KANTTEKENINGEN BIJ NATIONAL GEOGRAPHIC’S
GRAANCIRKELDOCUMENTAIRE ’BEYOND THE MYSTERY’
Door: Nancy Talbott
Nancy Talbott is de T in BLT Research van Brooke, Levengood en Talbott.
Vertaling: Paul Harmans februari 2005
Recentelijk is hier in Amerika alweer een documentaire over het graancirkelfenomeen
uitgezonden. Dit maal van de hand van de welbekende organisatie National Geographic.
Het publiek verwacht dat deze organisatie accurate en allesomvattende informatie
aan het hen verschaft (wanneer die voorhanden is) en een oordeel presenteert
getoetst aan recent wetenschappelijk onderzoek. Omdat in deze documentaire de
bovenstaande normen niet zijn nagekomen, ben ik van mening dat ik moet schrijven
wat ik weet over het tot stand komen van deze productie.
In de lente van 2004 belde een onafhankelijke TV producent mij en vertelde dat hij door National Geographic was ingehuurd om een documentaire te produceren over graancirkels. Hij zei dat hij heel weinig wist over het onderwerp en graag te weten wilde komen wat de wetenschappelijke benadering van het fenomeen was en verzocht mij hem alle informatie te verschaffen die ik kon geven. We hadden een lang gesprek waarin ik in grote trekken het werk over de jaren van het team van BLT Research schetste en ik gaf hem alle namen, kwalificaties en contactinformatie van de vele professionele wetenschappers die erbij betrokken waren, mensen waarvan ik hem ten zeerste aanraadde contact mee op te nemen. Als toevoeging op het werk van BLT verschafte ik hem ook informatie over veel andere mensen en organisaties in verscheidene andere landen welke het fenomeen serieus bestuderen of bestudeerd hebben. En hun namen en contactgegevens werden hem ook gegeven met een krachtige aanmoediging dat de producer contact met hen zou opnemen.
Na een lang gesprek verklaarde de producer dat National Geographic hem slechts een zeer korte tijdslimiet had gegeven waarbinnen hij de documentaire af moest hebben en tevens een zeer gelimiteerd geldbedrag en dat hij dus niet de tijd had om een echt diepgaand onderzoek te doen. Toen zei hij dat hij al wel had besloten om naar Engeland te gaan om enkele hoaxers (namakers) te filmen terwijl die een cirkel maakten.
Ik reageerde daarop met een angstig voorgevoel en vertelde hem dat dit niveau al met dozijnen tegelijk was gedaan en dat het publiek wel wat meer professionaliteit van National Geographic zou verwachten. Hij herhaalde dat hij weinig tijd had, dat hij spectaculaire beelden moest schieten en tot mijn verbazing verklaarde dat hij twee kinderen had te onderhouden en het geld hard nodig had.
Ondanks dat ik mij nu realiseerde dat hij de beslissing om beelden in Engeland te maken al eerder had genomen had hij mij toch toegezegd om contact op te nemen met veel van de mensen die ik hem had voorgesteld. Hij klonk als een aardige kerel en leek mij verstandig. Hij was openhartig over zijn sceptische vooringenomenheid en wat betreft zijn vermoedelijk slechte financiële toestand, maar hij klonk oprecht geïnteresseerd in het fenomeen en was bereid om te horen wat de wetenschap op dit gebied had bereikt. En dus had ik goede hoop dat hij de moeite zou nemen om zichzelf te informeren met als resultaat een goede documentaire. Ik was er vast van overtuigd dat hij contact op zou nemen met de verschillende personen die ik hem had voorgesteld.
Ik maak mij tegenwoordig niet zo heel druk meer over dergelijke zaken. Zoals Bertrand Russell eens zei: “Het is goed om over een open geest te beschikken, maar niet zó open dat je hersenen eruit vallen”. Wat deze producer in feite deed was naar Engeland gaan om – zoals in de documentaire wordt gezegd – ‘de duurste’ groep van cirkelmakers in te huren, een veld te huren op het landgoed van boer Hughe naast Silbury Hill en dat vol te zetten met allerlei soorten kranen en andere apparatuur… om vervolgens twee weken te spenderen aan het praten met de vele personen die zich in Engeland bezighouden met het mechanisch platleggen van graancirkels enkel en alleen voor hun eigen plezier. Ik vraag mij af of de directeur of de aandeelhouders van National Geographic weten dat nogal een groot deel het geld van het bedrijf werd gespendeerd aan het inhuren van hoaxers die – en dat wordt in de feitelijke documentaire ook beweerd – als criminelen zijn betrokken bij een riskante onderneming? (Telkens als zij zonder toestemming een boerenveld betreden, begaan zij een misdaad.)
Ik heb het idee dat het ook wel interessant is om op te merken dat – ook in de feitelijke documentaire – de groep van hoaxers (namakers) al hun meetwerk voor de cirkel voor National Geographic bij daglicht doen en voor zover ik kan zien, ook de formatie bij daglicht platleggen… en gedurende verscheidene dagen. Ik dacht dat deze gasten geacht worden dat soort dingen in het donker te doen?
Het is tevens interessant om te vermelden dat de reporter in het eindproduct onmiddellijk vaststelt en dat gedurende de gehele documentaire volhoudt, dat alle personen die in de documentaire optreden als ‘gelovers’, geïnteresseerd zijn in een wezenlijke studie van het fenomeen. Het is ook aardig om je te realiseren dat de professionele wetenschappers, wier naam en gepubliceerde artikelen door mij werden doorgegeven, niet worden genoemd en zeker niet werden gevraagd voor een interview. Het was zelfs behoorlijk deprimerend om te zien dat er slechts een heel klein deel van de wetenschappelijk geleverde feiten (welke ik hen zeer uitgebreid en tot in detail had verschaft) die met het fenomeen te maken hebben, werden genoemd en dan nog slechts zeer oppervlakkig. Ik vraag mij nu echter af of het grootse National Geographic dit soort vooringenomenheid in al haar producties verwerkt?
Aan het eind van de zomer kreeg ik weer een telefoontje van de TV producer die dit maal wilde weten of hij twee of drie foto’s van BLT in zijn productie mocht gebruiken. Omdat ik wist hoe hij zijn tijd in Engeland had gebruikt (en het geld voor zijn productie) en inmiddels ook wist dat hij met geen enkele Amerikaanse wetenschapper of persoon, die ik hem had aanbevolen, contact had opgenomen en slechts met twee Europese personen die ik hem had aangeraden had gesproken, weigerde ik hem de toestemming om de foto’s te gebruiken. Het leek mij duidelijk dat hij niet geïnteresseerd was in het presenteren van een uitgebalanceerde benadering welke ook het wetenschappelijke werk omvatte, in plaats daarvan koos hij voor een oppervlakkige aanpak omdat hij wellicht het gevoel had dat het publiek dat liever had.
Ik weet niet wat er plaatsvond op de burelen van National Geographic, maar vanaf dat moment kreeg ik vele telefoontjes van hem en verscheidene assistenten waarin zij mij probeerden over te halen om toestemming te geven voor het gebruik van de BLT foto’s. Ik bleef echter ‘nee’ zeggen omdat zonder interview met de betrokken wetenschappers ik het gevoel had dat het risico te groot was dat de foto’s onverantwoord gebruikt zouden worden en niet in het juiste verband, een situatie die niet eerlijk zou zijn ten opzichte van de wetenschappers, de cirkels en het al inadequaat ingelichte publiek.
Na vele telefoontjes over en weer gaf de producer toe en ondanks dat National Geographic niet de kosten kon dekken van de reis naar de verschillende locaties waar de interviews met de wetenschappers gehouden moesten worden, was Boston dichtbij en hij wilde mij wel interviewen. Natuurlijk had hij genoeg geld en weken de tijd gehad om de hoaxers te filmen, maar ik kreeg slechts een paar uur toebedeeld. Ik dacht echter dat dit slechts het beste bod was dat het wetenschappelijke bewijs zou krijgen. En gegeven het feit dat de documentaire voor National Geographic was verwachte ik professionalisme.
Mijn interview duurde drie uur. Omdat ik verwachte dat de producer mij slechts een paar eenvoudige vragen zou stellen (ik realiseerde mij dat hij wellicht niet voldoende geïnformeerd was om intelligente vragen te stellen en de kans was groot dat hij vragen zou stellen waarop ‘sensationele’ antwoorden kwamen) had ik een solide lezing met de duur van twee en half uur in elkaar gezet waarbij ik erop aandrong dat hij die filmde. Ik bracht verslag uit van al het allereerste werk van W.C. Levengood en John Burke aan de planten en het magnetische werk (en wees daarbij ook op het magnetische werk van Rodney Ashby in Engeland). Vervolgens sprak ik over de resultaten van de röntgendiffractiestudie die verkregen waren door dr. Iyengar, dr Raghavan en dr. Reynolds en uiteindelijk beschreef ik de huidige studies van het BLT die nog aan de gang waren (groeistudies over langere tijd, de schimmelstudie en een nieuw onderzoek naar de magnetische deeltjes in de grond van graancirkels.) Ik heb het idee dat ik deze informatie - zoals die is vastgesteld door de verscheidene betrokken wetenschappers - duidelijk, diepgaand en in de juiste context heb verschaft.
De producer probeerde herhaaldelijk met vragen tussenbeide te komen en dat hielp mij niet bepaald om de informatie die ik probeerde te presenteren uiteen te zetten. Ik schreef dat toen toe aan zijn gebrek aan kennis en niet zozeer aan snode opzet. En ik blijf vasthouden aan, zoals degenen onder u die mijn lezingen kennen weten, ik blijf erop hameren in weerwil van enig vermaak, dat het mijn impressie is dat het uiteindelijk het wetenschappelijke bewijs is dat het graancirkelfenomeen beschikbaar maakt voor het grote publiek en niet mijn, of iemand anders, persoonlijke indruk.
Het is mijn eigen fout, aan het eind van het interview, dat ik één van zijn vragen beantwoordde. Hij had op de website van BLT mijn persoonlijke relaas gelezen waarin ik vertel dat ik persoonlijk een graancirkel heb zien ontstaan toen ik in 2001 in Nederland was en na een korte verwijzing naar die gebeurtenis vroeg hij mijn persoonlijke mening aangaande het veroorzakend mechanisme van graancirkels. Omdat ik zojuist mijn twee en half uur durende presentatie van harde wetenschappelijke gegevens achter de rug had en uitgebreid de hypothesen die door verschillende wetenschappers waren gegeven had besproken, was ik er zeker van dat het die inhoud was waar hij in geïnteresseerd was en niet zozeer in mijn persoonlijke op- en aanmerkingen en dus vertelde ik hem dat mijn ervaringen die ik gedurende de jaren had opgedaan mijn blik hadden verruimd inclusief de mogelijkheid dat er een bewustzijn van de een of andere soort bij betrokken was. Zodoende stond ik op één lijn met de ‘gelovers’.
De uiteindelijke documentaire maakte duidelijk dat dit een vraag was die ik persoonlijk overwoog en dat het niet het idee was dat elke wetenschapper bezighield, maar waarom voelde deze producer van National Geographic niet aan dat het publiek er recht op heeft te horen hoe de verschillende andere wetenschappers die het feitelijke laboratoriumonderzoek hebben verricht er dan wel over denken?
De reden daarvoor is een zeer valse. Het werk dat is gedaan door BLT en haar professionele deskundigen heeft langzaamaan respect gewonnen binnen de graancirkelgemeenschap en ook elders. Ik, als de meest zichtbare gesprekspersoon, ben door het publiek geïdentificeerd met veel van het professionele wetenschappelijke werk van BLT en als je de wetenschappelijke resultaten in diskrediet wilt brengen, maar dat niet kunt omdat je daar geen geschut voor hebt, nou ja, dan pak je de gesprekspersoon aan. In het begin van de documentaire refereert de reporter aan het werk van BLT als betrouwbaar (we worden experts genoemd), maar opvallend niet meedeelt dat het ‘wetenschappelijke werk’ betrouwbaar is. Sterker nog, de documentaire houdt zich helemaal niet bezig met het feitelijke onderzoek. (Herinner je je nog, National Geographic had geen tijd en geen geld om deze wetenschappers te interviewen. Ik vraag mij af of de namen van deze wetenschappers weloverwogen niet genoemd worden om de mogelijkheid van een rechtszaak te reduceren gebaseerd op een onjuiste voorstelling van hun werk?)
Het schijnt mij toe dat National Geographic zich tevreden heeft gesteld met haar van tevoren ingenomen vooroordeel en onvoldoende de waarde van haar professionele verantwoordelijkheid naar het publiek toe serieus heeft genomen. Ik verdenk hen ervan dat zij de meerderheid van de competente onderzoekers niet interviewden omdat zij al besloten hadden de mogelijkheid uit te sluiten van een echt, onbekend fenomeen en ik verdenk hen ervan dat zij de informatie die zij vergekregen hebben van andere serieuze mensen, misbruikt hebben. Het valt mij verder op, als een zeer vreemde en ongegeneerde emotionele reactie, dat de indruk dat er mogelijk een bewustzijn achter het fenomeen zit, belachelijk wordt gemaakt. De goochelaar Randi was geërgerd genoeg om te suggereren dat zij van ons die nieuwsgierig zijn naar de cirkels er ‘de kost mee verdienen’. Natuurlijk zei hij datzelfde over de hoaxers… wellicht denkt hij dat het zijn van een goochelaar een serieuze bezigheid is?
Dan nog een paar laatste aantekeningen. Net na het begin van de documentaire doet de beminnelijk klinkende reporter een poging het fenomeen neer te zetten als niets meer dan een product van het mechanisch platleggen van de planten door mensen en stelt de vraag: “Waarom vormen de graancirkels zich niet in het bijzijn van getuigen?” Is het niet merkwaardig dat de producer van deze documentaire wist dat ik er één had zien ontstaan en dat niet vermeld of erop ingaat? Ik durf erom te wedden dat hij ook weet dat andere mensen van tijd tot tijd graancirkels hebben zien ontstaan en ook die informatie negeerde hij.
Op een ander punt in de documentaire suggereert hun expert ‘Graan Dokter’ dat apicale knoopverlenging simpel het gevolg is van het herstelproces van platliggend graan. Dus het is een celverlenging veroorzaakt door de natuurlijke buiging van de plant om zich weer te richten naar het licht en de zwaartekracht.
Punt 1. Als dit waar is, waarom zien we dan deze apicale knoopverlenging niet in alle graancirkels? (Wij weten het niet, u wel?)
Punt 2. De producer was voorzien van de resultaten van de controlestudie van BLT welke duidelijk laten zien dat de graad van de knoopverlenging die wordt opgetekend in mechanisch platgelegd graan, opvallend minder is dan die welke regelmatig wordt waargenomen bij duizenden graancirkelplanten. Is het u ook opgevallen dat de foto die werd opgehouden door de ‘Graan Dokter’, om de verlenging te laten zien, niet de controleplanten liet zien. Als de controlefoto (welke was verschaft aan de producer) was getoond zou het zelfs voor elke beginneling duidelijk zijn dat de meer dan 200% knoopverlenging, die deze monsters vertonen, aanzienlijk veel groter is dan de verlenging veroorzaakt door cellulaire ontwikkeling die toe te schrijven is aan het natuurlijke plantherstel.
Punt 3. De producer was tevens voorzien van de informatie dat deze knoopverlenging ook was gedocumenteerd bij staande planten binnen graancirkels, planten waarbij geen herstelproces was opgetreden omdat zij niet plat hadden gelegen.
Waarom presenteerde of besprak National Geographic niet de controlestudie van BLT? Waarom lieten zij na om de toepasselijke controlefoto’s te laten zien? En waarom hielden ze de informatie achter dat er ook knoopverlenging was gevonden bij staande planten binnen de graancirkel, maar niet bij de controleplanten van buiten de formaties?
De overpeinzingen van de ‘Graan Dokter’ betreffende de expulsiegaatjes (gaten die van binnenuit, waarschijnlijk door stoomvorming, zijn open geblazen in de knopen van de stengels) en dat die het resultaat zijn van snelle groei, zullen, en daar ben ik heel zeker van, behoorlijk ongeloofwaardig klinken voor de biologen die er al tien jaar aan werken en hetzelfde geldt voor de suggestie van de Graan Dokter dat er geen bevoegde plantendeskundige bij het onderzoek was betrokken. Hoe kan het dan dat er drie artikelen in wetenschappelijke tijdschriften zijn verschenen die dit onderzoek presenteren? Kan het zo zijn dat W.C. Levengood’s jaren van academische studie op de universiteit en de hogere school, zijn ervaring in het laboratorium en onderzoek als een professionele wetenschapper en niet te vergeten zijn grondige analyse van duizenden graancirkelplanten en hun controle-exemplaren gedurende 12 jaren en in veel verschillende landen, onbetekenend zijn?
De beste ‘Graan Dokter’ (en dat wordt toegegeven in de documentaire) heeft zelf nog nooit een graancirkel gezien en geen onderzoek gedaan naar planten afkomstig van één van hen. Dus, op grond waarvan is hij een autoriteit? Enkel en alleen omdat hij de titel ‘Graan Dokter’ draagt, die hem ongetwijfeld is verleend door National Geographic?
Dan moet men ook nog kijken naar het feit dat de omvangrijke XRD studie compleet werd genegeerd, een studie waarbij 4 wetenschappers waren betrokken met uitstekende tot imposante reputaties en geloofsbrieven en die allen bepaalden dat de gegevens die eruit voortkwamen adequaat zijn en wijzen op een betrokkenheid van iets anders als veroorzakend mechanisme achter vele graancirkels dan slechts de gebruikte methoden van mechanisch platleggen.
Tevens werd genegeerd dat elk jaar weer en ook dit jaar, verscheidene nieuwe wetenschappers werden betrokken bij de onderzoeken van BLT. En wellicht is het echte probleem… zoals Bertrand Russell ook schreef: “Waar de mens behoefte aan heeft is niet kennis, maar zekerheid.”
Het vergt zowel moed als intellectuele nieuwsgierigheid om het onzekere na te jagen en het lijkt mij dat National Geographic in deze zaak van beide geen blijk geeft.
Nawoord ufowijzer
Het is jammer dat niet is te achterhalen waar National Geographic het geld en
de opdracht om een dergelijke documentaire te maken werkelijk vandaan heeft.
De goochelaar Randi verleent namelijk regelmatig zijn diensten (en dan niet
op het gebied van goocheltrucjes) aan CSICOP, de Amerikaanse professionele sceptische
organisatie waarbij o.a. Philip Klass, de invloedrijkste debunker ter wereld
is betrokken. Deze organisatie (CSICOP) wordt verdacht van het krijgen van fondsen
van de overheid om hun sceptische werk uit te voeren; het afkraken van bepaalde
fenomenen waarvan men vindt dat de wetenschap zich er niet serieus mee mag bezighouden.
Waarom de wetenschap dat niet mag is nu juist de grote vraag! Zou er een connectie
bestaan tussen CSICOP en de graancirkeldocumentaire van National Geographic?
Ik heb bovenstaande vertaling aan de Nederlandse tak van National Geographic gezonden: hieronder de tekst van de begeleidende e-mail:
16 maart 2005
Geachte National Geographic medewerker,
Ik heb het bijgevoegde artikel vertaald en ben voornemens het op mijn website te publiceren. Ik wil u vriendelijk vragen of u misschien iets hebt toe te voegen aan wat er geschreven en beweerd wordt?
Is het de bedoeling dat deze documentaire ook in Nederland wordt uitgezonden en zo ja wanneer?
Tevens wil ik hierbij toestemming vragen om uw eventuele antwoord onder het artikel te mogen plaatsen.
Hartelijke groeten,
Paul Harmans
23 maart 2005
Beste
Paul,
Dank u wel voor uw email. Helaas is het niet toegestaan dat wij een reactie
geven op het artikel. Ik zal u nog laten weten of het programma in Nederland
zal worden uitgezonden.
Met vriendelijke groeten,
Laura Dompeling
Communication Assistant
National
Geographic Channel
www.nationalgeographic.nl
29 maart 2005
Beste
Paul,
Uit navraag in Londen blijkt dat deze documentaire niet in Nederland wordt uitgezonden.
Met vriendelijke groeten,
Laura Dompeling
Communication Assistant
National
Geographic Channel
www.nationalgeographic.nl
Ik
heb ook de stichting Skepsis het artikel gestuurd en hen om een reactie gevraagd.
Omdat de voorzitter, R. Nanninga, mijn e-mail niet meer beantwoord, omdat hij
naar mijn idee alleen kritiek kan geven en niet ontvangen, heb ik het via een
ander (Jaqeline) moeten doen. Ik heb daarbij alle tekst verwijderd die naar
mij zou kunnen verwijzen, het is helaas niet anders, de professionele debunkers
hebben hun eigen voorkeuren en ufowijzer staat niet op het Skepsis-menu. Ik
heb in de e-mail Randi bewust aangehaald in de hoop dat Skepsis eventueel kan
bevestigen dat CSICOP een vinger in de pap heeft gehad. En de vraag over Nederlandstalige
websites is om te kijken wat men daarover heeft te zeggen, want zij zijn nadrukkelijk
op de hoogte van websites zoals die van:
Robert Boerman: http://www.dcca.nl
Janet Ossebaard: http://www.circularsite.com
Eltjo Haselhoff: http://www.deepeningcomplexity.com/graancirkels.htm
Bert Janssen: http://www.bertjanssen.nl/cropcircles.html
De tekst in de e-mails van Jaqeline heb ik (Paul Harmans) haar ingefluisterd.
17 maart 2005
Onderwerp: Vraagje over graancirkels
Hallo Skepsis medewerker,
Ik, een nuchtere Hollandse, kwam onlangs op Internet het onderstaande artikel tegen van een aanklacht tegen National Geographic door Nancy Talbott van de BLT organisatie in Amerika, betreffende een documentaire over graancirkels. Zijn er werkelijk mensen die geloven dat graancirkels door iets anders dan de mens worden gemaakt en denkt u dat Talbott de waarheid spreekt? Ik vraag mij overigens wel af waarom men in de documentaire de goochelaar Randi naar voren haalt om een dergelijk fenomeen naar de prullenbak te verwijzen, zijn er geen betere mensen die dat kunnen? En zijn er misschien Nederlandstalige websites waar ik meer info kan vinden over graancirkels?
Een kort antwoord is prima hoor, jullie zullen wel meer te doen hebben.
Groetjes,
Jaqeline
17 maart 2005
Beste Jaqeline,
Op www.skepsis.nl/haselhoff.html staat wel wat meer over Nancy Talbott en haar gerespecteerde wetenschappers, waaronder dr. Eltjo Haselhoff. Zij weet blijkbaar niet hoe de journalistiek werkt. Het is wel amusant dat ze die journalist verplicht liet luisteren naar een tweeënhalfuur durende lezing voordat zij bereid was om hem een foto te verstrekken. De meeste tv-documentaires over vermeende mysteries zijn uiterst onkritisch. Er zijn dan geen deskundige wetenschappers die gaan klagen dat hun onderzoekswerk niet of onvoldoende is belicht, want ze weten dat dit toch geen zin heeft.
Vriendelijke
groet,
Rob Nanninga
17 maart 2005
Hallo
Rob,
Hartelijk bedankt voor je reactie, ik zal het artikel over Haselhoff op mijn
gemak lezen. Maar hoe zit het nu met die Randi, je zou toch zeggen dat er wel
geloofwaardiger sceptici te krijgen waren voor de documentaire? En waarom wordt
er niet juist wél geluisterd naar de deskundige wetenschappers als je
een kritische documentaire gaat maken, alles staat en valt toch met een wetenschappelijke
benadering? En zeker het kwalitatief hoogstaande National Geographic zou toch
juist de wetenschappers aan het woord moeten laten en niet moeten luisteren
naar mensen die simpel het graan plattrappen. Als de consequentie daarvan is
dat we wel degelijk met een onbekend fenomeen hebben te maken dan is dat toch
geen schande? Ik neem tenminste aan dat jullie (terecht) de wetenschap hoog
in het vaandel hebben staan.
En
tot slot, ik zie een documentaire van het serieuze National Geographic niet
als gewone journalistiek, zij hebben een soort van onderwijsfunctie en als ik
zo de handelwijze van de producer bekijk dan is van een serieuze benadering
geen sprake of zie ik dat allemaal verkeerd?
Ik hoop dat je nog even de tijd wilt nemen om mij als leek een antwoord te geven,
Groetjes,
Jaqeline
18 maart 2005
Hallo Jaqeline,
Alles staat en valt toch met een wetenschappelijke benadering?
Nee hoor. Alles staat of valt natuurlijk bij goede kijkcijfers. Randi is algemeen bekend van radio en tv als kritisch onderzoeker van allerlei mysteries. Nogal logisch dat ze hem om zijn mening vragen. Hij weet ook hoe hij zijn standpunt kort en duidelijk naar voren kan brengen. Daar heeft hij in tegenstelling tot Nancy Talbott geen tweeënhalfuur voor nodig...
Vermoedelijk hebben veel mensen die naar de National Geographic Channel kijken belangstelling voor wetenschappelijke en feitelijke kennis over de natuur. De meesten zullen waarschijnlijk minder geïnteresseerd zijn in bovennatuurlijke verklaringen. Daarom paste die kritische documentaire, waarin de nadruk lag op normale verklaringen, waarschijnlijk goed bij de belangstelling van de kijkers.
Het is gewoonlijk niet het doel van documentaires om een genuanceerde evaluatie te bieden van alle feiten en standpunten, want daar willen te weinig mensen naar kijken.
Groeten,
Rob
19 maart 2005
Hallo Rob,
Hartelijk bedankt voor je snelle reactie(s).
Ik heb het artikel over Haselhoff gelezen en ik zag dat het van jouw hand was. Jij bent dus misschien wel de graancirkeldeskundige bij skepsis en weet er veel vanaf?
Nu mag je mij naïef vinden en ik hoop niet dat je boos wordt, maar ik neem aan dat jij een wetenschappelijke achtergrond hebt, hoe moet ik het dan interpreteren dat je het over bovennatuurlijke verklaringen hebt, terwijl het gaat over wetenschappelijk vastgestelde fysieke veranderingen in de bodem onder en in het gewas afkomstig uit een graancirkel? Dat is beslist keihard wetenschappelijk bewijs. Een wetenschapper die twee uur weet vol te praten over het wetenschappelijk vergaarde bewijs zal het toch niet over onzin hebben?
Wellicht vind je mij wat eigenwijs, maar zouden de kijkcijfers van NG niet omhoogschieten als men met de werkelijke wetenschappelijk vastgestelde bewijzen en feiten komt. De herkomst van sommige cirkels (wellicht een onbekende natuurlijk oorzaak) is daarmee nog niet aangetoond, maar daar zou de wetenschap dan op grotere schaal dan nu het geval is onderzoek naar kunnen doen.
Zoals ik het nu met mijn lekenhersentjes zie, lijkt het alsof wij, het volk, bewust dom worden gehouden en dat men de wetenschap in het ongewisse laat van het degelijke bewijs dat al jaren voor handen is. Ik heb inmiddels op Internet het een en ander gelezen en ken nu (een klein beetje) de voors en tegens. Ik kwam ook diverse, naar mijn idee integere, Nederlandse graancirkelonderzoekers tegen en als ik mijn gewone Hollandse gezonde verstand gebruik, dan ontkom ik niet aan de indruk dat er beslist meer aan de hand is. Het is toch geen schande om je mening te herzien, ooit zal op basis van het bewijs worden vastgesteld dat het fenomeen inderdaad bestaat (tenminste dat fluistert mijn verstand me in), ben jij niet bang dat je dan wel eens flink onderhanden genomen kan worden door mensen die altijd hebben geloofd in wat Skepsis beweerde?
Het spijt mij dat ik het niet helemaal met je eens bent, maar ik neem aan dat je een discussie als deze niet uit de weg gaat, we kunnen er alleen maar wijzer van worden.
Groetjes
Jaqeline
19 maart 2005
Beste Jaqeline,
Als je mijn artikel goed had gelezen, dan zou je weten dat die graancirkeldeskundigen volgens mij helemaal geen "keihard wetenschappelijk bewijs" leveren.
Het is prutswerk.
Vriendelijke
groet,
Rob Nanninga
19 maart 2005
Hallo Rob,
Hartelijk bedankt voor je antwoorden,
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat jullie (jij) bij Skepsis aan de ene kant alle onderzoek wat niet op wetenschappelijke basis is verricht naar de prullenbak verwijzen (en daar zit tot op zekere hoogte wel iets in) en aan de andere kant heel krampachtig het onderzoek dat wel op wetenschappelijke leest is geschoeid in een kwaad daglicht stellen. De reden en de logica daarvan ontgaat mij, maar ik heb besloten om voor de kant van Nancy Talbott en de andere (ook de Nederlandse) graancirkelonderzoekers te kiezen. Zij zijn de experts die vele graancirkels, gedurende de lente, zomer en herfst daadwerkelijk hebben betreden en onderzocht. En als uit hun wetenschappelijk onderbouwde bevindingen zonneklaar blijkt dat er iets zeer vreemds gaande is, dan geloof ik dat, ondanks dat het niet past in onze wellicht wat bekrompen denkwijzen.
Vriendelijke groeten en bedankt voor de discussie,
Jaqeline
Rob krijgt door dat het serieus wordt en trekt vervolgens alles uit de kast om zijn gelijk te halen. De vetgedrukte cijfers tussen haakjes zijn van mijn hand en verwijzen naar mijn opmerkingen onder Rob’s e-mail.
19 maart 2005
Hoi Jaqeline,
Heel krampachtig het onderzoek dat wel op wetenschappelijke leest is geschoeid in een kwaad daglicht stellen (1).
Op de website van het BTL Reseach Team worden slechts vier gepubliceerde artikelen genoemd (2). De twee artikelen die Levengood in Physiologia Plantarum publiceerde, zijn volgens mij van slechte kwaliteit (3). Wie aannemelijk wil maken dat er krachten werkzaam zijn die wetenschappers nog niet kennen, moet veel zorgvuldiger te werk gaan. Wat dat betreft doen parapsychologen het stukken beter (4). Zolang Levengood niks beters kan leveren, is er naar mijn oordeel weinig reden om veel waarde te hechten aan zijn activiteiten (5).
Een ander artikel, van Levengood en Burke, verscheen in Journal of Scientific Exploration. Dat heb ik in mijn boekbespreking niet genoemd omdat ik had gehoord dat Levengood in dit geval waarschijnlijk het slachtoffer was van een hoax (6). De fysicus Rodney Ashby schreef dit jaar een kritisch stuk over zijn onderzoek naar deze zaak, dat hij op zijn website plaatste: www.xstreamscience.org/New_H_Glaze/HGlaze_0.htm (en volgende pagina's.) (7).
In het vierde artikel, dat in een ufo-tijdschrift verscheen, speculeerde de zakenman en amateurwetenschapper (8) John Burke over natuurkundige krachten die fysici nog niet kennen. Nu wil ik niet beweren dat het uitgesloten is dat er ooit een natuurwetenschappelijke ontdekking in een ufo-tijdschrift zal worden gepubliceerd, maar die kans lijkt me toch wel erg klein (9).
Je kunt de stukken vinden op www.bltresearch.com/published.html Er zijn vermoedelijk maar erg weinig lezers die alles kunnen begrijpen wat daar instaat (10). Toch geloven velen erin. Waarom is het werk van Levengood voor hen zo geloofwaardig? Juist doordat de wetenschappelijke gemeenschap hem niet serieus neemt, denk ik (11). Veel mensen houden van eigenzinnige pioniers die een nieuw vakgebied ontdekken, maar ze vergeten dat zulke pioniers het vrijwel altijd mis hebben (12).
Als je geen degelijke onderzoeksmethoden gebruikt, louter zoekt naar ondersteunend bewijsmateriaal en je ideeën de vrije loop laat, dan kun je met wetenschap en statistiek alles bewijzen wat je wilt (13).
Vriendelijke
groet,
Rob
Opmerkingen van ufowijzer op bovenstaande e-mail:
1) Als het begrip ‘krampachtig’ ergens op zijn plaats is dan is het wel ten aanzien van de debunkers!
2) Het belang van wetenschappelijke publicaties wordt gebagatelliseerd door het 'slechts vier' publicaties te noemen. Elk wetenschappelijk artikel dat voor publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift wordt aangeleverd, wordt door onafhankelijke wetenschappers binnenstebuiten gekeerd alvorens men de beslissing neemt het te publiceren. En zeker een artikel over graancirkels zal dubbel zo grondig worden bekeken. Als dat vervolgens in het wetenschappelijke tijdschrift verschijnt, kun je ervan uitgaan dat er helemaal niets op is aan te merken.
3) En dat houdt tevens in dat twee artikelen van de vier zeker niet van slechte kwaliteit zijn, zoals sceptische Rob ons wil doen geloven. Over de ander twee artikelen laat hij zich wijselijk niet uit.
4) Opeens worden de parapsychologen ten tonele gevoerd, een beroepsgroep die ook zwaar onder vuur ligt van stichting Skepsis, maar als ze denken er hun voordeel mee te kunnen doen is alles geoorloofd.
5) Levengood levert het bewijs, niets meer of minder, dus is het wel degelijk terecht om aandacht aan zijn activiteiten te besteden.
6) Waarschijnlijk het slachtoffer van een hoax???? Volgens Skepsis zijn bij monde van Nanninga toch alle wetenschappers die zich serieus met graancirkelonderzoek bezighouden het slachtoffer van een hoax? Graancirkels worden uitsluitend door grappenmakers gemaakt, zo is de stellige overtuiging van Skepsis.
7) Ashby probeert alle fysieke veranderingen aan het gewas van een graancirkel te verklaren als veroorzaakt met huis- tuin- en keukenapparatuur. Zo buigt hij bijvoorbeeld de toppen van halmen met een soldeerbout waaraan een stuk koperen pijp is gemonteerd en verklaart daarmee de verschroeide en verbogen toppen van de halmen die soms worden aangetroffen. Zie je het al voor je? Een grappenmaker met een soldeerbout ’s nachts in een tarweveld om zo wat extra details aan zijn vernieling toe te voegen? Kom nou! Zoals al vaker is opgemerkt: als je met een simpele drukpers valse bankbiljetten kunt maken, heb je volgens de denkwijze van de sceptici bewezen dat er geen echte bankbiljetten bestaan. Als Hollywood in een studio alles weet na te bootsen, bestaat dus ook de buitenwereld niet, wij bestaan alleen op het witte doek voor het geval je het nog niet wist!
8) En passant noem je iemand subtiel een amateur-wetenschapper dat geeft een gevoel van amateurisme aan het geheel, daarbij gebruik je ook de opmerking ‘speculeerde’ en het plaatje is compleet, deze man (John Burke) heeft geen verstand van het fenomeen.
9) In één adem door deel je ook nog even een sneer aan het UFO-fenomeen uit.
10) Opdat je bij voorbaat de moed wordt ontnomen om er naar te kijken, stel je voor dat je er toch wijzer van zou worden!
11) Ra, ra hoe komt het dat de wetenschappelijke gemeenschap Levengood niet serieus neemt, zou het misschien kunnen dat de sceptische debunkers daarbij een belangrijke rol spelen?
12) Waaraan is de vooruitgang binnen de wetenschappelijke gemeenschap te danken? Juist ja, aan mensen met durf en een pioniersgeest, zij die dwars tegen de vastgeroeste ideeën van de ouderen ingaan en met frisse en vernieuwende concepten komen, die in eerste instantie op grote weerstand stuiten, maar uiteindelijk worden overgenomen door andere wetenschappers. Opeens is de pionier een vooruitstrevend wetenschapper en wordt door vriend en vijand geroemd.
13) Hier is Rob even abuis, hij neemt per ongeluk de eerste stelregel over uit het Skepsishandboek voor de aangesloten leden.
20 maart 2005
Hallo Rob,
Nogmaals hartelijk bedankt voor de discussie. Ik zou je bij deze om je toestemming willen vragen om jouw antwoorden op Internet te zetten, natuurlijk verander ik niets aan je reacties. het lijkt mij wel leuk als anderen er ook wat aan hebben.
Hartelijke groeten,
Jaqeline
Op
mijn bovenstaande mail reageerden de debunkers van Skepsis als gestoken door
een horzel. Eerst verscheen er de onderstaande e-mail van Rob, die nog steeds
niet besefte hoe de vork in de steel zat, maar wel voelde aankomen dat zijn
reacties openbaar zouden worden. Dat weerhield hem er echter niet van om nog
eens flink uit te pakken en gewoon door te gaan met het links en rechts beschuldigen
van mensen. Hij beweert in deze mail onder andere ook dat hij Eltjo Haselhoff
wel degelijk een antwoord heeft gegeven op zijn e-mail aan Skepsis, maar dat
is waarschijnlijk een leugen, want er zijn meerdere mensen, waaronder ik, die
na een paar mailtjes gewoon genegeerd worden door deze sceptici, omdat wij wellicht
toch niet meer op andere gedachten zijn te brengen. Vlak na de mail van Rob
verscheen er ook een uitgebreide mail van de secretaris van Skepsis, Jan Willem
Nienhuys. Ook hij verstaat de kunst van het zwart maken van mensen die op wetenschappelijke
gronden iets aantonen waar hij al jaren uit dommigheid of bewust overheen heeft
gekeken. Dit zijn de mannen van Skepsis die wetenschappers betichten van slecht
onderzoek aan graancirkels terwijl zij zelf nog niet de geur van het platteland
kennen en als je ze een foto van een populier laat zien denken dat het een grasspriet
is.
20 maart 2005
Beste Jaqeline,
Mijn antwoorden gingen in de eerste plaats over de wetenschappelijke waarde van tv-documentaires over graancirkels en andere vermeende mysteries. De meeste documentaires kloppen zulke mysteries op en bieden een eenzijdig en onkritisch beeld van de feiten. Er zijn ook kritische documentaires waarin men de mysteries probeert door te prikken. Hoewel die naar mijn indruk meestal betrouwbaarder informatie bieden, blijven ze evengoed wat oppervlakkig. Dat kan ook moeilijk anders wanneer je de belangstelling van de kijkers wilt vasthouden.
Als documentairemaker kun je maar weinig informatie bieden. Je moet een heleboel buiten beschouwing laten. Daardoor kan het soms ongenuanceerd worden. Ik weet niet in hoeverre dit het geval was bij de documentaire op National Geographic Channel, want die heb ik niet gezien. Ik kan me voorstellen dat het zuur was voor Nancy Talbott dat de documentairemakers geen belangstelling hadden voor haar werk. Deze makers vormden echter geen wetenschappelijke onderzoekscommissie die alles op een rijtje moest zetten. Ze wilden vermoedelijk vooral een aantrekkelijk product bieden, want daar worden ze voor betaald. Ik zie liever documentaires waarin wetenschappelijke controverses gedetailleerd en van alle kanten worden belicht, maar dat zal wel geen populair genre zijn.
Hiermee vertel ik niks nieuws, zodat er weinig reden is om dit op internet te zetten. Mijn oordeel over het werk van Levengood, staat al uitvoeriger in www.skepsis.nl/haselhoff.html , dus daar hoef je ook geen webpagina voor in te ruimen.
Ik heb in het verleden eens per email gediscussieerd met Eltjo Haselhoff. Hij wilde toen mijn laatste brief ook op het web zetten en heeft daar een Engelse vertaling van gemaakt. In de oorspronkelijke versie schreef ik onder meer:
Uit je boek (1998) werd duidelijk dat je opmerkelijk veel waarde hecht aan de verhalen van een jongeman uit Hoeven. Hij beweerde verscheidene malen te hebben gezien hoe er in een veldje achter zijn huis eenvoudige cirkels ontstonden die door een bol van licht werden gemaakt. De jongen kon de lichtbollen op afstand voelen naderen zodat hij elke keer precies wist wanneer hij 's nachts de gordijnen moest openen om de voorstelling vanuit zijn slaapkamerraam te bekijken. Na afloop ging hij door de achterdeur naar buiten om de nieuwe cirkel te inspecteren en pas daarna maakte hij zijn ouders wakker. Je schrijft dat het je 'volledig uitgesloten' lijkt dat de jongen je bij de neus heeft genomen, omdat hij zo'n oprechte indruk maakte. Blijkbaar geloof je liever dat hij was uitverkoren om wonderen te aanschouwen. Zo'n onvoorwaardelijk geloof in een vermeende ooggetuige lijkt mij niet rationeel.
Op zijn website geeft hij hierop het volgende antwoord:
I refute your accusation (well, that's quite a heavy word) about my non-rational "unconditional belief in an alleged eyewitness". Again, you twisted my words, as I did not write that "it can be completely excluded", but I wrote: "It seems that it can be completely excluded" that this person was just pulling my leg. A subtle but crucial difference. I agree with you that eyewitness accounts can always turn out to be completely invalid, but I think that this fact does not justify the a priori refutation of ANY eyewitness account, they way you seem to prefer. Remember that there are several other persons confirming the words of this eyewitness now, and there are more eye witnesses who saw crop circles being created by balls of light! This does not prove that their accounts are correct, but it never harms to listen.
Hij doet alsof ik zijn woorden verdraaide, maar ik werkelijkheid is het omgekeerd. Ik citeerde hem correct, want in zijn boek schreef hij: "Ook na gesprekken met de ouders van de jongeman lijkt mij dit volledig uitgesloten." , terwijl ik schreef: "Je schrijft dat het je 'volledig uitgesloten' lijkt dat de jongen je bij de neus heeft genomen." Dat is precies hetzelfde.
Ook wanneer graancirkels door lichtballen gemaakt worden, blijft het natuurlijk ongeloofwaardig dat die bollen zoveel moeite deden om zich juist aan Robbert te laten zien en hem ook nog op paranormale wijze vertelden wanneer ze een voorstelling gaven. Dat was mijn punt. Deze Robbert is tegenwoordig trouwens bekend als fotograaf van paranormale beelden en treedt op in programma's zoals Life & Cooking. Hij is van alle markten thuis!
Onder zijn reactie op internet schreef Haselhoff dat ik er nooit op gereageerd heb. Ook plaatste hij nog een pagina met reacties van Janet Ossebaard en andere deskundigen. Dat is ook een nadeel van mailtjes plaatsen op internet. Dan moet je er met iedereen over blijven discussiëren, terwijl dat meestal niet veel zin heeft. Als ik wat wil publiceren, maak ik daar liever een artikel van.
Vriendelijke
groet,
Rob Nanninga
20 maart 2005
Geachte mw. Jaqeline,
Ik heb uw discussie met Nanninga zijdelings gevolgd, en wil nog een paar duiten toevoegen.
Wat betreft National Geographic, ik heb daar contact mee gehad over een totaal ander onderwerp, namelijk 'spontane menselijke ontbranding', waar ik een stuk over schreef. NG kwam op mij over als tamelijk serieus geïnteresseerd, en ze nodigden me zelfs half en half uit om mij in Brussel te laten interviewen. Ik heb gezegd dat ik dat best vond, maar dat alles wat ik over Phyllis Newcombe te vertellen had in mijn stuk en de bijbehorende documentatie stond, die integraal op onze website staat.
NG is dus wel serieus, maar niet serieus genoeg om zelf iets te lezen en hun eigen conclusies te trekken. Of misschien toch wel, want ik heb na twee lange telefoongesprekken verder niets meer van ze gehoord.
U vindt dat Skepsis of Nanninga niet genoeg waardering heeft voor de wetenschappelijke verdiensten van personen als Haselhoff.
Er zijn twee redenen om te denken dat Haselhoff geen deugdelijke wetenschap bedrijft met zijn graancirkels.
1. De 'wonderbaarlijke wiskunde' van een van zijn cirkelanalyses slaat nergens op als je het narekent. Hij is elektrotechnisch ingenieur, dus van het beetje middelbareschoolwiskunde dat er achter zit had hij op de hoogte moeten zijn.
2. Fysieke afwijkingen aan graanstengels uit cirkels: in de eerste plaats is Haselhoff geen plantkundige, dus strikt genomen een amateur op dat gebeid. In de tweede plaats, als men dergelijk onderzoek doet dan moet men op een correcte manier stengels uit een bovennatuurlijke cirkel vergelijken met die uit een gewone (bijvoorbeeld zelfgemaakte) cirkel. Men moet bijzondere voorzorgen treffen dat men bij het verzamelen van die stengels niet partijdig te werk gaat, en de beoordeling moet ook zo mogelijk blind gebeuren. Het onderzoeksverslag moet uitvoerig berichten over de maatregelen die men genomen heeft om een vertekening door eigen vooroordeel te voorkomen. Voor zover ik weet ontbreken dat soort controles. Misschien heb ik het mis, dan hoor ik het wel.
In het algemeen blijken publicaties waarin wonderbaarlijke fysieke verschijnselen worden aangekondigd bij nader inzien vaak tot stand te zijn gekomen door buitengewoon slordige methoden. Het vergt vaak nogal wat moeite om deze aantijging hard te maken, maar vaak verschaffen de onderzoeksverslagen al aanwijzingen door het ontbreken van details over controlemaatregelen.
Jan
Willem Nienhuys
secretaris Skepsis
Op deze laatste mail van Jan Willem heb ik een reactie gestuurd omdat ik ervan uitga dat mijn e-mailadres bij hem nog niet geblokkeerd wordt.
20 maart 2005
Hallo
Jan Willem,
Wellicht dat mijn e-mails nog wel bij jou aankomen, bij Rob komen ze niet meer
aan of hij gooit ze meteen in de prullenbak. Je hebt met Paul Harmans van ufowijzer
te maken en ik heb Jaqeline gevraagd of zij met jullie wilde discussiëren
omdat ik anders geen antwoord zou krijgen.
Ik wil je erop wijzen dat deze hele discussie absoluut niet over Haselhoff ging,
maar over het wetenschappelijke werk van Levengood.
Ik wil slechts de eerste reacties van Rob bij het artikel van Nancy Talbott
plaatsen om de tegenstellingen tussen voor en tegenstanders weer te geven. Opeens
klimmen jullie in de pen en gaan overdonderende reacties schrijven alsof je
probeert te voorkomen dat de eerste reacties op Internet verschijnen. Hebben
jullie wat te verbergen? Dat zou ik niet denken als ik jullie artikelen op de
Skepsissite lees, dus wat is er op tegen dat de eerste reacties aan Jaqeline
voor iedereen te lezen zijn?
Ik houd het even kort, want wellicht komt mijn e-mail ook niet bij jou aan.
Groeten,
Paul Harmans
Zo snel als voorheen de reacties binnenkwamen zo lang duurt het nu en voorlopig heerst er alleen een oorverdovende stilte. Wat beweerde Eltjo Haselhoff ook al weer, dat Rob niet meer reageerde op zijn e-mail? Wie zou er gelijk hebben? Ik weet het antwoord wel!
De onderstaande links verwijzen naar de website van Levengood. Kijk vooral naar de uitgebreide documentatie van het gedane onderzoek. Levengood heeft naar meer dan 300 graancirkels onderzoek gedaan, heeft daarbij vele controlemonsters onderzocht en voldoet daarmee aan de strenge wetenschappelijke voorwaarden die elke wetenschapper zal overtuigen van het feit dat er meer achter een aantal graancirkels zit.