LARRY WARREN
Beveiligingsofficier in het Amerikaanse leger
Getuige in het ‘Disclosure Project’ september 2000
Vertaling: Paul Harmans augustus 2005
Met toestemming vertaald
Larry Warren was een beveiligingsofficier op de Bentwaters luchtmachtbasis in Groot-Brittannië. Hij was aanwezig gedurende een gebeurtenis in 1980 waarbij een buitenaards toestel landde, zweefde en in wisselwerking stond met het luchtmachtpersoneel op de basis. Nadien werd het personeel dat getuige was van de gebeurtenis geïntimideerd, ingelicht en gedwongen documenten te ondertekenen waarin een valse voorstelling van zaken werd gegeven. Warren’s getuigenis wordt ondersteund door vele andere getuigenissen van militaire getuigen die bij ons zijn aangesloten. Er bestaat officiële documentatie betreffende dit incident, er is fotografisch materiaal en er is bewijs van fysieke landingssporen. Dit gehele incident wordt tevens ondersteund door de ambtenaar van het ministerie van defensie, Nick Pope en de vijfsterrengeneraal, marineman, voormalig minister van het ministerie van defensie, Lord Hill-Norton en door sergeant Clifford Stone.
Larry Warren: Mijn naam is Larry Warren. In december 1980 was ik toegewezen aan de 81ste tactische gevechtseenheid in Suffolk, East Anglia op de NAVO luchtmachtbasis Bentwaters welke vlak naast luchtmachtbasis Woodbridge ligt. Ik was een veiligheidsspecialist en mijn functie was het bewaken van het nucleaire arsenaal dat we daar in het geheim hielden. Op 11 december 1980 kreeg ik mijn veiligheids betrouwbaarheidsverklaring (PRP) en was ik bevoegd. Mijn betrouwbaarheidsverklaring was een geheime in die tijd.
Het UFO-incident vond plaats nabij Woodbridge, welke onze zusterbasis was, zes mijl verderop en gescheiden van Bentwaters door een dennenbos dat bekend staat als het Rendleshambos. Het was in mijn tweede week op de basis en ik zat in de nachtdienst. We kwamen net uit een kort verlof. De vorige wacht, de C-wacht, had op de morgen van de eerste dag na tweede kerstdag een ontmoeting met een UFO gehad, vroeg in de morgen en dat was twee nachten voor mijn gebeurtenis. Een veiligheidspolitieman genaamd John Burroughs en luchtmachtman Parker waren bij de oost-poort van Woodbridge. Burroughs zag wat leek op een object in het bos ten oosten van de landingsbaan, juist tussen de bomen. Er waren veelkleurige lichten en hij vermoedde dat er wellicht een vliegtuig was neergestort. Hij belde naar de centrale veiligheidspost op Bentwaters en rapporteerde wat hij zag. Een wachtchef genaamd Jim Penniston reageerde erop – hij was een stafsergeant – en er arriveerde een aantal andere mensen.
Ik was er niet bij betrokken, maar dit is wat ik ervan weet: zij speurden naar het fenomeen in de bossen – zij dachten definitief dat er een vliegtuig was gecrasht en startte de normale procedures… Zij ontdekten echter dat het geen vliegtuig was, maar een driehoekig object van ongeveer zes voet aan de basis dat oprees tot een punt op negen voet hoogte. Het leek op zwart glas met een grote dichtheid. Ze wisten niet of het op een onderstel of op een soort poten stond, maar er waren veelkleurige lichten rondom het. Ik weet – uit zijn eigen getuigenis - dat sergeant Penniston en zijn mannen hun geweren droegen, die waren van het 38-kaliber zoals de mensen van de ordehandhaving ze ook hebben. Sergeant Penniston droeg ook zijn revolver en richtte dat op het object toen zij het naderden. Zij zagen duidelijk dat het iets was waar zij niet bekend mee waren. Het waren allemaal goed getrainde waarnemers op het gebied van vliegtuigen of ongewone zaken, zoals we allemaal waren in die tijd.
Sergeant Penniston richtte zijn revolver op het object. Op een bepaald moment naderde hij het object zeer dicht en bekeek een paneel dat aan een zijde zat waarop een soort tekst stond die op hiërogliefen leek. Het kwam hem wel wat bekend voor, maar hij kon het schrift niet thuisbrengen. Het lag in reliëf op het oppervlak, hij betaste het en bevoelde de oppervlakte, die voelde tot op zekere hoogte warm aan en had de structuur van glas, ongeveer – de vastheid en de hardheid. Ze bespeurden dat er in het binnenste beweging was, ze zagen dat door het halfdoorzichtige glas. Sergeant Penniston hoorde een stem. En die stem zei iets wat voor ons mensen niet valt voor te stellen, het zei: "Wij komen vanuit de toekomst, wij zijn jullie, wij komen vijf en een half miljoen jaar vanuit jullie toekomst."
Deze mannen bleken later vier uur tijd te missen en hun radioverkeer met de basis was niet doorgekomen. Gelukkig reageerden er nog andere mensen op de oproep en zij zagen wat er gebeurde met deze mensen en enkelen hadden een camera en maakten wat foto’s.
(Zie de getuigenis van sergeant Clifford Stone die bevestigt dat films en foto’s van deze gebeurtenissen werden genomen en hoe die werden afgehandeld. SG)
Deze mannen werd de volgende morgen geheimhouding opgelegd. Ze werden gered uit het bos, waren nog versuft en legden onmiddellijk een verklaring af. Ze kregen injecties waarvan werd gezegd dat het natrium-pentathol was en die volgens de regels van de luchtmacht toegediend moesten worden. Burroughs vertelde mij meteen dat hij wist dat het fenomeen binnen twee dagen terug zou komen en dat deed het inderdaad. Hun dienst was die dag geëindigd en die van mij begon.
Er was bewijs van deze ontmoeting achtergebleven – pootafdrukken in de grond. De Britse politie reageerde er de volgende morgen op omdat het een incident was. Het werd aan hen gerapporteerd door het bureau operaties van de veiligheidsdienst van de basis. Kolonel Charles Halt kan dit exact verklaren, want hij was op de plek voor onderzoek. Deze pootafdrukken lagen op een precieze afstand van negen voet van elkaar en vormden een driehoek. Het moest gaan om iets dat daar op de grond had gestaan en dat twee en een halve ton had gewogen. Er was een gat in de overkapping van de Corsicaanse dennenbomen waar iets duidelijk door naar beneden was gekomen. Er was achtergrondstraling gemeten en Nick Pope kan hier zeker meer informatie over verschaffen via het ministerie van defensie.
(Zie de belangrijke getuigenis van de Britse ambtenaar van het ministerie van defensie Nick Pope, die dit incident en de stralingswaarden die zijn gemeten bevestigt. SG.)
De waarden waren 25 maal hoger dan de normale achtergrondstraling in dat gebied. Deze waarden werden gemeten door sergeant Nevels, de man van onderzoek bij ongelukken, hij had een Geigerteller en wist hoe je de waarden moest aflezen. Deze waarden werden op de landingsplaats gemeten, er was reststraling achtergebleven op alles, ook op de bomen.
Ik was gepost op een zeer afgelegen standplaats aan het eind van het Bentwaters grondgebied, genaamd grenspost 18, het was een waarschuwingsopstelling. Ik ging naar mijn post en er gebeurde de eerste anderhalf uur niets. Wat mij het eerste opviel was dat er dieren onrustig werden en een kudde herten rende naar een wat lager hek dat in die tijd de basis omgaf. De kudde sprong over het hek en rende langs mijn post en dwars over de landingsbaan. Ze leken mij zeer nerveus, of ik had tenminste dat gevoel.
Plotseling hoorde ik gesprekken op de open kanalen. We hadden Motorola radio’s in die tijd. We hadden vier kanalen voor de veiligheidspolitie en kanalen voor de operationele dienst die open stonden. Ik begon gesprekken te horen over lichten in het bos, richting Woodbridge: “De lichten zijn er weer”, en ik keek omhoog. Op dat moment kreeg ik een oproep van luitenant Bruce Englund, die een officier van de veiligheidspolitie was. Hij was de wachtcommandant in die tijd en zei: “Warren sluit je post af, je wordt opgepikt door een GOV, dat is een government-operated vehicle (een legervoertuig). Er verscheen een vrachtwagen en sergeant Bustinza, die ook mijn rapporterende officier was, was de chauffeur. Luitenant Englund zat op de passagiersplaats en er zat ander personeel - nieuw personeel net als mij – achterin. Er werd mij gezegd in te stappen. We reden onmiddellijk naar de parkeerplaats van Bentwaters.
Er waren een hoop gesprekken van mensen op de radio die trachtten de commandant van de basis te vinden en zij zeiden: “Verander frequentie, en gebruik je radio niet.” Ik moet erbij zeggen dat dit alles werd opgenomen in CSC (Command Security Control) op de tapes van die nacht. Die werden later gestolen en ook de logboeken over die periode. Kolonel Charles Halt kan dat ook bevestigen. Ze werden binnen een paar dagen vermist toen hij ernaar wilde kijken – de lijst met personeel dat op wacht was en een heleboel andere zaken, rapportages van incidenten, alles. Het was allemaal weg.
We hadden onze NAVO-commandanten van de politiepatrouille erbij, wat zeer ongebruikelijk is en er was veel aandrang van de hogergeplaatsten. We liepen via een houthakkerspad het bos in en er reed een pantservoertuig achter ons aan. We liepen ongeveer een halve mijl het bos in. Ik heb hier al een hele tijd niets over verteld, omdat ik het opgeschreven had en ik dacht dat ik het nooit meer… De gewaarwording in het bos was zeer vreemd. De bewegingen waren eigenaardig. Het waarnemingsvermogen werd ongewoon op het moment dat we het bos betraden. Ik kan je vertellen – er was een probleem. Iets was er niet goed.
We hielden stil. Er waren nog wat andere voertuigen. Ze namen ons onze wapens af. We werden opgesplitst in groepen van vier en liepen een pad af verder het bos in. Kolonel Charles Halt was die nacht ook aanwezig, samen met een groep hogere officieren. Luitenant Englund verenigde zich op een bepaald moment met hen. Er was een hoop radioverkeer, maar wij - de lagere rangen - moesten radiostilte houden. Maar ik kon op de open kanalen anderen horen zeggen: “Jullie mannen die nu binnenkomen moeten de hotspots vermijden. We willen niet dat jullie allemaal over ze heen lopen.” Ik denk dat zij van te voren wisten dat deze objecten terugkwamen.
Sergeant Burroughs – waarnemer in de eerste nacht – wist ook dat ze terug zouden komen en arriveerde in het veld, buiten dienst en in burgerkleding, geobsedeerd door het fenomeen. Je kunt op een gegeven moment op de tape die kolonel Charles Halt die nacht maakte, horen dat één van de mensen die aan het hek stonden en de toegang tot het bos bewaakten, kolonel Halt oproept en hem doorgeeft dat luchtmachtman Burroughs en twee andere personen hem willen ontmoeten op zijn locatie. En kolonel Halt reageert daarop met “Dat is negatief op dit moment, we zullen hen vertellen wanneer ze wel hierheen kunnen komen. We willen op het moment niemand hier hebben.” Deze tape krijg je en zou beluisterd moeten worden door alle belanghebbenden.
Wat ik zag – ik zou willen dat het veel eenvoudiger was dan het was. Toen wij met de kleinere groepen door het bos verder trokken… ik was daar samen met sergeant Bustinza, Robert Ball de wachtchef en heel veel andere mensen. We kwamen aan het eind van de dennenbomen bij een open plek, genaamd Capel Green en er was een fenomeen op de grond van deze plek, het zag eruit als mist, het leek op mist aan de grond. Er was een filmcamera - een bioscoopfilmcamera – aanwezig en er was een hele grote videocamera daar – die waren in die tijd nog behoorlijk groot. Die waren afkomstig van publieke zaken van Bentwaters. Ze wisten van de terugkeer van het fenomeen. Er is in die film een pad te zien, wat is aangelegd en ik ben niet de enige die dat vertel. Alles wat ik je vertel kan tijdens een rechtszaak worden ondersteund met de massa bewijs die er bestaat en ik ben van plan om dat te doen.
Ik observeerde het, het leek op de opname van een film. Deze mist was op de grond en werd gadegeslagen. Er waren voorbereidingen getroffen voor een eventuele ramp. Verderop was links van mij een huis, een boerderij. Ik was nog nooit eerder in dit bos geweest. Er brandde licht in dat huis, dus de bewoners waren thuis. Er blafte een hond, dat herinner ik mij duidelijk. Ik zag een licht aankomen. We konden overigens op deze open plek het licht van de Orford vuurtoren goed zien. Deze zaak is afgedaan als een misinterpretatie van deze vuurtoren, maar dat is onzin. In werkelijkheid is die vuurtoren daar al meer dan 100 jaar en was voor niemand een verrassing. Het object, een rood basketbal-vormig object, kwam vanaf de kant van de Noordzee over de bomen aangevlogen. Ik dacht dat het een staartlicht van een vliegtuig was, maar het bewoog zo snel.
De mist op de grond bleek structuur te hebben en was een kleine 20 meter in doorsnede. Het basketbal-vormige, amberkleurige licht leek niet massief te zijn – ik kan je niet vertellen wat het was – het zat een meter of 7 boven het object, de mist. Zodra ik daar mijn aandacht op vestigde en iedereen dat deed, was ook de camera erop gericht, deze mensen reageerden erop. Toen was er een explosie - het is heel moeilijk om het te omschrijven – dit ding brak in vele brokken van extreem fel licht! Ik en anderen, leden daarna aan verbranding van de ogen, ik heb daar documenten van omdat ik ze gestolen heb van Bentwaters toen een officier mij dat adviseerde. Hij zei: “Jullie militaire bescheiden zullen verdampen zodra jullie weg zijn.” Dus mijn ogen waren beschadigd, brandwonden op het netvlies en al. Dat is medisch bevestigd, alsof ik 10 minuten in een lasvlam had gekeken, iets wat ten zeerste is af te raden.
Vanaf dat punt was alles zeer bizar. Deze explosie van licht was geluidloos en op de plek waar de explosie had plaatsgevonden verscheen een gestructureerd solide object, behoorlijk groot, ongeveer 10 meter aan de basis en het was piramidevormig. Het was heel erg ongelijkmatig, het vervormde als je er naar keek, met een regenboogeffect. En toch, als je naar de omtrek keek, kon je duidelijk een vaste vorm zien. Ik zeg je, er is echt bewijs van dit ding, waar het zich bevond, tot op de dag van vandaag. Geloof me, deze zaak zou iedereen overtuigen! Dat ding was daar, op de grond en het werd gefilmd en gefotografeerd.
Er zijn enkele Britse bobbies te horen op de geluidstape van Halt. Je hoort, omdat hun sirenes een tijdje werkten, het politiekorps van Suffolk dat het bos binnentrekt met haar Engelse politievoertuigen. Deze politieagenten zijn nu onbereikbaar, ze willen met niemand praten. Zij hadden ook een camera en er werd er zelfs één van hen afgepakt. Er werd hier al meteen een internationaal conflict gecreëerd.
De commandant van onze luchtgevechtseenheid, Gordon Williams - die naar ik meen die nacht op een feestje was – arriveerde ter plekke met een aantal andere hoge mensen. Er waren ook Britse militairen present. Zij waren wellicht ook op het feestje. Ik moet zeggen, zij leken te weten hoe je met een gebeurtenis als deze moest omgaan.
Ik heb geen herinnering aan enig geluid afkomstig van dat object. Het leek bijna op een luchtspiegeling en toch weet ik dat het een massief iets was, omdat het sporen en bewijs naliet, maar het was zo anders als wat ik ooit gezien heb en het was recht voor ons. Ik stond er slechts 10 meter vanaf, te dichtbij.
Er was een levenvorm dat er mee te maken had, ik herinner me dat ik dacht: wat doen deze kinderen hier? En de geest raakte verward. Er was een fel licht en er was beweging. Deze dingen hadden een bovenlichaam, dat zag ik heel duidelijk en toen ik een arm zag bewegen… mijn, weet je… je bent… je hebt op dat moment het idee dat dit niet kan. De hogere rangen stonden heel dicht bij het fenomeen. Wat ik zag was dat er aan de rechterzijde van die vreemde machine een fel licht naar buiten kwam, het was blauwachtig goud en ongeveer 30 cm vanaf de grond. Het splitste zich – het was ongeveer 1.20 m hoog, maar het splitste – en er verschenen drie aparte, ellipsvormige omhulsels van licht waarbinnen deze drie wezens zaten.
Steven Greer: Maar ze leken menselijk?
Larry Warren: Ze waren mensachtig, ja.
Steven Greer: Weet je hoe lang ze waren?
Larry Warren: Ja, ze zouden zo’n 1.20 m lang kunnen zijn, ik bedoel, je denkt aan kinderen. Het licht verminderde en toen kon je zien wet er binnenin zat. Ze waren haarloos, maar ze hadden wel kleding. Er was een apparaat aan verbonden – ik kan het niet omschrijven – een donker ding. Ik kon vanwege het licht niet de lagere lichaamsdelen zien – ze liepen niet over de grond – deze dingen. En ik zou willen dat ik het nooit gezien had, maar er was een wit membraam rondom de grote ogen – en dat witte membraam bewoog, het paste zich aan. Net zoiets als onze ogen die zich aanpassen aan licht.
De
commandant was er en ik zweer dat er een protocol moet bestaan voor het geval
er zoiets als dit gebeurt. Hij bewoog zich naar voren en op dat moment werden
de lagere rangen uit het gebied weggeroepen. In feite waren er een hele hoop
lagere rangen bij betrokken en die werden allemaal teruggestuurd naar de voertuigen.
Op onze weg daar naartoe bleek dat er een hoop fenomenen in het bos gaande waren.
Deze lichtwezens, of wat het ook zijn, waren er en er waren andere toestellen
in de buurt, boven de bomen, alsof zij dat object begeleidden en erover waakten.
Ik moet je vertellen dat luchtmachtman Burroughs op het parkeergedeelte was,
daar waar alle voertuigen stonden. Ze lieten hem niet naar de plaats waar het
gebeurde gaan.
Charles Halt achtervolgde andere lichtfenomenen en er werden daarbij lichtstralen
afgevuurd naar de grond, recht voor hem en dit waren letterlijk potlooddunne
stralen afkomstig van deze halvemaanvormige objecten. Kolonel Halt sprak zijn
taperecorder in tijdens deze gebeurtenissen, vier uur geluid en jij hebt daarvan
18 minuten, dynamiet!
Mijn gebeurtenis gebeurde ongeveer een kilometer daar vandaan. In feite hoor je op die tape van Halt het begin van mijn gebeurtenis. Ik wil dit even duidelijk stellen, ik was al als getuige bekend lang voordat deze tape voor het publiek vrij kwam. En ik was degene die de tape ook daadwerkelijk onder de aandacht bracht. Ik gaf hem aan CNN en ik heb er nooit een cent of wat dan ook voor gevraagd, voor niets van dit alles. Toen we vertrokken vertelde Burroughs mij dat er een ander object verscheen, precies temidden van een hoop beveiligingsmensen op de parkeerplaats. Het verscheen exact in hun midden. Burroughs greep dat object vast en het bewoog over de grond, tien meter, en hij hield het vast! Het is absoluut een feit, hij had het echt vast! Hij bewoog met dat ding mee. Toen schoot het weg, het bewoog van Burroughs weg en er kwam een andere lichtstraal naar beneden.
Er was een kerel, hij was van de beveiliging in een pick-up. Dat ding volgde hem, één van die wezens en het licht volgde hem letterlijk. Hij sprong in zijn pick-up en trok de deur dicht, maar het volgde hem dwars door het glas voor hem. Hij werd gek en trapte de voorruit uit de auto! Dat ding verliet de auto dwars door een ander raam. Ik ken deze persoon en dit gebeurde recht voor een hele hoop andere mensen. Het verliet de auto via een ander raam dat dicht zat, het was december. Toen het wegdraaide van het voertuig kwam er een blauwe lichtstraal van boven de bomen naar beneden en dit ding vloog erin en bewoog recht omhoog en verdween in iets dat donker was en leek op een dennenappel met witte stippen licht erop. Het stak donker af tegen de nachtelijke hemel en het hield de wacht over dit incident.
Een andere officier zei dat hij voelde dat deze objecten op zoek waren naar iets. Ze (de objecten) hadden de nacht daarvoor een onderzoek via coördinaten uitgevoerd. Er waren drie nachten met activiteiten. Ze waren daar met een reden en het was zoiets als: okay, wij zijn hier met een doel, jullie mannen hinderen ons dus we zullen jullie laten zien wat jullie moeten weten, maar we zullen afmaken wat we moeten doen.
Kolonel Charles Halt vroeg me later: “Is het je opgevallen dat er in die nacht de gehele tijd drie gigantische driehoekige objecten boven de basis, boven het bos en boven de basis Woodbridge in de lucht stonden?” En er was verdwenen tijd bij een hoop personeel gedurende deze periode, het was verbazingwekkend. Naderhand viel het mij op dat ik een grote grijze pluk haar had die later uitviel. Letterlijk een grijze pluk haar aan de rechterzijde van mijn hoofd. Mijn ogen traanden overvloedig. Ik had een metaalsmaak in mijn mond, ik zweette behoorlijk en had koude rillingen.
Ik besloot dat ik mijn moeder zou bellen, maar we hadden klaarblijkelijk beveiligde telefoons op de basis. Ik was jong en nogal naïef, ik besteedde weinig aandacht aan de COMSEC regels, communicatieregels. We hadden een telefoon waarvan ik wist dat ze altijd meeluisterden met je gesprek, dus zocht ik een publieke telefoon op (die toen ook op de basis stonden) en liet de kosten van het gesprek op mijn moeders naam zetten. Ik zei: ‘ma, je zal dit niet geloven.’ Ik zei: ‘afgelopen nacht landde er een UFO op de basis en wij zagen alles, maar je zal dit niet geloven!’ En ik dacht: ze reageert niet, ‘ma? ma?’ Ze was weg. Ik keek naar Greg (een vriend die bij me was) en ik zei: ‘o mijn God, ik ben onderbroken!’ Ik belde de telefoniste en vroeg of ik opnieuw verbonden kon worden. Ze vroeg: “Belt u vanaf de basis?” Ik zei: ‘ja.’ Zij zei: “Mijn excuses, u werd onderbroken door de basis” en ze hing op. Ik keek naar Greg en ik zei: ‘jongen, ik denk dat ik in de penarie zit’ en we renden terug naar onze slaapzaal.
Voordat ik mijn moeder belde, waren we op het kantoor geroepen. Malcolm Zickler, een majoor, was het hoofd van de beveiligingspolitie en zijn ondergeschikte was majoor Carl Drury. Zij waren allemaal betrokken geweest bij het ene of het andere aspect van deze gebeurtenissen. Er stond een Jaguar buiten het kantoor en nog een andere dure auto, ik weet niet meer welk type. En ik dacht: o ja hoor, daar gaan we – de geheimhouding wordt ons opgelegd. Alle lagere rangen waren er, er waren geen hogere rangen in mijn groep dan die van sergeant. We werden onderverdeeld bij deze debriefing, dat begrijp ik nu, maar toen niet. En ik zei: ‘o mijn God, nu gaan ze ons vertellen dat we onze mond moeten houden,’ ik wist het! Er waren mensen in burgerkleding die in en uit het kantoor van de beveiligingspolitie liepen en dat was ongewoon. Ik was behoorlijk opgefokt.
Ze vroegen: “Heeft één van jullie iets opgeraapt of verwijderd uit het bos terwijl je daar was? Iets, een steen, twijgje, wat dan ook?” Ze bleven dat steeds weer vragen en ze zeiden: “Als je dat wel hebt gedaan en je vertelt het niet aan ons, dan ben je schuldig volgens de UCMJ.” Al die regels: artikel XV en meer dan dat: JL-11, alles. We waren jong en we waren allemaal nieuw, we hadden zoiets van: o mijn God, we zijn hier amper begonnen en we zitten nu al in moeilijkheden. We werden afgetast met een geigerteller en er was bij een van de jongens een reactie en er werd iets uit zijn zak gehaald. Deze jongen werd snel afgevoerd en ik zweer op mijn leven dat ik hem nooit meer heb teruggezien! Hij werd verwijderd.
Dat gebeurde met een hoop mensen. Het leidde tot een zelfmoord waar de luchtmacht verantwoordelijk voor was, dit gaat over een echt persoon met een echte naam. Deze basis had overigens de hoogste graad van zelfmoorden binnen de NAVO en dat is een feit, dat is bevestigd. Eén van de kapiteins die erbij betrokken was werd gevonden hangend aan een boom in zijn achtertuin – getrouwd, met kinderen. Al die mensen begonnen zichzelf neer te schieten en te doden. Ik heb het overleefd en het verbaast mij dat ik er levend uitkwam.
Afijn, we werden het kantoor binnengebracht, er waren rijen stoelen en een klein bureautje. De wetshandhavers werden die dag buiten het kantoor gehouden. Alles was vanaf toen anders op de basis. We werden binnengebracht en er lagen papieren op het bureautje. We waren met een man of tien en er lagen evenveel stapeltjes al ingevulde papieren. Eén van die papieren was een reeds ingevulde, algemene verklaring van wat wij zagen - wat dus was wat wij niet zagen. Het verklaarde dat wij buitendienst waren en alleen wat lichten door de bomen zagen knipperen. Ik herinner mij dat nog duidelijk. Ik zei: ‘wat nu als we dit niet ondertekenen majoor Zickler?’ En hij antwoordde: “Je hebt geen keus.” En hij zei: “Ik heb ook geen andere keus dan jullie te vragen dit te ondertekenen.” Ik zag die andere mensen in zijn kantoor, omdat wij in een kantoor daarnaast waren.
Hij vertelde ons te tekenen – ik denk dat er vier documenten waren. Eén daarvan was een UCM geheimhoudingsding, ik weet het niet precies, JANAP-1 of zoiets, er stond duidelijk JANAP. Maar er waren andere dingen die we niet konden lezen. Ze zeiden: “Je krijgt later de gelegenheid om ze te lezen, zet nu je handtekening en persoonlijke veiligheidnummer eronder.” Daarna werden we zijn kantoor binnengeleid. Daar stond een projectiescherm en twee rijen metalen stoelen waren uitgeklapt. Majoor Zickler vertrok en er kwamen twee mensen in burgerkleding – stevige mannen, zeer zakelijk lijkend, Amerikaans. Zij hadden een plasic ID-card met een foto en er stond: ‘Armed Forces Security Services’ op. Ik weet niet of dat luchtmacht is, wij werden verteld dat het een onderdeel was van het National Security Agency. Het waren intimiderende mensen.
(Zie de getuigenis van Merle Shane McDowe en anderen aangaande dit patroon van intimiderende debriefingsprotocollen. SG.)
Ze lachten niet of iets dergelijks. Wij waren in uniform, ze hadden ons nadrukkelijk gevraagd het uniform te dragen dat we droegen toen we in het veld waren. Ik denk dat dat was voor de geigertellertest. Dus, wij gingen zitten en een commandant van de marine van het Amerikaanse Navy ONI (Office of Naval Intelligence) in Londen, genaamd commandant Richardson, kwam binnen. Hij nam de teugels in handen. Hij was in uniform en behandelde ons zeer minzaam. Feitelijk ging het als volgt: Ik zat naast een vriend van mij afkomstig uit Alabama, die we Alabama noemden. Alabama was religieus, hij was zo toegewijd wat dat betreft. Hij had een handbijbel en las daarin. Hij was helemaal weg. En als je dan zo jong bent, 19 jaar… iemands conditie is vaak voor een hoop mensen niet zichtbaar… de pijn en trauma’s van mensen… maar ik zat naast deze jongen en ik wist dat hij eraan onderdoor ging. Hij is ook één van de jongens die het niet haalde, hij was iemand met een naam en hij had familie en alles wat iedereen heeft. Maar zij gaven daar niet om.
Maar wat commandant Richardson zei was het volgende, wij waren allemaal stom, maar dat was al duidelijk, in ieder gaval in het kort kwam het hierop neer: “Jullie luchtmachtmannen hebben bloot gestaan aan iets waarvan wij al langer dan jullie kunnen vermoeden, weet hebben.” Het was een feitenkwestie. Hij zei: “Er bestaat een fenomeen dat hier al vele, vele jaren komt. Iets ervan komt en gaat weer weg en iets ervan is hier permanent aanwezig.” Nou ja, ze zeiden niet een fenomeen, ze spraken over verschillende civilisaties – vergevorderde civilisaties. En er werd een hoop gesproken over de redenen om het geheim te houden, onder andere vanwege de nationale veiligheid. Hij zei: “Het is beter om verder te gaan met jullie leven.” Eén van de jongens in de kamer vroeg: “Wat gebeurt er als we iets zeggen?” En hij zei: “Weet dit nu en voor altijd: jullie post en telefoon zal gecontroleerd worden zolang jullie in het leger zitten. De beste manier om ermee om te gaan is om er met niemand over te praten, zelfs niet onder elkaar, doe dat vanaf nu. Ga verder met jullie leven en vergeet dit allemaal. Ga verder met jullie leven in de wetenschap dat je iets hebt gezien dat slechts weinigen ooit zullen zien.” Elk woord was loyaal aan de nationale veiligheid, onze eed, je land dienen – het was een hersenspoeling, opeens begon hij dat allemaal te herhalen en er was een soort eentonigheid in zijn stem.
Toen kregen we een film te zien. Ze zeiden: “We gaan jullie een film laten zien die jullie wellicht het beste kan helpen met het in perspectief plaatsen van wat jullie heren hebben gezien en jullie kan helpen om het voor jezelf te verwerken.” Er werd ook gezegd dat als iemand van ons ongewone dromen had of zou krijgen, er een speciaal telefoonnummer was dat we de komende maand dagelijks konden bellen. En als er iemand was die informatie uit ons trachtte los te krijgen, dan moesten we dat ook de autoriteiten laten weten. Ze zeiden dat er een mogelijkheid bestond dat de Sovjet-Unie het gebied zou infiltreren, om informatie van ons los te krijgen. In die tijd bestond de Koude Oorlog nog en ze droegen ons op om voor van alles en nog wat op onze hoede te zijn en dat we alles meteen moesten rapporteren. Ze speelden de film af, ik bedoel, het was een film op een spoel en er was geen verhaal bij en zij vertelden er ook niets bij.
Het begon met beelden die met een snelle camera waren genomen en waarvan ik aanneem dat ze stammen uit de veertiger jaren. Het liet enkele propellertoestellen zien bij vol daglicht. Het leek boven de Florida Keys en een vloot zilveren schotels vloog onder de vliegtuigen. Dat waren de eerste beelden. Daarna volgde meer. De film doorliep alles, zelfs tot aan het ruimtevaartprogramma. De beste beelden waren van de commando’s van de 5e speciale militaire eenheid in Vietnam, op een heuvel van rode klei met laag struikgewas en een kerel met een camera. Ik weet niet uit welk jaar dat was, maar het was in kleur. Hij draait de camera en een gigantisch, groen, driehoekig gevormd ding rees op uit het bos, heel langzaam en behoedzaam, vanaf beneden hen, naar ooghoogte en cameraniveau en verder omhoog. Maar planten en takken vallen vanaf dat massieve ding en een vlucht grote pelikanen, of andere vogels, vliegt er onderdoor, ik zal dat beeld mijn levenlang niet vergeten! Ik herinner mij dat zelfs nog beter dan mijn incident in het bos. Het ruimtevaartprogramma: ik zweer bij God dat de film bouwwerken op de maan liet zien – van die doosvormige dingen – die zandkleurig waren.
(Zie ook de belangrijke, bevestigende getuigenis van deze bouwwerken van Karl Wolf. SG.)
Het liet ook de maanauto zien die rondreed. Ik herinner mij dat duidelijk, want ik was een kind toen dat allemaal gebeurde. Dan – op een afstand – wijzen de astronauten naar deze doosvormige dingen en gestructureerde objecten bewegen zich vanaf het maanoppervlak – gefilmd door de Apollo-missies.
(Bedenk wel: het is bekend dat er veel desinformatie is verspreid door diverse overheidsinstanties, met de bedoeling de zaak zó ongeloofwaardig te doen voorkomen, dat geen enkel mens het zal geloven. Misschien zijn sommige beelden in deze film dus trucage, bewuste desinformatie. Aan de andere kant hebben sceptici hard hun best gedaan om de bewering dat er gebouwen op de maan staan als voorbeeld te stellen van hoe belachelijk het UFO-fenomeen wel is. Maar als je even je gezonde verstand gebruikt en nadenkt waar eventuele buitenaardse bezoekers hun basis zouden vestigen, dan kom je tot de conclusie dat de achterkant van de maan de beste plek is. Je komt daar nooit in het zicht van de aarde en blijft dus onopgemerkt, tenzij de bewoners daarvan zo vergevorderd zijn dat ze de ruimte in gaan en een rondje om de maan vliegen. Tevens ligt het op een steenworp afstand (in relatie tot de ruimtereis die ze moeten maken vanaf hun eigen planeet) van de wereld die ze misschien al duizenden jaren onderzoeken. Ook de geheimzinnigheid die de Amerikaanse regering erop nahoudt wat betreft de vele foto’s van het maanoppervlak is vreemd. Met sommige daarvan is duidelijk geknoeid, maar waarom, als de maan niets anders is dan een grote zandbak met keien en kuilen? Vert.)
Steven Greer: Hoe zagen die gebouwen op de maan eruit, wat voor vorm hadden ze?
Larry Warren: Ze zagen eruit alsof ze dezelfde kleur hadden als de maan, maar er zat duidelijk structuur in. Zoals grote doosvormen – heel hoekige en vierkante structuren zonder ramen. Maar zij waren kunstmatig, duidelijk en ze werden gefilmd en toen waren er lichten en vreemde dingen op de toppen van de heuvels.
Steven Greer: Zijn ze in goede conditie, of zijn ze oud?
Larry Warren: O nee, ze zien er ongerept uit.
Steven Greer: En vlogen er UFO’s?
Larry Warren: Heel duidelijk, in verschillende scènes. Een hoop daarvan was met de maanauto erbij, het was tijdens die missie. Sommige beelden lieten de astronauten tijdens een ruimtewandeling zien terwijl er iets donkers naast ze opduikt, waarop rode puntjes licht zijn te zien. Dat herinner ik me nog. Het ging wel allemaal heel snel, ze lieten het nooit twee maal zien. De Apollo-missies is het tijdperk waar het mee eindigde.
Dus na die bijeenkomst en nadat ik mijn moeder had gebeld waarbij ik werd afgesloten, wist ik dat ik in moeilijkheden zat. Ik werd naar de sectie communicatie van Bentwaters geroepen. Ik wist wat er ging komen. Er was daar een stafsergeant en een kapitein verhoorde mij. Er werden mij vragen gesteld. Er was een bandrecorder aanwezig bij die meeting en ze bleven mij maar vragen: “Heb je gevoelige informatie vrijgegeven over de telefoonlijn?” Telkens weer en weer. En ik zei: ‘nee, nee.’ En zij zeiden: “Blijf je daarbij?” Ik zei: ‘ja.’ Ik loog alsof het gedrukt stond. Toen draaiden zij een tape af en daar was ik: ‘Hallo ma, je zal dit niet geloven. Afgelopen nacht landde er een UFO op de basis…’ Ze zeiden: “Warren, je moet begrijpen dat elke telefoon op deze basis wordt afgeluisterd, altijd, hoe dan ook”. Er werd mij verteld dat ik geen artikel XV kreeg omdat zoiets later na te trekken was. Ik kreeg een boete van 300 dollar en als ik voor meer moeilijkheden zou zorgen werden me mijn strepen afgenomen. Er zijn papieren waarin die boete staat vermeld, maar er staat geen verklaring bij. Later werd ik bedreigd door de IRS, idioterie. Zij zijn krankzinnig, compleet krankzinnig.
Later toen we zaten te eten, waar ook sergeant Penniston bijzat, vroeg iemand mij: “Wat is er afgelopen nacht gebeurd? En sergeant Penniston, hij was de hoogste, zei: “Donder op Warren, donder op.” Precies zo. En ik dacht: o mijn God en ik gooide mijn dienblad weg en liep de deur uit. Vanaf daar ging het bergafwaarts.
Later die nacht ontvingen sergeant Bustina en ik – en ik zweer dat het ook anderen overkwam – een telefoontje waarin ons werd gezegd om ‘s middags om 05.00 naar een voertuig op de parkeerplaats te komen. Het is in Engeland in december rond die tijd donker. We liepen er samen heen, ik zei: ‘hallo Busty, hoe gaat het?’ Hij: “Prima.” En we liepen samen naar dat voertuig. De deur stond open en er zat een kerel in. Wat er in werkelijkheid gebeurde was dat er twee mannen achter elk van ons opdoken – en ik herinner mij dat er één op hem (Bustina) toeliep – en ik hoorde een geluid dat leek op het geluid van een spuitbus en alles werd zwart voor mijn ogen. Mijn bewuste herinnering was jarenlang dat de interieurverlichting in dat voertuig te fel was en toen raakte ik bewusteloos. In werkelijkheid werden we verdoofd door iets uit een spuitbus. Het water liep uit mijn neus en ik had druk op de borst. Ik werd in ieder geval niet netjes in de auto gezet, ik werd geslagen, werkelijk geraakt tussen mijn ribben en geduwd. Ik verzette me en ik wist dat sergeant Bustina hetzelfde deed.
Ik had mijzelf gezien als een probleem, maar jaren later hoorde ik dat hij ook wat telefoontjes had gepleegd. We werden meegenomen naar een gedeelte van het Bentwaters terrein, ik wist dat omdat ik op de plaats waar we waren het geluid herkende. Toen ik uit de auto werd gehaald liep ik een snee in mijn gezicht op, omdat ik er eigenlijk uitviel – duidelijk beperkt in mijn bewegingen – en ik raakte een stuk beton en ijs. Ik werd op mijn kop weggevoerd. Ik herinner mij dat mijn neus leegliep, maar ik kon het niet wegwissen of zoiets. Ik wist niet of het bloed was of wat anders. Ik weet dat we naar beneden gingen. Er is een ondergrondse voorziening op die basis en die bestaat nu nog. Ik heb er meerdere herinneringen aan, het was een klinische situatie.
We weten nu dat er een hoop mensen van buiten de basis aanwezig waren. Er waren teams in de bossen. Vliegtuigen landden op Woodbridge en zelfs de commandanten van de bases was het verboden er bij in de buurt te komen of om te vragen waarom zij er waren. Teams in witte pakken gingen door het bos. Er waren mensen van de inlichtingendienst op de basis die er nog nooit waren geweest. Er waren allerlei dingen die nu als feit bevestigd kunnen worden door veel andere mensen.
(Zie de getuigenis van sergeant Clifford Stone die betrokken was bij een dergelijk extern onderzoeksteam dat deze gebeurtenis onderzocht. SG.)
Hoe dan ook, ik had ongeveer 20 minuten geheugen en daarna was ik vertrokken voor een dag en dat is bevestigd door andere mensen. Mensen zeiden dat ik op onverwacht verlof was of gewoon met verlof of niet op de basis, maar ik was ónder de basis en er was meer personeel daar. Er stond ook een hoop hoogtechnologische machinerie, hoge gewelfde glasachtige plafonds, glazen panelen voor de wanden, zoals een muur in een metrotunnel, oud, maar zeer grote glazen panelen. We werden naar een deel gebracht en ik heb daaraan een bewuste herinnering, of het nu echt is of niet, waar we in een zeer donkere ruimte staarden en iemand die naast mij staat vertelt dat er tunnels zijn die vanaf de basis naar de Noordzee lopen.
Mijn volgende herinnering is vol daglicht terwijl ik vanuit het fotolab op de basis naar buiten, de zon in loop. Een hele hoop jongere jongens en ik ondergingen dit. Ik herinner mij dat ik op een tafel lig en ik zie hoge luchtmachtofficieren en wat andere niet herkenbare mensen die boven mij tegen me praten. Ik weet dat ik naar ze opkeek en dat er felle lichten waren. Ik had overigens littekens toen ik eruit kwam, een IV of zoiets. Ik had kneuzingen en verband. Dat was allemaal echt, ik had dat. Ik ben bang om te weten, of om er alleen maar aan te denken, wat er werkelijk gebeurd is, dus ik ben niet te diep in deze herinneringen gedoken.
Ik schreef mijn moeder een brief, ik schreef die brief anderhalve week voordat Charles Halt zijn feitelijke Halt-memo schreef, die via de wet op vrijheid van informatie is vrij gekregen. Het is een document dat leest als sciencefiction op luchtmachtpapier. De gebeurtenissen worden daarin geminimaliseerd – ik denk opzettelijk – maar het leest als sciencefiction. Het werd in 1983 vrij gekregen door Citizens Against UFO Secrecy gebaseerd op informatie die ik hen had verstrekt, na talloze ontkenningen van de luchtmacht dat het bestond.
Gipsafdrukken werden gemaakt van de indrukken die het object in de eerste nacht had achtergelaten op de landingsplaats. Charles Halt bezit er nog steeds één van en vertoont het aan mensen die het willen zien en ik denk dat hij het ook zal willen laten zien aan elk lid van de regering. De meeste gipsafdrukken worden nu vermist. Er werd een bodemonderzoek op de landingsplaats gedaan, maar het is allemaal verdwenen. Jaren later, van 1988 tot 1990, namen we boormonsters die werden geanalyseerd door het Springborn Environmental Labs in Massachusetts door officieel erkende wetenschappers. De gepubliceerde resultaten daarvan zijn opgenomen in het boek ‘Left at East Gate’.
Een absoluut fenomeen heeft daar plaatsgevonden, tot op een diepte van een meter. Planten groeien sinds 20 jaar niet op die plek, ongeacht wat voor planten. We hebben daarover met de boeren gesproken. De grond is ook donkerder, het neemt geen water op. Het is bijna kristal, gemixt met een zeer droge modder die lijkt op gevriesdroogde koffie.
(Zie de getuigenis van Roberto Pinotti en de resultaten van de landingsplaatsen in Italië en Frankrijk, die dezelfde veranderingen laten zien. SG.)
Het leek alsof de grond in een industriële magnetron superhoog was verhit en daarna meteen werd ingevroren. RAF Watten, een luchtmachtbasis van de Engelsen, had gedurende al de nachten waarover we nu praten deze objecten op de radar. RAF Watten pikte op de eerste en de derde nacht een object op dat neerdaalde in het bos. De volgende dag ging de Amerikaanse luchtmacht naar RAF Watten, sprak met de luchtverkeersleiders en vertelde hen dat een buitenaards ruimtevaartuig was geland in het Rendleshambos. Er was contact met de commandant van de basis en ze leenden de radarbanden, maar die werden nooit teruggebracht. Hier zijn echte mensen bij betrokken, die ogenschijnlijk nu allemaal gaan praten.
Ik weet ook dat in één van die nachten een klein object aan de rand van RAF Watten verscheen, niet ver vanaf onze basis. Zij hadden een betere beveiliging in die dagen vanwege de dreiging van de IRA. Een hondenteam van de Royal Air Force (K-9 team) liep patrouille langs het hek van de basis en de honden gingen plat op hun buik liggen. Ook deze mensen beginnen te praten nu. Toen zagen ze die twee wezens nabij een driehoekig object het hek aftastten. Ze tastten het hek af met die op licht lijkende objecten. Toen zij het hondenteam van de RAF zagen, vluchtten ze die machine in, stegen op en vlogen in de richting van onze basis.
Als mensen over de film en foto’s vragen, er is bevestiging – het is niet zomaar een verhaal wat ik verzonnen heb. Kapitein Mike Verrano bevestigt in het Cable News Network programma ‘UFO: het Bentwaters incident’ (1985) dat hij inderdaad de volgende morgen de commandant van de luchtgevechtseenheid, Gordon Williams, naar een wachtende straaljager reed. De piloot opende de overkapping en vroeg: “Wat zit er in die tas?” En Williams antwoordde: “Ik heb hier de originele film. We hebben film en foto’s van die UFO.” Dus Gordon Williams overhandigde persoonlijk dit materiaal aan de piloot. Mike Veranno zei verder dat hij vroeg waar de film heen ging en hem werd verteld dat die naar Duitsland ging. Daar zat in die tijd het oppercommando van de luchtmacht. Vanaf daar is er een papierstroom op gang gekomen en dat werd uiteindelijk allemaal naar Washington gezonden.
Ik ben een veiligheidspolitieman die met eervol ontslag ging. Ik heb een hoop lelijke dingen over mij gehoord, maar ik heb mijn papieren. De enige reden waarom ik die heb is omdat mij werd geadviseerd ze te stelen – door een kolonel van de luchtmacht – omdat ze volgens hem anders zouden verdwijnen. Hij zei ook dat ze mij op de proef zouden stellen.
(Zie de getuigenis van brigadiergeneraal Stephen Lovekin betreffende zijn informatie over ‘uitgewist’ worden. SG.)
Ik was geen teamspeler, ik sprak met iedereen. Helaas werd mijn vriend Alabama een AWOL toen hij probeerde om terug naar huis te gaan. Op het O’Hare vliegveld werd hij opgepakt door de FBI en meteen weer in dienst gesteld. Ik reed met de hoogste sergeant op patrouille, totaal gedeprimeerd door wat er allemaal gebeurde, toen Alabama zich meldde en zei dat hij zichzelf van kant ging maken als hij niet naar huis mocht. De sergeant draaide snel de patrouillewagen en reed terug naar de post. Hij zei: “Jij blijft Godverdomme aan de radio…” Ik zag alle eenheden van de basis hierop reageren en zo. Ik heb nooit commentaar van meneer Halt hierop gehoord en dit is misschien ook waarom hij mij niet bijvalt, ik vertel dingen waarover hij zich wellicht schuldig voelt. Zoals hij zegt was de luchtmacht er slechts zijdelings bij betrokken. In ieder geval, Alabama had een ingekorte M16 en stak die in zijn mond en blies de bovenkant van zijn hoofd eraf. Dat was de eerste keer dat ik als negentienjarige met de dood werd geconfronteerd, een gewelddadige dood. Wij verschilden als dag en nacht, deze jongen en ik. Je weet wel, hij kwam uit het Zuiden, ik uit het Noorden. Hij was zeer religieus. Ik respecteerde dat, maar we hadden verder niets gemeen. Hij was een aardige jongen en zij deden niets om ons te helpen…
Ik heb jarenlang ongelooflijke problemen met de telefoon gehad – de typische zaken – en mijn post wordt nog steeds onderschept. In dit land (Engeland) werd het jarenlang geopend en met een verontschuldiging erbij weer herverpakt in plastic. Veel van onze pakketjes kwamen niet op de plaats van bestemming aan.
(Ik kan dit bevestigen, wij hadden ook grote moeilijkheden om vanuit Engeland vervolgmateriaal te ontvangen afkomstig van Larry Warren. SG.)
Later moest ik mijn paspoort vernieuwen en ik stuurde het op. Het zou verlopen zijn tegen de tijd dat ik op reis moest. Maar al snel nadat ik het oude had opgestuurd, kreeg ik een brief waarin stond: ‘Mr. Warren uw paspoort is gewijzigd of beschadigd en u moet het opnieuw aanvragen.’ Ik vroeg mij af wat er nu weer aan de hand was, maar ik deed waarom werd gevraagd en vulde wat formulieren in. De volgende reactie was: ‘Mr. Warren u moet uw Amerikaans burgerschap opnieuw aannemen.’ Ik moet wat? Ik belde al die mensen en uiteindelijk in Portsmouth, New Hampshire, op het nationale paspoortbureau, vertelde een mevrouw mij: “Ik weet ook niet wat hier aan de hand is.” Na een tijdje zei ik haar: ‘Luister, ik schrijf een boek met de titel Left At East Gate.’ En zij reageerde met: “De Bentwaterszaak?” Ze zei: “Bel me op dit nummer.” Het was haar privé-nummer in Lebanon, New Hampshire. Ik belde haar en ze zei tegen mij: “Ik heb hier de officiële brief en daarin staat: ‘Het paspoort van deze persoon is ingetrokken vanwege een vertrouwelijke classificatie, die het gevolg is van zijn spreken in het openbaar, op buitenlands grondgebied, over gevoelige defensieve zaken’. En dan staat er nog een code onder.” Ik heb het allemaal hier en het is zeer vreemd.
Onze agent in die tijd was Perry Knowlton, in New York. Hij was bevriend met de voormalige Amerikaanse minister van Justitie. Hij verzorgde een bespreking tussen ons en ik ontmoette mr. Clark persoonlijk. Hij zei tegen mij: “Ik ga een aantal telefoongesprekken voor je voeren,” maar hij zei er ook bij: “Ik zal je vertellen, nadat ik alles te weten ben gekomen, dat zij zeggen dat het komt omdat je hebt gesproken over kernwapens, dat is alles.” Mr. Clark zei: “Mensen in Engeland hadden al lang het vermoeden dat er al die tijd kernwapens waren op die bases. Ik zal je dit zeggen: je paspoort werd ingetrokken vanwege al die andere zaken waarover je hebt gesproken.” En hij wilde er niet verder over uitweiden. Hij maakte twee telefoongesprekken en het staatsdepartement maakte haar excuses omdat er een of andere fout was gemaakt.
Dus wij hebben onze best gedaan. Ik ben bereid om erover te praten en ik zweer ten overstaan van welke regeringspartij ook, dat het de waarheid is. Ik heb een groot respect voor mijn land en ik denk dat de mensen het recht hebben om het te weten.
(Wij hebben de namen geverifieerd van talloze getuigen die bereid zijn voor de regering te getuigen dat deze landingen zijn voorgevallen. Deze zaak alleen al maakt de waarheid ontrent UFO’s en buitenaardsen duidelijk. Er zijn bevestigende documenten, geluidsbanden en ander bewijs, zoals de effecten op de landingsplaats en de stralingsmetingen. SG.)