TERUG NAAR ARTIKEL

DISCLOSURE AUSTRALIA
The Journey So Far

By Debbie Payne

Overgenomen en vertaald uit het Nexus magazine uitgave dec. 2004 – jan. 2005 door Paul Harmans


DISCLOSURE AUSTRALIË
Het onderzoek tot dusver

In de loop van dit artikel ga ik proberen u via een klein venster een kijkje te geven op de UFO-documenten van de Australische regering. U moet begrijpen dat de informatie die achter dit venster ligt zo diepgaand is, dat het voor mij onmogelijk is om zelfs maar een fractie van wat blootgelegd is te presenteren, laat staan aan u te verklaren.

De moeilijkste beslissing tijdens het schrijven van dit artikel was, welke documenten ik zou bespreken, dus concentreerde ik mijn aandacht op diegene die om verschillende redenen opzienbarend waren. Wat ik u wil voostellen, is dat u naar de website van de ‘National Archives of Australia’ (NAA) gaat: (1) om deze documenten te bekijken precies zoals AURA (de Australische UFO Onderzoeks Organisatie) dat heeft gedaan.

Australische Disclosure
Het ‘Collins Dictionary’ (woordenboek) verklaart ‘disclosure’ als: ‘een openbaring’ en ‘to disclose’ (het openbaren) als: ‘het bekend maken, toestaan het te zien’. Gedurende de laatste vier of vijf jaar hebben de Australische UFO-onderzoekers, net zoals hun tegenhangers overzee, over het concept ‘disclosure’ gediscussieerd en beraadslaagd. Velen van u zijn ongetwijfeld op de hoogte van het Amerikaanse Disclosure Project onder leiding van dr. Steven Greer en de enorme hoeveelheid werk dat zijn team heeft verzet in die richting.

Maar de essentie van dit artikel is niet om de volmaakte argumenten voor en tegen het bestaan van UFO’s tegen elkaar af te wegen, maar om zoveel mogelijk te verwezenlijken bewijs, in ruwe vorm te presenteren om daarmee het geloof uit te dagen van hen die ongeïnformeerd of sceptisch zijn. Het is niet de analyse van wat wij tot dusver hebben gevonden, zodra wij voldoende gegevens uit de documenten die wij vrij hebben gekregen hebben verzameld, dan zal die analyse in de toekomst onze grootste inspanning zijn. Wij schatten dat dit hele proces een aantal jaren kan duren, maar door deze methodische procedure te volgen denk ik dat het de verklaringen van de gevestigde en toegewijde onderzoekers zal versterken en dat hun werk zowel uitvoerbaar als belangrijk is betreffende het begrijpen van het totale fenomeen. Iedereen heeft een stukje van de legpuzzel aangedragen en het totaalbeeld wordt steeds duidelijker.

Wat wij in de eerste stappen van het Australische Disclosure Project hebben gedaan, was uit te vinden hoeveel rapporten er exact binnen de Australische regering over UFO’s bestaan en in welke mate de regering dit onderwerp volgde en in feite nog volgt. Deze rapporten kunnen nu door iedereen, zo vaak men wil, worden ingezien en overwogen, geanalyseerd, onderzocht en men kan dan zijn eigen conclusies trekken. Wij laten u zien wat er voorhanden is. De beslissing over wat met de informatie te doen, is aan u. Wat uw conclusies echter ook zullen zijn, deze rapporten geven u zeer zeker de kans een goed begin te maken van alle soorten onderzoek naar dit onderwerp.

Onze zoektocht begon ongeveer een jaar geleden met beperkte kennis en de on-line documenten van de National Archives of Australia (NAA). Op dit moment geeft de zoektocht in deze on-line database toegang tot ongeveer 10% van wat geregistreerd staat bij de NAA, maar het was op zijn minst voor ons de plek om te starten. Op een bepaald moment stootten wij tot onze verassing op de file: ‘Reports on Flying Saucers, deze zoekterm leverde, in tegenstelling tot de zoekterm ‘UFO’, rond de 20 documenten op. In deze 20 documenten zaten zo’n 5000 (vijfduizend) pagina’s informatie, maar we hadden geen idee wat erin stond of met welke bedoeling de regering hen had opgesteld. Ik kan u wel zeggen, dat wij behoorlijk gestimuleerd werden na het doornemen van de eerste documenten. Stel je eens voor wat de overige 90% van de Archives allemaal wel niet kan bevatten.

Wie hadden er UFO-files?
Uit de onderstaande lijst blijkt dat er talloze informatiekanalen voor ons open stonden, inclusief:

• RAAF (Royal Australian Air Force),
• CSIRO (Commonwealth Scientific & Industrial Research Organisation)
• Ministerie van buitenlandse zaken
• RAN (Royal Australian Navy)
• Ministerie van voorzieningen in Woomera (een nu niet meer bestaand federaal ministerie).
• DSTO (Defence Science and Technology Organisation) op de Edinburgh luchtmachtbasis welke voorheen het WRF (Long Range Weapons Research Establishment) was.
• Meteorologisch Instituut
• Ministerie van burgerluchtvaart
• ‘The Committee’

Recentelijk hebben wij dankzij de ‘Freedom of Information (FOI) Act (wet op vrijheid van informatie) 600 pagina’s informatie verkregen, maar dit aantal zal zeer binnenkort verhoogd worden met nog eens 2300 pagina’s omdat de RAAF (luchtmacht) zo vriendelijk was ons toegang te verlenen tot een 38 tal andere documenten – raadselachtige documenten kunnen we wel stellen. Deze 38 documenten waren om verdachte redenen niet beschikbaar toen wij er de eerste maal om vroegen, toen werd ons verteld dat ze vernietigd waren. Op ons laatste verzoek werden de documenten opgespoord en werden ze aan ons beschikbaar gesteld, omdat we deze keer via een ander kanaal ons verzoek deden. Dus soms hangt het er helemaal vanaf wie je benadert. Momenteel zijn al die bovengenoemde documenten van de ministeries, met een totaal van zo’n 12.000 verschillende pagina’s, in het bezit van AURA en dat heeft ons zo’n 1800 Australische dollar gekost.

Helaas kan ik slechts een paar rapporten presenteren vanwege de beperkte ruimte in dit artikel, maar u zult op zijn minst iets te weten komen over de inhoud van deze documenten en de reikwijdte van de informatie daarin. Ik heb getracht zoveel mogelijk verschillende voorbeelden van dit onderwerp te behandelen om te demonstreren dat er een intrigerend aantal van zeer verschillende zaken is geregistreerd in deze documenten. Sommige kunnen u bekend voorkomen als de bekende Australische gevallen en van andere heeft u nooit gehoord.

Ik wil er de nadruk op leggen dat de Australische regering er beslist gedetailleerde documenten op nahield wat betreft de meest bekende voorvallen. In afwijking van wat andere onderzoekers deden, die zich moeizaam door elk van de duizenden pagina’s van de Archives worstelden, op zoek naar wat zij zochten, hebben wij korte aantekeningen over de inhoud van elke pagina in het document gemaakt. Hierdoor kan iedereen in de korte inhoud van de documenten zoeken naar de voor hem/haar juiste informatie, zoals in een index. Houd echter in gedachten dat deze NAA documenten zijn vrijgekomen volgens de 30 jarige verjaringstermijn en dat maakt dat documenten uit 1973 op het moment de recentste zijn die we kunnen inzien. Zodra echter de datum van 1 januari (2005) wordt bereikt, worden er nog eens 14 documenten aan ons standaard onderzoek toegevoegd. Documenten die vrijkomen onder de wet op vrijheid van informatie (FOI) kunnen echter veel recenter zijn, dus denkt u niet dat wij slechts gebonden zijn aan documenten van voor 1974, want dat zijn we niet.

Wij hebben ook de registers onderzocht van ons lokale ‘National Archives Office’ in Adelaide, een inspanning die we ook zullen ondernemen aangaande de andere archieven in het land. Alle documenten die u on-line kunt zien als digitale kopieën, kunnen bekeken worden in de comfortabele omgeving van uw eigen huis. Deze documenten zijn momenteel gearchiveerd op het hoofdkantoor van de National Archives in Canberra. In strijd met de speculaties van sommigen, dat wij al snel zouden merken dat we niets nieuws zouden vinden in de onlangs vrijgekomen regeringsdocumenten, hebben wij honderden pagina’s aan het licht gebracht die het daglicht nooit hebben gezien, dus beweringen van die aard missen elke grond.

Wat weten we nu wat we een jaar geleden niet wisten? Heel veel! We weten nu dat Australië – met name de RAAF en de Long Range Weapons Research Establishment in Woomera – vergaand betrokken was, tezamen met andere regeringen en verscheidene inlichtingendiensten, inclusief de NASA, bij gezamenlijke ruimteprogramma’s en het delen van informatie die betrekking had op alles wat op de ruimte gebaseerd was. Dus mijn eerste document heeft te maken met deze internationale samenwerking en interesse in dit onderwerp.

Wat was Project Moondust?
In 1953 werd het USAF 460e Lucht Inlichtingen Service Squadron opgericht. Het had tot doel om, gedurende de oorlog in Korea, gecrashte, vijandelijke toestellen te bergen. In 1957 werd het uitgebreid om zodoende ook objecten en brokstukken van ruimtevoertuigen, die uit de ruimte terugkeerden naar de aarde en die het passeren van de dampkring hadden overleefd, te bergen. In 1961 werd daar, volgens een memo van de USAF, ook de berging van UFO’s aan toegevoegd.

Terwijl ik op Internet bezig was met onderzoek naar Project Moondust, stuitte ik op een 42 pagina’s tellend document dat was vrijgekomen onder de Amerikaanse wet op vrijheid van informatie en dat duidelijk een koppeling liet zien tussen UFO’s, de Verenigde Naties en Project Moondust. Op de eerste pagina van dit document leest de eerste koptekst als volgt: ‘Project Moondust’ en het is gedateerd op november 1973. Het gaat over de berging van wat mogelijk de resten waren van een Russische satelliet. In deze 42 pagina’s zitten echter ook documenten over een bespreking in 1978 betreffende de mogelijkheid dat de Verenigde Naties UFO-onderzoek gaat doen en een rapportage over UFO-waarnemingen en geborgen gecrashte objecten van diverse landen. Het maakt ook melding van een berging in 1984 van een kogelvormig object (wat volgens zeggen probleemloos landde) in Buenos Aires.

Dus Moondust was zeer zeker een wereldwijd project. Maar een buitengewone verklaring, gedaan door de minister-president van Grenada en herhaald door de Amerikaanse delegatie in de Verenigde Naties, is opvallend en staat op pagina 9 en leest als volgt:

“De recente rapportage van een ontvoering van een Cessna vliegtuig in Australië, schijnt voor hem een dwingende reden te zijn om de Verenigde Naties tot haar verantwoordelijkheden te roepen en een serieuze blik te werpen op het UFO-fenomeen waaraan de planeet aarde sinds 1947 opvallend wordt blootgesteld.”

Twee woorden trokken meteen mijn aandacht in deze frase: het woord ‘ontvoering’ wat wordt gebezigd om de verdwijning op 21 oktober 1978 van Frederich Valentich te beschrijven – niet gecrasht, verdwaald of vermist boven zee, maar ontvoerd. En het tweede natuurlijk: de referentie aan 1947, een datum waarop wij allemaal stuitten gedurende ons onderzoek. We hebben de voor-1947 periode en de na-1947 periode als een afbakening van het moderne tijdperk van waarnemingen.

De volgende pagina van het document verklaart dat 133 landen reeds UFO-rapporten hebben ingediend voor de snelle opzet van een comité dat onder de verantwoordelijkheid van de VN het fenomeen moet bestuderen. Jacques Vallee, Stanton Friedman en J. Allen Hynek waren eveneens present tijdens deze bijeenkomst.

Wat de officiële reden was om Project Moondust op te zetten, was het terugvinden van neergestorte ruimtevoertuigen en wat wij willen weten is of Australië deelnam in dit project. Ik ben er zeker van dat het antwoord is: “Ja, dat deden we.”

Bergingsteam
Het document SA 5644/2/1 van het ministerie van voorzieningen, bevat een memo van het afdelingshoofd van WRE aan de superintendent te Woomera. Daarin verklaart hij dat: de Ambassade van de Verenigde Staten de assistentie van WRE heeft gevraagd inzake informatie over waarnemingen en/of neergestorte ruimtevoertuigen. Deze zaken behelsden het exacte werkterrein van het project van de Amerikaanse luchtmacht met de naam Moondust en het verzoek werd gedaan een jaar nadat het project op volle sterkte begonnen was met het bergen van wrakstukken, inclusief UFO’s. Tijdens het lezen van deze documenten van het ministerie van voorzieningen wordt nergens de vermelding van de woorden ‘Project Moondust’ gevonden. Maar omdat dit echter een geheim Amerikaans project was is dat waarschijnlijk niet zo vreemd.

Onder dit vaandel lokaliseerde en kreeg de Australische regering een belang in verschillende onderdelen, waarvan wij ook op onze website een lijst presenteren. Dit hield onder andere ook in dat het leger een snel inzetbaar team kreeg. In zijn document van 1996: ‘UFO’s Sub Rosa Down Under – de rol van het Australische leger en de regering in de UFO-controverse’ schrijft Bill Chalker:

“Het blijkt dat JIO (Joint Intelligence Organisation) over een ‘snelle interventie’ capaciteit beschikt, omdat zij in staat zijn onmiddellijk wijdvertakte grondonderzoekers in te zetten bij een crash van verdachte apparatuur. Zij doen dit via ‘speciale toegangs’ kanalen. Deze activiteit kan gelijk zijn aan de Amerikaanse activiteit die opereert onder de codenaam Project Moondust.”

Dus denk ik dat het gerechtvaardigd is om te zeggen dat Australië participeerde in Project Moondust en een snel interventieteam had en nog steeds heeft, dat is verbonden aan het ministerie van defensie. De reden waarom ik zo zeker ben dat het snelle interventieteam bestaat is gedeeltelijk te wijten aan een aantal gesprekken dat een lid van ons AURA-team had met een inwoner van Woomera, een gepensioneerde uit het leger. Hij beweert dat hij lid is geweest van dit bergingsteam en momenteel proberen wij zijn verhaal bekrachtigen.

Onder de vele bergingen die zijn vermeld, vind ik er één in het bijzonder tamelijk interessant. Dit was er één nabij Inkerman in Queensland in maart 1968 en werd onmiddellijk, zonder analyse, overgedragen aan de Amerikaanse ambassade in Australië. (RAAF document J63/25/5/40/AIR PART I) Je begint je af te vragen wat er allemaal wel niet in diplomatieke bagage zit!

Is Woomera Area-52?
De volgende vondst die ik graag wil bespreken, is gebaseerd op een aantal documenten van het ministerie van voorzieningen, gevestigd te Woomera en die betrekking hebben op waarnemingen die plaatsvonden tussen 1952 en 1954. Er waren gedurende de jaren letterlijk honderden waarnemingen boven het zeer beperkt toegankelijke gebied rondom deze ruimtefaciliteit. In feite hadden de militairen daar hun eigen UFO-club, genaamd STARS (Scientific Technical Astronomical Research Society) waarvoor zij toestemming hadden om het op te richten, maar onder zeer strenge voorwaarden inclusief het verbod hun UFO-rapporteringen openbaar te maken.

Om u een idee te geven van het belang van deze Woomera ruimtefaciliteit, haar participatie in projecten op wereldwijde schaal en de data daarvan, geef ik hieronder een lijstje weer van een paar feiten en cijfers.

• 1947 De installatie van lange afstandwapens in samenwerking met Engeland.
• 1949 Eerste raketlancering vanaf het Woomera testgebied.
• 1957 Eerste Skylark raket wordt gelanceerd.
• 1958 Eerste Black Night raket wordt gelanceerd.
• 1959 Het eerste verre-ruimte volgstation dat buiten de VS wordt gevestigd, wordt door NASA opgezet in Woomera.
• 1962 Europese landen formeren samen met Australië de European Launcer Development Organisation (ELDO), een samenwerkingsverband waarbij de serie Europa raketten worden gelanceerd.
• 1964 Eerste Europa raket wordt gelanceerd. (Een gemodificeerde Blue Streak raket.)
• 1966 Eerste Europa raket met dummy trappen wordt gelanceerd.
• 1967 Australië’s eerste, eigen satelliet WRESAT (Weapons Research Establishment Satellite) wordt gelanceerd en zorgt ervoor dat Australië het vierde land in de wereld wordt dat haar eigen satellieten vanaf haar eigen grondgebied lanceert.

De lijst met lanceringen en onderzoek- en ontwikkelingsprogramma’s is lang, maar we houden het nu even bij deze lijst.

Het ministerie van defensie vermeldt de mogelijke activiteiten van Woomera als volgt:

• Lucht tot lucht gevechtstraining.
• Bombardements kampen.
• Operaties in afgelegen gebieden.
• Lucht- en grondtesten van lange afstandswapens.
• Rakettesten (inclusief stuwstraalmotortechnologie).
• Valschermdroppings.
• Hitte- en droogteoefeningen met apparatuur.
• Omdat in het gebied de elektromagnetische interferentie extreem laag is kunnen er testen worden ondernomen met EMI/EMC (Elektromagnetische interferentie en combineerbaarheid tussen geleidesystemen en de elektrische apparatuur van vliegtuigen, zowel op de grond als in de lucht.)

Vandaag de dag bedient Woomera nog steeds een verre-ruimte volgstation. Het heeft wat ze noemen ‘oren in de ruimte’ die luisteren naar geluiden uit het heelal en het controleert apparatuur van satellieten die in een baan in de ruimte bewegen. Woomera heeft R&D (Research & Development, Onderzoek en ontwikkeling) connecties met NASA, het European Space Agency, Kistler Aerospace, BAE (Britisch Aerospace) Systems, het Japanse Cangaroo Project en andere niet zo openbare projecten, zoals onderzoek naar nanotechnologie en het doorbreken van de Mach 7 barrière (twee jaar voordat de Amerikanen aankondigden dat zij het hadden gedaan in maart 2004) die doorbroken kan worden middels stuwstraalmotortechnologie.

Overigens heeft Woomera een gebied wat aangeduid wordt als Area-52a Evetts Field. Het is één van de gebieden die aangewezen waren als opslagplaats voor het nationale radioactieve afval en dat is het waarschijnlijk nog steeds.

Het ‘Woomera Verboden Domein’, de naam waaronder het nu bekend staat, heeft de oppervlaktegrootte van Engeland en beslaat 127.000 vierkante kilometer. Je kunt een heleboel activiteiten verbergen op een afgelegen, omheind stuk woestijn met de grootte van een klein land. Maar in de vroege jaren vijftig was Woomera nog een stuk groter, het besloeg toen zo’n 270.000 vierkante kilometer. Het was tevens het toneel van enkele zeer interessante gebeurtenissen.

Militaire officieren zijn ooggetuige van een UFO
In de nacht van zaterdag 27 oktober 1952, om ongeveer 20.00 ’s avonds, zijn vijf personen getuige van een sigaarvormig object dat een horizontale en rechte vlucht aflegt op 40 tot 45 graden boven de horizon, voor de getuigen van rechts naar links. Vier van de getuigen zaten tezamen in het openluchttheater van Woomera: hogere onderofficier H, hogere onderofficier W, chef bakkerij van het ministerie van voorzieningen J.A. en sergeant P.

In zijn rapport vermeldt sergeant P verscheidene observaties en maakt de opmerking dat hij een officier op Woomera is en testvluchten had gezien en dus bekend was met raketten en straaljagers. Hij zag dat het sigaarvormige object twee patrijspoorten had en interieurverlichting. (Welnu, waarom zou een onbemande raket patrijspoorten en interieurverlichting hebben?) Het vloog sneller dan elk ander straalvliegtuig dat hij ooit gezien had. In zijn verklaring zegt hij dat hij niet bereid is om te verklaren dat dit ding een aards object was.

W. verklaart dat het geen vallende ster was en dat het sneller was dan welk vliegtuig dan ook dat hij ooit gezien had.

H. merkt op dat hij geen geluid hoorde en dat het beslist iets anders was dan iets wat uit de hemel valt, waarmee hij bedoelt te zeggen geen komeet of vallende ster.

De andere getuige was de vrouw van een militair en zij geeft dezelfde beschrijving vanuit een andere locatie in het woongedeelte van Woomera.

Het meest interessante deel is waar de hoogste veiligheidsofficier alle rapporten van de onderzoeker doorstuurt naar het staatsveiligheidskantoor in Adelaide, onder de titel: ‘Vliegende Schotel Waargenomen Boven Woomera’. In een kort begeleidend schrijven verklaart hij dat de getuigen allen betrouwbaar en nuchter waren en dat er een sigaarvormig object, door de mens gebouwd of niet, was waargenomen. Een kopie daarvan werd doorgezonden naar de vice-veiligheidsofficier in Melbourne. En zo ontstaat een papierwinkel.

Dan komt aan het licht dat de krant de Advertiser ook rapporteringen van hetzelfde object publiceerde, waargenomen door verschillende getuigen in andere delen van de staat. (Enkele artikelen betreffende vliegende schotels werden door de verschillende defensieonderdelen uitgeknipt en bewaard, we vonden er zeer vele.) En zo wordt een nieuw document geboren – RSO 52/618 - en wordt deel van een groter document.

Sneeuwwolken maken geen bochten van 90 graden
Het volgende verslag afkomstig van Woomera is van een radarofficier die dienst had ten tijde van deze gebeurtenis. Ik heb het originele document van het ministerie van defensie om de volgende beweringen te ondersteunen:

"Om 13.45, terwijl men zocht naar een Mustang (vliegtuig) op een missie, werd er een doel ingesloten boven het Shell Lagoon gebied. Het kijken door de telescoop op de radarschotel gaf geen object te zien. De signaal tot geluid verhouding was 5 op 1 en dat is gelijk aan dat wat wordt verkregen van een groot vliegtuig. Tussen 13.45 en 14.00 komt het doel binnen een mijl afstand en is nog steeds niet te zien. Om 14.05 besluit ik de koers van het doel te plotten. Op sommige tijden tijdens de voortgang van het doel lijken er zich kleinere doelen van het hoofddoel af te scheiden en geleidelijk te verdwijnen."

Er bestaan talloze tegenstrijdigheden die deze zaak omgeven. De officiële verklaring bijvoorbeeld, was dat het een sneeuwwolk was. De ambtenaren zetten zichzelf echter in hun hemd. Het document is getiteld: ‘Vliegend Schotel Fenomeen boven GI-testgebied’ – en niet: ‘Een Abnormale Sneeuwwolk’! De samenvatting over de weercondities in het dossier is als volgt en ik heb deze condities onafhankelijk gecheckt:

Lichte, hoge bewolking op 25.000 voet, hoge temperatuur, 84 graden Fahrenheit (27 graden Celsius). Sterke, noordelijke wind 25-30 mph welke komt uit de richting van de woestijn landinwaarts.

En dit is waar het echt vreemd wordt:

Met het oog op het voorgaande weerrapport en de afwezigheid van een zichtbare waarneming, zijn de signalen vermoedelijk (de vertaling laat voor het woord probably ook ‘ongetwijfeld’ toe. Vert.) afkomstig van een wolk.

In een rapport, dat twee weken later wordt opgesteld nadat andere radaroperators zijn ondervraagd, wordt aan het object gerefereerd als zijnde ‘Onzichtbaar Fenomeen’ – en omdat er geen object zichtbaar was, was er geen veiligheidsbelang. (Dus als je het niet kunt zien, kan het niet al te kwaadaardig zijn.) Maar in hetzelfde document is in een paragraaf boven deze opmerking het volgende te lezen:

Het feit dat er kleine delen vanaf braken, neigt ertoe om aan te nemen dat wat het ook was op de radar, de radar het doel zeer efficiënt in beeld bracht en dat het iets anders was dan gewone sneeuw.

Dus daar gaat de sneeuwtheorie. Is dat van betekenis of niet?

In de tweede paragraaf op hetzelfde stuk papier staat het volgende:

Het fenomeen werd op de radar op zijn minst gedurende 24 minuten gevolgd en kan dus op GEEN ENKELE MANIER vergeleken worden met het vliegende schotel fenomeen uit voorgaande rapporten. (Dus erkent men toch vliegende schotels?)

UFO gefilmd gedurende raketlancering
Mijn volgende zaak laat enige correspondentie zien betreffende de waarneming van een UFO die gefilmd werd tijdens een test van een Skylark raket in april 1967. We zijn momenteel bezig om deze film te pakken te krijgen. Enkele van de transcripties lezen als volgt:

"Ik sprak een aantal weken geleden met u over een verslag over UFO-waarnemingen gedurende een lancering van een Skylark… heeft u de films inmiddels onderzocht?"

De superintendent was zeer geërgerd dat het verslag waarom hij had gevraagd, niet de weg naar zijn bureau had gevonden. (Wij kwamen veel van dergelijke veelzeggende, handgeschreven brieven tegen in de documenten die we onderzochten.)

Van 400 mph naar mach 5 – 3600 mph – in slechts 10 seconden!
In mei 1954 werd er door een radaroperator van Woomera met een verrekijker een grijze, ronde schijf waargenomen, die gelijk opvloog met een Canberra bommenwerper daar recht boven. De kruissnelheid van een Canberra bommenwerper ligt rond de 400 mph. De schijf vloog omhoog naar de Canberra, en pauzeerde boven de bommenwerper, het bleef (ogenschijnlijk) stationair boven de bommenwerper en vloog toen op hoge snelheid weg. Radaroperators die peilingen namen op het doel, namen de tijd op tussen twee posities en realiseerden zich dat het object zich met een snelheid van meer dan 3600 mph. bewoog, op mach 5, terwijl het seconden daarvoor stationair was. De radaroperator die getuige was van dit incident wordt als volgt aangehaald:

“Gedurende die tijd vond ik wat ik zag moeilijk te geloven, dus sloot ik mijn ogen en keek daarna opnieuw, maar het zat nog steeds stationair boven de Canberra.”

Wat deze man zo geloofwaardig maakt, is dat hij werkte voor Vickers-Armstrong. Zij bouwden vliegtuigen. Hij wist waar hij naar keek.

Mach 1 werd officieel bereikt in oktober 1947 (daar is dat jaartal weer) door Chuck Yeager (The Right Stuff) in een Bell X-1 vliegtuig. Mach 2 werd bereikt in december 1953 en Mach 3 in september 1956. Het duurde daarna vijf jaar om Mach 4 te bereiken, in maart 1961 en kort daarna op 23 juni 1961 werd Mach 5 bereikt – zeven jaar nadat ‘iets anders’ dat deed boven Woomera. Mach 6 werd bereikt op 9 november 1961. Het kostte ons vervolgens 43 jaar, officieel, om van Mach 6 naar Mach 7 in maart 2004 te komen, hoewel volgens mijn bronnen Woomera twee jaar eerder al Mach 7 bereikte.

Maar wat het meest interessante aan deze zaak is (en laat dat vooral goed tot je doordringen), is dat dit object vertrok vanaf 400 mph naar 3600 mph in slechts 10 seconden! In 1954!

Hot Spots, waarnemingen bij Milne Bay, Papoea Nieuw Guinea
Eén van de meest intrigerende zaken die ik heb gevonden gedurende mijn Disclosure reis, refereert aan een serie van verslagen afkomstig uit Papoea Nieuw Guinea, in het bijzonder uit het gebied van de Milne Bay. Afgaande op de aantallen documenten die ik kon achterhalen, is dit gebied, op Woomera na, het meest actieve waar ik op stuitte.

Milne Bay ligt aan de uiterst oostelijke punt van Papoea Nieuw Guinea en grenst boven aan de Solomonzee en beneden aan Koraalzee. De omringende eilanden en zeeën overheersen in de verslagen over alle soorten van vreemde en verbazingwekkende waarnemingen. Ik heb het idee dat er wellicht een onderwaterbasis in dit gebied ligt, vanwege het aantal waarnemingen gedurende een lange periode en ook omdat de topografische kaart aangeeft dat de oceaan in dit gebied behoorlijk diep is. De zeebodem rondom deze eilanden is bezaaid met onderwatergrotten.

Wat werd er gezien, maar verscheen niet op de radar op Santa Cruz?
Het gebied rond de Santa Cruz eilanden, dat grenst aan de Koraalzee nabij Vanuatu, is mijn volgend onderwerp. Het HMAS Anzac (Australisch marineschip) meldde dat op donderdag 5 mei 1966 om 17.45, terwijl zij zich op een positie nabij de Santa Cruz eilanden bevond, vier ongeïdentificeerde vliegende objecten werden waargenomen op ongeveer 20 graden boven de horizon door de navigatieofficier en verschillende andere officieren die zich op dat moment niet op de brug bevonden.

Deze objecten waren goed waarneembaar en leken in dichte formatie te vliegen, waarbij het leidende object een roodgloeiende kleur had en de drie erachteraan groen van kleur waren. De formatie leek op een gelijkzijdige driehoek waarvan één punt naar het leidende object wees. Zij lieten in hun kielzog gekleurde sporen na, maar die bleven niet lang bestaan. Deze sporen waren ongeveer zes maal zo lang als de lengte van de objecten zelf.

Nadat de objecten achter de bewolking verdwenen waren, die recht vooruit het schip hing, verschenen zij nog eenmaal voordat zij weer verdwenen achter de bewolking. De geschatte tijd dat zij in zicht waren, was meer dan 25 seconden en de objecten vlogen op zeer hoge snelheid. Er was geen radarcontact, ondanks dat er een handgeschreven rapport is waarin de opdracht staat om alle radarbeelden van die dag na te kijken.

Er zijn twee verslagen doorgestuurd en er is een andere brief waarin duidelijk wordt medegedeeld dat dit verslag ‘niet terecht mag komen bij de Australische UFO-files’. Het is getekend door de directeur van de marine-inlichtingendienst.

U2 spionagevliegtuig boven Tasmanië!
Gedurende de jaren zijn er een aantal gevallen geweest waarbij UFO-onderzoekers in UFO-waarnemingen doken die voortgebracht waren na het waarnemen van ‘geheime’ vliegtuigen – vliegende driehoeken zijn daar een goed voorbeeld van. Zijn die nu wel of niet van ons? Voor zover wij weten heeft geen enkele Australische onderzoeker of organisatie aangevoerd dat ‘geheime vliegtuigen’ de oorzaak waren van enkele Australische UFO-meldingen. Het was daarom een verassing dat, toen wij een RAAF UFO-document bekeken, wij stuitten op het volgende UFO-verslag.

Een inspecteur van het ministerie van landbouw rapporteerde in mei 1961 een UFO-waarneming aan de RAAF. Het volgende is een reconstructie van het voorval gebaseerd op de informatie die staat in een digitale kopie van documentserie A703:

In de achtertuin van een huis in Devonport, Tasmanië, waren kinderen aan het spelen. Deze kinderen zagen iets in de lucht wat hen ertoe aanzette om ‘mr. Y’ naar buiten te roepen. Deze mannelijke getuige rapporteerde dat hij een scherp begrensd object in de lucht zag. Het was ‘zilverachtig maar niet reflecterend’ en had ‘de vorm van een thermometer of potlood zonder punt’. Er werd geen gedetailleerde structuur waargenomen en er was geen geluid dat in verband met het object kon worden gebracht. De snelheid van het object werd aangegeven als ‘langzaam’. Het werd gezien in het noord noordwesten van Devonport en vloog in een rechte lijn.

Vraag 26 in het RAAF rapporteringformulier, wat was ingevuld door de RAAF vragensteller, vraagt naar ‘plaatsbepaling van enig luchtverkeer in de buurt en op de tijd van de waarneming’. Hier zijn de volgende woorden getypt: ‘U2 vliegtuig boven Great Lake om ongeveer 8.15 ’s ochtends, vliegend in een noordelijke richting met achterlating van een duidelijke condensatiestreep’.

Wat was de bedoeling van een U2 spionagevliegtuig boven Tasmanië in 1961?

Het onderzoek
Gedurende de loop van ons onderzoek heeft AURA gekeken naar honderden rapportageformulieren, schetsen, foto’s en opnamen van een onthutsend aantal verschillende typen UFO’s. En we hebben pas 10% afgewerkt van wat we kunnen vrijgeven. Ik heb slechts een paar waarnemingen kunnen aanhalen van de honderden, zoniet duizenden waarnemingen die zijn opgetekend. Het is bijna onmogelijk die allemaal aan u te presenteren, dus daarom zetten wij deze informatie allemaal op Cd-rom. Ik kan slechts 10% van om het even welk dossier laten zien, met namen en details erbij ‘voor onderzoeksdoeleinden’ en dat is waarom wij willen dat iedereen, met een belangstelling voor dit onderwerp, een kopie van deze Cd’s verwerft om voor zichzelf te zien wat een goudmijn aan informatie is opgeslagen.

Enkele van de meest interessante verslagen zijn van luchtmachtbases in alle staten, in het bijzonder Pearce in West Australië, Woomera in Zuid Australië en Williams in Laverton, Victoria. Er zijn verslagen van piloten van TAA en QANTAS. Er zijn honderden verslagen van individuele waarnemingen, volledig gedocumenteerd, uit elk deel van Australië, inclusief die van personeel op olieplatforms, vracht- en marineschepen en ook van politieagenten en het algemene volk. De lijst is kolossaal.

Ik denk dat we nog wel even door de enorme hoeveelheid informatie moeten zwoegen die bij de NAA ligt, omdat, als je de dossiers wilt inkijken die op hun website staan, je eerst om toestemming moet vragen om het dossier te bekijken en het beschikbaar te krijgen. Wij hebben een lijst van ongeveer 110 mogelijk relevante dossiers. De RAAF heeft UFO-documenten vanaf 1984 tot 1994, dus daar moeten we ook naar kijken. Het doel is om binnen twee of drie jaar, met gebruik van ons goed onderbouwd materiaal, politiek actief te worden en dan te trachten andere informatie van de Australische regering te verkrijgen om vervolgens druk uit te oefenen op de regering om openlijk te verklaren wat haar kennis is van het onderwerp UFO’s.

Het mysterieuze ‘Committee’
Van alle documenten die ik heb bekeken waren er slechts twee die refereerden aan ‘the Committee’. Beide waren afkomstig van militair personeel met een zeer hoge rang. Ik denk dat the Committee oorspronkelijk was toegevoegd aan de gezamenlijke inlichtingendiensten en nauwe banden had met de stafchefs van de marine- en luchtmachtinlichtingendienst. Het werd opgericht om nogmaals zekere interessante gevallen te bestuderen die zowel onbeslist als onverklaarbaar bleken betreffende ‘aardse herkomst’. Het volgende is een uittreksel uit een brief van de directeur van de marine-inlichtingendienst:

2. Er wordt aangeraden de rapporteringen door te geven aan the Committee, welke is opgericht om dergelijk rapporteringen in overweging te nemen. The Committee wenst nadrukkelijk haar dank kenbaar te maken voor dergelijke authentieke waarnemingen.

Dit Comité lijkt nogal vergenoegd te zijn om dergelijke goedgedocumenteerde en authentieke verslagen te krijgen, duidelijk omdat zij daarvoor zijn. Het rapport in kwestie is dat over het Nowra incident.

Welnu, wat weet de regering werkelijk over UFO’s?
Niet zoveel als zij zouden kunnen weten, omdat het erop lijkt dat zij vrij weinig analyse doen op de rapporteringen die zij binnenkrijgen, maar dat is slechts mijn vermoeden. Ik ben er vrij zeker van, dat als zij een stuk hard buitenaards materiaal zouden hebben, zij het zeker niet gedocumenteerd zouden hebben in de archieven die wij kunnen inzien. Ik denk dat zij alles weten wat zij moeten weten tot nu toe en je kunt ervan op aan dat zij dossiers hebben die het daglicht nooit zullen zien. Maar één ding is zeker: zij hebben iemand, ergens, die een verdomde hoop meer weet dan wij.

Over de auteur:
Debbie Payne woont in Adelaide, Zuid Australië. Zij heeft de laatste 20 jaar gewerkt als technisch adviseur in de constructiebouw. Totdat zij haar eerste UFO-waarneming van dichtbij deed, ongeveer 10 jaar geleden, was zij sceptisch.

Van 1994 tot 2002 was Debbie betrokken bij Colin Norris’s ‘Australian International UFO and Flying Saucer Research Organisation’ welke al bestaat sinds 1952. Sinds maart 2002 neemt zij deel aan Lloyd Pye’s ‘Starchild Project’ en midden 2002 formeerde zij samen met ufoloog Keith Basterfield de achtkoppige, zichzelf financierende onderzoeksgroep de ‘Australian UFO Research Association (AURA).

Dit artikel is gebaseerd op Debbie Payne’s presentatie op de Australische nationale UFO-conferentie in juni 2004. De volledige tekst kan worden gevonden op de volgende website (2)

Debbie Payne kan men bereiken via:
Australian UFO Research Association
PO Box 786
North Adelaide
SA 5006
Australia.

Telefoon: 0413 800 143.

E-mail: disclosureaustralia@yahoo.com.au

Website: http://www.disclosure.freewebpage.org


(1)
www.naa.gov.au

(2) http://disclosure.freewebpage.org/Article%20text%2022.6.04.htm


TERUG NAAR ARTIKEL