By Graham Birdsall
Overgenomen en vertaald uit UFO Magazine, uitgave maart 2003, door Paul Harmans
ALS PILOTEN UFO’s ZIEN
Captain Joel Stoller is een ervaren piloot bij “Midwest Express Airlines” te Milwaukee, Winsconsin, USA. Hij vliegt op de DC-9 toestellen van dit bedrijf. Hij is tevens gediplomeerd vlieginstructeur op alle onderdelen bij “Gran-Aire Inc,” ook gevestigd in Milwaukee.
Captain Stoller schreef een brief aan UFO Magazine, waarin hij een kopie stuurde van een nieuwe regeling in het “luchtvaart informatie handboek” van 2002. Deze nieuwe regeling was een officiële voorlichting van de FAA (Federal Aviation Administration) over de wijze waarop piloten hun UFO-waarneming kunnen melden.
Hij merkte op: “het (UFO) fenomeen wordt al tientallen jaren door piloten waargenomen, waarom plotseling deze toevoeging? Is het een poging zichzelf (FAA) in te dekken, een nieuwe bezorgdheid om de veiligheid in de lucht, of beide?”
In het handboek, onder het hoofdstuk: “wat is er veranderd sinds vorig jaar” (2001) staat de volgende tekst temidden van een lange lijst nieuwe regelgeving:
7-6-4.
Ongeïdentificeerde Vliegende Voorwerpen (UFO) Rapportages.
Voegt een nieuwe paragraaf toe waarin instructies staan hoe een onverklaarbaar
fenomeen gerapporteerd dient te worden.
Deze punten worden nog eens herhaald in een paragraaf die is getiteld: “Verklaring van de verandering – verandering 3 – ingaande 12 juli 2001.”
Uiteindelijk wordt in een paragraaf met de titel: “Ongelukken en Risico rapportages,” de werkelijke betekenis van FAA regeling 7-6-4. duidelijk gemaakt. De rapportage procedure is tot stand gekomen na afspraken hierover tussen de FAA en de NIDS (het te Las Vegas gevestigde National Institute for Discovery Science) en komt piloten tegemoet die hun UFO-waarneming, of zoals de NIDS het noemt: “Afwijkende Fenomenen,” willen rapporteren.
Volgens de Britse CAA (Civil Aviation Authority) ontving zij tussen 1995 en 2001, 15 officiële UFO-rapporten van piloten. Maar ofschoon de CAA en de FAA normalerwijze samen gelijke, nieuwe regelgeving invoeren, heeft men dat in dit geval niet gedaan. Een beetje verwijtbaar, al was het alleen maar ter verbetering van de veiligheid in de lucht.
“Ga door met uw fantastische nasporingen en onderzoekswerk,” schreef Captain Stoller. Dat zullen we zeker doen. En hoe eerder piloten, bemanningen en luchtverkeersleiders hier in Engeland (en in Nederland Paul Harmans) zich beginnen af te vragen, waarom zij niet de aanbeveling krijgen hun UFO-waarnemingen te melden, zoals hun collega’s in Amerika, hoe beter het is.
Vertaling van bovenstaande regeling.
7-6-4. Ongeïdentificeerde Vliegende Objecten (UFO) rapportages
a. Personen die UFO-aktiviteit willen rapporteren, dienen contact op te nemen met het Nationale Instituut voor Ontdekkings Wetenschappen (NIDS) via de volgende wegen.
(702)
798-1700 telefoniste.
(702) 798-1970 doorkiesnummers.
http://www.nidsci.org
b. Het NIDS is het enige contactpunt dat erkend wordt door de FAA inzake UFO-informatie. Zij zullen een nationale databank bijhouden betreffende afwijkende fenomenen en zullen deze informatie periodiek delen met de FAA.
c. Als men bezorgd is en denkt dat er levens of eigendommen gevaar lopen, meldt dit dan ook bij de lokale politie afdeling.
Wie of wat is het NIDS?
Voor diegenen die (nog) niet het artikel “het spoor van de weerwolf,” deel 1 en 2 (op deze site) hebben gelezen, zal ik uitleggen wat het NIDS voor instituut is.
Het
National Institute for Discovery Science, is een in Las Vegas gevestigde onderzoeksorganisatie.
Opgericht door de lokale zakenman Robert Bigelow. Bigelows lange interesse in
paranormale voorvallen inclusief UFO’s, dierverminkingen en het menselijke
bewustzijn zette hem er toe aan om een indrukwekkend team samen te stellen van
natuurkundigen, ingenieurs, psychologen en andere professionals met een doctorstitel.
Met als doel fenomenen te onderzoeken die totaal genegeerd worden door de gevestigde
wetenschap.
NIDS leden benadrukken dat ze voortdurend op het hart wordt gedrukt door Bigelow
en zijn wetenschappelijke adviesraad, zich streng te houden aan wetenschappelijke
methoden. Het eventueel verkregen bewijsmateriaal kan zodoende niet genegeerd
worden door de gevestigde wetenschap.
Dit soort instituten zijn hard nodig om de waarheid over bijvoorbeeld UFO’s boven water te halen en meer wetenschappers over de streep te trekken om er onderzoek naar te doen. Paul Harmans