UFO’s
Een informatieboekje voor de jeugd
Uitgever:
Noordhoff Uitgevers voorheen Wolters-Noordhoff
http://www.noordhoffuitgevers.nl/wps/portal
Door: Paul Harmans
April 2008
Afbeeldingen en tekst zijn met toestemming van Noordhoff Uitgevers
overgenomen:
Beste Paul, Ik heb inmiddels je tekst gelezen, en ben blij dat je positief over het boekje bent. Citaatrecht heb je, dus als je goed naar de bron verwijst, mag je citeren. Je krijgt echter geen toestemming om de binnenkant af te beelden van het boekje (het omslag mag wel). Dat heeft ook te maken met de foto's waarvan wij de rechten niet bezitten, maar alleen wij toestemming hebben om die foto's te publiceren. Met vriendelijke groeten, Uitgever De Ruiter’s Documentatiecentrum Noordhoff Uitgevers
Wolters-Noordhoff (sinds 31 maart 2008 Noordhoff Uitgevers) geeft
in 2003 het boekje ‘UFO’s’ (nr. 123) uit
tezamen met het daarbij behorende vragenboekje. Het is bedoeld voor
de jeugd en is een publicatie in de serie Informatie, van
De Ruiters Documentatiecentrum. Deze serie heeft als doel
op begrijpelijke wijze over diverse onderwerpen te schrijven.
De schrijver van UFO’s is Victor Melenhorst, hij werkt voor het Tropeninstituut in Amsterdam en is schrijver. Victor schrijft met kennis over het UFO-fenomeen, behandelt de meest belangrijke zaken en komt niet met verklaringen, maar laat het oordeel aan de lezer over en tracht die aan te moedigen zelf meer over de onderwerpen te weten te komen door er over te lezen of zelf onderzoek te doen. Een positieve benadering en zo hoort het.
Het boekje telt 21 bladzijden en het vragenboekje 8. De inhoud van UFO’s bestaat uit 8 hoofdstukken t.w.:
1. UFO’s en ruimteschepen
2. Vliegende schotels en zwevende komkommers
3. Aliens
4. Wat komen ze hier eigenlijk doen?
5. Leven op andere planeten
6. Kunnen buitenaardse wezens naar de aarde komen?
7. Bestaan ze nu wel of niet?
8. Onderzoek naar UFO’s
1. UFO’s en ruimteschepen
Victor vangt het boekje aan met een hoofdstuk over Roswell en dat
is niet voor niets natuurlijk. Roswell is echt belangrijk en is niet
weg te denken als je over UFO’s praat. Hij legt tevens uit waar
de letters ‘UFO’ voor staan en dat duizenden mensen UFO’s
hebben waargenomen, maar dat anderen denken dat ze zich vergist hebben.
In zijn laatste alinea over Roswell schrijft hij:
‘Veel mensen in Roswell denken nu dat het leger de neergestorte UFO en de ruimtewezens heeft meegenomen voor geheim onderzoek. Hoe het echt zit, zullen we wel nooit weten.’
2. Vliegende schotels en zwevende komkommers
In hoofdstuk twee vinden we een beschrijving van de soorten en maten
van waargenomen UFO’s. De meest voorkomende is de schotelvorm,
maar zoals bekend zijn alle vormen en alle maten al eens gemeld. Ook
besteedt Victor in dit hoofdstuk aandacht aan het feit dat astronauten
ook UFO’s hebben gezien en hij haalt een waarneming in België
tijdens de Belgische UFO-golf van 1989-1991 aan waarbij 13.000 mensen
een driehoekige UFO waarnamen, waarna 2 F-16’s opstegen, maar
het object niet konden bijhouden vanwege de enorme snelheid daarvan.
In dit hoofdstuk ook een beschrijving van het graancirkelfenomeen.
Ook dit fenomeen wordt op neutrale wijze beschreven:
‘Veel graancirkels zijn gemaakt door grappenmakers, die mensen voor de gek willen houden. Maar van sommige cirkels weet niemand hoe ze zijn gemaakt. De ene dag is er nog een gewoon graanveld en de volgende dag zijn die cirkels er opeens.’
3. Aliens
Een beknopte beschrijving van mogelijke buitenaardse wezens die ooit
op aarde zijn waargenomen, zoals onder andere door drie meisjes in
1996 in Brazilië. Zij beschreven een klein, bruin wezen met rode
ogen en drie knobbels op het hoofd. En een klein stukje over ontvoeringen:
‘Er zijn ook mensen die zeggen dat ze door UFO’s zijn meegenomen en daarna weer zijn vrijgelaten. Ze vertellen allemaal dat ze niet door een deur de UFO zijn ingegaan, maar aan boord werden gehaald door een lichtflits die op hun lichaam scheen.’
4. Wat komen ze hier eigenlijk doen?
De onvermijdelijke vraag is natuurlijk wat ze hier komen doen. In
films wordt bijna altijd het thema oorlog opgevoerd, iets wat volgens
de schrijver waarschijnlijk een verkeerd beeld is. Victor schrijft
dat ze misschien komen om de mensheid te helpen, er is ook een verhaal
dat wij als mens zelf ooit door een ruimtevolk met ruimteschepen naar
de aarde zijn gebracht en daarom houden ze ons nog steeds in de gaten.
Iemand die contact had met een ruimtewezen kreeg het volgende over
de mens te horen:
‘Wij zijn erg dom bezig, vertelde het ruimtewezen. We vervuilen de aarde en maken steeds gevaarlijkere wapens. De UFO’s zouden ruimteschepen zijn die moeten ingrijpen als we ons werkelijk in gevaar brengen.’
5. Leven op andere planeten
Over leven op andere planeten wordt uitleg gegeven. Als eerste wordt
gekeken naar de bekende planeten in ons eigen zonnestel, zoals Venus
en Mars, maar daarvan is al aangetoond dat daar geen intelligent leven
voorkomt en ook niet op onze eigen maan. Dan volgt uitleg over de
ontelbare sterren in het heelal en dat het heel goed mogelijk is dat
daar net als rond onze zon planeten hun baantje draaien. Op veel van
die planeten zal geen leven voorkomen, maar er moeten er ook zijn
zoals de aarde:
‘Veel wetenschappers denken dus dat buitenaards leven mogelijk is. We zijn alleen nog nooit op planeten geweest waar die wezens leven en we weten ook niet waar die planeten precies zijn.’
6. Kunnen buitenaardse wezens naar de aarde komen?
De hamvraag. Vanwege de grote afstanden tussen de sterren is het volgens
veel sceptici beslist niet mogelijk. Maar, zoals Victor ook aangeeft,
weten wij absoluut niet hoe ver de eventuele kennis en techniek van
dergelijke buitenaardse beschavingen al is gevorderd.
‘”Dat kan niet,” zeggen sommige wetenschappers. “De dichtstbijzijnde ster is zo ver weg, dat een ruimteschip honderden jaren zou moeten reizen om ons te bereiken. Tegen de tijd dat het hier aankomt, zijn alle UFO-wezens van ouderdom overleden.” Anderen vinden dat onzin. “Misschien zijn die buitenaardse wezens veel intelligenter dan wij,” zeggen ze. “Misschien kunnen zij die enorme afstand wel in korte tijd overbruggen.”’
7. Bestaan ze nu wel of niet?
Een hoofdstuk over alle verhalen en geruchten die in het UFO-wereldje
rondgaan en waarvan een deel zich ook nog eens tegenspreekt. Zien
is geloven en veel mensen onderzoeken eerst veel waarnemingen voordat
ze zelf een mening hebben en vormen vaak UFO-groepen:
‘UFO-groepen bestuderen ook foto’s van UFO’s. Ze weten dat er oplichters bestaan die expres wazige foto’s van hun bureaulamp maken, of van een bord dat ze de lucht ingooien. Ze zeggen dan dat ze foto’s van UFO’s hebben, maar dat is natuurlijk niet waar. UFO-groepen weten hoe ze naar de foto’s moeten kijken om te beoordelen of ze echt zijn.’
8. Onderzoek naar UFO’s
Het laatste hoofdstuk gaat over het onderzoek naar UFO’s. Er
wordt aangegeven dat onderzoek natuurlijk alleen zinvol is als er
voldoende gegevens zijn die kunnen worden nagetrokken. Er wordt uitgebreid
aandacht besteed aan SETI welke organisatie met grote schotelantennes
het heelal afluistert naar mogelijk intelligente signalen die duiden
op buitenaards leven. Je kunt hier aan meewerken door op je eigen
computer gedeeltes ontvangen radiosignalen te laten controleren op
dergelijke bijzondere signalen.
‘Ze hopen op een dag een boodschap te ontvangen van buiten de aarde. Ook al zullen ze die boodschap misschien niet begrijpen: ze weten dan tenminste wel zeker dat er buitenaards leven is.’
Trefwoordenlijst
Achterin het boekje staat een lijst met trefwoorden en een verklaring
daarvan, een kleine greep:
Alien: Engels woord voor buitenaards wezen. Het woord wordt in het Nederlands steeds vaker gebruikt.
Heelal: De oneindige ruimte buiten de aarde. Heet ook ‘universum’ of ‘ruimte’.
Ooggetuige: Iemand die een gebeurtenis heeft zien plaatsvinden.
Als je nog meer wilt weten
De laatste pagina in het boekje draagt bovenstaande aanhef en beveelt
enkele UFO-boeken aan. De pagina is samengesteld door Julienne van
den Heuvel, eindredacteur van het jaarboek ‘Boek & jeugd’
(Biblion). Ze geeft de volgende titels:
1. ‘UFO’s’ door John Duncan (J 552.9)
In dit boek vind je alles wat je wilt weten over UFO’s en andere buitenaardse verschijnselen. Voor sommige bestaat een verklaring, andere blijven een raadsel!2. ‘Meneer Beck gaat even een krant kopen en vierentwintig andere gekke verhalen’ door Gerard Brands (B)
Waar gebeurd of te veel fantasie? Een boek vol verhalen over allerlei vreemde verschijnselen, zoals vliegende schotels en vuurbollen.
Het vragenboekje
Er hoort bij bovenstaand boekje een vragenboekje.
Vragenboekje UFO’s PLUS
Het vangt aan met:
Test jezelf
Heb je het boekje gelezen en de afbeeldingen bekeken? Test dan jezelf. Probeer eerst de vragen en opdrachten te maken zonder in je boekje te kijken. Weet je iets niet, dan mag je het antwoord opzoeken.
Een paar van de vragen die gesteld worden zijn:
3 Waarvan is UFO de afkorting?
a Unbelievable Flying Object
b Unesco Formidable Object
c Uninterested Focused Obelix
d Unidentified Flying Object6 Hoe heten buitenaardse wezens in het Engels?
a robocops
b strangers
c invaders
d aliens
(Hmm, Unbelievable Flying Object, :-) hoeveel volwassenen zouden daarvoor kiezen? ufowijzer.)
Het tweede onderdeel in het vragenboekje is:
Speuren
Om deze vragen en opdrachten te kunnen maken, moet je goed in het boekje speuren. Soms staat het antwoord op verschillende bladzijden. Denk na en kijk goed.
Een paar van de vragen die gesteld worden zijn:
2 Kijk naar de afbeelding. Dit enorme paard is gemaakt in de heuvels van Zuid-Engeland. Het is eigenlijk alleen vanuit de lucht goed te zien. Bij welk stuk tekst past deze afbeelding?
8 De schrijver wil met het stukje ‘Vliegende schotels en zwevende komkommers’ op bladzijde 5 vooral duidelijk maken dat:
a de waarnemingen op fantasie berusten
b er verschillende soorten UFO’s zijn
c UFO’s heel erg snel vliegen
d Brazilië een echt UFO-land is
Het derde onderdeel in het vragenboekje is:
Dóórdenken
Als je goed nadenkt, kun je deze vragen en opdrachten maken. De antwoorden staan niet altijd in het boekje.
Een paar van de vragen die gesteld worden zijn:
1 Waarom waren de verhalen van Gordon Coopers en Kenneth Arnold geloofwaardig?
a Zoiets verzin je niet
b Ze waren ervaren piloten
c Ze hadden nog nooit gelogen
d Ze hadden eerder dit soort dingen gezien3 Welk woord past niet bij UFO-groepen?
a mogelijk
b geloofwaardig
c zekerheid
d waarschijnlijk
Het vierde en laatste onderdeel staat op de achterkant van het vragenboekje
en luidt:
Plus
De Plus-opdrachten kun je op school of thuis maken. Overleg even met je leerkracht.1 Houd een interview
Stel je voor: er is een UFO geland bij jou in de buurt. Je bent verslaggever voor de plaatselijke krant. Je komt als eerste op de plaats aan. Schrijf een verslag voor de krant. Zorg voor een juiste afbeelding van de gebeurtenis.2 Ontwerp een UFO
Weet jij hoe een UFO eruitziet? Laat je fantasie maar gaan. Neem een vel tekenpapier en ontwerp daarop jouw UFO. Welke aandrijving zit erin? Hoe ziet het landingsgestel eruit? Zitten er raampjes in? Heeft hij vleugels? Waar zit de besturing?
Vragen en antwoorden
Ik heb in de e-mail met de vraag aan Noordhoff Uitgevers om toestemming
tot publicatie van dit artikel, ook een paar vragen over dit boekje
gesteld en zij waren zo vriendelijk deze te beantwoorden:
Wat betreft de vragen: Dit is het enige boekje over dit onderwerp. Het is onderdeel van De Ruiter's Documentatiecentrum. De boekjes zijn verkocht aan scholen en bibliotheken, in een abonnement samen met andere titels. Los te bestellen is het boekje niet, een losse verkoopprijs heeft het dan ook niet. Met vriendelijke groeten, Uitgever De Ruiter's DocumentatiecentrumNoordhoff Uitgevers
Wil
je eventueel op zoek naar meer info dan geef ik je onderstaande gegevens:
UFO’s boekje (Nr 123, reeks 5, nr. 113 t/m
124 - ISBN 90 01 13612 5 - SISO J 552.9)
Vragenboekje UFO’s PLUS (Nr 123, reeks 5, nr.
113 t/m 124 - ISBN 90 01 13327 4)
Website
Noordhoff Uitgevers voorheen Wolters-Noordhoff
http://www.noordhoffuitgevers.nl/wps/portal
Nawoord ufowijzer
Ik wist niet van het bestaan van dit soort initiatieven van een grote
uitgever, maar ik word er wel blij van en ik hoop dat er in de toekomst
meer van dit soort boekjes voor de jeugd komen. Ik denk dat de huidige
generatie leerkrachten meer open staat voor dit soort onderwerpen
dan de voorgaande. En zoals Whitley Strieber opmerkte: “Belangstelling
hebben voor, impliceert niet meteen geloven in.”
Een
zeer informatief graancirkelboek voor de jeugd (maar beslist ook voor
volwassenen) is:
CIRKELJAGERS
MYSTERIES IN HET GRAANVELD