DE HERKOMST VAN J-ROD
Vertaald door Paul Harmans nov. 2003
De J-ROD waar Dan Burisch het over heeft, komt van Gliese 876-C een tussenstation
op 15 lichtjaren van ons zonnestelsel. Het is een springplank van Zeta Reticuli
naar de aarde.
De planeet (Gliese 876-C) in dat zonnestelsel is de enige waarover ik informatie heb gekregen. Het is niet echt een leefbare planeet, maar het is een locatie die zij uitgekozen hebben voor hun verblijfplaats op afstand. Een plek die zij collectief benutten om ons te bestuderen en om ons regelmatig te bezoeken. Het werd mij omschreven als een planeet met een dikke lage bewolking en er schijnt een behoorlijk grote hoeveelheid gas aan het oppervlak aanwezig te zijn.
De
reden voor dit tussenstation is dat beide systemen, Zeta Reticuli en Sirius/Orion
te ver weg liggen om steeds naar terug te keren. Ze moeten energie en tijd sparen
dus richtten zij een coöperatieve basis op. Als zij werkelijk terug naar
huis moeten gebruiken ze Gliese 876-C als springplank naar hun respectievelijke
zonnestelsels. Burisch duidt erop dat het licht van deze sprongen als een veranderlijkheid
rond deze sterren te zien moet zijn, maar vanwege de afstand (15,3 lichtjaar
van hier naar Gliese) is deze veranderlijkheid ten tijde van de sprongen niet
op dezelfde tijd op aarde zichtbaar.
De informatie afkomstig van Burisch is redelijk consistent, maar we hebben op
het moment nog geen mogelijkheid de informatie te verifiëren. Ik heb pogingen
ondernomen om bij andere bronnen naar informatie te vragen. Het aantal gerapporteerde
typen buitenaardsen in beide CE-3 en CE-4 zaken en mijn vraaggesprek met Burisch,
kwamen overeen met zijn bewering dat hij enkel een ontmoeting had gehad met
deze ene J-ROD en dat hij niet kon spreken over andere typen, behalve de informatie
die hij had gezien in het King Tut boek over hen van Epsilon Orionis.
Dit lijkt er op te duiden dat de informatie die er aan het licht komt gelimiteerd is, zelfs binnen de wereld van MJ-12.