USO’s
‘Wat loert er in de diepten van onze oceanen?’
Deel 3
Vertaling: Hans Jochems
Bron: http://www.waterufo.net/item.php?id=241
Datum van de waarneming: 24-09-1961
Plaats van de gebeurtenis: vissershaven en badplaats £eba,
Baltic Sea, Poland
Artikel (uittreksel) komt uit het Official UFO Magazine, May 1977,
Vol. 2, No. 3, “Mysteries of the Deep” by
Lucius Farish and Dale Titler, pp. 41 & 52
(uittreksel)
Bijna 80 mijl naar het oosten ligt de vissershaven en badplaats £eba, gelegen aan open zee met verschillende kustmeren in de buurt. Op een zondag, 24 september 1961, genoot Czaslaw Kawecki, een 28 jaar oude textieltechnicus, van de laatste avonduren van zijn zomervakantie. Hij zou de volgende ochtend de trein naar huis nemen, terug naar Lodz. Kawecki besloot op de avondwandeling terug naar zijn hotel dat hij toch nog even een laatste ontspannen blik op de zee wilde werpen. Hij trok zijn schoenen en sokken uit en hield deze in zijn handen en hij liep langzaam door de duinen die de zee scheidde van het Lebsko meer. Af en toe bleef hij op de oever stilstaan om over het glinsterende water te turen dat verlicht werd door een volle maan. Hij keek op zijn horloge en zag toen dat het 23:35 was, draaide zich toen om, om richting Leba te lopen. Toen, opeens, schrok hij zich rot.
Later vertelde hij aan Szachnowski: “Een plotseling geluid van stromend water deed me weer naar de zee kijken. En vlak voor mij, op ongeveer 1000 meter uit de kust, begon het oppervlaktewater op één plek omhoog te rijzen. Het zag eruit als een ronde heuvel – als werd het van onderen omhoog gedrukt. Toen, begon het water vanaf de bovenkant naar beneden te stromen, net als de vallende stralen van een fontein viel het rondom het ineens ontstane ‘gat’ in de golven. Vanuit deze opening in het water verrees een object waarvan ik op het eerste moment dacht dat het leek op een langgerekte driehoek…” Kawecki gaf duidelijk blijk van zijn op dat moment ervaren gemengde gevoelens van opwinding en onrust op dat punt, maar hij besloot om sterk te zijn en te blijven kijken naar wat er ging gebeuren.
“Het object rees een paar meter uit het water omhoog,” zo vervolgde Kawecki, “En bleef toen op diezelfde plek zweven, maar nu was er een draaikolk van water ontstaan dat met een luid zuigend en gorgelende geluid binnenwaarts stroomde. Het object zelf was zwart en geluidloos.
Plotseling verscheen er een ring van gelijkmatig wit licht [1] (zie figuur1) gesegmenteerd door een aantal convexe donkere strepen. Dit licht veroorzaakte stralende reflecties [2] op de onderste rand van het object. Het verlichtte ook aanzienlijk de bovenste rand [3] evenals de rest. Nu begon het duidelijk te worden dat ‘het ding’ de vorm had van een enorme omgekeerde trechter met twee velgen, gescheiden door een gordel van gesegmenteerd licht. Ongeveer halverwege het bovenste gedeelte was een dunne strook [4] van iets witter licht dan de rest op een nogal donker lichaam. Het eind van deze ‘trechter’ had een afgeronde top van waaruit een stomp [5] stak, die naar boven steeds dunner werd met in het midden een naar het leek naar één kant afgebogen antenne.
De geluidloosheid van het object duurde ongeveer een minuut, toen verscheen er de gloed van een tweede licht onder het object [6]. Dat was ook wit, maar veel sterker en scherper dan dat wat werd uitgestraald door de gesegmenteerde gordel. Vrijwel onmiddellijk kantelde de ‘trechter’ langzaam noordwaarts – waardoor de bodem zichtbaar werd. Na nog zonder te veranderen ongeveer een halve minuut in deze positie te blijven, zweefde het ongeveer 50 meter richting het oosten, stopte toen, maar zweefde al snel weer terug en stopte opnieuw. Al die tijd was de onderkant van het object voor mij zichtbaar.”
Kawecki wierp een nauwkeurige blik op de ongebruikelijke onderkant van het zwevende object. Hij beschreef de buitenrand ervan als donker en rond, net als de brede rand van een trechter [7] (Figuur 2). Naar het midden van de onderkant was een brede ring van sterk wit licht met daarin veel donkere S-vormige lijnen [8]. Daaropvolgend was een donkere ring met drie op gelijke afstand verdeelde gelijkvormige driehoekige punten [9]. Die strekten zich uit over meer dan de helft van de breedte van de verlichte, met lijnen bezette ring. Tot slot, in het centrum zat een schijf die leek te zijn gemaakt van hoog gepolijst zilver of kristal [10]. Het weerkaatste al fonkelend het licht. Kawecki was er zeker van dat er bij de onderkant van enige rotatie sprake was. Hij was er niet zeker van of de punten in beweging waren of de donkere lijnen die er als het ware onderdoor draaiden, maar één van de twee draaide.
“Vervolgens werd het licht meer blauwachtig en intenser. En toen verplaatste het object zich naar het noorden in een opwaartse hoek van ongeveer 45 graden, met de snelheid van een straaljager. Het werd een steeds meer dimmende punt van licht totdat het uiteindelijk uit het zicht was verdwenen. Er was helemaal geen geluid, en mijn gehele waarneming duurde niet meer dan vier of vijf minuten.
Ik schatte de breedte van het object op ongeveer 5 meter en de lengte, zonder de antenne, op ongeveer 6 meter.
Toen
het object verdwenen was, realiseerde ik mij pas dat er een paar
passen bij mij vandaan een jong stelletje stond, allebei hijgend
van verbazing. Zij waren ook op de terugweg naar hun hotel. Toen
ik met hun sprak kwamen er nog twee mannen van een jaar of 50
naar ons toe uit tegenovergestelde richtingen. Het waren lokale
mensen - waarschijnlijk vissers - en nogal geschokt door de waarneming.
Ze zeiden dat ze meteen de kustwacht gingen waarschuwen.”
Wordt
vervolgd
Deel 2: Wat
loert er in de diepten van onze oceanen?
Lees ook de volgende vertaling op ufowijzer: HET GEHEIM VAN DE USO's
Meer USO gevallen: http://www.ufoevidence.org/Cases/CaseView.asp?section=Water