Overgenomen en vertaald uit UFO Magazine uitgave mei 2003 door Paul Harmans
APOLLO
XI ASTRONAUTEN ZAGEN WEL ABNORMALE OBJECTEN!
Feiten in vrijgegeven debriefings documenten onthuld
Tijdens een recensie van een nieuw boek met de titel ‘Apollo 11: The NASA Mission Reports, Vol. Two’ stuitte Dwight Connely (redacteur van het MUFON UFO journal) op enkele opzienbarende getuigenverklaringen. In de nasleep van de ramp met de Columbia space shuttle (1 feb. 2003) krijgen de moed en het gevaar die hand in hand gingen gedurende de missies van NASA naar de maan nog meer betekenis. Als er zelfs vandaag de dag nog gevaar bestaat bij een ogenschijnlijke routinematige terugkeer van een space shuttle naar de aarde, dan kun je je voorstellen hoe groot de potentiële gevaren en problemen waren bij het reizen naar de maan meer dan 30 jaar geleden.
‘Apollo 11: The NASA Mission Reports, Vol. Two’ is in wezen een transscriptie van een debriefing die werd gehouden tussen NASA functionarissen en de drie Apollo XI astronauten; Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins welke volgde op hun historische reis. De onderwerpen variëren van technische aangelegenheden tot aan problemen bij het scheren, maar er staan ook beschrijvingen in van een onbekend object. De debriefing was niet toegankelijk voor de pers en de inhoud werd geheim verklaard. ‘Apollo 11: The NASA Mission Reports, Vol. Two’ – geschreven door Robert Godwin – is het eerste boek waarin teksten uit de debriefing worden gepubliceerd. Deze teksten werden vrij gekregen via de Amerikaanse wet op vrijheid van informatie. Godwin voorziet in een uitgebreide lijst van acroniemen die gebruikt worden door de astronauten en die bijzonder van pas komt bij het begrijpen van de debriefing.
Van speciale betekenis voor UFO-geïnteresseerden is de volgende conversatie
op pagina 38:
Het object
Aldrin: Het eerste ongewone ding dat we zagen was denk ik één dag voordat we de maan bereikten, of in ieder geval heel dicht in de buurt van de maan. Het was van behoorlijke afmetingen, dus zette wij er de verrekijker op.
Collins: Hoe we dat ding in het zicht kregen? Volgens mij keken we gewoon uit het raam en daar was het.
Aldrin: Ja en we waren er niet helemaal zeker van of het de derde trap van de saturnusraket was. We riepen naar de grond en kregen te horen dat de derde trap op zo’n 6000 mijl bij ons vandaan zat. We hadden rond die tijd ook problemen met de antenne geloof ik.
Collins: Er was iets, we voelden een schok, of misschien verbeeldde ik mij dat maar?
Armstrong: Hij vroeg zich af waarom de MESA (Modular Equipment Stowage Assembly) los was geraakt.
Collins: Ik geloof niet dat we iets voelden.
Aldrin: Natuurlijk zagen we allerlei soorten kleine voorwerpen voorbij komen na verschillende vuildumpingen, maar toen zagen we dit heldere object voorbij komen. We konden er niets anders van maken dan dat het de derde trap moest zijn. We keken er naar door de verrekijker en het leek alsof het een L-vorm had.
Armstrong: Als een open reiskoffer.
Aldrin: We waren in PTC (Passive Thermal Control) op dat tijdstip, dus had ieder van ons de kans om naar het object te kijken en het leek heel duidelijk bij ons in de buurt te zijn en een behoorlijke grootte te hebben.
Armstrong: We kunnen zeggen dat het juist binnen het bereik van het oog lag. Het was heel moeilijk te zeggen wat voor vorm het had en we konden de precieze grootte niet vaststellen omdat we de afstand niet kenden, en omgekeerd konden we de afstand niet bepalen omdat we de grootte niet wisten.
Aldrin: Ik ging toen naar beneden in de LEB (Lower Equipment Bay) en keek er naar door de sextant. We werden misleid, omdat met de sextant op ‘off focus’ datgene wat we zagen leek op een cylinder.
Armstrong: Of eigenlijk twee ringen.
Aldrin: Ja.
Armstrong: Twee ringen. Twee met elkaar verbonden ringen.
Collins: Nee, het leek volgens mij op een holle cylinder. Het leek niet op twee met elkaar verbonden ringen. Je kon het object zien tuimelen en als het dan rond kwam met het einde naar ons toe dan kon je er precies inkijken. Het was een holle cylinder. Maar zodra het focus van de sextant veranderde dan veranderde de vorm weer in die van een open boek. Het was echt heel vreemd.
Aldrin: Ik denk dat er verder niet zoveel over te zeggen valt, anders dan dat het een cylinder was.
Collins: Het was tijdens die periode dat we dachten dat het een cylinder was en we navraag deden over de derde trap omdat wij er bijna van overtuigd waren dat het dat moest zijn. We hadden geen andere conclusies dan die eigenlijk. Feit is dat het niet te plaatsen was gedurende deze periode. We hadden echt geen idee wat het kon zijn, hoe groot het was en hoe ver bij ons vandaan. Het was iets dat geen deel was van de urinedumps, daar waren we heel zeker van. Ik speculeer maar wat; toen we de maanlander vrij maakten bliezen we – zoals je weet – met een explosieve lading de koppelringen weg en daardoor kwam de maanlander met een klap vrij. Stukken kwamen los van de maanlander. Het zou iets van Mylar of iets anders kunnen zijn dat los kwam van de maanlander.
Aldrin: We dachten dat het zoiets als een paneel kon zijn, maar het had absoluut niet de vorm daarvan.
Collins: Dat is juist en om de een of andere reden dachten we dat het een onderdeel van de grote bereiksantenne was. Het zou rond de tijd geweest kunnen zijn dat we problemen met die antenne hadden. Als ik diep terug ga in mijn geheugen dan heb ik reden om aan te nemen dat het iets was van het ruimteschip.
Lichtflitsen
Aldrin: De andere waarneming die ik deed kwam in toenemende mate. Ik weet niet of ik het al in de eerste nacht zag, maar ik ben er zeker van dat ik het wel in de tweede nacht waarnam. Ik probeerde in slaap te komen met alle lichten uit. Ik zag toen kleine lichtflitsjes binnen de cabine, met tussenpozen van enkele minuten en ik dacht er eigenlijk niet verder over na dan dat ze er continue waren. Ik kan niet verklaren waarom mijn ogen deze flitsen zagen. Tijdens onze terugreis naar de aarde zouden we meer tijd hebben en ik dacht dat we dan een grotere kans hadden om te onderzoeken wat het kon zijn. Het was op dat punt dat ik in staat was in twee aparte gevallen een dubbelflits te zien op punten die misschien zo’n 30 cm. van elkaar lagen in plaats van de enkele flitsen.
Andere keren kon ik een streep zien zonder richting of beweging en het enige dat me te binnen schoot was dat het een soort van binnendringen was. Tenminste, dat was mijn idee zonder dat er iets was dat dat idee ondersteunde. Iets, een soort object dat het ruimteschip binnendrong en dat een uitstraling veroorzaakte terwijl het de cabine zelf binnenkwam. Soms was het één flits bij het binnenkomen op telkens andere plaatsen van de cabine en buiten het gezichtsveld. De dubbele flitsen leken een binnenkomst te maken om dan een botsing te hebben met bijvoorbeeld de stutten. Voor een tijdje dacht ik dat het misschien statische elektriciteit was, omdat ik ook heel kleine vonkjes statische elektriciteit op kon wekken door met mijn hand langs de randen van het bed te strijken. Maar er was een definitief verschil tussen die twee toen ik het langer observeerde. Ik probeerde het te correleren met de stand van de zon, als je de blinderingskleppen voor de ramen doet dan is er altijd nog wat zonlicht dat naar binnen komt. Je kunt over het algemeen met een marge van zo’n 20 à 30 graden de stand van de zon bepalen. Het leek er op dat ze inderdaad vanuit die richting kwamen, hoewel ik met geen enkele zekerheid kan zeggen dat ik er voldoende bewijs voor heb dat deze flitsen ook alleen maar te zien waren aan de kant van het ruimteschip waar de zon op stond. Ik vroeg de anderen of zij het ook gezien hadden, maar afgezien van de laatste dag hadden ze dat niet.
Armstrong: Buzz ik heb wel licht gezien, maar ik schreef het toe aan het zonlicht omdat de blinderingskleppen een beetje licht doorlieten, ongeacht hoe vast je ze ook aandraaide. De enige keer dat ik zag wat jij bedoelt was in de laatste nacht toen we er echt naar uitkeken. Ik spendeerde ongeveer een uur aan het nauwkeurig kijken naar de binnenkant van het ruimteschip en ik had ongeveer 50 van deze waarnemingen in die periode.
Aldrin: Soms ging er een minuut of twee zonder flitsen voorbij en dan zag je er plotseling twee binnen de tijdsduur van 10 seconden. Gemiddeld denk ik dat het er ongeveer één per minuut was. Maar, zeker meer dan genoeg om je er van te overtuigen dat het geen optische illusie was. Het gaf je ook een grappig gevoel dat er iets was dat door de cabine zoefde. Er was niets dat je er tegen kon doen.
Armstrong: Het zou kunnen zijn wat Buzz voorstelde. Grotendeels een neutron of iets als een atomair deeltje dat in het zichtbare spectrum zit.