TERUG NAAR ARTIKEL

KETTER ONDER DE KETTERS: interview met JACQUES VALLÉE

Diepte-interview met toonaangevend UFO-onderzoeker Jacques Vallée
(1995)

Vertaling © Katrijn voor Ufoplaza – met dank aan Tridi (okt. 2004)

 

Deel 1

Jacques Vallée aarzelde alvorens akkoord te gaan met een interview over het onderwerp dat hem het meest beroemd maakte: UFO’s. Niet dat hij afkerig is om over het onderwerp te praten of te bakkeleien met de critici. Hij heeft immers bijna twaalf boeken over UFO’s geschreven, waaronder enkele bestsellers, waarin hij als nuchter natuurwetenschapper, folklorist en socioloog onderzoek verricht naar dit ongrijpbare welbekende thema. Hij is van mening dat er meer dan genoeg betrouwbaar bewijs is om een meeslepend pleidooi te houden voor het bestaan van UFO’s en hij gaat een eerlijk debat niet uit de weg.

Het zijn de starre gelovigen die Vallée doen aarzelen. Iedereen die het semi- wetenschappelijke slagveld heeft geobserveerd dat bekend staat als “UFOlogie”, weet dat close encounters van het UFO-deskundige soort weinig klaarheid en veel opwinding, dogma’s en territoriale aanvallen teweeg brengen. Vallée’s denkbeelden over UFO’s zijn veel ongewoner en vreemder dan wat hij noemt de heersende “praktische” benadering die over dit onderwerp bestaat. Daarom is hij zó vaak aangevallen door gelovigen dat hij zichzelf gekscherend een “ketter onder de ketters” noemt. In Vallée’s woorden, “Ik zal teleurgesteld zijn als UFO’s slechts ruimteschepen blijken te zijn.”

In zijn onlangs verschenen autobiografische boek Forbidden Science, beschreef Vallée zijn opvattingen over de herkomst van UFO’s, een standpunt dat hij gedurende tientallen jaren van onderzoek ontwikkelde. “Het UFO-verschijnsel bestaat. Het is altijd bij ons geweest. Het is fysiek van nature en blijft in termen van de huidige wetenschap onverklaarbaar. Het symboliseert een bewustzijnsniveau dat we nog niet hebben geïdentificeerd, en dat in staat is dimensies voorbij tijd en ruimte zoals wij die kennen, te manipuleren.” Dit wat betreft de door antizwaartekracht aangedreven ruimteschepen met Big Brothers vanuit de ruimte. Volgens Vallée zijn UFO’s waarschijnlijk “vensters” naar andere dimensies, gemanipuleerd door intelligente, vaak speelse, altijd raadselachtige wezens die we nog niet begrijpen.

Er is geen andere UFO-onderzoeker die meer heeft bijgedragen aan een onderzoeksgebied dat zo controversieel is. Vallée dwingt echter een bepaalde mate van respect af waarop zijn collega’s wel enigszins jaloers kunnen worden. Zelfs Philip Klass, de expert in vliegtuigelektronica en de favoriete UFO-debunker van de media, noemt Vallée “een van de beroemdste leden van de pro-UFO-gemeenschap en een van intelligentste natuurwetenschappers die in UFO’s gelooft.”

Vallée verhuisde als jong astronoom-die-computerwetenschapper-werd in de vroege jaren 60 van Frankrijk naar Amerika. Hij verrichtte baanbrekend werk door computers te gebruiken bij de analyse en categorisatie van het UFO-fenomeen, en zijn boek Anatomy of a Phenomenon (1965) wordt nog steeds beschouwd als een van de meest wetenschappelijke boeken die er ooit over UFO’s zijn geschreven.

Aan Northwestern University assisteerde hij Prof. J. Allen Hynek, die als wetenschappelijk adviseur voor de Luchtmacht werkte aan het befaamde Project Bluebook, dat nu door de meeste vliegende schotel studenten wordt gezien als een halfslachtige poging van de regering om de UFO-gekte van de jaren 50 en 60 aan te pakken of als een regelrechte doofpotaffaire. Tijdens zijn werk met Hynek stelden Vallée en zijn vrouw Janine het allereerste computergegevensbestand van UFO-waarnemingen samen.

In 1969 publiceerde Vallée Passport to Magonia, een nieuw baanbrekend boek waarin hij een grote hoeveelheid folkloristische “mythen” verzamelde die zich merkwaardigerwijs laten lezen als moderne UFO-ontmoetingen, van Keltische verhalen over ontvoeringen in elfenland tot bijbelse passages en middeleeuwse kronieken van “bezoekers” uit een andere wereld. Gebaseerd op Carl Jung’s hypothese dat UFO’s een sociologisch fenomeen zijn, een product van het collectieve onderbewuste, liet Vallée de aan de buitenaardse hypothese vasthoudende ET-theoretici voorgoed achter zich. Als kenner van folklore zou zijn benadering van het fenomeen echter van invloed zijn op een aantal latere onderzoekers en schrijvers, die zijn ideeën over andere dimensionale bewustzijnsvormen blijven herhalen. Bestselling auteur Whitley Strieber, de Harvard “psycholoog der ontvoerden” John Mack en journalist Keith Thompson (auteur van Angels and Aliens) staan allen bij hem in het krijt. Stephen Spielberg bewees hem eer in zijn film Close Encounters of the Third Kind, waarin zijn personage van de Franse wetenschapper (gespeeld door François Truffaut) was gebaseerd op de echte Franse UFO-theoreticus.

Onlangs lunchten wij met Vallée in een restaurant om de hoek vlakbij de kantoren van zijn hoogtechnologische participatiemaatschappij in San Francisco. Deel 1 van het interview omvat zijn theorieën over UFO’s en zijn overtuiging dat de wetenschap in staat is door te dringen tot het geheim van vliegende schotels en buitenaardse wezens. In deel 2 praat hij over zijn tweede onderzoeksterrein: de relatie tussen het UFO-fenomeen en de religieuze drijfveer. Vallée veronderstelt dat de intelligentie achter UFO’s een soort controlemechanisme is, een onzichtbare hand die de ontwikkeling van het menselijke bewustzijn bepaalt gedurende een periode van eonen. In het tweede deel spreekt hij tevens over de theorie dat regeringen van tijd tot tijd de publieke opinie door middel van de UFO-mythologie hebben gemanipuleerd – en in sommige gevallen uitvoerig bedrog in elkaar gezet hebben voor propagandistische doeleinden.


Deel 1 van het interview

60GCAT: Waarom zijn Amerikanen geobsedeerd door de gedachte dat UFO-piloten buitenaardse wezens zijn?

Vallée: Amerikanen zijn erg letterlijk als ze in een onderwerp geïnteresseerd zijn. Ze willen alles secuur doen en dat is een goede Amerikaanse eigenschap. Ze willen de aandrijving nabouwen via een methode die men “reverse engineering” noemt (men neemt als voorbeeld – blauwdruk – de onbekende technologie zelf, zonder te weten hoe het zal werken en of het zal werken). En als ik tegen hen zeg, “Hee, misschien hebben die dingen geen aandrijvingssysteem,” krijg je vreemde reacties. Net zoals het personage van Truffaut in Close Enounters maar blijft zeggen dat dit niet alleen een fysiek maar ook een sociologisch verschijnsel is. En hij heeft erg veel moeite dat idee over te brengen.

60GCAT: In een opzicht onderschreef u de theorie dat UFO’s buitenaards van oorsprong zouden kunnen zijn....

Vallée: Toen ik Stephen Spielberg ontmoette zei ik tegen hem dat het onderwerp veel interessanter was als het geen buitenaardse wezens zouden zijn. Als het echt en fysiek was, maar niet buitenaards. Hij zei, “misschien heb je gelijk, maar dat is niet wat het publiek wil – dit is Hollywood en ik wil de mensen iets geven wat het meest beantwoordt aan hun verwachtingen.” En dat is eerlijk.

60GCAT: Wat weten we nu met zekerheid over de essentie van UFO’s?

Vallée: Er bestaat een fenomeen. We weten niet waar het vandaan komt. Het wordt gekenmerkt door zijn fysiekheid [sporen]. Tachtig procent van alle gevallen heeft een alledaagse verklaring. Maar ik spreek over het kernfenomeen. Het heeft te maken met een enorm potentieel aan energie samengebald in een beperkte ruimte; onder andere pulserende microgolven. Over het effect van pulserende microgolven op de hersenen is niet veel bekend, het is dan ook heel goed mogelijk dat sommige verhalen die mensen vertellen in wezen zijn veroorzaakt door hallucinaties teweeg te brengen in oprechte ooggetuigen – ooggetuigen liegen niet. Ze werden werkelijk aan iets authentieks blootgesteld, maar we kunnen de oorsprong van dat iets, gebaseerd op hun beschrijving, niet terugvinden omdat hun hersenen door de nabijheid van die energie werden aangetast.

Vervolgens zijn er in de wetenschap en technologie een groot aantal gerespecteerde collega’s die me vertellen dat dit een natuurlijk fenomeen is – het zou om een nog niet ontdekte vorm van energie in de atmosfeer kunnen gaan. We weten niet veel over het effect van elektromagnetische velden op het zenuwstelsel. Dat ontdekken we als we hiermee aan de slag gaan. Het is heel goed mogelijk dat een dergelijk fenomeen bestaat, een zeer natuurlijk fenomeen. Het kan ook iets kunstmatigs zijn. Als dat zo is kan het vanuit een andere bewustzijnsvorm komen die wel of niet buitenaards is. Het universum is nogal groot. Wie zijn wij om te zeggen waar het vandaan komt? We kunnen op dit punt alleen maar speculeren.

60GCAT: Hoe kunnen we onze eigen betrekkelijk achtergebleven technologie inzetten bij het onderzoek naar dit raadsel?

Vallée: De technologie kan ons helpen bij het zoeken naar patronen. Net als anderen heb ik mijn deel bijgedragen. Mijn vrouw en ik hebben het eerste computergegevensbestand van UFO-waarnemingen opgezet. Ik denk dat computers nuttiger kunnen zijn door ze, via gebruik te maken van kunstmatige intelligentie, in te zetten om er de meldingen met een natuurlijke oorzaak uit te filteren. Ik ontwikkelde daarvoor het software prototype OVNIBASE dat ik aan het Franse CNES (Centre National d’Etudes Spatiales) heb gegeven; waarschijnlijk hebben ze een nieuwe versie ontwikkeld en toegepast op hun gegevensbestand.

60GCAT: Zijn er andere en betere technologieën dan 10 jaar geleden om bewijzen te analyseren?

Vallée: Digitale vergroting van foto’s is zeer bruikbaar. In mijn boek Confrontations staat de opmerkelijke foto uit Costa Rica, opmerkelijk omdat het object zich boven een meer [Lago de Cote] bevond, er was dus een eenvormige zwarte achtergrond. Over het vliegtuig dat de foto maakte is alles bekend. Toen de foto [in 1971] werd gemaakt had niemand aan boord het object gezien. Pas nadat de film werd ontwikkeld ontdekte men het object. De camera die men gebruikte was uitzonderlijk: er kwam een zeer gedetailleerd en zeer groot [10 inch] negatief tevoorschijn. Je ziet de koeien in de wei. Het tijdstip, de geografische lengte en breedte en ook het gedrag van het vliegtuig is bekend. Het analyseren van de foto kostte ons veel werk en we konden geen enkel voor de hand liggend normaal antwoord vinden voor het object. Het schijnt een zeer groot en solide ding te zijn.

Ik kreeg de foto van de regering van Costa Rica – zonder negatief is een analyse nutteloos. Tevens kreeg ik het negatief van de opname voor en na de desbetreffende foto, beide ongecensureerd. Ik nam negatieven mee naar Frankrijk waar een vriend van me voor een firma werkte die digitale analyses van satellietfoto’s maakt. Zij gaven het hele ding digitaal weer en analyseerden het vervolgens naar de grootte die in hun vermogen lag, en konden geen verklaring voor het object vinden.

60GCAT: De gedachte dat UFO’s zich misschien vanuit andere dimensies manifesteren is voor Amerikanen moeilijk te vatten...

Vallée: Je moet voor alles openstaan. Ik probeer te doen wat elke politieagent doet: luisteren naar de getuige in plaats van af te gaan op mijn eigen theorieën. Theorieën zijn geen stuiver waard. Ze doen afbreuk aan de zaak. Ik denk dat je gewoon naar het verhaal van de mensen moet luisteren, en dat heb ik gedaan, niet alleen in de U.S., ook in Europa en andere plaatsen zoals in Brazilië en Argentinië, daarnaast probeer je naar patronen te zoeken.

60GCAT: U bent een tamelijk controversieel personage tussen UFO-onderzoekers, vooral omdat uw theorieën exotischer zijn dan het paradigma dat UFO’s uit de ruimte komen.

Vallée: Ik heb een aantal UFO-gelovigen tegen me in het harnas gejaagd. Ten eerste omdat ik niet bij voorbaat wil stellen dat ze persé van buitenaardse oorsprong zijn – we zijn niet intelligent genoeg om op dit punt te weten wat ze zijn. En er is geen onderzoek naar gedaan. Ik herinner me beslist genoeg van mijn astronomieopleiding om te kunnen zeggen dat het universum groot genoeg is voor het herbergen van andere levensvormen; tenminste, dat hopen we. Maar tot dusver kunnen we dat niet bewijzen. We begrijpen dus niet hoe ze hier komen, maar in verhouding met onze kennis over de fysica, zijn ze waarschijnlijk veel verder ontwikkeld en hebben ze een methode gevonden om dit – blijkbaar zonder veel inspanningen – toch te doen. Maar dat verklaart nog niet wát UFO’s zijn.

Daarnaast heb ik veel mensen tegen me in het harnas gejaagd omdat ik denk dat de manier waarop er met ontvoeringen wordt omgegaan verkeerd is. Niet alleen uit wetenschappelijk oogpunt maar vooral moreel en ethisch gezien. Ik heb tegen mensen gezegd, laat je door niemand hypnotiseren als je een vreemd licht in de lucht hebt gezien. Ik heb het gevoel dat veel prominent aanwezige mensen in de media, in de National Enquier en in de talkshows enz. ontvoerden creëren door hypnose. Ze brengen iedereen die ooit een vreemde ervaring heeft gehad onder hypnose en zéggen hun dat ze ontvoerd zijn. En ze doen dat in het volste vertrouwen. Ze beseffen niet wat ze doen. Ik vind dat niet ethisch.

60GCAT: Wat vindt u van John Mack, de psycholoog van Harvard die gelooft dat ontvoeringen een reëel fenomeen zijn? Natuurlijk hypnotiseert hij zijn patiënten om hen van “onderdrukte herinneringen” aan deze ontvoeringen te bevrijden.

Vallée: Ik heb respect voor zijn moed om dit vraagstuk aan te pakken, maar ik ben het niet eens met zijn methodes.

In twee van de misschien 70 ontvoeringsgevallen die ik onderzocht, heb ik enkele getuigen die gehypnotiseerd wilden worden meegenomen naar specialisten En gewoonlijk zeggen de specialisten dat hypnose niet noodzakelijk de juiste manier is om deze mensen te helpen, noch de beste manier om herinneringen terug te halen. Het kan helpen in heel specifieke gevallen. Maar ik heb nooit iemand onder hypnose gebracht – ik ben daarvoor niet gekwalificeerd.

60GCAT: Wanneer kreeg u voor het eerst belangstelling voor UFO’s en paranormale verschijnselen?

Vallée: Ik begon mijn loopbaan met een studie astronomie en ruïneerde in wezen een ideale voorspoedige carrière in de wetenschap door mijn belangstelling voor computers. Dat was in de begindagen van de computerkunde en het allereerste begin van satellieten en ruimteverkenning in Frankrijk. Ik volgde dus een paar van de eerste computercursussen aan Franse universiteiten.

Mijn eerste job in het observatorium van Parijs was het traceren van satellieten. En we traceerden objecten die geen satellieten waren, die heel moeilijk te definiëren waren, en we besloten hier aandacht aan te schenken, zelfs al stonden ze niet op het normale satellietprogramma. Op een nacht kregen we elf verschillende positiegegevens over een van de objecten – het was zeer helder en ook retrograde. Dit was in een tijd dat geen raket krachtig genoeg was om een retrograde satelliet te lanceren, een satelliet die een tegenovergestelde cirkel maakt dan de aardrotatie, waar je de aantrekkingskracht van de aarde juist moet omzeilen om de andere richting op te gaan. Je moet een ontsnappingssnelheid bereiken in de richting die tegenovergesteld is aan de rotatie van de aarde, wat veel meer energie kost dan de evenredige richting. En de man die verantwoordelijk was voor het project nam de tape in beslag en wiste hem de volgende morgen.

En dat wekte echt mijn belangstelling. Want tot dan toe dacht ik dat wetenschappers niet geïnteresseerd waren in UFO’s, astronomen rapporteren niets ongewoons in het firmament, dus is er klaarblijkelijk ook niks. Eigenlijk bevond ik me in dezelfde positie waarin de meeste wetenschappers tegenwoordig verkeren – je hebt vertrouwen in je collega’s en omdat je geen rapporten ziet van betrouwbare, technische getuigen neem je aan dat er niets is. En daar stond ik, mét een technisch rapport – ik wist niet wat het betekende. Het was geen vliegende schotel – het landde niet vlakbij het observatorium. Maar toch bleef het een raadsel. En in plaats van naar de gegevens te kijken en ze te bewaren, vernietigden we de gegevens.

60GCAT: Waarom wiste hij de gegevens?

Vallée: Gewoon uit angst om belachelijk gemaakt te worden. Hij dacht dat de Amerikanen ons zouden uitlachen als we hen de gegevens zouden sturen – alle gegevens over satellieten werden in de U.S. samengebracht. We wisselden onze gegevens uit met internationale instituten. En hij wilde gewoon niet dat het Parijse observatorium te kijk werd gezet omdat hij iets rapporteerde wat hij niet kon identificeren. [Dit was in] 1961. Later kwam ik erachter dat andere observatoria exact dezelfde waarneming hadden gedaan, en dat Amerikaanse volgstations hetzelfde ding hadden gefotografeerd en het niet konden identificeren. Het was een object van de eerste magnitude: het was zo helder als [de ster] Sirius. Je kon het niet missen. In de daarop volgende weken liet het zich niet meer zien. Dit is slechts een kleine anekdote, maar voor mij was het feit dat we iets hadden vernietigd belangrijker dan wat we zagen. En opnieuw vroeg ik me af: Zijn er dingen die wetenschappers observeren en niet bespreken? Ik begon toen een klein netwerk van wetenschappers uit te breiden dat nog steeds actief is, en kwam erachter dat er heel veel nooit gepubliceerde gegevens waren. Eigenlijk zijn de beste gegevens nooit openbaar gemaakt. Een groot deel van het onbegrip over UFO’s onder wetenschappers komt omdat ze nooit toegang hebben gehad tot de beste gegevens.

60GCAT: Waarom zijn de beste gegevens nooit bekend gemaakt?

Vallée: Ik spreek vaak met leidinggevenden van technische firma’s die op de hoogte zijn van mijn belangstelling, en heb onder het zegel van vertrouwelijkheid een groot aantal rapporten gehad van mensen uit de wetenschap en het zakenleven die dingen hadden gezien. Ongeveer een jaar geleden nam een vice-president bij IBM mij terzijde na een conferentie en zei: “Bent u de Jacques Vallée die geïnteresseerd is in UFO’s?” En hij beschreef een zuiver klassiek verhaal van een UFO close encounter die hij en zijn familie in noordelijk New York hadden gehad. En dit komt niet in de National Enquirer.

Ik ontmoette een man die president is van een technisch bedrijf in Silicon Valley; hij wilde me over zijn ervaringen vertellen. Hij had een zeer hoge rang gehad als bevelvoerend marine officier van een schip, en hij had drie ervaringen met UFO’s gehad, twee bij de marine in zeer vertrouwelijke posities – en een keer toen hij testpiloot was. Hij heeft geen van deze ontmoetingen gerapporteerd, zelfs niet toen hij piloot was. Ik zei: “Was u niet verplicht dit te rapporteren?” En hij zei: “Misschien, maar als ze ook maar het minste vermoeden hebben dat je daarboven wat ziet verklaren ze je voor gek – je mag niet eens meer in de buurt komen van de cockpit van een experimenteel vliegtuig. En als je piloot bent dan wil je vliegen. Je wilt geen maand lang formulieren invullen voor een stelletje psychiaters.” En dat gebeurt. Ik denk dat elke piloot je bij een biertje hetzelfde zal vertellen. Dat zijn dus de gevallen waarin ik geïnteresseerd ben. De gevallen die niet in de pers komen, zijn niet vertekend als ze worden naverteld. Als ik tijd heb houd ik die gevallen bij met mijn eigen middelen, voornamelijk uit nieuwsgierigheid en zonder vooropgezette ideeën.

60GCAT: Ook al is er anekdotisch bewijs, de sceptici blijven maar beweren dat er geen sterke wetenschappelijke gegevens zijn...

Vallée: Er zijn genoeg gegevens – en die moeten nader onderzocht worden. Maar ik denk niet dat het om een propeller van een vliegende schotel moet gaan. Het gaat om dingen die interessant zijn vanwege het patroon dat je in het materiaal kunt vinden. Ik sta kritisch tegenover verhalen van neergestorte schotels; ik sta er open voor maar ik hoor die verhalen al zoveel jaar en ze leiden nooit tot iets echts concreets. Ik ben ook kritisch om een andere reden: Daar waar ze noodzakelijk zijn bouwen we nu technologieën die buitengewoon betrouwbaar zijn. Hoe vaak crasht een harddisk? Ik bedoel, als je 15 jaar lang een computer gebruikt zal de harddisk uiteindelijk crashen. Maar dat verwacht je niet. Als je dus een technologie moet bouwen die je door de interstellaire ruimte brengt, moet die buitengewoon betrouwbaar zijn.

60GCAT: U geeft in uw boeken nauwkeurige beschrijvingen van harde gegevens uit Europese onderzoeken.

Vallée: Binnen de CNES, het Franse equivalent van NASA, bestaat een kleine afdeling die toestemming heeft elke UFO-zaak te onderzoeken. Opgezet halverwege de jaren 70 is deze afdeling nog steeds werkzaam. Ze vonden een aantal onverklaarde zaken en van sommige zaken werden nooit alle gegevens gepubliceerd. Kwesties zoals sporen op de grond, bewijzen van hitte en straling, inclusief pulserende microgolfstraling, en bewijzen van aangetaste planten. Nogmaals, dat bewijst niets. Het bewijst alleen dat er iets was, maar niet wat het was. Maar technisch gesproken is het zeker steekhoudend.

Deze gegevens vertellen ons niet of het om een natuurlijk of onnatuurlijk fenomeen gaat, het zegt te weinig over de omstandigheid van de gebeurtenis. Daar moet veel meer onderzoek naar gedaan worden. Mensen kwamen naar me toe en zeiden: “Ik was piloot of werkte bij een radarstation in Alaska, en we traceerden UFO’s – we registreerden de gegevens, en ik was piloot, en volgde een van die dingen en ik slaagde erin om van een van die dingen opnames te maken met de boordcamera (gun camera). Na de landing stond er een vent in spijkerbroek en sweater op me te wachten, die zei: “Je hebt daarboven niets gezien.” Ondertussen maakt een vent met een schroevendraaier de camera van de vliegtuigromp los. Meestal hebben getuigen geen idee waar die lui vandaan komen. Maar iemand moet een heleboel gegevens hebben; en ik denk dat men deze harde gegevens aan de wetenschap moet overdragen, zeker het materiaal van 20 jaar geleden – ik bedoel, hoe geheim is het? Onderhand moeten we toch weten of het een vijand was, geef die gegevens aan de wetenschappers, zodat critici en non-critici dit materiaal elk vanuit hun eigen gezichtspunt kunnen analyseren. Dat is de manier waarop wetenschap wordt bedreven.

 

Deel 2

Bekendmaking van de redacteur: In Deel 1 van ons vraaggesprek met Jacques Vallée, UFO-onderzoeker en een van de pioniers achter de technologie om te debatteren via de computer, bekend geworden onder de term computer-conferencing, onderzochten we een aantal wetenschappelijke bewijzen die het standpunt dat UFO’s een echt en meetbaar verschijnsel zijn ondersteunden. In Deel 2, hieronder, gaat Vallée verder met dit thema wanneer hij vertelt over zijn monsters van “liquid sky” – de metalen fragmenten die incidenteel worden uitgestoten door vliegende schotels.

Houd je propellerpetje vast nu we uit de vierdimensionale tijdruimte vertrekken en een aantal van Vallée’s meer exotische theorieën bekijken over de oorsprong van UFO’s. Zoals Vallée zegt: “Het UFO-verschijnsel bestaat. Het is door de hele geschiedenis heen bij ons geweest. Het is fysiek van aard en blijft in termen van de hedendaagse wetenschap onverklaarbaar. Het vertegenwoordigt een tot nu toe onbekend bewustzijnsniveau en is in staat dimensies voorbij tijd en ruimte te manipuleren. Het beïnvloed ons eigen bewustzijn op een manier die we niet volledig kunnen begrijpen, en het gedraagt zich over het algemeen als een controlesysteem.”

Vallée verwijst naar dit complexe controlesysteem – dat bezig is de menselijke samenleving in de loop van duizenden jaren te veranderen – als een “raakvlak tussen realiteit en bewustzijn.” Het klinkt als het sciencefictionthema uit Arthur Clarke’s 2001: A Space Odyssey – een buitenaardse intelligentie die de richting van de menselijke ontwikkeling regisseert naar raadselachtige verten. Over kosmische samenzweringen gesproken!

Maar Vallée heeft ook omstreden ideeën over door mensen bedachte UFO-samenzweringen. “Ik onderzocht een aantal zaken die fysiek gezien echt waren,”zegt hij, “maar het was bedrog – echter niet van de kant van de getuigen.”

De twee meest opmerkelijke gevallen die hij ontdekte over gefingeerde UFO-gebeurtenissen vonden tamelijk recent plaats in de geschiedenis van schotelwaarnemingen. In 1980 zou er een zogenaamd vreemd object zijn “gecrashed” in het Engelse Rendlesham Forest, een paar mijl van een Amerikaanse luchtmachtbasis. Grote aantallen militair personeel werden vóór de veronderstelde crash van een lichtgevend object zonder wapens het bos in gestuurd. Na het incident lekten tegenstrijdige berichten uit naar de pers en burgeronderzoekers, een aantal onthullingen kwam duidelijk vanuit het hoofdkantoor van de militaire basis. Vallée’s conclusie – controversieel onder UFO-gelovigen die volhouden dat buitenaardsen in Rendelsham Forest landden – is dat “de gebeurtenis alle kenmerken heeft van een geënsceneerde gebeurtenis ten gunste van de getuigen, misschien wel om hun psychologische reacties te bestuderen.”

Nog vreemder is de informatie die Franse onderzoekers boven water haalden in het spoor van een bizarre ontvoeringszaak uit 1979. Een werkeloze jongeman met de naam Franck Fontaine verdween op een morgen uit zijn appartement, naar verluidt nadat zijn vrienden hem in een lichtgevende mist omhuld zagen. Na een week van waanzinnige mediapubliciteit en een vruchteloze speurtocht door de autoriteiten, dook hij op uit een bij zijn appartement gelegen weiland – zonder herinnering aan zijn ongewone ervaring. Zijn vrienden hielden vol dat hij door een UFO was ontvoerd, en hoewel de politierechercheurs weinig geloof hechtten aan deze bewering, vond men geen andere bruikbare verklaring.

Volgens Vallée echter werden onderzoekers van GEPAN, de studiegroep van de Franse regering aangaande luchtverschijnselen, naar een functionaris van het Franse Ministerie van Defensie gebracht die de zogenaamde UFO-ontvoering bereidwillig beschreef als een “oefening in algemene synthese.” Wat gebeurde er met Fontaine? “We brachten hem in slaap en hij werd onder een bepaalde staat van verhoogde suggestibiliteit gebracht,” antwoordde de functionaris. Na de vraag of de “oefening” bedoeld was om de onderzoeksbekwaamheden van de plaatselijke wetsdienaren te testen, verklaarde de functionaris, “Dat is een vrije goede beschrijving.” En daar voegde hij veelzeggend aan toe: “Als we deze operatie hadden voltooid, zou de volgende fase veel erger zijn geweest.” Zoals Vallée opmerkt in zijn bestseller Revelations, “men kan redelijkerwijs veronderstellen dat de [Fontaine] operatie een test is geweest, wellicht de aanloop naar een veel omvangrijker experiment.”

Vallée beweert de naam te kennen van deze Franse functionaris, een luchtmachtofficier die anoniem wilde blijven.

Wat is er in godsnaam aan de hand op aarde – om maar een toepasselijke planeet te noemen? Vallée heeft een aantal theorieën om dergelijke UFO-nonsens te verklaren. Misschien experimenteert het leger met psychologische technieken, net als de Duitsers in de 2de Wereldoorlog. De Duitsers projecteerden in die tijd afbeeldingen van de Maagd Maria op mistbanken om de Fransen schrik aan te jagen zodat die hun rozenkrans gingen bidden in plaats van Duitsers doden. Ook kan men vervalste UFO-berichten als dekmantel gebruiken voor het uittesten van nieuwe militaire stealthtechnologie.

Maar de meest verontrustende “misleidingstheorie” die Vallée naar voren brengt is dat het publiek of een deel daarvan van tijd tot tijd het doelwit van dit UFO-bedrog kan worden.

“In sommige gevallen gebruikt men de ufo-onderzoeksgroepen gewoon als psychologisch experiment, ze zijn immers gemakkelijk te testen, om te zien hoe hun reactie is op ongewone geruchten.”

Dit klinkt nogal onwaarschijnlijk, maar uit zijn onderzoek naar de groei van UFO “contactee” sekten komt naar voren dat dergelijke manipulaties plaatsvinden. In zijn boek Messengers of Deception, bestudeerde hij de opkomst van een nieuw en wereldwijd type religieuze beweging: de UFO-Messias sekten, waarin gelovigen de komst van ballonhoofdige redders in schotels verwachten. Deze sekten zijn in toenemende mate te vinden in Europa en de beide Amerika’s. Wil je een glimp opvangen van deze bovenaardse subcultuur? Gewoon inzoemen op de alt.alien Usenet groepen of schrijf het magische woord UFO in zoekmachine van het World Wide Web en kijk hoe snel je in een van de meest platgelopen alternatieve dimensies van een online obsessie wordt gestuurd sinds Big Brother digitaal ging.

Luister naar “Seth”, het gechannelde wezen uit de ruimte; luister naar Val Thor, de Venusiaanse leider die zijn ruimteschip parkeert op Lake Mead bij Las Vegas alsof het een buitenaardse woonboot is (als hij het Pentagon ten minste niet adviseert); sla acht op de waarschuwingen van de goed bij kas zittende “Rael”, een Fransman die – als we hem mogen geloven – contact heeft met buitenaardsen en nu een wereldwijde organisatie leidt.

Volgens Vallée berichtte de Franse pers onlangs dat de beruchte Orde van de Zonnetempel – die afgelopen jaar in het nieuws was nadat 53 leden zelfmoord pleegden (4 oktober 1994) in Zwitserland en Canada – zijn volgelingen vertelde dat de hoogste inwijdingsniveaus ontmoetingen met buitenaardse wezens met zich meebrachten. De sekte gebruikte holografische projectoren uit de Verenigde Staten om zijn leden voor de gek te houden. Vallée: “Zoals u zich herinnert waren de leden van de sekte ontwikkelde mensen en vaklui – en geen dwaze jongeren aan drugs.”


Deel 2 van het interview

Liquid Sky

60GCAT: Laten we het hebben over andere harde bewijsvormen die wetenschappers kunnen bekijken bij de bestudering van het UFO-probleem. Bijvoorbeeld de brokken gesmolten metaal, de zogeheten “liquid sky” monsters.

60GCAT: Volgens één theorie is dit gesmolten metaal een deel van het UFO-aandrijvingssysteem.

Vallée: We hebben [door ons gemaakte] motoren die vloeibaar metaal – gewoonlijk kwik – gebruiken voor elektrisch contact. Maar de temperatuur die nodig is om aluminium en andere metalen te smelten zou zeer hoog moeten zijn.

60GCAT: Wat is er bekend over liquid sky monsters die nog ongewoner zijn dan de aluminiumslakken?

Vallée: Het enige ongewone monster is in handen van Prof. Peter Sturrock (een plasma fysicus van Stanford University). Het komt uit Ubatuba in Brazilië. Begin 1930 explodeerde er een object boven een strand in Ubatuba. [In 1957 dook er een vermeend fragment van deze explosie op; de precieze oorsprong is onbekend]. Later onderzoek aan de universiteit en in Colorado en Stanford bevestigde dat het materiaal een zeer pure vorm van magnesium en magnesiumoxide was. Als het metaal werkelijk uit begin 1930 stamde, zou dat zeer ongewoon zijn vanwege de toenmalige technologie, iemand zou heel veel moeite hebben moeten doen om het zo zuiver te krijgen.

De kosmische database

60GCAT: Laten we het over een aantal implicaties van uw onderzoek hebben. Als het UFO-verschijnsel echt is en het zijn geen ruimtewezens, dan praten we over een nieuwe denkwijze over werkelijkheid en kosmologie, niet?

Vallée: Ja. In die zin is het UFO-verschijnsel veel belangrijker dan bezoekers van een andere planeet. Omdat het fundamenteel de natuur van de realiteit op de proef stelt. Als UFO’s een fysieke realiteit zijn dan tarten ze zeker alles wat wij menen te weten over de realiteit. Er zijn betrouwbare rapporten over materiële UFO’s die immaterieel worden en ter plekke verdwijnen.

60GCAT: U gebruikt in uw theorieën over UFO’s en andere “paranormale” verschijnselen de metafoor van het “informatie-universum,” waar tijd en ruimte en welke andere dimensies dan ook zich gedragen als een soort kosmisch bestand van computergegevens. Wat bedoelt u hiermee?

Vallée: Als je naar de wereld kijkt als een verzameling gebeurtenissen of ‘gevallen’ (zoals de filosofie van het Occasionalisme deed in de elfde eeuw), krijg je, in plaats van een verzameling materiële objecten die zich in de 3-dimensionale ruimte bewegen naarmate de tijd verloopt, een samenhangend beeld van de realiteit. In een virtuele realiteit zie je dat verschil natuurlijk niet. In de echte wereld zijn informatie en energie in feite van dezelfde fysieke grootheid. In een als ‘informatiemanifestatie’ beschouwd universum kun je toeval, telepathie, tijdreizen en veelvoudige werkelijkheden veronderstellen – allemaal dingen die in het 4-dimensionale energie-universum onmogelijk lijken. Dat is voor mij de reden dat puzzels als UFO’s zo interessant zijn. Ik heb geen persoonlijke theorie om ze te “verklaren”, maar beschouw ze als een kans om nieuwe vragen te stellen. Als het waar is dat de informatie al besloten ligt in de vragen die we stellen, dan zijn in deze fase van ons zeer beperkte begrip van het universum, nieuwe problemen die oprijzen waarschijnlijk belangrijker dan het hebben van antwoorden.

60GCAT: De realiteit lijkt dus in zoverre op een computergegevensbestand dat het juiste zoekwoord of de juiste “toverspreuk” een stuk informatie kan opleveren – een UFO of een spook of een andere anomalie.

Vallée: Als je denkt aan [realiteit] als de software voor het universum hoeft iemand alleen maar een komma in het programma te veranderen en de stoel waarin je zit zou geen stoel meer zijn. Het grootste voordeel is dat dit model de anomalieën heel goed verklaart – verwerkt. Toevalligheden zouden een normaal vooruitzicht zijn. Als je een gegevensbestand alles vraagt met betrekking tot het woord “pool” krijg je advertenties voor zonneschermen, lotions, biljartballen en wat beleggingsprospectussen. In de parapsychologie kunnen begaafde personen vergelijkbare toevalligheden afdwingen tussen verschillende plaatsen of breinen. Eén manier om de theorie bij voorbeeld te testen is aanzienlijke informatie-anomalieën te scheppen en te kijken wat er gebeurt als ze in elkaar storten. Je zou dus remote viewing (“kijken op afstand”) experimenten kunnen verbeteren door de site op te laden met grote hoeveelheden gegevens over uiterst onwaarschijnlijke gebeurtenissen of situaties, die gegevens dan snel te wissen zodat slechts het meest waarschijnlijke overblijft.

60GCAT: Uiteraard, we spreken nu over het snijpunt van wetenschap en mystiek. Beschouwt u zichzelf als een mystieke persoon?

Vallée: Ik heb me nooit gemakkelijk gevoeld bij een absolute scheiding van de wereld in het fysieke universum (waarschijnlijk datgene wat de wetenschap bestudeert) en de psychologische, sociale en psychische kant van het leven. Voor mij betekent die absolute scheiding de grootste zwakheid van ons intellectuele systeem.

De meeste wetenschappers die op jonge leeftijd besluiten astronomie te gaan studeren, zoals ik, worden vermoedelijk gedreven door iets dat verwant is aan een mystiek verlangen de nachtelijke hemel te begrijpen en de grotere kwesties te omarmen. Als de tijd verstrijkt zwakt dat verlangen natuurlijk af en wordt minder belangrijk. Ik heb die leergierigheid wél fris weten te houden omdat ik, zonder “mystieke” ervaring in religieuze zin, altijd heb geloofd dat onze menselijke geest toegang had tot een ander bewustzijnsniveau. Ik zag vergelijkbare gevoelens bij veel netwerkprogrammeurs die tot netwerken werden aangetrokken vanwege de indruk buiten de normale beperkingen van tijd en ruimte te werken, iets dat verwant is aan wat mystici beschrijven, ofschoon veel aardser.

De controleurs

60GCAT: U zei dat UFO’s een soort vreemde intelligentie vertegenwoordigen die actief manipuleert met de mensheid. Hoe en met welke bedoeling?

Vallée: Door een nieuwe computeranalyse uit de jaren 70 over historische trends bracht ik een frappante grafiek van UFO-activiteit in kaart die allesbehalve periodiek was. Fred Beckman en Dr. Price Williams van UCLA brachten naar voren dat het leek op een conditioneringsschema dat kenmerkend is voor een leer- of trainingsproces: het verschijnsel was meer verwant aan een controlesysteem dan aan een speciale verkenningseenheid van buitenaardse reizigers. Er zijn om ons heen vele controlesystemen en sommige zijn een deel van de natuur: ecologie, klimaat enz. Sommige zijn door mensen gemaakt: het educatieproces, de thermostaat in je huis. Als het UFO-verschijnsel een controlesysteem vertegenwoordigt, kunnen we het dan testen om te bepalen of het natuurlijk is of kunstmatig, open of gesloten? Dit is een van de interessante vragen over het fenomeen die nooit beantwoord is.

De strijdwagens van de bedriegers

60GCAT: Nu we het toch hebben over controlesystemen, andere paden in uw UFO-onderzoek brachten u tot de aanname dat menselijke instanties – regeringen, sektes en andere groeperingen die er belang bij hebben het geloof van mensen te manipuleren – van tijd tot tijd UFO-misleidingen en bedrog op touw gezet hebben. Nu gaan we echt op de samenzweerderstoer....

Vallée: Ik denk dat het vlak waar de huidige ufologie – zoals die zich heeft ontwikkeld – samenkomt met mijn interesse in communicatiemiddelen en netwerken in misleiding en manipulatie is. Dat is een gebied waar mensen zich bewust van moeten worden. Ik denk namelijk dat veel dingen waar mensen die in UFO’s geloven tegenwoordig over spreken, ofwel mythisch zijn of een deel zijn van bepaalde manipulaties, inclusief de verhalen over kleine aliëns en de hybriden en ontvoeringen enz. Veel daarvan kan materiaal zijn dat door sektes in de cultuur geïnjecteerd is omdat het past bij hun eigen fantasie over het einde van de wereld of het millennium enz.

En dit is nog onheilspellender, in een aantal gevallen die ik heb onderzocht verbergt zich achter de misleiding een experiment in mind-control. Iedereen die zich bewust is van de huidige technologie moet weten dat er meer rondvliegt dan stealthvliegtuigen. We hebben theoretisch of praktisch gezien het vermogen om allerlei soorten dingen te maken. Er is een indrukwekkende ontwikkeling gaande in niet-dodelijke navigatiesystemen, die moeten ergens getest worden en van tijd tot tijd worden ze gemaskeerd als iets anders. Er is een omvangrijke ontwikkeling in RPV’s – vanaf afstand bestuurde voertuigen – een aantal daarvan is schotelvormig. Er is op het gebied van verkenningsvluchten een grote ontwikkeling van moeilijk te detecteren technologieën en die kunnen voor allerlei andere zaken gebruikt worden. En in veel gevallen zijn de UFO-verhalen niet simpelweg fantasieën in de geest van een paar getuigen, maar zijn misschien opzettelijk ingeplant om een deel van een aantal zeer aardse nieuwe technologieën te verbergen.

Boodschappers van misleiding

60GCAT: De UMMO-sekte die in uw boeken Revelations en Messengers of Deception uitgebreid wordt behandeld, heeft een indrukwekkende geschiedenis van uitvoerige misleiding. Vertelt u eens iets hierover.

Vallée: Ik denk dat de UMMO-cultus op touw gezet werd door een klein groepje mensen, in wezen waren dat sekteleden. Boeiend aan UMMO waren alle pseudo-wetenschappelijke onthullingen [vermoedelijk aan aardebewonende wetenschappers zoals Vallée overhandigd door UMMO-entiteiten, wezens afkomstig van een planeet 14,6 lichtjaren verwijderd van onze zon]. Maar deze vermeende onthullingen waren niet supermodern. Fermi’s formule of anderszins kwam niet ter sprake, het was gewoon erg goede sciencefiction.

60GCAT: Wat vindt u van de Franse theorie dat UMMO een psychologisch experiment was?

Vallée: Ja, ze dachten dat de sekte door de KGB werd gebruikt of gemanipuleerd. Dat kwam, ondermeer, door enkele van hun concepten - bepaalde gegevens die schijnbaar gechanneled waren door de UMMO-organisatie sloegen op zeer geavanceerde kosmologie. Zeer geavanceerd vanwege tweeling-universa met gegevens die niet onzinnig waren – het kwam rechtstreeks uit de aantekeningen van Andre Sakarav, inclusief een aantal van zijn ongepubliceerde aantekeningen, dingen waar Sakarav aan gewerkt had maar nog niet openbaar had gemaakt. Dus dachten sommigen – en ik weet niet wie gelijk had – dat iemand, de KGB wellicht, toegang moest hebben tot deze aantekeningen om deze boodschappen te inspireren. Het was zeker geen gewone sciencefiction; het was iemand die op de hoogte was van de ideeën van een aantal meer progressieve natuurfilosofen.

60GCAT: Waarom zou de KGB of een andere inlichtingendienst een dergelijk geheimzinnig bedrog laten voortduren?

Vallée: Wel, laat me je een verhaaltje vertellen. Ongeveer vijftien jaar geleden dook er in San Francisco plotseling een groep op. Ze gaven een groot feest in de binnenstad. En ze nodigden iedereen uit die wat betekende in de parapsychologie. Ze gaven een kleine toespraak en zeiden, “We hebben heel veel geld gekregen van iemand die iets goeds wil doen en het wetenschappelijk onderzoek wil helpen, geef ons uw beste ideeën; we geven dat aan een jury die het gaat bekijken en het beste onderzoek gaan we honoreren.” Na het feestje haastten een boel mensen zich naar huis naar hun computers en typten hun beste ideeën in en zonden ze in – maar die organisatie bestond helemaal niet en er werd nooit meer iets over gehoord. Iemand was aan het vissen.

De dekmantel van een groep, een totaal vreemde groep, kan een gemakkelijke manier zijn om aan technische informatie te komen. Dat is een goede manier om technologische taxaties te doen. Sommige groepen kunnen daar dus voor gebruikt worden. Maar dat verklaart niet waarom ze dat tien jaar lang zouden doen. Waarom zou je daarmee doorgaan, zoals in de UMMO-zaak? Ik denk dat UMMO een soort doel in zichzelf werd. Het zette zichzelf voort vanwege de vele mensen die er psychologisch toe werden aangetrokken. Ze begonnen dingen over elkaar te schrijven en het werd een zichzelf versterkende mythe. Ze sturen me nog steeds onzin. Er is een index, er zijn catalogi; voor een aantal mensen is het een levenswerk geworden. In toenemende mate zien we dergelijke sektes opduiken in net- en cyberspace.

60GCAT: Is er iets met onlineverbindingen waardoor mythen en misleidingen worden gevoed?

Vallée: Omdat we in een wereld leven waarin mediaverbindingen zijn gebaseerd op digitale netwerken, kan een kleine groep mensen een enorme impact hebben op het geloof van de massa. En we leven ook in een wereld waarin het geloof van de massa een strategisch wapen is. We bezitten H-bommen maar kunnen ze niet gebruiken. We hebben neutronenbommen, maar kunnen ze niet gebruiken. Maar als we een manier zouden vinden om het geloof van grote groepen mensen te beïnvloeden, zou dat een grote strategische impact hebben. De grote wereldproblemen zijn fundamentalisme en religie – of het nou de Islam is of een andere religie. Dat zijn vandaag de dag de grote destabiliserende krachten in de wereld. Het geloof in buitenaardsen die ons komen redden kan met de technische middelen van tegenwoordig in grote groepen mensen worden opgewekt.

De mogelijkheid van een besmetting met absurde geloofssystemen is een werkelijkheid. In de handen van mensen die het Internet doelbewust gebruiken om een epidemie van irrationalisme te creëren, zien we het verschijnen van een heel nieuwe klasse van zeer gevaarlijke, invloedrijke sekten met alle vertoon van hoge technologie.

En ik denk dat iemand aandacht moet schenken aan dit aspect. Ik werd hiertoe gebracht door een bevinding – ik onderzocht een aantal gevallen die fysiek gezien reëel waren, maar het was bedrog – echter niet van de kant van de getuigen. En het verhaal over het object was in feite ingeplant.

De kwestie Bentwaters [waarin Amerikaanse militairen van een luchtmachtbasis in Engeland een schotelvormig ruimtevaartuig observeerden dat een landing maakte in het bos] is een klassieker. Op de plaats van de landing bevond zich een mengelmoes van gewone bewakers, officieren, wachtposten enz. – ze hadden volgens een scenario allemaal het bevel gekregen naar de locatie te gaan. En dat zou bij een echte ontmoeting nooit gebeurd zijn – je stuurt geen honderd mensen zonder wapens op pad als er een vreemd object op een basis landt. Deze zaak in kwestie draagt alle kenmerken van een toneelstuk ten gunste van de getuigen, zodat ze bestudeerd konden worden en de reacties van de verschillende psychologische types en klassen bestudeerd konden worden. En als je hierover nadenkt, is dat zo gek nog niet. Als je verantwoordelijk bent voor een dergelijke operatie, zul je het moeten testen onder voorwaarden die voor niemand gevaar opleveren én dat je de benodigde gegevens krijgt. In deze zaak – ik heb maar een aantal van deze gevallen onderzocht – kwam ik tot de conclusie dat hier – mogelijk - werd geëxperimenteerd met “Virtual Reality” projectoren.

Psychologische operaties uit het “onbekende”

60GCAT: Deze misleidingstheorie kan dus door het militaire apparaat worden toegepast?

Vallée: Onze goden kwamen altijd uit de hemel. En hoe komt hij vandaag de dag? Hij zou natuurlijk in een soort ruimtevaartuig komen. Hij kan niet zomaar uit de wolken komen vallen, ik bedoel, dat zou niet werken. Hoewel de Duitsers in de 1ste Wereldoorlog een psychologische oorlog voerden langs de Franse linies door middel van foto’s en diapositieven. En ik weet zeker dat de Fransen hetzelfde deden. Er worden momenteel in de psychologische oorlogsvoering zeer geraffineerde instrumenten gebruikt die hologrammen creëren, die visioenen creëren om mensen te beïnvloeden. Voor jou en mij hoeft dat in deze tijd niet te werken, als we nu naar buiten gaan en iets in de lucht zien hoeft dat ons niet te destabiliseren. Maar als we onder veel stress staan – als je een maand lang op een of ander klein eiland hebt gevochten en plotseling gebeurt er zoiets –

Ik herinner me een brief aan de Amerikaanse luchtmacht van een man die uiteindelijk rapporteerde dat hij tijdens de 2de Wereldoorlog iets had gezien in de Grote Oceaan (Pacific). Hij vertelde dat hij op een uitkijkpost van een klein eiland stond. Ze verwachtten een Japanse aanval. Ze hadden wekenlang van tijd tot tijd intensief gevochten. Ze waren tamelijk geïsoleerd. Ze zagen een object in de hemel dat absoluut fysiek was, het eiland rondcirkelde, een schotel was, geen propeller had en geen geluid maakte. Het cirkelde over het eiland en ging weg. Hij had het nooit verteld, zelfs niet aan zijn vrouw. De reden dat hij het toen niet rapporteerde was omdat zijn manschappen onder dusdanige stress stonden dat hij niet wilde dat ze dachten dat hun commandant aan het flippen was. Dezelfde psychologische middelen die op gewone mensen en dingen geen uitwerking hebben, werken in uitzonderlijke gevallen misschien wel.

60GCAT: En daarom worden sekteleden en ware UFO-gelovigen – die onder een bepaalde ideologische stress staan – als een ideaal doelwit gezien voor dergelijke manipulaties.

Vallée: In sommige gevallen kan de UFO-gemeenschap zonder meer voor een sociologisch experiment gebruikt worden, omdat ze een geschikte groep is voor het peilen van reacties op verschillende geruchten. [Veronderstel dat de regering een nucleair wapen verliest boven een ander land.] Je moet er nog steeds heen om het terug te vinden. En je kunt de mensen niet vertellen waar je mee bezig bent, dus moet je heel snel met een verhaal op de proppen komen. Je vertelt bij voorbeeld dat het een vliegende schotel van Venus was. Dat is zo belachelijk dat wetenschappers daar geen onderzoek naar gaan doen. Er zijn misschien een paar journalisten, maar die kun je elk verhaal vertellen, en je kunt ze wat foto’s geven of wat dan ook. Je hoeft alleen maar een dag of twee drie de aandacht af te leiden, tijd om je uitrusting te brengen, alles uit te pakken, terug te vinden wat her en der verspreid ligt en vertrekken. Ik denk dat er gevallen zijn waar precies dit is gebeurd. En dat zijn het type grote UFO-verhalen die mensen nog steeds rond het kampvuur vertellen.

Maar ik denk dat er helemaal geen UFO was. Ik denk dat het verhaal verzonnen was – ik zei eerder al dat het gezond is om kritisch te zijn. Ik heb respect voor mensen die daar kritisch op reageren. Jim Oberg, een specialist in het Russische ruimtevaartprogramma, attendeerde mij erop dat een aantal van mijn gepubliceerde waarnemingen uit de Sovjet Unie – een door veel Russen geobserveerd vreemd geelachtig, halvemaanvormig iets dat door de lucht vloog – illegale onder de Salt-akkoorden verboden rakettesten waren; en kennelijk waren die onmogelijk te verbergen...dus plantte de regering het verhaal dat er een vliegende schotel was, en dat kwam in de kranten.

Nogmaals, de UFO-onderzoeksgemeenschap is een bruikbaar laboratorium voor het observeren van de effecten van propaganda en desinformatie, daar ze voor een groot deel wordt gedreven door de intentie de “doofpotaffaire” aan het licht te brengen. Dit schept voor mensen de gelegenheid zich voor te doen als de “good guys” en allerlei niet te verifiëren geruchten te “onthullen”. Ze lopen een ontvankelijk publiek tegen het lijf omdat de context er een is van “onafhankelijk onderzoek van originele, stoutmoedige, non-conformistische ideeën. Betekent dit dat we per definitie de man moeten geloven die beweert werkzaam te zijn geweest voor de inlichtingendienst van de NATO en een geheim document zag over de vier mensachtige rassen die op de maan leven? Ik denk het niet.

http://www.ufoevidence.org/topics/ProjectBlueBook.htm

http://www.ufoevidence.org/topics/Gepan-Sepra.htm

http://www.ufoevidence.org/Photographs/Photo303.htm (Lago de Cote - Costa Rica)

http://www.scientificexploration.org/jse/articles/ufo_reports/haines_aerial/toc.html (fotoanalyse van Lago de Cote UFO)

http://ufocasebook.com/ubatuba.html

http://www.ufoevidence.org/topics/RendleshamForest.htm

http://www.strangemag.com/ummo.html (of zoek op Internet naar UMMO)

http://www.scientificexploration.org/jse/articles/ufo_reports/vallee_phys/toc.html

http://www.ufoevidence.org/documents/doc839.htm (interview Jacques Vallée)

Franck Fontaine case: “Revelations” van Jacques Vallée (blz. 134-166)
Uitgave Ballantine Books New York – 1991 – ISBN 0-345-37566-1

TERUG NAAR ARTIKEL