PRINTBARE VERSIE

ALLE UFO-GEHEIMEN MOETEN GEOPENBAARD WORDEN

Door: A. J. Gevaerd

April 2008

Vertaling: Paul Harmans

In een nooit eerder voorgekomen, exclusief interview aan A. J. Gevaerd, de uitgever van het Braziliaanse UFO-magazine, geeft brigadegeneraal José Carlos Pereira, één van de hoogste rangen en meest beroemde functionarissen van de Braziliaanse luchtmacht, toe dat het tijd wordt de UFO-geheimhouding op te heffen.

Dit interview vond plaats met medewerking van Fernando de Aragao Ramalho en Roberto Affonso Beck, adviseurs aan het Braziliaanse UFO-magazine.

Introductie
Gedurende de eerste officiële ontmoeting tussen leden van het Braziliaanse comité van uflogen (CBU) en militairen van de Braziliaanse luchtmacht op 20 mei 2005 op het Braziliaanse hoofdkwartier Airspace Defense Command (Comdabra), toonde brigadegeneraal José Carlos Pereira, van 1999 tot 2001 een voormalige commandant van de luchtmacht, bijzondere aandacht voor het onderwerp. Aan het eind van de ontmoeting begeleidde hij persoonlijk de ufologen naar de uitgang, en bekende, nadat hij een aantal uitgaven van het Braziliaanse UFO-magazine had gekregen: “Bedankt voor de gift, maar ik moet jullie vertellen dat ik het magazine altijd al bij de kiosk koop.” Op informele wijze en zonder terughoudendheid bevestigde Pereira zijn intense interesse in het UFO-fenomeen.

Brigadegeneraal José Carlos Pereira wordt door de Braziliaanse ufologen onomstotelijk beschouwd als een hooggeplaatste functionaris welke relevante informatie betreffende het bestaan en voorkomen van UFO’s bezit en tevens weet dat het fenomeen van buitenaardse herkomst is. Nog niet zo lang geleden deed hij geen enkele moeite te verhullen wat het leger over het onderwerp weet. Daarom, als deel van de tweede fase van de Braziliaanse campagne: ‘UFO’s, vrijgeven van de informatie Nu’ besloten de Braziliaanse ufologen hem uit te nodigen voor een ontmoeting en een interview. Tot grote verrassing accepteerde generaal José Carlos Pereira de uitnodiging en zegde het Braziliaanse UFO-magazine een exclusief interview toe waarin hij over de waarheid van het UFO-fenomeen in Brazilië vertelt.

De ontmoeting vond plaats op 8 maart (2008) in Brasilia en was voor de ufologen een unieke gelegenheid op de hoogte te komen van Pereira’s kijk op het onderwerp. En meer dan dat, het was tevens een mogelijkheid de details te leren kennen van hoe hij dacht over de verschillende aspecten van het UFO-fenomeen, zoals wat het betekende voor de luchtmacht, de nationale veiligheid en de respons van het Braziliaanse leger op het onderwerp. “Ik ben graag beschikbaar voor de ufologen van het Braziliaanse UFO-magazine en ik vind het een voorrecht hen te ontmoeten,” zei Pereira toen hij de invitatie aannam. “Ik heb het werk van dit magazine altijd gerespecteerd en ik wil graag meewerken aan de ontwikkeling die zij leiden, namelijk het vrijgeven van de Braziliaanse UFO-informatie.”

Er werd veel verwacht van het interview nadat het gepubliceerd zou zijn. Het zou gelijk staan aan een gelijkwaardige historische gebeurtenis voor de Braziliaanse ufologie, namelijk toen UFO-magazine in 1997 direct betrokken was bij het interview met kolonel Uyrangê Hollanda.

De noodzaak tot openbaring
Voor ons magazine zou het niet alleen een mogelijkheid zijn om de ideeën te leren kennen van een van de meest briljante militairen van het land, maar tevens een mogelijkheid om hem deel te laten nemen aan de beweging: ‘UFO’s, vrijgeven van de informatie Nu’, iets dat overigens volledig werd bereikt. “Het is tijd om alle geheimen betreffende dit onderwerp in Brazilië vrij te geven, van alle luchtmachtbases en ik zal eraan werken om dat te laten gebeuren,” verklaarde hij.

Gedurende het interview met meer dan 100 vragen toonde hij de serieusheid waarmee hij het object en het onderzoek bekijkt. Hij vertrouwde zijn interviewers belangrijke informatie toe. brigadegeneraal José Carlos Pereira sprak openlijk over bijna alle onderwerpen die werden aangehaald en trachtte geen vragen te ontwijken die hem werden gesteld. “Ik ben van plan met mijn geüniformeerde collega’s op de luchtmacht bases en de militaire hoofdkwartieren te gaan praten in een poging te bereiken dat enkelen van hen jullie werk gaan ondersteunen,” zo liet hij weten voordat hij erom werd gevraagd.

Gedurende het interview sprak Pereira over de veiligheid in het Braziliaanse luchtruim, de schending daarvan door ongeïdentificeerde vliegende objecten, de zogenoemde ‘Officiële UFO Nacht’ in Brazilië, Operação Prato (Operatie Schotel) en de commandant daarvan en hij beschreef zelfs enkele UFO-gebeurtenissen onbekend aan ons.

“Kolonel Uyrangê Hollanda, commandant van Operatie Schotel was een serieuze en objectieve man, toegewijd en gerespecteerd door iedereen,” zei Pereira, daarmee bevestigend wat de Braziliaanse ufologen al wisten maar niet zeker konden maken, namelijk dat Operatie Schotel inderdaad heeft plaatsgevonden en resulteerde in meer dan 2000 gedocumenteerde pagina’s, naast het feit dat bekend is dat er 500 foto’s en meer dan 16 uur video moet zijn. Wat betreft de Varginha zaak zei hij niet meer te weten dan wat was onthult in UFO-magazine en de pers. Hij lijkt hierin eerlijk te zijn omdat een dergelijke zaak aan een andere tak van het leger toebehoort.

Pareira werd geboren in Salvador en trad in maart 1958 tot de Braziliaanse luchtmacht toe en ging in juli 2005 met pensioen nadat hij diverse hoofdfuncties in de luchtmacht had bekleed inclusief de hoogste rang mogelijk. Hij studeerde af in december 1963 en werd beetje bij beetje de beste specialist voor ruimtepolitiek en –strategie in Brazilië. Pereira was ook straaljagerpiloot, piloot op transporttoestellen en militaire parachutist.

Lid van de Braziliaanse militaire elite
Pereira was een operationele officier en commandant van de eenheid in jet training, een commandant van luchtmachtbases en functionaris in het hogere militaire commando betreffende operationele en personele zaken. Hij had een befaamde reputatie in de militaire inlichtingendienst, als functionaris van het Braziliaanse presidentiele kabinet en een functionaris voor inlichtingen in de Inter-Amerikaanse defensieraad in Washington. Pareira was tevens hoofd logistiek en mobilisatie van het superieure commando van de Braziliaanse strijdkrachten, commandant van de Braziliaanse luchtmachtacademie (AFA) en bevelhebber van het opperbevel van luchtoperaties.


Brigadegeneraal José Carlos Pereira

Gedurende de laatste 10 jaar was Pareira tevens commandant bij de operaties van de Braziliaanse luchtmacht en had daarbij de verantwoording over 13 generaals en een totaal van 27.000 ondergeschikten. Van 1999 tot 2001 was hij algemeen commandant voor luchtoperaties en voor het Braziliaanse Airspace Defense Command (Comdabra), een lichaam dat al snel het ‘Braziliaanse Area-51’ werd genoemd. Zoals wij het zien is het niet overdreven te zeggen dat gedurende die tijd Pereira de sleutel voor de kluis in zijn bezit had waarin de Braziliaanse UFO-geheimen werden bewaard.

Nooit eerder sprak een militair met dergelijke rang zo vrij over UFO’s. Er zijn maar weinig mensen uit andere landen die hier dichtbij kwamen en hetzelfde initiatief toonden. Dit moedigt het Braziliaanse UFO-magazine aan te trachten contact te maken met militairen op hetzelfde niveau bij de marine en het leger, om te kijken of ook daar ondersteuning gevonden kan worden voor het werk van de ufologen en hun doel te bewerkstelligen. Stap voor stap volgen we het pad dat ooit op een dag zal leiden naar het vrijgeven van UFO-informatie in Brazilië. Uyrangê Hollanda werkte hieraan mee en nu heeft Jose Carlos Pereira zijn krachten toegezegd.

De hoogtepunten uit het interview

UFO: Generaal, u bent degene in het leger geweest die in de media meer over UFO’s sprak. U hebt diverse interviews gegeven die altijd eerlijk en zeer openhartig waren. Wat maakt dat u zo bent?

Pereira: Ik zie dat als een zaak van persoonlijk geloof. Ik denk dat er geen onderwerp behoort te zijn dat wordt verborgen voor de mensheid. Het lijkt misschien opzichtig en bizar, maar dit onderwerp moet altijd gecontroleerd en onderzocht worden. Galileo, Copernicus en zovele andere wetenschappers wisten dat. Dus ik geloof dat niet één menselijk wezen, of instituut het recht heeft deuren gesloten te houden en niet te willen spreken over zaken, of dat nu wetenschappelijke, politieke, sociale of religieuze zijn, die volgens mij in de wetenschap thuis horen. Zelfs niet de ufologie, waarvan ik vind dat het thuis hoort bij de wetenschap. Dit is een persoonlijk inzicht dat ik tot op de dag van vandaag staande houd.

UFO: Er wordt gezegd dat u de sleutel van de kluis had waarin de UFO-geheimen lagen opgeborgen, inclusief documenten, foto’s en video’s die bij verschillende omstandigheden door militairen zijn (op)gemaakt, zoals bij Operatie Schotel, maar ook bij toeval. Wat zouden deze geheimen kunnen onthullen?

Pereira: Kijk, ik ben een man die hecht aan de wetenschap, een man met een wetenschappelijke geest. Als u het idee opvoert dat buitenaardsen hier zijn, dat zij ons bezoeken en dingen doen die wij niet begrijpen, dan gaat uw idee tegen de wetenschappelijke redelijkheid in. Omdat, voor zover wij weten, ons zonnestelsel geen indicatie heeft verschaft voor het bestaan van leven op een andere planeet anders dan de aarde.

UFO: Maar wat als we overwegen dat er beschavingen zijn die technisch veel verder ontwikkeld zijn dan wij?

Pereira: Oké, kijk, ik analyseer het met de kennis waarover wij vandaag de dag op onze planeet beschikken, met de huidige stand van de wetenschappelijke kennis. Als we dus binnen deze kennis overwegen of iemand vanuit de ruimte naar de aarde komt, dan verwerp ik dat idee. En het wordt nog complexer als we verder gaan, omdat Alpha Centauri geen planetair stelsel lijkt te bezitten. Dan moeten we ons wenden tot het deel in het universum dat astronomen de ‘bewoonbare zone’ noemen en dat lijkt te liggen op vele lichtjaren van de aarde.

UFO: Ligt het begrijpen van deze situatie buiten onze mogelijkheden?

Pereira: Het startpunt ligt bij de technologie waarmee wij vandaag de dag het universum begrijpen. Ik wil niet beweren dat niemand een miljoen jaar verder ontwikkeld is dan een ander. Aan de andere kant, de techniek die wij vandaag de dag op aarde bezitten, sluit de mogelijkheid volledig uit dat iemand daarmee van buiten het zonnestelsel hier kan arriveren. Ik dring er nederig op aan dat ik denk dat onze kennis nog steeds onbeduidend is om dat alles te bereiken. Maar we kunnen zien wat er de laatste paar honderd jaar is gebeurd, van penicilline tot het vliegtuig.

UFO: Ruimteschepen die naar de aarde komen maken zeer zeker geen gebruik van de voortstuwingstechnieken die wij gebruiken om de maan, Mars of Venus te onderzoeken. Vindt u dat dit openlijk besproken moet worden binnen de bevolkingsgemeenschappen?

Pereira: Nee, ze gebruiken mogelijk geen raketmotoren zoals onze ruimteschepen. Mijn opinie betreffende de ufologie is dat het in de nabije toekomst deel gaat uitmaken van wetenschappelijke disciplines, zoals astronomie, astrofysica en astronautica, om zodoende een samenhangende wetenschappelijke groep te vormen. Ik weiger niet het idee van filosofie dat rondom dit soort onderwerpen hangt, het zijn dezelfde onderwerpen die we nog steeds niet opgelost hebben, zoals: wie zijn wij, waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe? Sinds Aristoteles stellen we nog steeds dezelfde vragen, maar hebben geen antwoorden. Ufologie in combinatie met deze andere onderwerpen kon wel eens de weg naar deze antwoorden zijn.

UFO: Uw open en eerlijke positie komt overeen met die van een paar andere Braziliaanse militairen. Echter, ook zij worden geconfronteerd met bepaalde sectoren binnen het leger welke liever zien dat UFO-zaken geheim en buiten de publieke discussies blijven. Denkt u dat het tijd is deze weerstand te breken?

Pereira: Kijk, ik geloof dat het grootste deel van de geheime files morgen al aan de pers en het publiek gegeven kan worden zonder grote problemen te veroorzaken. Maar ik denk dat dat niet genoeg is, niet toereikend. Ufologen kunnen zelfs teleurgesteld zijn als ze deze files zien, omdat ik denk dat ze meer concrete bewijzen verwachten en dat ze wellicht niet zullen vinden wat ze al zolang zochten in deze files. Ik denk echter dat een officieel voorbeeld van het vrijgeven van UFO-files, speciaal als dat afkomstig is van het leger, juist de mensen die er niet over willen praten meer steun zullen geven. Ik denk dat vanaf het moment dat de regering het onderwerp voor debat opent, al die mensen die er bang voor zijn zullen verdwijnen en dat de zaken doorzichtiger worden. Niemand is bang voor doorzichtigheid, het is juist andersom, mensen zijn bang voor het ontbreken daarvan. Dus ik denk dat een dergelijke opening echt nuttig is en een gunstig effect heeft op de discussie.

UFO: Maar wat moeten we doen als we dit niet bereiken door alleen te vertrouwen op getuigenissen van duizenden zeer geloofwaardige mensen die te maken hebben gehad met het UFO-fenomeen?

Pereira: Men moet zich realiseren dat er wat betreft UFO’s verschillende soorten van bewijs zijn. Zoals bij elk politieonderzoek hebben we gedocumenteerd bewijs, bewijs zoals getuigen en indirect bewijs en allemaal hebben ze hun eigen waarde. Gedocumenteerd bewijs heeft bijvoorbeeld een eigen impact en dat heeft ook een getuigenis. Heeft iemand iets in de lucht gezien? Prima! Maar het is beter als er 50 mensen getuige van waren. Speciaal wanneer deze mensen niet van elkaar op de hoogte zijn en in verschillende steden wonen. Dat is waardoor het getuigenbewijs sterker wordt. En dan hebben we het indirecte bewijs, welk bewijs natuurlijk het meest fragiel is. We moeten deze drie vormen van bewijs scheiden die we vandaag de dag in de ufologie hebben. Indirect bewijs wordt in een hoog percentage gepresenteerd en dat is ook zo met getuigenissen en 90% van dat alles heeft een wetenschappelijke verklaring, terwijl de overblijvende 10% dat niet heeft. Wat betreft materiaalbewijs, dat hebben we niet.

UFO: Zou u de verschijnselen van 20 mei 1986, de zogenoemde ‘Officiële UFO Nacht’ in Brazilië, indirect bewijs van het UFO-fenomeen willen noemen?

Pereira: Voor zover ik weet was er in dat geval alleen getuigenbewijs van de mensen die het zagen.

UFO: Straaljagerpiloten die door de luchtmacht de lucht in waren gestuurd voor een onderschepping zijn toch zeer ervaren?

Pereira: Ja, dat zijn ze. Dat is waarom het getuigenbewijs is, situaties waarin ooggetuigen iets zien en dat ook de radar hetzelfde ding oppikt. Kijk, radars kunnen valse echo’s weergeven, ze kunnen beïnvloed worden door vele verschillende factoren. Maar wanneer we meer dan één radar hebben die hetzelfde doel weergeeft, dan hebben we iets wat te serieus is om te negeren. Deze apparaten opereren op verschillende frequenties.

UFO: Eén van de straaljagers die de objecten trachtte te onderscheppen was zelfs omsingeld door veel ervan en welke heel dichtbij kwamen…

Pereira: Hier hebben we de som van verschillende feiten. Iemand heeft iets gezien en de radar gaf het ook weer. Een dergelijk apparaat heeft niets gemeen met het menselijk oog, het is een elektronisch apparaat. Een ander paar ogen zag hetzelfde ding (een andere piloot) en zo verder. Dan ga je geloofwaardigheid aan de verschijning geven en de situatie wordt concreter. Oké, maar waar is het object? Werd het in bezit genomen? Hier is waar het materiaalbewijs erbij komt en wij hebben het niet.

UFO: Generaal, toen het Braziliaanse comité van ufologen (CBU) op 20 mei 2005 Comdabra bezocht, werden we ontvangen door generaal Atheneu Azambuja, welke ons drie mappen met UFO-verschijningen liet zien die in dat grote archief zaten. Is dat geen bewijs dat we zijn bezocht door objecten die zijn bemand en worden bestuurd door intelligente, niet-aardse wezens?

Pereira: Wel, deze mappen bevinden zich niet alleen in Comdabra, ze zijn verspreid over andere lichamen wereldwijd. Ze bewijzen dat onverklaarbare fenomenen voorkomen en laten ons geloven dat het om een buitenaards object op aarde gaat. Dat is het. Ze zijn ongewoon voor onze planeet. Welnu, vertellen wat deze wezens en objecten zijn is een risicovolle onderneming omdat we daarvoor niet genoeg kennis hebben. Dus geloof ik dat de ufologie nog een hoop werk heeft te doen (wat betreft het identificeren van het fenomeen) en zelfs enige andere onderwerpen daaraan moet toevoegen.

UFO: Tijdens ons bezoek aan Comdabra zeiden we dat we een gezamenlijke studie met de luchtmacht wilden opzetten, waarbij we een team zouden vormen bestaande uit burger- en militaire ufologen. Wat is uw idee daarover?

Pereira: Ja, maar ik zou zeggen dat dat team uit meer mensen moet bestaan. Naast ufologen denk ik dat het noodzakelijk is dat er ook wetenschappers inzitten, zoals: astronomen, natuurkundigen, enz. Omdat een dergelijke kennis door veel meer mensen bekeken moet worden.

UFO: Gelooft u persoonlijk dat civilisaties van andere planeten ons mogelijk bezoeken?

Pereira: Wel, mijn idee hierover is wat wij, mensen, bijna 100 jaar geleden voor de eerste keer los van de grond kwamen in een vliegtuig en dat we binnen een eeuw de maan bereikten. In astronomische tijden kun je zeggen dat 100 jaar niets is, niet eens stof. Maar, als wij in een eeuw, ondanks onze beperkte capaciteiten, dit kunnen bereiken… Welnu, bedenk dan eens waar we zullen zijn over 100 of over 1000 jaar vanaf nu?

UFO: We weten dat de Braziliaanse luchtmacht sinds 1969 officieel het UFO-fenomeen onderzocht, toen richtte generaal Jose Vaz da Silva het Systeem voor Onderzoek van Ongeïdentificeerde Vliegende Objecten (SIOANI) op, aan het Braziliaanse Regionale Lucht Commando IV (COMAR 4). Maar waarom werd dat onderzoek ogenschijnlijk in datzelfde jaar gesloten zonder enige vordering?

Pereira: Kijk, dat is een zeer interessante vraag. Ik was daar in die tijd niet aanwezig en heb deze feiten niet onderzocht. Ik heb er nooit aan gedacht de redenen te onderzoeken waarom dat werk werd beëindigd, maar ik vermoed dat generaal Vaz da Silva geen enkele mogelijkheid had om door te gaan. Hij vertelt een ander verhaal. Hij was altijd een gedurfd man, altijd zijn tijd vooruit.

UFO: Denkt u dat er een superieure bemoeiing was bij het opzetten van SIOANI of was het een exclusief initiatief van generaal Vaz da Silva?

Pereira: Ik ben er bijna zeker van dat er een superieure order aan vooraf ging. Er was zeker een superieure instantie die generaal Vaz da Silva steunde in het project, in assistentie en uitvoer ervan. Een commandant kan zoiets niet uit zichzelf doen. Hij moet een superieure instantie achter zijn acties hebben.

UFO: Twee uitgelekte SIOANI bulletins verschaften omschrijvingen van gevallen die zijn onderzocht door dit project, inclusief UFO-landingen en hun bemanningen. Die zijn onderzocht en geheim gehouden door het leger. Dat zijn de soort documenten die ufologen graag geopenbaard zien. Denkt u dat die publiekelijk gemaakt kunnen worden?

Pereira: In mijn opinie is er geen reden om dergelijk materiaal geheim te houden. Geen enkele. Ik begrijp dat een openbaring geen aantasting is van de vier klassiek militaire criteria die militairen altijd in hun achterhoofd hebben als ze te maken hebben met de nationale veiligheid. Dat zijn de volgende vragen: ten eerst, zal openbaring het land in oorlog brengen? Ten tweede, zal het voor paniek onder de bevolking zorgen? Ten derde, is het een bedreiging van de nationale veiligheid? En ten vierde, zal openbaring van dit materiaal de privacy schenden van de mensen die er mogelijk in worden vermeld? Dat is wat we in gedachten moeten houden. Als geen van deze zaken in het geding is – wat natuurlijk het geval is – dan moet het geopenbaard worden!

UFO: Bent u voor openbaring van UFO-documenten opgemaakt door het leger en die tot op heden geheim zijn?

Pereira: Absoluut. Tenzij openbaring één van de bovenstaande items aantast. In dat geval denk ik dat het niet geopenbaard moet worden. We moeten de privacy van mensen respecteren en ook de nationale veiligheid, omdat we de orde en vrede moeten handhaven. We moeten er ook geen oorlog door gaan voeren of een verkeerde indruk mee vestigen bij andere landen. In ieder geval, we zouden onze plannen niet aan de vijand moeten vrijgeven. Maar naast deze factoren is het tijd voor doorzichtigheid en om met dit onderwerp af te rekenen.

UFO: Denkt u dat dit ook opgaat voor de documenten van Operação Prato (Operatie Schotel), uitgevoerd door de luchtmacht in de staat Para in 1977?

Pereira: Zeker! Geen twijfel over mogelijk! Het geldt voor alle operaties!

UFO: Hebt u specifieke informatie over die operatie?

Pereira: Op het moment dat het werd uitgevoerd niet. Ik ken de resultaten enkel van daarna. Maar ik kende Hollanda (kolonel Uyrangê Hollanda, de commandant van deze militaire missie). Hij werkte voor de inlichtingendienst van de luchtmacht, net als ik, dus we zagen elkaar in het voorbijgaan.

UFO: Ik interviewde Hollanda in 1997. Ik had kort daarvoor een interview gegeven aan Fantástico en sprak daarbij over de documenten die de Braziliaanse luchtmacht bezat en hij zag mij daar in de show. Hij belde mij de volgende morgen en zei: “Luister Gevaerd, ik volg jouw werk en ik weet dat je het juiste doet. Ik wil je zeggen dat ik gepensioneerd ben en geen verplichtingen meer heb aan mijn uniform. Dus, als je naar Rio wilt komen om mij te interviewen, dan heb ik je een hoop te vertellen.” Ik ging samen met Marco Antonio Petit onmiddellijk naar Rio en we deden een historisch interview met hem. Hebt u het gelezen?

Pereira: Ja natuurlijk. Ik heb er een kopie van bij me en ik vond het ook op verschillende websites. Het is een lang interview en ik heb het aandachtig gelezen. Een tijdje geleden stuurde een collega mij ook een kopie en ik reageerde met: “Man, denk je nu echt dat ik nog geen kopie had? Ik heb het al heel lang.”

UFO: Werkelijk? Dan stel ik vast dat hoge officieren zoals u allemaal op de hoogte waren van de beweringen van Hollanda.

Pereira: Ja zeker. Het is een lang en zeer bekend interview. Maar Hollanda was een zeer tobberige man, met een zeer introspectieve persoonlijkheid. Als resultaat daarvan benam hij zich het leven…

UFO: Denkt u dat zijn persoonlijke problemen op de een of andere wijze de beweringen betreffende Operatie Schotel hebben beïnvloed die hij deed aan het Braziliaanse UFO magazine?

Pereira: Niet de inhoud, maar wellicht wel de wijze waarop hij het deed. Hollanda was een serieuze man en zou niet in staat zijn de inhoud te wijzigen, en zeker niet van een dergelijk belangrijke zaak.

UFO: Mensen zeggen dat hij ervan hield om genoemd te worden als leider van die operatie, omdat alles dat hij wilde was de jungle ingaan. Hij voerde de militaire missie aan en had een close encounter met een buitenaardse, dus dat vertelde hij ons tijdens het interview. Wist u dat?

Pereira: Ik wist dat, hij rapporteerde dat, maar ik heb het nooit met hem besproken. Hollanda vroeg kort daarna naar mij, maar ik zat in een ander project (geen ufologisch).

UFO: Hij vertelde ons dat hij samen met een soldaat op de Rio Guajará-Mirim was en op weg was naar het kamp toen een cilindrisch luchtvoertuig van 100 meter lengte landde op de andere oever. Aan de bovenkant werd een deur geopend en een ET kwam daaruit en zweefde naar de plek waar hij was. Volgens Hollanda was dit het meest spannende moment tijdens de operatie. Hebt u dat ooit met hem besproken?

Pereira: Nee, jammer genoeg wist ik deze details niet eerder. Maar misschien is het dát waarom hij al zijn krachten en toewijding aanwendde aan Operatie Schotel, het was iets waaraan hij zin in het leven ontleende. Ik werkte veel met pure militaire inlichtingen, met strategie. Maar ik was nooit zo bezorgd over het communisme bij voorbeeld (de eerste officiële verklaring voor Project Schotel was dat het was opgezet om te kijken of er mogelijk communisten in de Amazonejungle verborgen zaten).

UFO: Hollanda vermoedde dat het contact dat hij in december 1977 met een ET had, op de oever van de Rio Guajará-Mirim, het keerpunt was en aanleiding voor afgelasting van Operatie Schotel. Hij vertelde dat hem werd opgedragen de operatie te stoppen nadat hij het aan zijn meerdere generaal Protásio Lopes de Oliveira had verteld, dat was toentertijd de commandant van het Braziliaanse Regionale Lucht Commando I (COMAR 1). Wist u dat?

Pereira: Gedeeltelijk, ik ken het niet tot in detail.

UFO: Veel mensen geloven niet dat hij zelfmoord pleegde. Hij zou vermoord zijn als vergelding voor het teveel vertellen. Dat is niet waar. Als onze uitgave met daarin het eerste deel van zijn interview – UFO 054 oktober 1997 - echter eerder was uitgekomen en hij had het respect ervaren dat het UFO-magazine hem toebedeelde, dan had hij zich wellicht vereerd gevoeld en als hij dan had gezien hoeveel goeds hij aan de Braziliaanse ufologie deed, dan had hij wellicht geen zelfmoord gepleegd…

Pereira: Ja, misschien. Maar hij had een zeer eenzaam leven en dat is droevig om vast te stellen. In het leger is de afdeling inlichtingen de afdeling waarin de meeste mensen zich verenigd voelen. Zij die daaraan gewend zijn geraakt, lijden eronder als ze buiten die kringen komen. Het is vergelijkbaar met een gevechtssituatie, wanneer kogels voorbij fluiten denkt niemand aan het thuisland. Iedereen schenkt alleen aandacht aan het eigen leven en aan dat van degenen naast hem, zij die het leven veilig kunnen stellen. Toen Hollanda met pensioen ging was hij opeens compleet geïsoleerd van iedereen en alles. Dat kan iemand echt aangrijpen.

UFO: Hollanda zat dichtbij het UFO-fenomeen, speciaal van het midden tot het eind van Operatie Schotel, totdat hij contact had met een ET en de missie werd afgebroken. Maar dat weerhield hem er niet van zijn eigen onderzoeken in zijn spaarzame vrije tijd te doen. Hij had zelfs andere contacten totdat het fenomeen rondom hem plotseling stopte. Dat leek een groot effect op hem te hebben. Wist u dat?


Brigadegeneraal José Carlos Pereira

Pereira: Nee, dat wist ik niet. Maar toen ik eens met een psycholoog over Hollanda sprak, vertelde zij mij dat hij het profiel bezat van iemand die iets zeer serieus op een bepaald moment in zijn leven had meegemaakt. Een gebeurtenis zo serieus dat die hem kon isoleren, laten we zeggen van zijn collega’s (zegt dit op een spijtige toon).

UFO: Denkt u dat de ervaring die hij tijdens Operatie Schotel had, heeft meegewerkt aan een dergelijke staat van geest?

Pereira: O ja, daar bestaat geen twijfel over, het was een katalytische factor, een zeer sterke ervaring.

UFO: Werden er gedurende die tijd de resultaten van Project Schotel in militaire kringen besproken?

Pereira: Ja. Niet met grote nadruk, maar iedereen wist wat er gebeurde.

UFO: Ook het contact dat Hollanda in december 1977 met een ET had? Was dat ook bij andere militairen bekend?

Pereira: Alleen een paar mensen wisten daarvan. Ik hoorde er ook later pas van, niet op het moment dat het voorviel. Generaal Protásio was degene die het mij vertelde. Op het moment dat het voorviel was ik al iets hoger in de luchtmacht dan Hollanda en ik wist alleen wat over die specifieke episode, het contact zelf, toen ik gepromoveerd werd tot generaal. Maar wat betreft Project Schotel, daarvan werd ik op de hoogte gebracht toen ik bij de inlichtingendienst ging werken, toen ik nog kolonel was. Ik was planningshoofd bij de luchtmacht en alle files stonden tot mijn beschikking.

UFO: Had u toegang tot de documenten die werden opgemaakt tijdens Operatie Schotel?

Pereira: Ja, tot allemaal. Maar dat gebeurde toen ik planningshoofd bij de luchtmacht was, in de vroege jaren ’90.

UFO: En waar lagen die documenten? Brasilia? (De hoofdstad van Brazilië. Vert.)

Pereira: Ja, in Brasilia. Al deze documenten werden verzameld en sommige werden verzonden naar het SNI (de Braziliaanse nationale informatie service, een lichaam dat toebehoorde aan de Braziliaanse inlichtingendienst ABIN). Maar slechts een gedeelte daarvan. Ik zag ze enkele jaren later opnieuw toen ik een andere positie in de luchtmacht bekleedde.

UFO: Dus u had de operatiefiles tot uw beschikking. De informatie die wij hadden kwam tot ons via Hollanda, maar het kon niet bevredigend bevestigd worden dat hij en zijn soldaten op zijn minst 2000 pagina’s aan waarnemingsrapporten schreven, welke werden getypt door sergeant Flavio Costa, een soort secretaris tijdens de missie, daarnaast waren er ook 500 foto’s en 16 uur aan video. Kunt u dat bevestigen?

Pereira: Ah, ja, dat moet het ongeveer zijn. Die filmbeelden waren het beste dat we in die tijd hadden.

UFO: Toen het Braziliaanse comité van ufologen in Comdabra was, konden we een deel van deze pagina’s en foto’s bekijken. We zagen er meer dan 100 die in een map zaten. Waar is de rest van het materiaal?

Pereira: Wel, Comdabra is het acroniem voor het Braziliaanse Airspace Defense Command dat met deze zaken omgaat. Op een gegeven moment werden deze files verdeeld over verschillende militaire lichamen afhankelijk van het specifieke terrein waarop die werkten. De files die naar Comdabra werden gestuurd, waren de files die direct met het verdedigen van het luchtruim hadden te maken en hadden betrekking op op radar waargenomen objecten, straaljagers die iets achtervolgden, enz. Andere vormen van operaties die niets van doen hadden met ’s lands luchtverdediging bleven op het oude SNI, het huidige ABIN.

UFO: Heeft u de beelden gezien van een reusachtig en verbazingwekkend ruimteschip boven Rio Amazonas tijdens Operatie Schotel?

Pereira: Nee, daar heb ik geen kans toe gehad. Maar ik weet dat ze bestaan.

UFO: Maar waar zijn die beelden?

Pereira: Comdabra heeft wat reeds is getoond aan de ufologen. En het Air Force Intelligence System, ook gevestigd in Brasilia, heeft ook enige materialen.

UFO: Zag u naast deze foto’s van Operatie Schotel, nog andere foto’s afkomstig van andere missies of verkregen via andere wegen?

Pereira: Nee, wat ik zag waren enkel de foto’s van Operatie Schotel. Sommige daarvan werden later vrij gegeven. Er waren geen andere missies. Operatie Schotel was de enige.

UFO: Volgens het Braziliaanse comité van ufologen dat in Comdabra was, meldde generaal Atheneu Azambuja, toen de commandant daar, dat het normaal was dat de luchtmacht straaljagers liet opstijgen om ‘radardoelen’ te identificeren die men ‘hotel traffic’ noemden. We weten dat deze woorden werden gebruikt om verschillende dingen te beschrijven, inclusief vliegende schotels. Hoeveel van dergelijke intercepties deden zich elk jaar in Brazilië voor en wat was de uitkomst?

Pereira: Veel. Ik herinner mij er momenteel één. Dit zijn allemaal automatische procedures. Dit feit deed zich voor in Anapolis (GO), een paar jaar geleden. Er was een radarcontact met ‘iets’ en de luchtverdediging besloot een Mirage te laten opstijgen vanaf het vliegveld van die stad. Het ongeïdentificeerde object zat dichtbij, het zat niet ver weg, bijna in het Goiania gebied. De radar kon de hoogte niet vaststellen, alleen een positie. De Mirage steeg zo hoog het kon op naar het object en bereikte 48.000 voet (ongeveer 16 km) en dat was de maximum hoogte voor het toestel en dus moest het de zoektocht afbreken. De piloot vertelde: “Ik bereikte 48.000 voet en kon niets zien. De radar vertelde mij dat het recht voor me was, maar ik kon niets zien.”

UFO: De grondradar spotte een stip op die positie. Hoe was dat met de radar van de Mirage?

Pereira: Ja. De radar van de jet liet de hoogte zien waarop het toestel zat, maar het kon niet de hoogte weergeven van het andere contact dat op beide radarschermen verscheen. Het is dus vrij moeilijk als je niet weet waar het object is. Het kan op elke hoogte zitten, vanaf 1000 meter tot hoger. Ik kan mij dat voorval nog goed herinneren. De piloot had visueel contact met het object, een verlichte vlek rond het middaguur, dus bij daglicht. (Hmm, de piloot vertelde dat hij het niet zag en Pereira zegt dat hij het wel zag? Vert.)

UFO: Was het een groot object?

Pereira: Wel, het was een heldere vlek waarvan de grootte onmogelijk was vast te stellen, daarvoor zou je het uit verschillende gezichtspunten moeten bekijken. Je kunt de grootte van iets niet vaststellen als je niet weet hoe ver het van je af is. De piloot zei dat het ver weg zat. Hij zei: “ik zie iets hier, maar het zit ver weg, heel ver weg.” En hij zat dus al op zijn maximum hoogte van 48.000 voet. Een Mirage kan 50.000 voet hoogte bereiken, maar dat is wel gevaarlijk.

UFO: Generaal, hoeveel van deze gevallen gebeuren er elk jaar en wat levert het op?

Pereira: Ik herinner mij drie of vier van deze gevallen. Ik weet niet exact hoeveel er per jaar zijn, maar het kunnen er twee of drie zijn. Er is nog iets anders, hebt u informatie over gevallen in het Amazonegebied waarbij de Braziliaanse marine is betrokken?

UFO: Wat betreft Rio Amazonas hebben we alleen gevallen waarbij burgerschepen betrokken waren. Wat de marine aangaat hebben we één geval dat gebeurde in Rio Paraguay, in 1962. Er was een schip bij betrokken waarvan de gezagvoerder kapitein Joao Maria Romariz was. Het schip werd in de buurt van Forte Coimbra door een UFO gevolgd. Forte Coimbra is een gebied dat nu deel uitmaakt van de staat Mato Grosso do Sul. Deze zaak is vermeld in het boek: ‘UFOs: Arquivo Confidencial’. Hebt u nog specifieke gevallen die zich hebben voorgedaan in het Amazonegebied?

Pereira: Ja, deze zaak was veilig opgeborgen bij de marine, het is nooit geopenbaard. Ik beschikte over de informatie dat één van de korvetten betrokken was bij een waarneming. Een korvet dat ’s nachts voer werd benaderd door een UFO die zeer dichtbij kwam. De zaken draaiden dol, zei men. De situatie werd zeer gecompliceerd voor de kapitein van het schip omdat er paniek onder de bemanning uitbrak en men in zeer afgelegen gebied voer. In dat gebied zit de dichtstbijzijnde indiaan duizend kilometer verderop.

Wordt vervolgd

UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen