gok doen. Ik gok 4,6 miljoen mensen om het me gemakkelijk te maken. Dat is op 4,6 miljard slechts 0,1%. Of laat ik 46 miljoen gokken. Dat is 1%. Weet iemand dat het er veel meer zijn, dan ben ik erg benieuwd naar dat getal en hoe dat is berekend of bepaald. Ik heb eigenlijk het sterke vermoeden dat het veel minder mensen zijn dan beide geschatte getallen.

Maar uitgaande van mijn twee gokken op grond van 4,6 miljard mensen die het zouden moeten kunnen, moeten in het eerste geval 99,9% en in het tweede geval 99% van de mensen, waaronder ikzelf, geloven dat 0,1% en 1% andere mensen hebben bewezen dat E = MC2 inderdaad klopt. Dat houdt in dat een kleine minderheid bepaald wat een heel grote meerderheid maar moet geloven. Zo is dat gesteld met zeer veel “feiten” die de verengde wetenschap beweert te hebben bewezen. Mijn vraag nu: Waarom moet ik een paar miljoen mensen wel geloven die beweren bewezen te hebben dat E gelijk is aan M maal C2, en een paar miljoen andere mensen niet die beweren door buitenaardsen te zijn ontvoerd?

Betrouwbaarheid en vertrouwen
Dat betekent dat ik terecht kom bij vertrouwen en betrouwbaarheid. Ik moet als leek vertrouwen dat wat verengde wetenschappers beweren te hebben bewezen waar is. Grappig genoeg is dat waar het eerste deel van de discussie achteraf ook om ging. Met name tussen Dhr. Mook en Dhr. Smolders. Dhr. Mook liet duidelijk blijken wèl vertrouwen te hebben in de kleine minderheid aan verengde wetenschappers die menen iets bewezen te hebben, maar geen vertrouwen in het waarschijnlijk grotere aantal mensen die één of meer waarnemingen hebben gedaan met betrekking tot U.F.O.’s. Natuurlijk, bij het eerste is veel onderzoek gedaan, dus is het daarmee meer zeker dat het klopt. Maar bij het tweede wordt daadwerkelijk onderzoek grotendeels tegengehouden. Er wordt dan beweerd door de verengde wetenschap dat er geen concreet bewijs is. Maar... het is juist de taak van hèn om dat bewijs of het tegendeel ervan te vinden. En niet om vóóraf te zeggen dat er geen bewijs is. Als leek kan ik daarom geen evenwichtig doordacht oordeel vellen.

Als Dhr. Mook nu eens in de schoenen van Dhr. Smolders had gestaan. En Dhr. Edgar Mitchell had hem verteld op de maan te zijn geweest, had hij hem dan geloofd? Zo ja, als diezelfde meneer Edgar Mitchell hem een half jaar later had verteld dat hij gisteren een ruimteschip met buitenaardsen heeft zien landen, had hij hem dan geloofd? Of gelooft hij alleen wat hij zelf wìl geloven? Nu zal Dhr. Mook terecht zeggen: Kijk, in het geval van de maan zijn er heel veel mensen die het hebben gezien en meegemaakt en die er aan hebben meegewerkt. En dat is niet het geval bij die waarneming van die buitenaardsen en hun ruimteschip. Echter van bijvoorbeeld de “Phoenix Lights” is bekend dat zeer veel getuigen het hebben gezien en meegemaakt en er uit eigen beweging aan meegewerkt hebben er foto’s en videobeelden van te schieten. Misschien is Dhr. Mook als autodidact verder dan een leek. Maar ik, als leek, sta ook daar voor een keuze, waarom zou ik het één wel geloven en het andere niet?

Luisterend naar beider argumenten, vraag ik mij ook het volgende af. Dhr. Smolders is zeer lang ruimtevaartjournalist geweest. Een belangrijk onderdeel van zijn werk is naast zo objectief mogelijke verslaglegging, mensen kunnen beoordelen op hun betrouwbaarheid, ongeacht uit welk beroep of van welke rang of stand ze komen. Ik neem dus aan, kan fout zijn, dat Dhr. Smolders in de loop van zijn carrière een goede kijk en intuïtie en slimme vraagwijzen enzovoorts heeft ontwikkeld om mensen op hun betrouwbaarheid te kunnen beoordelen. Dat is een belangrijk onderdeel van zijn professie en professionaliteit. Als Dhr. Smolders dus op grond van zijn ervaring en professionele werkwijze tot de conclusie komt dat bepaalde mensen wèl te vertrouwen zijn als ze hem vertellen over hun ervaringen met betrekking tot U.F.O.’s, dan heeft dat voor mij, als leek, evenveel gewicht als het verhaal van de Dhr. Spaans die vanuit zijn professie bepaalde zaken zo goed mogelijk heeft onderzocht. We praten hier slechts over verschillende beroepen. In beide gevallen is echter onderzoek gedaan op grond van veel waarnemingen. Bij de één op verengd wetenschappelijke wijze onderzocht, bij de ander met de methoden en technieken van de journalistiek.

Hoeveel signalen?
Dan is er nog de conclusie van Dhr. Mook dat, omdat het werk van S.E.T.I. tot nu toe, en dat is 50 jaar, mogelijk slechts één signaal heeft ontvangen dat op buitenaards leven zou kunnen duiden, er waarschijnlijk weinig intelligent buitenaards leven bestaat. Dat ene signaal is het zogenaamde WOW-signaal. Omdat er geen herhaling van dat signaal plaats heeft gevonden, wordt zij daarop vervolgens weggeredeneerd als niet van buitenaards leven afkomstig.


WOW-signaal
Internetreferentie (27-11-10): http://en.wikipedia.org/wiki/Wow!_signal

Nu bestaat de radio al heel wat langer, ruim honderd jaar. En als we dan in de geschiedenis van de radio duiken, beweert Nicola Tesla in 1899 al signalen te hebben ontvangen van welke hij meende dat ze van buitenaards leven afkomstig waren. Ook Guglielmo Marconi heeft kort na 1900 beweerd dat zijn stations mogelijke Martiaanse signalen hadden ontvangen (internetreferentie (27-11-10): http://en.wikipedia.org/wiki/SETI). Nu hebben verengde wetenschappers deze signalen inmiddels ook al “netjes” weggeredeneerd. Maar zij hebben even weinig bewijs dat hun redenatie in deze klopt als degenen die wel in de theorie van buitenaards leven geloven. Ze weten niet wat er is ontvangen, want ze waren er niet bij. Hun idee daarover blijft dus een idee.

Ergo: Als leek moet ik ook in dit geval kiezen, wie ik wil geloven. Geloof ik niet in de redenatie van de verengde wetenschappers dan zijn er al tenminste drie signalen opgevangen van buitenaardsen.

Twee stellingen
Twee eenvoudige stellingen, keurig volgens het scheermes van Ockham, dat Dhr. Mook ook gebruikte in zijn voordracht, om de weinige signalen van daarbuiten te verklaren.

Stelling één: De meeste intelligente, buitenaardse beschavingen gebruiken geen technologie, maar leven in overeenstemming met de natuur van hun planeet. De film Avatar is een goed voorbeeld. Dhr. Smolders noemde in zijn lezing een ander prachtig voorbeeld over een Aardse cultuur, die voor het eerst de ervaring van een vliegtuig in haar beeld van de wereld moest gaan inpassen. S.E.T.I. zal daar dus nooit een signaal van opvangen.

Stelling twee: De meeste intelligente, buitenaardse beschavingen zijn al ver voorbij het punt dat radio- en andere hedendaagse Aardse technologieën nodig zijn en gebruikt worden. Ook van hen kan dus mogelijk geen enkel signaal worden geregistreerd door S.E.T.I. en onze huidige technologieën.

Tja, natuurlijk, dit valt niet te bewijzen. We kunnen ze niet eens waarnemen, een eerste vereiste voor de verengde wetenschap. Okay. Maar is het dan niet verstandig in ieder geval te onderzoeken op welke wijze we mogelijk wel van dergelijke buitenaardse beschavingen waarnemingen kunnen doen en mogelijk signalen kunnen ontvangen? En daar wetenschappelijk onderzoek in op te starten naast S.E.T.I?

Deze twee stellingen zijn slechts voorbeelden om aan te geven dat de conclusie van Dhr. Mook dat er waarschijnlijk weinig intelligent buitenaards leven bestaat, gezien de 50 jaar S.E.T.I.-onderzoek dat niets heeft opgeleverd, eigenlijk op nauwelijks iets is gebaseerd. Wat is tenslotte 50 jaar naar een klein stukje van dat enorme universum luisteren en sinds plm. 10 jaar ook gebruik maken van optische apparatuur? Was die cultuur van Dhr. Smolders ontdekt als we alleen via radiosignalen dat deel van de Aarde hadden kunnen onderzoeken? Nee. Bestond die cultuur daarmee dus ook niet? Dit is te vergelijken met de koan: Als een boom valt in het woud, en er is niemand om hem te horen, maakt hij dan een geluid?

Ockham’s scheermes
Dhr. Mook gebruikte hem. Het scheermes van Ockham. Nu is dat scheermes van Ockham een erg onduidelijk verhaal. Volgens de Nederlandstalige Wikipedia is het gebaseerd op deze uitspraak van Willem van Ockham (1288 – 1347): “Want er moet niets nieuws voorgesteld worden zonder een geldige reden, tenzij het vanzelfsprekend is, of door ervaring bekend of door de autoriteit van de Heilige Schrift bewezen.” (Internetreferentie (27-11-10):http://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_van_Ockham).

Willem van Ockham had zelf dus al drie uitzonderingen op zijn stelling dat er niets nieuws voorgesteld moet worden zonder een geldige reden. Waaronder, let op: door ervaring, ergo: Hetgeen door zintuiglijke waarneming is ondervonden. Uh, zijn al die U.F.O.-waarnemingen daarmee dan niet ook uitzondering op Ockham’s regel? Ik vind het zelf trouwens als vanzelfsprekend, gezien de enormiteit van ons universum, dat er daar ergens intelligent buitenaards leven is.

Ockham’s scheermes wordt onder andere vertaald met: “De eenvoudigste verklaring is vrijwel zeker ook de juiste.” En met: “Je moet geen aannames toevoegen als die niet nodig zijn.” En: “Hoe meer aannames je moet doen om iets te verklaren, hoe groter de kans is dat je theorie niet klopt.”

Een kort bezoekje naar de Nederlandse Wikipedia levert op:

Een belangrijke extra regel die geldt voor een nieuwe theorie is dat hij niet ingewikkelder is dan noodzakelijk om de waarnemingen te verklaren. Een voorbeeld: als er na een onweer een boom omver ligt, is een mogelijke theorie Deze boom is getroffen door de bliksem. Deze theorie heeft slechts één aanname, namelijk dat het een bliksemschicht was en niet een olifant of een windstoot die de boom heeft omgelegd. Een andere mogelijke hypothese zou zijn dat de boom zou zijn omgelegd door buitenaardse wezens van 200 meter groot die op bezoek kwamen. Deze theorie maakt een flink aantal aannamen onder andere over het bestaan van buitenaardse wezens, het feit dat ze interstellaire reizen kunnen maken, en het feit dat hun biologie het toestaat dat ze zo immens groot worden. Sommige fenomenen zullen zo complex zijn dat ze haast onwerkbaar veel aannamen nodig hebben om een bevredigende hypothese te kunnen opzetten. Er is echter geen algemene richtlijn te geven voor het maximale aantal aannames.

Internetreferentie (23-11-10):
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wetenschappelijke_methode

Oftewel bij de theorie dat een U.F.O.-waarneming te maken heeft met buitenaards leven moet je onder andere aannemen dat er buitenaards leven bestaat, dat dat buitenaards leven intelligent genoeg is om door de ruimte te reizen, dat ze dat kunnen met snelheden van zeker rond de lichtsnelheid, dat ze in dat enorme universum als bijna toevallig onze richting in zijn gekomen etcetera etecetera. Of, de U.F.O. is een foute waarneming van degene die het zag. Slechts één aanname. Klaar. Of, de U.F.O. is een grap van iemand. Slechts één aanname. Klaar. Dhr. Mook gebruikte dat in zijn voordracht om foto’s van onbekende vliegende objecten als eenvoudig van aardse afkomst te verklaren. Misschien heeft hij gelijk in de gebruikte voorbeelden. Maar ook in alle andere?

Maar geldt dat scheermes dan niet ook voor het verklaren van het bestaan van intelligent leven? Geldt dan niet ook dat de meest eenvoudige verklaring, met de minste aannames, de “beste” is? Toch gaan zowel Dhr. Spaans als Dhr. Mook dan over op het tegengestelde.

Om de aanwezigheid van intelligent leven te verklaren op Aarde wordt opeens een groot aantal aannames genoemd. Zoals: De Aarde heeft precies de juiste massa om een atmosfeer vast te houden, ze staat precies op de juiste afstand van de zon om een goede temperatuur op te leveren, ze heeft vloeibaar water wat nodig lijkt te zijn voor leven, de planeet Jupiter en de Aardse maan hebben ook meegewerkt aan precies dat wat nodig is om dat intelligente leven mogelijk te maken. En nog veel meer. Al die aannames zijn waarschijnlijk inderdaad nodig om de intelligente levensvorm “mens” te bewijzen. Eén unieke, intelligente levensvorm. Maar zijn precies die aannames ook allemaal nodig om alle intelligent leven in het universum te verklaren? Of is volgens Ockham’s scheermes een eenvoudiger verklaring: Leven en intelligent leven ontstaat in ons universum overal, waar de bouwstenen, genaamd atomen, met de cement van de vier natuurkrachten abiotische factoren van voldoende complexiteit weten te creëren. Het bestaan en voortdurend nog ontdekken van allerlei extremophiele bacteriën op Aarde zelf moge daar een aanwijzing voor zijn.

Waar het mij echter nog meer om gaat is dat dat scheermes de ene keer wel gebruikt wordt en de andere keer niet om iets te bewijzen of weg te redeneren. En uit de laatste zin van het gebruikte Wikipedia-citaat over de wetenschappelijke methode: “Er is echter geen algemene richtlijn te geven voor het maximale aantal aannames” mag blijken dat de theorie van buitenaards bezoek aan de Aarde met alle aannames van buitenaards leven, dat intelligent is, dat kan reizen met de lichtsnelheid etcetera het net zoveel waard is om te onderzoeken als de theorie dat het bedrog is of een verkeerde waarneming bij U.F.O.-waarnemingen.

Tot slot
Alleen al deze soort reacties in mijn achterhoofd maakte het voor mij zeer waardevol om het Symposium “Buitenaards Leven” mee te maken. Het is alleen maar toe te juichen dat dit soort gebeurens plaatsheeft en meer plaats gaat vinden. Ook omdat het symposium in het klein de grote, meestal ontweken discussie over buitenaards leven uit drie zeer verschillende stand- en gezichtspunten weergaf. Een discussie die daarmee vooral ook ging over geloof, bewijs en vertrouwen. En hoe wij als mensen daar mee omgaan, juist ook met betrekking tot nog zo’n zeer discutabel onderwerp.


De websites van Kees Deckers
http://worldwidebeingfreewebsite.com/index.htm
http://www.xs4all.nl/~deckers0

TERUG NAAR ARTIKEL