UNINFORMED SCEPTICS OF THE SCIENTIFIC KIND:

Do they ever examine the evidence?

By Dr. Allan Beasty

Overgenomen en vertaald uit UFO Magzine uitgave oktober 2003 door Paul Harmans


ONGEÏNFORMEERDE SCEPTICI VAN WETENSCHAPPELIJKE AARD:

Nemen zij ooit het bewijs onder de loep?

De laatste jaren is er veel venijnige kritiek op de ufologie geweest, afkomstig van enkele welbekende psychologen en wetenschappers. Maar de psycholoog Dr. Allan Beasty stelt de vraag of ongeïnformeerde sceptici van wetenschappelijke aard werkelijk het UFO-bewijs in detail nagaan. Doen zij dit niet, dan is hun kritiek ongegrond. In dit artikel tracht hij het evenwicht te herstellen door steekhoudende voorbeelden aan te halen van bronnen van bewijs en getuigenverklaringen. Hij doet een appèl op de ongeïnformeerde sceptici om: altijd de patiënt te onderzoeken alvorens een diagnose te stellen!

Ik heb 25 jaar ervaring als een klinisch en onderzoekspsycholoog en ik ben lid van het ‘Mutual UFO Network’ (MUFON), een prestigieuze Amerikaanse organisatie.

Ik heb het bewijs voor het bestaan van UFO’s bestudeerd, maar veel wetenschappers houden intens sceptische opvattingen erop na wat betreft de ufologie, terwijl zij niets weten van het bewijs. Bekende psychologen en andere wetenschappers verschijnen op televisie om een ‘juiste interpretatie’ te geven van bijvoorbeeld: Rendlesham Forest of de UFO-ontmoetingen van piloten. Betreurenswaardig is echter dat ze, door niet te kijken naar de gegevens, weinig zeggend commentaar de studio binnenbrengen.

Dit merkwaardige gedrag is in tegenspraak met de geaccepteerde normen binnen de wetenschappelijke wereld; inderdaad kijken psychologen en andere wetenschappers als ze aan het werk zijn naar alle (of de meeste) gegevens aleer zij zich een mening vormen. Het is ook waar dat ongeïnformeerde sceptici van wetenschappelijke aard vaak zeggen: “laat mij iets van hard bewijs zien en ik zal het geloven”. Dus, wat is bewijs in de ufologie en wat voor conclusies kunnen daaruit worden getrokken?

Bewijs afkomstig van piloten uit de tweede wereldoorlog.
De Amerikaanse betrokkenheid gaat terug tot de tweede wereldoorlog toen de zogenaamde ‘Foo Fighters’ – een lichtgevend, manoeuvrerend luchtfenomeen - werden gerapporteerd door de geallieerden en de piloten van de as-mogendheden. Als gevolg hiervan (en van de waarnemingsgolf van 1947) volgden er op zijn minst zes onderzoeken door de luchtmacht met uiteindelijke beoordelingen als: “Deze vliegende schotelsituatie is niet helemaal verbeelding of toe te schrijven aan een natuurlijk fenomeen. Er vliegt werkelijk iets rond”. En: “Het fenomeen dat gerapporteerd wordt is iets werkelijks, is geen visioen en is niet verzonnen”.

Ondanks dit handhaven de ongeïnformeerde sceptici hun opvatting dat de oorlogspiloten werden misleid door een natuurlijk fenomeen. De sceptici zouden echter nota moeten nemen van deze bevindingen. Met name rapporteringen uit oorlogstijd door intelligente, bekwame oorlogspiloten; vitale mensen die moesten vertrouwen op hun eigen oordeel.

Voor mij is dit een krachtig, optisch bewijs. Inderdaad zijn ‘natuurlijke fenomenen’ uit te sluiten in deze gevallen. Geen enkel natuurlijk fenomeen heeft de vliegkarakteristieken die beschreven worden in de Foo Fighters rapporteringen. Natuurlijke fenomenen vliegen niet op vliegtuigen af, achtervolgen ze om daarna weer snel weg te accelereren.

De Foo Fighters (soms lichtgevende bollen, soms reflecterende objecten) werden door beide partijen tevens aangezien voor verkenningstoestellen of vijandelijke wapens. Ze vormden echter nooit een werkelijke bedreiging.

Een verslag van een tweede piloot van een US Army Air Force B-29 Superfortress, een zware bommenwerper, boven de Indische oceaan in 1944, bericht: “Een vreemd object naderde ons tot op ongeveer 500 meter afstand. Het leek bolvormig. Mijn boordschutter meldde dat het binnenkwam op ongeveer een 5 uurs positie en op onze hoogte. Het leek te kloppen of constant te vibreren. Ik besloot het te ontwijken. Het volgde elke manoeuvre van ons en behield altijd zijn positie. Toen het verdween, maakte het een abrupte draai van 90 graden, accelereerde zeer snel en verdween in het donker.

Een ander verslag beschrijft hoe een piloot en zijn radarwaarnemer van een Amerikaans nachtelijk gevechtsvliegtuig twee ‘grote oranje lichten’ ontmoetten die snel naar hen opklommen. De objecten bleven bij hen zelfs toen de piloot snel naar beneden dook en een steile bocht inzette: “Toen we onze nieuwe vlieghoogte bereikten, waren zij daar ook en bleven ter hoogte van mijn staartstuk. Na twee minuten maakten ze zich los en draaiden weg, ze vlogen onder perfecte controle”.

Jammer genoeg zijn deze fenomenen niet echt systematisch onderzocht ondanks dat er veel militaire rapporten zijn. Het lijkt voor de hand liggend, vanwege hun manoeuvreerbaarheid en vooruitstrevende prestaties, dat zij intelligent bestuurd werden, maar niet op de conventionele wijze of die van prototype vliegtuigen. Tot op de dag van vandaag is er, aan beide zijden, nog geen formele identificatie van dit verbazingwekkende fenomeen.

Als we een beroep doen op conventionele verklaringen voor dit fenomeen dan zullen we, zoals een verslaggever opmerkte, de observatievakkundigheid niet serieus moeten nemen van de vele door en door ervaren gevechtspiloten en hun bemanningen wier overleving afhing van hun mogelijkheid om meteen objecten te identificeren en te reageren op elk potentieel gevaar.

Helaas werd er geen studie met terugwerkende kracht ondernomen naar oorlogsUFO-rapportages door ongeïnformeerde sceptici van wetenschappelijke aard.

Het Briefing Document (1995)
Een uitstekende bron van gegevens is het ‘Briefing Document on Unidentified Flying Objects’. Dit document is een openbaring voor elke ongeïnformeerde scepticus. Het gaat tot in detail in op een klein aantal voorbeelden van goed gedocumenteerd UFO-bewijs.

Bijvoorbeeld de achtervolging in Teheran in 1976 waarbij twee F-4 Phantom 11 straaljagers probeerden een ongeïdentificeerd doel te benaderen, bij welke actie hun communicatie- en wapensystemen werden geblokkeerd. Dit is een klassiek stuk bewijs, gezien door vele hoogst betrouwbare getuigen vanuit verschillende locaties. De waarnemingen werden bevestigd door radar en gingen vergezeld van elektromagnetische effecten die werden gerapporteerd door drie vliegtuigbemanningen. De UFO, ononderbroken gevolgd op radar, fonkelde intens, pulseerde en had een tweede helder object dat eruit kwam gevlogen en met hoge snelheid in de richting van de F-4 kwam. Dit tweede object landde later op de grond.

De UFO’s werden omschreven als: “hadden een buitensporige mate van manoeuvreerbaarheid”.

Het ‘Briefing Document’ haalt een aantal spectaculaire UFO-rapportages aan over een tijdsperiode van 1944 tot 1994, inclusief de eerste Amerikaanse UFO-golf, een op radar en visueel geziene straaljagerachtervolging boven Engeland, UFO-alarm boven sommige Strategic Air Command bases, de zeer raadselachtige UFO-incidenten bij Rendlesham Forrest, een achtervolging van UFO/straaljager boven Brazilië en het Japan Airlines 747-incident boven Alaska. Dit verbazingwekkende document, waarschijnlijk onbekend bij de ongeïnformeerde sceptici, is fascinerend en zorgt soms voor opschudding.

Er bestaat bevestigend bewijs wat betreft sommige van deze en andere UFO-rapportages in het: ‘Condon Report’, het boek van Timothy Good: ‘Above Top Secret’, Georgina Bruni’s onbetwistbare boek over de Rendlesham Forrest waarnemingen en in het Franse ‘COMETA Report’.

Wees voorbereid om buiten de proefruimte te gaan.

Citaten uit het ‘Briefing Document’.
Het ‘Briefing Document’ bevat ook citaten van regerings- en legerfunctionarissen en astronauten.

J. Edgar Hoover:
Handgeschreven notitie van juli 1947 waarin hij zegt dat de US Army meer weet dan men laat weten.

Kapitein Edward J. Ruppelt:
“Wij hebben geen vliegtuig op deze aarde dat uit eigen beweging onze laatste straaljagers kan overtreffen”.

Admiraal Roscoe Hillenkoetter:
“Onbekende objecten opereren onder intelligente controle”.

Majoor generaal E. B. LeBaily:
“Veel van de rapportages die niet kunnen worden verklaard, zijn afkomstig van intelligente en technisch goed gekwalificeerde personen, aan wier integriteit niet getwijfeld wordt”.

Harry S. Truman:
“Ik kan u verzekeren dat vliegende schotels, als die bestaan, niet gemaakt zijn door een mogendheid hier op aarde”.

Gerald Ford:
“Omdat ik geloof dat het Amerikaanse volk recht heeft op een meer gedetailleerde verklaring dan tot nu toe aan hen door de luchtmacht is gegeven”.

Gordon Cooper, astronaut:
“Verscheidene dagen op rij zagen we een groep metaalachtige, schotelvormige voertuigen op grote hoogte boven de basis en wij probeerden dichter bij hen te komen, maar zij waren in staat hun richting sneller te wijzigen dan onze gevechtsvliegtuigen”.

Donald Slayton, astronaut:
“Ik volgde het een korte tijd en toen ging het verdomde ding er plotseling vandoor. Het bewoog zich in een stijgende bocht van ongeveer 45 graden, voerde het tempo op en verdween in een oogwenk”.

Dr. Edgar Mitchell, Apollo astronaut:
“Ik heb mijn standpunt in de laatste twee of drie jaar veranderd en ik stel voor dat het bewijs overtuigend genoeg is om een serieuze open discussie aan te gaan en de informatie vrij te geven waarvan overduidelijk is dat onze regering en andere regeringen het achter houden”.

Citaten van de wetenschappelijke gemeenschap weergegeven in het ‘Debriefing Document’.

Dr. Frank B. Salisbury, professor plantfysiologie, staatsuniversiteit Utah:
“In de afgelopen jaren heb ik het verhaal van de ongeïdentificeerde vliegende objecten onderzocht en ik ben niet langer in staat dit fenomeen te verwerpen”.

Dr. J. Allen Hynek, astronoom aan de noordwestelijke universiteit en wetenschappelijk adviseur voor de UFO-projecten van de USAF:
“Er bestaat een fenomeen dat een systematische, nauwgezette studie waard is. Als de langverwachte oplossing voor het UFO-probleem komt, dan geloof ik dat zal blijken dat het niet slechts een volgende kleine stap in de evolutie van de wetenschap zal zijn, maar een indrukwekkende en totaal onverwachte kwantumsprong”.

Dr. Leo Sprinkle, professor in de psychologie, universiteit van Wyoming:
“We sloegen het gade gedurende een paar minuten. We konden zien dat het groter was dan de koplampen van de auto’s eronder en we konden zien dat het nergens aan bevestigd was. Vanuit een persoonlijk oogpunt ben ik er redelijk zeker van dat wij geïnspecteerd worden”.

Stanton T. Friedman, atoomgeleerde:
“Ooggetuige-, en radarwaarnemingen van, en foto’s genomen door, bekwame getuigen van over de gehele wereld van duidelijke objecten, met karakteristieken zoals manoeuvreerbaarheid, hoge snelheid, en blijven zweven, samen met een duidelijke vorm, structuur en oppervlaktekenmerken, sluiten een aardse verklaring uit”.

Dr. Margaret Mead vermaard antropoloog:
“Er bestaan ongeïdentificeerde vliegende objecten. Wij kunnen ons enkel afvragen welke bedoeling achter de activiteit van deze stille, ongevaarlijke, rondvliegende objecten zit die keer op keer naar de aarde komen. De meest voor de hand liggende verklaring, volgens mij, is dat zij simpel kijken waar wij toe in staat zijn”.

Dr. Claude Poher, specialist op het gebied van luchtvaart en sterrenkunde en ruimtevaartingenieur gespecialiseerd in raketvoortstuwing:
“Het gevaar, op zijn ergst, is het bevestigen van het bestaan van onbekende voertuigen die onregelmatig verschijnen in onze atmosfeer – een hypothese die bijna alle gerapporteerde aspecten van het fenomeen verklaart”.

Dr. Felix Y. Zigel, professor in de wis- en sterrenkunde op het ‘luchtvaart Instituut’ in Moskou:
“Waarnemingen laten zien dat UFO’s zich ‘verstandig’ gedragen. In een formatievlucht behouden zij een patroon. Ze worden het meest gezien boven vliegvelden, nucleaire installaties en andere nieuwe technische installaties. Bij het benaderen van vliegtuigen voeren zij de nodige manoeuvres uit om een botsing te voorkomen. Een aanzienlijke lijst met deze schijnbaar intelligente acties geeft de indruk dat UFO’s onderzoeken, misschien zelfs verkennen. Onnodig te zeggen dat internationale samenwerking van wezenlijk belang is”.

Bewijs afkomstig van piloten.
Voormalig NASA wetenschapper en onderzoekspsycholoog Dr. Richard Haines heeft meer dan 4000 (vierduizend) UFO-rapportages van piloten. Hij beweert dat het voorkomen van het ‘afwijkend lucht fenomeen’ (een iets minder provocerende omschrijving dan: ‘UFO’) voortdurend wordt gerapporteerd door piloten van bijna elke luchtvaartmaatschappij en luchtmacht ter wereld en ook door privé- en testpiloten.

Haines merkt tevens op: “We hebben hier niet te maken met mentale beelden of hallucinaties van de kant van de getuigen, maar met een echt fysiek fenomeen. Ik denk ook dat we op een dag de werkelijke ‘essentie’ van het fenomeen zullen ontdekken. Als die dag komt zullen we een grote verrassing krijgen wat betreft de aard van het fenomeen en het beginstadium waarin onze wetenschappen zich bevinden”.

In een verbazingwekkend stuk werk onderzoekt Haines de elektromagnetische effecten die door piloten en hun bemanningen worden gemeld en die zich voordoen als ze zich in de dichte nabijheid van UFO’s bevinden. Dit is één van de meest fascinerende verschijnselen die zijn opgetekend. Deze effecten houden onder andere in: afwijkingen in magnetische- en/of gyrokompassen, uitvallen of storing van automatische richtingzoekers, het stil vallen van een motor of het haperen daarvan, het dimmen van de lichten in de cabine, het niet functioneren van transponders, niet functionerende militaire wapensystemen en radiostoring of het uitvallen daarvan.

In een interview met Graham Birdsall, haalde Haines een geval van een ontmoeting aan. Het betrof een piloot en drie passagiers die boven de Atlantische oceaan vlogen. Er kwam hen een enorm driehoekig voertuig tegemoet (een gelijkzijdige driehoek), met een geschatte hoogte van ongeveer 20 meter en meer dan honderd meter breed. Het vloog niet met de punt van de driehoek naar voren, maar met een zijde. Daar had het een driehoekige opening in die zo groot was, dat de piloot zich erop voorbereidde om daar doorheen te vliegen om zo een botsing te voorkomen. Het object kwam echter tot een ogenblikkelijke stop, draaide op hoge snelheid 180 graden om en verdween.

Ongeïnformeerde sceptici van wetenschappelijke aard zouden moeten beginnen bij het lezen van Haines verhandeling: ‘Waarnemingen van vijfenzestig luchtvaartpiloten waarbij elektromagnetische effecten optraden’.

Het ‘Disclosure Project’
In mei 2001 kwamen 20 militaire, inlichtingen, regerings, rechts en wetenschappelijke getuigen bijeen in de nationale pers club in Washington DC om persoonlijk verslag te doen van hun kennis van UFO-activiteiten. Dr. Steven Greer, de directeur van het ‘Disclosure Project’, heeft verscheidene honderden van zulke getuigen vergaard in een poging de gevestigde orde binnen het leger en de regering ervan te overtuigen dat zij de UFO-informatie en technologie beschikbaar moeten stellen aan de rest van de wereld.

Deze getuigenverklaringen komen van personen die van binnen de CIA, NSA, NRO, USAF, marine, landmacht en afdelingen van de inlichtingen en militaire gemeenschap komen.

Eén getuigenis is van Graham Bethune (een gepensioneerde commandant/piloot van de marine) en luidt: “50 jaar geleden, 10 februari 1951, vloog ik van IJsland naar Newfoundland. Het was nacht en het was donker. Zo’n 300 mijl uit de kust van Argentinië zag ik een gloed op het water het leek op een stad bij nacht. (Met Argentinië wordt hier een stadje bedoeld dat aan de Placentia Baai ligt - en uiteraard niet het land in Zuid Amerika). Toen we de gloed naderden veranderde het in een kolossale cirkel van witte lichten op het water. We keken er een tijdje naar, toen gingen de lichten uit en er was niets meer op het water. Het volgende dat we zagen was een gele stralenkrans veel kleiner dan waar het vandaan kwam zo’n 15 mijl verderop. Whoosh ging het hoog de lucht in. Vanwege zijn koers nam ik de besturing van het vliegtuig over en duwde de neus om, om zodoende te proberen onder dat ding te komen. Op dat moment hoorde ik een geluid onder mij. Ik dacht dat het ons had geraakt. Een aantal bemanningsleden bukten, sommigen waren gewond. Toen verscheen het aan de rechterzijde en bewoog langzaam van ons af, maar het vloog wel met ons mee. Het was nog niet op onze hoogte, maar we konden de vorm ervan zien. Het had een koepel en we zagen de lichtkrans oplossen”.

“We hadden vier of vijf instrumenten die kapot waren in de cockpit na dit incident. Het magnetisch kompas en de richtingzoekers, waarschijnlijk vanwege elektromagnetische effecten”.
”Het object was gevolgd op radar en had een snelheid van zo’n 1800 mijl per uur.
We hadden 31 passagiers plus een psychiater en de bemanningsleden. Zij hadden allen het voorval gezien vanuit verschillende posities”.

Er zijn veel van de rapportages zoals deze in Greers dossiers en de sceptici zijn gewaarschuwd: deze getuigenverklaringen zijn pijnlijk om te lezen. Verklaringen die – als je je er verder in zou verdiepen – verder gaan dan de aangename zone. Niettemin, honderden mensen met een voormalige hoge rang zullen toch niet allemaal liegen?

De PRUFOS politie database.
Verbazingwekkend bewijs, verzameld door Gary Heseltine van de Britse transportpolitie, laat 84 UFO-voorvallen zien waarbij 212 politieagenten betrokken waren tussen 1950 en 2002.

Eén rapportage kan aangekondigd worden als een klassieke waarneming waarbij meerdere getuigen aanwezig waren. Politiesergeant Anthony Dodd en politieagent Alan Dale waren erbij betrokken. Zij namen een koepelvormige, ronde UFO waar nabij Cononley, North Yorkshire, in 1978: Het werd van dichtbij gezien terwijl het geluidloos over de velden vloog op een hoogte van zo’n 30 meter. Toen het object precies over hun voertuig passeerde konden ze patrijspoorten zien in het bovenste gedeelte van de koepel en konden ze drie bollen zien die uitstaken aan de onderkant van het object. “Het object gloeide als een heldere witte gloeilamp en het passeerde recht boven onze hoofden. Het leek alsof het metaal waarvan dit ding gemaakt was witheet was. Het was absoluut ontzagwekkend. Het leek patrijspoorten rondom de koepel te hebben”.

“Wat meer opviel dan al het andere waren de gekleurde lichten die ronddansten aan de buitenste rand van de onderkant en die het effect gaven alsof er delen ronddraaiden. Het object was geheel geluidloos”.

Een andere politieagent, die ook deze UFO had gezien, vertelde Dodd en Dale: “Ik heb zojuist die verdomd grote UFO gezien en het leek erop dat hij hier ergens naar beneden kwam”.

In een andere rapportage, boven Cumbria in 1977, werd een helder verlichte, zeer grote driehoekig of diamantvormig gestructureerde UFO waargenomen door 17 bij naam genoemde politiemensen plus een niet nader omschreven aantal andere agenten.

In 1978 zagen politieagent Eric Rayment en een speciale agent een fel verlichte UFO waarvan zij de grootte schatte op die van een voetbalveld.

Enkele van de gevallen in Gary Heseltine’s unieke onderzoek zijn verbazingwekkend en bekrachtigen ooggetuigenverslagen van UFO’s van tientallen jaren terug. Het is duidelijk dat een aantal van deze gevallen geen conventionele verklaring heeft en geen misinterpretaties zijn van: meteoren, Venus, weerballonnen, vliegtuigen, aardlichten, moerasgas, enz. Dit zijn ook geen verslagen van verwarde mensen, de zogenaamde fantasierijke personen of mensen met een geestelijke handicap.

Vergevorderde technologie.
De vluchtkarakteristieken en manoeuvreerbaarheid, vertoond door het fenomeen, doen vermoeden dat zij intelligent bestuurd worden hetzij handmatig, automatisch of op afstand.

Het fenomeen heeft vorm en model, bijvoorbeeld: bolvormig, driehoekig, elliptisch, sigaar- of schotelvormig, etc. Het is gedetecteerd door lucht- en grondradar en door beide op hetzelfde moment.

De fenomenen vliegen soms gelijk op met conventionele luchtvaartuigen. Een rapport van de USAF maakt bekend dat het fenomeen ontwijkende actie onderneemt als het wordt gezien door een vliegtuig of wordt opgemerkt door radar.

Andere rapporten wijzen op duidelijke prestatiekarakteristieken zoals snelle acceleratie, extreme klimsnelheid, de mogelijkheid te verdwijnen en weer te verschijnen, de mogelijkheid om tot een plotselinge stop te komen bij hoge snelheid en langdurig stil blijven hangen. De fenomenen zijn meestal geluidloos, alhoewel getuigen regelmatig een laag gezoem melden. Ze vertonen vaak stralende verlichting. Sommige hebben waarneembare externe markeringen of patrijspoorten en sommige hebben een glanzend of metaalachtig uiterlijk.

Om kort te gaan, een groot gedeelte van de gegevens wijst uit dat het fenomeen: gestructureerde voertuigen behelst, onder intelligente controle staat en aangedreven wordt door een vergevorderde en tot nu toe ondoorgrondelijke technologie van onbekende herkomst. Hoe dan ook, het meest boeiende facet van de ufologie is het speculeren over de verblijfplaats van de ‘ingenieurs’ en ‘piloten’ die ze maken en vliegen.

Diegenen die ervaring hebben in de ufologie, die betrouwbare getuigenverklaringen aandragen, radarbewijs, radar/visueelbewijs, elektromagnetisch bewijs, wetenschappelijk bewijs en militaire verklaringen ter tafel brengen, merken de trends op in deze gegevens. Ik raad ongeïnformeerde sceptici van wetenschappelijke aard aan: om uitgebreid te lezen, hun ondoordringbaar schild af te werpen, objectief te kijken naar de trends in de gemeenschap en een hypothese te vormen over het fenomeen. En wees erop voorbereid om – net als vele moedige collega’s – uit de comfortabele omgeving van de conventionele wijsheid te stappen.

Ooit, op een dag, zal de gedetailleerde kennis over deze fenomenen onze technologische horizon verbreden.

ONGEINFORMEERDE SCEPTICI