Overgenomen en vertaald uit UFO Magazine, uitgave oktober 2002, door Paul Harmans
DOOR HET OOG VAN DE AANSCHOUWER
Sinds een decennium worden ijskristallen en ruimte-afval door NASA functionarissen aangewend om alle afwijkende aktiviteit - die wordt waargenomen door en bij vele gelegenheden is gefilmd door hun astronauten - weg te redeneren. Maar in maart 2000 bracht UFO Magazine de later onderscheiden video: “The Secret NASA Transmissions: The Smoking Gun” uit. Binnen enkele dagen na het uitkomen werd het duidelijk dat noch ijskristallen noch ruimteafval de verklaring was voor alle afwijkende aktiviteit voorkomend in opnames afkomstig van de space shuttle en MIR astronauten en opgenomen over een periode van vijf jaar door de Canadese TV. manager Martyn Stubbs via het schotelpark van zijn TV. station. Martyn benoemde de afwijkende bollenachtige aktiviteit als “ruimtefenomeen één” en de mysterieuze kleurige lichtflitsen, die enkel zichtbaar worden op individuele filmframes als “ruimtefenomeen twee.” NASA weigerde echter te reageren.
Echter niet professor Louis Frank, ontvanger van de “National Space Act” onderscheiding en ontwerper van instrumenten voor het ruimtevaartuig Galileo dat naar Jupiter werd gezonden. Professor Frank gaf toe dat hij, noch enig ander lid van zijn team een verklaring kon verschaffen voor “ruimtefenomeen twee.” Ondanks deze eerlijke vaststelling van professor Frank, weigerde NASA nog steeds om te reageren.
Ondanks dit standpunt van professor Frank hielden sceptici vol dat de lichtflitsen louter en alleen kosmische straling was die werd opgevangen door de CCD (Charged Coupling Device) camera’s aan boord van de space shuttle. Evenwel, NASA bleef zwijgen. Deze mening werd echter in een lange en gedetailleerde weerlegging afgewezen door het in België gevestigde Lexx Systemes, één van de voornaamste vervaardigers van CCD camera’s. In het kort staat daarin het volgende: “Wat het ook is dat op de videotape staat, het werd niet voortgebracht door het CCD systeem.” Dit scheen de meeste sceptici te overtuigen, echter niet de debunkers die, toen ze zich eenmaal realiseerden dat ze niet meer konden terugvallen op ijskristallen of ruimteafval, de kosmische straling als verklaring bleven verkondigen. Het was deze verbluffende vertoning van blinde ontkenning in het aanzien van de feiten die Marc Gasarovich, technisch direkteur van Lexx Systemes, er toe bracht om hun krachtigste weerlegging tot nu toe uit te brengen. In januari 2001 zette mr. Gasarovich in nauwgezet detail de vele redenen uiteen waarom de CCD camera’s niet verantwoordelijk kunnen zijn voor het opwekken van de mysterieuze flitsen. In zijn verklaring staat het volgende: “Lichtbronnen zoals die op de videoband zijn volgens mijn opinie werkelijk aanwezig buiten het CCD toestel. De CCD neemt simpelweg op wat het ziet. Geen kosmische straling, geen gammastraling, gewoon een lichtbron. Sporen van geïoniseerde deeltjes en vrije elektronen klinken leuk, maar zijn nonsens. Op wat voor manier de salonexperts er ook naar kijken, zij zullen moeten accepteren dat de lichtvormen er zijn, ze zijn echt en ze zullen moeten beginnen met zich af te vragen wat het is.”
Het stilzwijgen van NASA was verbroken, hoewel indirect. Eind april dit jaar (2002) toen ze erkenden dat al sinds de apollo 11 vlucht naar de maan in 1969, astronauten “hebben gemeld dat ze vreemde spikkels, flitsen en wolken van licht zagen.” En nu, zo beweert NASA, weten ze de oorzaak. Het volgende komt uit een artikel dat in het magazine “New Scientist” stond:
Wetenschappers hadden al uitgewerkt dat hoge energie deeltjes vanuit de ruimte, bekend als kosmische straling de ogen van de astronauten bereikt en dat dit de meest voor de hand liggende oorzaak was voor de flitsen. Maar zij wisten niet welke deeltjes er bij betrokken waren, hoe die de flitsen veroorzaakten en of er enig risico voor de gezondheid bestond. Dus tussen 1995 en 1999 deden 10 astronauten in het Russische ruimtestation MIR mee aan tests om uit te vinden wat er gebeurde. Zij droegen een helm met een deeltjesdetector voor één oog die de lading, massa en richting mat van de kosmische straling die de detector passeerde. De astronauten werd opgedragen een knop op een joystick in te drukken telkens als zij een lichtflits waarnamen. Hoewel 90% van de kosmische straling bestaat uit protonen, toont het resultaat, deze maand gepubliceerd, dat astronauten wellicht lichtflitsen waarnemen als veel vreemdere soorten van kosmische straling hun ogen raakt. Een zwaarder hoge energie ion, zoals een helium of lithiumkern geeft een duizendmaal grotere kans op een lichtflits dan een binnenkomende proton.
Er werd gedacht dat kosmische straling mogelijk een Cerenkov straling zou opwekken, het elektromagnetische equivalent van de supersonische knal bij het doorbreken van de geluidsbarrière, maar dan binnen het glasachtige lichaam van het oog. Nu wordt dat net zo gemakkelijk opgewekt door protonen als door zware ionen, dus lijkt het dat in plaats daarvan de kosmische straling neerslaat direct op het netvlies. Hoe precies deze energie zich omzet in een waarneembare lichtflits is onbekend en ook hoe het hard te maken is dat dit een risico voor de gezondheid met zich meebrengt.
Het is de bedoeling dat deze week een Russische soyuzraket apparatuur naar het internationale ruimte station zal vervoeren voor verdere tests. New Scientist 27 april 2002.
Twee jaar geleden vertelde Martyn Stubbs hoe beiden, astronauten en kosmonauten, vreemde gekleurde lichten zagen en de vele opnames van terloops gemaakte opmerkingen van hen getuigen daarvan. UFO Magazine lezer Stewart James, die ons als eerste op het New Scientist artikel opmerkzaam maakte, vraagt zich haarscherp af waarom het netvlies nu opeens een kosmische stralingsdetector wordt en niet de camera’s van de space shuttle.
In feite geeft NASA toe, door het uitsluiten van haar camera’s in dit experiment, dat deze geen rol spelen in het detecteren van kosmische straling.
Mr. James brengt nog een ander deugdelijk argument naar voren: “als je John Glenn’s bewering leest over wat hij zag en beschrijft als vuurvliegjes; waren deze dan niet buiten zijn mercury ruimtevaartuig? En was hij dan niet in staat deze te fotograferen door het raam van de capsule?
Correct op beide punten. Maar dit experiment demonstreert ook meteen dat je geen deeltjesdetector over één oog nodig hebt om ruimte fenomeen één en twee waar te nemen en dit is van grote betekenis, want het betekent dat NASA bijna totaal vertrouwt op ijskristallen en ruimteafval om in de toekomst, zonder zich te schamen, de afwijkende aktiviteiten te verklaren.
Beter laat dan nooit.
Dr. Joseph A. Nuth III hoofd van het “Astrochemistry Branch Laboratory for Extraterrestrial Physics” bij NASA’s “Goddard Space Flight Center” te Greenbelt, Maryland, die ontkende ooit de band ontvangen te hebben met de afwijkende aktiviteiten in de ruimte, die Martyn Stubbs hem in maart 2000 toestuurde en hem vroeg om een reactie op de beelden, heeft eindelijk toegegeven dat hij de banden heeft ontvangen en dat hij uiteindelijk naar de beelden heeft gekeken. Dr. Nuth ontkende dat hij van de banden afwist en dat zijn videorecorder al zes maanden kapot was en hij nog steeds zat te wachten op reparatie. Nu, nadat hij de banden bekeken heeft, zegt hij dat de afwijkende aktiviteit heel makkelijk kan worden verklaard als zijnde ijskristallen of ruimteafval.
Twee jaar om een videorecorder te repareren? Twee jaar om tot een conclusie te komen? Denk er van wat je er van denken wilt, maar als dit de houding is van NASA, dan kunnen ze maar beter mee liften met de Russen als ze ooit op mars willen komen.