Beide artikelen staan in het Engelse UFO Magazine van juni 2001. Het eerste "UFO’s Bestaan" is een artikel dat men uit The Times heeft overgenomen. Het tweede "Beter laat dan nooit" bevat een artikel dat al eens in UFO Magazine jan/feb. 1998 stond en dat men naar aanleiding van de recente publicatie in Popular Mechanics mei 2001 en het artikel in de krant nog eens afdrukt met commentaar ter verduidelijking.

 

UFO’s “Bestaan”
Zegt “Popular Mechanics Magazine”

door David Kingston

Overgenomen en vertaald uit UFO Magazine, uitgave juni 2001, door Paul Harmans.

Voor het eerst heeft een Amerikaans magazine met een grote oplage en een algemene groep van belangstellenden ondubbelzinnig vastgesteld dat UFO’s bestaan.

De uitgave van mei 2001 van Popular Mechanics bevat het uitdagende hoofdartikel “Als UFO’s Landen” dat de onderzoeken beschrijft, gedaan door Peter Sturrock en anderen naar fysiek bewijs op landingsplaatsen van UFO’s. Bewijs dat op grote schaal wordt achtergehouden en/of genegeerd door de media.

In 1997 vroeg Laurance Rockerfeller, zelf al heel lang geïnteresseerd in UFO’s en andere raadsels, aan Peter Sturrock, de voormalig directeur van het centrum voor ruimtewetenschap en sterrenkunde aan Stanford University, een ontmoeting te organiseren tussen een dozijn topwetenschappers om het bewijs van UFO’s te bespreken.

Onderzoekers van o.a. Princeton, MIT, Stanford en het centrum voor ruimteonderzoek in Frankrijk concentreerden hun aandacht op voorvallen waarbij fysieke sporen waren achtergelaten. Rockerfeller zei dat hij hoopte dat hun studie “het niveau van het vraagstuk zou verhogen”.

Astronoom Bernard Haisch zei: “Vraag de meeste wetenschappers wat zij vinden van het UFO-raadsel en je krijgt bijna altijd een spottende afwijzing als: "er is geen spoor van bewijs." Dat antwoord is eenvoudig niet waar. Het probleem is dat dit bewijs niet onze verwachtte wetenschappelijke logica volgt en daardoor wetenschappers afhoudt van in feite een grote hoeveelheid gegevens. Veel gemelde waarnemingen, hoe absurd ook, zijn waarschijnlijk toch waar. De meeste professionele wetenschappers doen geen moeite om naar het bewijs te kijken. In plaats daarvan neemt men de dogmatische afwijzingen door professionele debunkers, welke vaak belachelijk zijn, zonder nader onderzoek aan”.

Drie gevallen passeren de revue in het artikel. In één daarvan explodeerde een UFO nadat hij het water raakte nabij een stad in Brazilië in 1957 en daarbij metaalachtige restanten achterliet, samengesteld uit een extreem hoge graad magnesium. Men vermoedt nu dat dit voertuig een geheim Amerikaans militair vliegtuig was dat magnesium gebruikte als deel van de brandstofvoorziening. Toen het materiaal naar de luchtmacht werd gestuurd om het te analyseren werd het “per ongeluk” vernietigd. De overige twee gevallen hebben geen gebruikelijke verklaring. Eén vond plaats in 1992 en behelst een UFO-waarneming door een politieman uit Florida, wiens patrouillewagen hierdoor stilviel

“Het wetenschappelijke panel was erg onder de indruk van gevallen waarbij elektrische apparaten werden gestoord” zei Michael D. Swords van Western Michigan University.

Een ander geval is dat in Trans-En-Provence, Frankrijk, in 1981 waarbij een zwevende UFO cirkelvormige markeringen achterliet op de grond. De Franse UFO-organisatie, GEPAN, nam grondmonsters van het gebied, waaruit bleek dat de grond was besmet met sporen van metaal, terwijl de omringende vegetatie was beschadigd.

In 1977 wierp een UFO ongeveer 20 kg. gesmolten rood/oranje metaal op de grond in Iowa. Nadat het metaal was afgekoeld werden er monsters van genomen door een lokale astronoom Robert Allen, die zond ze naar de luchtmachtbasis Wright-Patterson in Ohio en naar het Ames Laboratory van de Iowa State University.

Wright-Patterson wilde de uitkomsten niet openbaar maken, maar stelde wel vast dat in de dampkring terugkerend ruimteafval niet in gesmolten toestand op aarde inslaat. De directeur van het Ames Laboratory, Robert S. Hansen, zei dat het geen inslag van een meteoor was geweest.

Voormalig Lockheed wetenschapper Bernard Haisch, die ook in het Rockerfeller-panel zat, zei “we moeten sceptisch zijn over beiden, de gelovers en de spotters”. Haisch heeft een website gemaakt - ufoskeptic.org - om doorsnee wetenschappers aan te moedigen het UFO-bewijs te heroverwegen. “UFO-waarnemingen zijn niet voorbehouden aan boeren in achtergebleven plattelandsgebieden”, zei hij. “Er zijn astronomen en piloten en NASA technici die getuigenis hebben afgelegd over voorvallen waar geen plausibele, normale verklaring voor is.




BETER LAAT DAN NOOIT
By Graham W. Birdsall

Het is op zijn zachtst gezegd een raadsel waarom Popular Mechanics er voor kiest om de onderzoeksbevindingen van Peter Sturrock en zijn collega’s nu pas, zo’n drie en een half jaar nadat ze publiekelijk bekend waren, te publiceren. (Zie UFO Magazine jan/feb. 1998, “Wetenschappers komen tezamen om UFO-bewijs te bestuderen” blz. 65).

Een panel van negen internationale wetenschappers is bijeen geroepen door het genootschap van wetenschappelijk onderzoek om het UFO-vraagstuk te onderzoeken en het bewijs van UFO-onderzoekers onder de loupe te nemen tijdens een bijeenkomst in een conferentiezaal nabij New York van 29 september tot 3 oktober 1997.

De panelleden zijn afkomstig uit Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. De sterke vertegenwoordiging van Frankrijk is te wijten aan het feit dat het één van de weinige landen is dat voortdurend officieel niet geheim onderzoek doet naar UFO-meldingen.

De leiding bij CNES (het Franse ruimtebureau in Toulouse) ligt in handen van Jeaques Velasco, die ook deelnemer was van de workshop. Velasco beschreef de schade aan de grond en de vegetatie in samenhang met een vreemd object dat gezien werd toen het landde bij een boerderij in Trans-En-Provence in Frankrijk.

Meer bewijs dat werd gepresenteerd en kritisch werd heroverwogen tijdens de workshop was o.a. dat van: foto’s, video-opnames, spectroscopische gegevens, radarbanden, meldingen van voer- en vliegtuigstoring, materiaalmonsters en stralingsachtige kwetsuren bij getuigen.

“We doen geen poging om het UFO-raadsel op te lossen” zei Von Eshleman van Stanford University en Thomas Holzer van het High Altitude Observatory, beiden vice voorzitter van het heroverwegingspanel. We hadden een veel meer bescheiden oogmerk, we waren hier slechts enkel en alleen om ons te informeren over het beweerde bewijs en om te proberen te beslissen of wetenschappelijke studie van zulk bewijs een veelbetekenende vooruitgang in de ontknoping van het UFO-vraagstuk kan zijn”.

Het “UFO-vraagstuk” werd omschreven door Peter Sturrock van Stanford University en voorzitter van de workshop als het probleem van het begrijpen van de oorzaak of omstandigheden van UFO-meldingen. “Betrouwbare personen rapporteren vreemde observaties. Niet alle rapporteringen hebben een logische verklaring. Dus wat zijn de niet zo duidelijke verklaringen? Ik zou graag zien dat wetenschappers een grotere rol spelen in het ontrafelen van dit vijftig jaar oude mysterie. Ik zie deze workshop als een kleine stap in die richting”.

Na bestudering van een fractie van de beschikbare gegevens voegt Peter Sturrock er aan toe: “Er is meer bewijs van UFO’s dan alleen mondelinge meldingen van wat mensen in de lucht zien. Sommig UFO-bewijs kan het waard zijn om wetenschappelijk onderzocht te worden.

Andere leden van het panel waren: Randy Jokipii van de University of Arizona; Francois Louange uit Frankrijk; Jay Melosh van de University of Arizona; James Papike van de University of New Mexico; Guenther Reitz uit Duitsland; Charles Tolbert van de University of Virginia en Bernard Veyret uit Frankrijk.

Waarom Popular Mechanics zo lang wachtte om deze bevindingen onder de aandacht te brengen is iets dat velen zich afvragen, maar wij zijn ze dankbaar voor het feit dat ze het niettemin toch doen.
Niet dat de redacteur van The Times zijn houding ten opzichte van het onderwerp wenst te heroverwegen want eerlijkheidshalve kun je zeggen dat, net als de wetenschappers, de meeste redacteuren van kranten en journalisten nooit de moeite hebben genomen om naar het bewijsmateriaal te kijken.

De prachtige verklaring van de astronoom Bernard Haisch dat, “de dogmatische afwijzingen door professionele debunkers, (ontkenners) welke vaak belachelijk zijn, zonder onderzoek worden aangenomen” zou ook eens onder de aandacht van alle journalisten gebracht moeten worden.

UFO's BESTAAN