CONTACT VIA OUIJABORD

door: Therese

augustus 2004

In 1976 was ik geïnteresseerd in spiritisme. Een buurvrouw van mij had een zuster in het klooster en blijkbaar hielden de nonnen zich hier veelvuldig mee bezig. Op haar aanwijzingen maakten wij een Ouijabord en gingen serieus aan de slag. Het was ons bekend dat wij onbekende negatieve krachten konden oproepen en als dat gebeurde werden deze kontakten onmiddellijk afgebroken. Wij gebruikten geen planchette. Mijn mede-spiritisten waren mijn moeder, mijn tante en oom en mijn man. Mijn vader vond het onzin en hield zich altijd afzijdig. Allen zijn overleden, alleen ik leef nog.

Wij twijfelden wel aan de echtheid van het fenomeen, maar bleven toch doorgaan. Ik weet nog niet wat ik er van moet geloven. Mijn moeder, tante en oom waren de mediamieke personen. Mijn man was geïnteresseerd toeschouwer maar stelde vele vragen. Ik kon zelf niet met het kruis omgaan maar schreef de letters die aangewezen werden op. Dit was een lastige taak, want het kruis dat door twee personen losjes op hun vingertoppen werd gelegd en de letters aan moest wijzen, vloog razendsnel heen en weer. Ik moest vaak vragen wat langzamer te gaan omdat ik het niet bij kon houden. Als het kruis stopte lazen we wat er op papier stond. Vaak moest ik streepjes tussen de woorden zetten om het te lezen, door de snelheid waren het regels vol aaneengeregen letters die je later pas (door er streepjes tussen te zetten) kon ontcijferen. Tijdens de sessies draaiden wij altijd klassieke muziek, veel zang, wat ons in een ontspannen toestand bracht.

Op een gegeven moment kregen wij kontakt met iemand die vertelde dat hij in de buurt van de aarde was en onze muziek had opgevangen. Wij vroegen hem wie hij was en of hij al lang overgegaan was. De persoon vertelde ons dat hij leefde en in de omgeving van de aarde was. Hij vond de zang erg mooi, temeer daar op de planeet waar hij vandaan kwam de mensen niet meer spraken of zongen maar telepathisch contact hadden. Hij vertelde ons dat hij nu telepathisch kontakt met ons had en op die manier met ons converseerde.

Om een lang verhaal kort te maken (het kontakt duurde ik schat ongeveer 8 maanden waarin wij van alles vroegen), op een gegeven moment vroegen wij of zij zich aan ons wilden vertonen, zodat we zeker wisten dat wat wij via dit medium doorkregen geen onzin was (wij dachten dat veel uit ons onderbewuste kwam en zich op deze manier manifesteerde). Zij zeiden dat zij zich onmogelijk in de centra (steden) konden vertonen maar wilden wel langsvliegen. (Wij woonden in een grote stad.) Er werd een tijdstip afgesproken dat zij zich aan ons zouden vertonen. Volgende week dinsdag, tussen vijf voor tien en vijf over tien in de avond aan de westelijke hemel.

Ons slaapkamerraam lag op het westen, dus op het afgesproken moment gingen wij vijven naar de tweede verdieping waar de slaapkamer was en keken uit het raam van de dakkapel (ca. 2.80 m breed). Wij verwachtten eigenlijk niets, want inmiddels waren wij tot de conclusie gekomen dat e.e.a. uit onze eigen geesten kwam.

Achter ons huis stond een fabriek met een vrij hoog gebouw. Plotseling zagen wij vanachter het gebouw een felle gloed. Het leek alsof de hemel erboven verlicht was, maar verder zagen wij niets. De gloed bewoog langzaam van links naar rechts. Toen het rechts achter het gebouw te voorschijn kwam was het een groot vliegend object met ongeveer zes felle lichten aan de zijkant. Het object was langwerpig. Wij keken tegen die zijkant aan omdat het van links naar rechts bewoog. Het hing een poosje stil in de lucht en vervolgde toen zijn weg, heel langzaam. Mijn man opende het raam en sprong van opwinding in de dakgoot die onder het raam langs ging. Er was geen geluid hoorbaar. We zagen het object langzaam achter de hoge bomen naar rechts verdwijnen en konden het nog geruime tijd volgen. Je kunt je voorstellen dat wij verbijsterd waren, in shock eigenlijk. We waren naar boven gegaan zonder iets te verwachten en dan dit. Misschien was het een paranormaal iets dat wij zelf opgeroepen hadden, maar hoe kunnen 5 personen hetzelfde zien? Overigens was er in de kranten geen enkele melding te vinden van dit verschijnsel in tegenstelling tot een latere afspraak met deze, ja, wat eigenlijk? Aliens?

Het was voor ons duidelijk dat wij hier nooit met anderen over zouden kunnen praten en spraken af dat ook nooit te doen.

Vanaf dat moment keken wij anders naar de hemel. Het kontakt bleef bestaan en wie of wat het ook was vertelde ons op een gegeven moment dat in de nacht van 24 op 25 december de jins (zo noemden zij de kleine schotels die vanuit het moederschip de aarde bezochten – het grote schip bleef in de ruimte) weer in de buurt van Nederland zouden zijn. Als inmiddels twijfelende mensen gingen wij deze kerstnacht om twaalf uur naar buiten. Ik herinner mij dat het erg koud was, volgens mij vroor het dat het kraakte. Wij gingen niet naar het slaapkamerraam, waarom niet kan ik mij niet herinneren. Met tussenpozen gingen wij van binnen naar buiten en keken rond. Er gebeurde echter niets. Na verloop van tijd besloten wij dat het mooi was geweest en gingen we naar bed. Wij waren er inmiddels van overtuigd dat we zelf op de een of andere manier deze kontakten en de verschijning van het vliegende voorwerp hadden veroorzaakt.

Na Kerst kwamen de kranten uit en wie schetst onze verbazing dat deze melding maakten van UFO’s gedurende het Kerstweekeinde in heel Nederland. Ik herinner mij dat er zelfs een TV die in een etalage stond gesmolten was (of het scherm was gesmolten, dat weet ik niet precies meer). Is het niet ironisch dat degenen die dit van tevoren wisten niets gezien hadden? Wij waren te vroeg naar bed gegaan, de eerste meldingen kwamen binnen toen wij al sliepen.

Ook in die tijd had iedere deskundige wel een verklaring voor de verschijnselen, wat dat betreft is er nog niets veranderd. (Zie bijgevoegde krantenknipsels.)

In de tijd daarop volgend verslechterde de ziekte van mijn tante en overleed zij. Het Ouijabord ging in de kast en is nooit meer gebruikt. Wij hadden ons bijna-geloof verloren. Toch denk ik er nog vaak aan als ik de lucht aftuur.

Toen de contacten na de dood van mijn tante stopten had ik het gevoel een paar goede vrienden verloren te hebben. Zij waren in hun gesprekken altijd heel zachtaardig en liefdevol.

Onderstaand een korte samenvatting van wat zij ons te vertellen hadden:

Persoon 1: de eerste die ons benaderde. Edemus
Persoon 2: Cefurus

Zij vertelden ons dat zij kwamen uit het heelal (een juiste lokatie hebben zij nooit genoemd) en hier waren voor twee redenen:

Ten eerste haalden zij een bepaalde grondstof waarvan wij het bestaan nog niet kenden, maar die zij hard nodig hadden. Vooral in de Oeral was daar veel van aanwezig. Zij hoopten dat wij dit nooit zouden ontdekken, want wij zouden er verkeerd gebruik van maken.

Ten tweede volgden ze onze ontwikkeling omdat wij in feite nakomelingen van hen zijn. In de grijze oudheid waren hun voorouders hier. Zij hebben de mens zoals hij nu is ontwikkeld. Na een ramp zijn de meesten vertrokken, maar enkelen zijn hier gebleven en hebben zich met de aardse mens vermengd. Oorspronkelijk kwam de mens van Mars maar het oorspronkelijke ras bestaat allang niet meer. Zij verwachtten weer een grote ramp hier op aarde waarna een ander volk de aarde zal bewonen.

Hun eigen planeet kunnen zij in geval van nood onzichtbaar maken. De zwaartekracht op hun planeet is minder dan hier. Om hier te komen maken zij een tussenstop op een planeet genaamd ASTA. Zij hebben op Mars een ruimte-basis, ook op de Maan, maar aan de donkere kant. Volgens hen zijn hier tijdens onze ruimtevluchten (voor 1976 dus) foto’s van gemaakt. Zij omschreven de mogelijkheid om verre afstanden te overbruggen als ´een sprong in vier’, wat dat ook moge betekenen. Misschien een vierde dimensie? Het was voor ons te moeilijk om te begrijpen, dus zij wilden daar niet aan beginnen.

Toen wij hen vroegen hoe zij er uitzien kregen wij de volgende informatie: Tussen 2 en 3 meter lang, De kleur van de huid is staal/zilver kleurig, helle ogen en licht haar. Zij zijn niet de kleine aliens, dat zijn de ‘werkers’ die opdrachten op aarde uitvoeren.

De bewoners van ASTA komen ook regelmatig op de aarde, maar kunnen de planeet van onze kontakten niet bereiken. De afstand is te vergelijken met: ASTA-aarde 1, ASTA-Popalor (zo noemen zij hun planeet) 3. De planeet ASTA heeft een ruw klimaat met veel stormen. Geld kennen zij niet. Zij vinden dit een vreemd verschijnsel.
Het eten van vlees werd ons ontraden. Zij zeiden letterlijk: lijken moet u niet eten.

Hun moederschepen zijn heel groot. Zij hebben jins aan boord (kleine vervoersmiddelen) waarmee zij naar de aarde gaan. Het moederschip blijft dan in de ruimte. Zij hebben meerdere kontakten op aarde zoals met ons. Spreken doen zij niet meer, zij hebben telepathisch kontakt met elkaar.

Ik herinner me de manier van ‘spreken’ van onze buitenaardsen nog goed. Zij noemden ons nooit bij de naam. Mijn moeder en tante spraken zij aan als DAME, ik werd het KIND genoemd ondanks dat ik ruim volwassen was en mijn oom werd aangesproken als de ZANGSPELER. Hij was degene die voor de muziek zorgde die zij opgevangen hadden en waardoor het kontakt is ontstaan. Mijn man werd HEER genoemd. De steden werden door hen aangeduid als de CENTRA. Het oorlogsgeweld dat zij blijkbaar ook waarnamen noemden ze VUREN. Zij kwamen altijd heel liefdevol en zachtaardig over. Zij spraken wel over het geweld op aarde maar veroordeelden het niet. In bedekte termen noemden zij het dom.

Zij spraken ook nog van een ruimtevolk dat de vorm had van wat wij insekten noemen en vergeleken hen met wespen, maar dan groter.

Zij worden ouder dan wij (meer dan 200 jaar) en gaan vervolgens ook naar een ‘after life’, maar op een hoger niveau dan waar wij terechtkomen. Kontakt tussen de diverse niveaus is alleen mogelijk van bijvoorbeeld 7 naar 4. Omgekeerd is niet mogelijk. Dus afdalen naar een lager niveau kan, maar de zielen van een lager niveau kunnen niet naar een hoger niveau.

Volgens hen heeft onze zon 10 planeten.

Er is in die tijd nog veel meer besproken, maar veel ben ik vergeten. Ik herinner me wel enkele andere onderwerpen:

Het ging o.a. over:

- straling in het heelal
- hun aanwezigheid op aarde in de grijze oudheid
- piramiden
- plasma’s (hier zijn wij niet verder op ingegaan omdat wij niet wisten wat dat zijn)
- het leven op hun planeet
- de manier waarop zij omgaan met de zwaartekracht op hun planeet, die kunnen zij beheersen/gebruiken
- hun bevolking is opgedeeld in ‘kringen’
- het wespenvolk wil hegemonie
- ons ruimtevaartprogramma, zij wilden dat wij hier mee zouden stoppen

De details weet ik niet meer.

Op een gegeven moment hadden wij, of liever gezegd, zij, het over projectie. Zij vertelden ons dat het voor hen geen probleem was tekens in de lucht te projecteren. Wij vroegen om een demonstratie en maakten op een bepaalde datum een afspraak. Op het afgesproken tijdstip gingen wij naar buiten en na verloop van tijd zagen wij een blauwe straal in de lucht, horizontaal, die midden aan de hemel stopte. Het begin van de straal konden we niet zien, want wij stonden aan de achterkant van het huis en de straal kwam van de voorkant over het dak heen. De straal werd beurtelings korter en langer.

Het is al lang geleden maar toch kijk ik, vooral de laatste jaren, vaak naar de hemel en dan hoop ik nog één keer dat schitterende object te zien dat destijds zo laag en dicht bij ons huis langskwam, dat bij wijze van groet stil bleef hangen in de lucht en daarna langzaam en geruisloos wegvloog.

Een verklaring voor alles wat er gebeurd is heb ik niet. Als wij door minder goede entiteiten (wij noemden ze plaaggeesten) in de maling genomen zijn, hoe kunnen zij dan de straal en het object projecteren? Wij hebben wel eens contacten gehad met deze “plaaggeesten”, maar die zijn eenvoudig te herkennen aan hun taalgebruik en wij stopten dan onmiddellijk en raadden ze aan naar het licht te gaan.

Grote vraag voor mij is ook: Als dit inderdaad aliens waren, waarom wij? En waarom trok onze muziek hen aan? Met hun technologie konden zij toch ieder radiostation op aarde ontvangen, lijkt mij.

Op het internet vond ik een foto van een ufo die grote gelijkenis vertoont met het door ons waargenomen object. Ik heb de onderkant een beetje bijgewerkt om het te laten lijken op wat wij zagen. Deze foto heb ik bijgevoegd.

Het is mij gelukt om enkele stukjes uit de kranten van na Kerst 1976 te vinden. Er moet echter meer te vinden zijn, maar ik weet niet meer in welke kranten het stond. Wij hebben destijds diverse kranten gekocht. (De uitgetypte tekst van de krantenartikelen vindt u onderaan de pagina.)

Geen van ons heeft ooit over deze gebeurtenissen gesproken. Wij waren er van overtuigd voor gek verklaard te worden. In 1976 waren nog niet veel mensen geïnteresseerd in het ufo-fenomeen. Zeker voor mijn oom was het onmogelijk er over te spreken, hij werkte bij de politie. Nu, na 28 jaar, heb ik het aan mijn familie en vrienden verteld en tot mijn grote verbazing geloofden zij mij direkt. Zij zullen waarschijnlijk tot de weinigen behoren die dat doen, hoewel er in 28 jaar wel veel veranderd is. Maar ondanks de gegroeide aandacht voor het fenomeen leggen ook degenen die de ufologie serieus nemen, (terecht) hun eigen grenzen voor wat zij wel of niet willen geloven, en dit verhaal past – ondanks dat het echt gebeurd is - niet in de bekende ‘contact’-verhalen en zal wellicht negatieve reakties oproepen.

Misschien sta ik niet alleen en hebben anderen ook een dergelijke ervaring. Wellicht hebben ook zij jaren gezwegen omdat dit te absurd is om te vertellen en zij net als ik hun geloofwaardigheid wilden behouden.


In onderstaande artikelen wordt gesproken over meldingen gedurende en na het Kerstweekeinde. De meldingen begonnen echter in de Kerstnacht. Dit artikel kan ik niet meer vinden. Het feit dat veel mensen de nachtmis hadden bezocht en nog laat op straat zouden zijn geweest werd in dit artikel als verklaring gegeven voor de hoeveelheid meldingen.

Het Vrije Volk, 27-12-1976

Speelt maan amateur-waarnemers parten?

Sterrenwacht gelooft niet in ‘vliegende duikboot’

Ondanks het feit dat tientallen mensen in Nederland beweren een onbekend verschijnsel in de lucht te hebben gezien, houdt de Utrechtse Sterrenwacht het erop, dat het de maan is geweest.

Beheerder prof.dr. C. de Jager van de Sterrenwacht der Rijksuniversiteit in Utrecht, blijkt lakoniek onder de lawine meldingen. “Vaak zijn de waarnemingen terug te brengen tot gewone verschijnselen. In die dertig jaar dat ik ermee bezig ben zijn er meer dan 10.000 meldingen geweest en nog nooit ging het om iets anders dan hemellichamen, weerballonnen, vliegtuigen. En het is opvallend dat de meldingen altijd komen van ongeoefende waarnemers. Nog nooit heeft een collega van mij zo’n waarneming gedaan. We hebben enorm sterke radarapparatuur over de hele wereld tot onze beschikking, maar nog nooit is er een foto gemaakt.”

De heer de Jager vertelt van één waarneming – hij heeft zelf een half dozijn meldingen gehad – waarbij wordt gesproken van een “helder schuitje met een donkere koepel erboven.” “We hebben het nagegaan – het was de maan!”

De sterrenwachter zegt dat de gegevens over de waarnemingen “altijd vaag” zijn. “Nu en dan leest men een bericht in een krant en opeens ziet men een paar dagen lang op verschillende plaatsen in het land vreemde verschijnselen.”

Bij de Dienst Luchtvaart van de Rijkspolitie op de Rotterdamse luchthaven Zestienhoven zegt men een 140 meldingen te hebben ontvangen. “Met twee man gaan we morgen Nederland door om degenen, die zeggen wat te hebben waargenomen, nog eens nader te horen. Op dit moment kunnen we dus nog geen uitspraak doen.”

Een van de plaatsen waar het onverklaarbare verschijnsel is waargenomen is Gouda. Twee surveillerende agenten zagen vanuit hun auto iets dat aan een onderzeeër deed denken en dat was voorzien van rode, blauwe en witte lichten. Zij deden hun waarneming zondagochtend tussen vijf uur en half zes bij de spoorwegovergang aan de Zwarteweg. Andere benamingen van wat ze zagen: “een soort duikboot”, “een sigaar met een aansteker erbovenop.”

KNIPPERLICHTEN

Aan de bovenkant zaten knipperende rode en blauwe lichten, aan de zijkant een rij witte lampjes. De agenten veronderstelden eerst dat ze met een modelvliegtuig te doen hadden. Ze draaiden een raam van hun auto omlaag, hoorden niets en besloten toen de zaak van dichterbij te bekijken. Ze moesten eerst achteruit rijden en keren. Toen ze daarmee bezig waren begon het ding dat hun nieuwsgierigheid had gewekt zich te verplaatsen. Het ging in de richting van de Graaf Florisbrug, kreeg steeds meer vaart en verdween tenslotte uit het zicht.

Het hele avontuur duurde enkele minuten en de agenten hebben het ding geen geluid horen maken. De mannen waren eerst van plan aan hun belevenis geen ruchtbaarheid te geven, maar hebben dat toch gedaan toen ze hoorden dat ook bij Deelen “iets” was gezien.


Algemeen Dagblad 28-12-1976

Boven Nederland: Vliegende schotels

Bij verscheidene politiekorpsen zijn gisteravond laat meldingen binnengekomen over waargenomen vliegende schotels. De meldingen kwamen binnen in de meldkamers van de politiekorpsen in Amsterdam, Haarlem, Alkmaar, Roosendaal en Nijmegen.

Volgens de rijkspolitie in Heiloo was er sprake van een “afwisselend groen en rood flikkerend voorwerp dat wel een uur lang op dezelfde plek hoog in de lucht bleef hangen.”

Niemand is in staat geweest de voorwerpen te fotograferen. Ook in Amsterdam-Noord is melding gemaakt van het verschijnsel. De hoofdstedelijke politie die het op dat moment erg druk had met meldingen over ongevallen door gladheid en sneeuwval hield het voorlopig op het waarnemen van een vuurbol of een mogelijke weerspiegeling van de vuuruitlaten van de vuilverbranding in dat stadsdeel tegen de sneeuwrijke hemel. In Haarlem zocht men eenzelfde verklaring maar nu met betrekking tot de Hoogovens.

In het kerstweekeinde werden de eerste meldingen over ongeïdentificeerde vliegende voorwerpen (ufo’s) gedaan door patrouilles van de vliegbasis Deelen bij Arnhem.

Enkele waarschuwingen bij het gebruik van het ouijabord

Het gebruik van het bord is niet zonder gevaar en het wordt aangeraden om het te gebruiken onder deskundige leiding van personen die weten hoe zij moeten omgaan met alle aspecten van het fenomeen.

ZEER BELANGRIJK BIJ HET GEBRUIK VAN HET OUIJA-BORD: NOOIT VRAGEN OF JAN, PIET OF OMA ZICH WIL MELDEN, MAAR ALTIJD VRAGEN OF IEMAND BEREID IS ZICH TE MELDEN EN ZO JA, VRAGEN WIE HIJ IS EN ZO MOGELIJK EEN VRAAG STELLEN DIE ALLEEN DE PERSOON IN KWESTIE ZOU KUNNEN BEANTWOORDEN.

Zie voor meer informatie over het gebruik van het ouijabord: http://www.aura-oasis.be

CONTACT VIA OUIJABORD