DE PERS MASSAAL OP DE BEEN!!! Door: André Skondras Januari 2007 Het ganse mediacircus draaide begin vorige week (week 2, 2007) op volle toeren in Hasselt want een lid van de Belgische Koninklijke familie, met name Prins Laurent, kwam toen getuigen in de zaak van de marinefraude en z'n mogelijk aandeel hierin. Dit gebeuren was natuurlijk spek naar de bek voor de nationale en internationale pers. Prins Laurent heeft nu eenmaal een grote amusementswaarde voor de diverse media waar deze dan ook maar al te graag heel gretig van profiteren. Het zorgt immers voor een grotere oplageverkoop en voor hoge kijkcijfers. De massale mediadrukte in Hasselt luwde echter zeer snel na het vertrek van trekpleister Prins Laurent. Een massale aanhoudende persbelangstelling van dergelijke magnitude verzorgd met het nodige journalistiek professionalisme zou ook het UFO-fenomeen zeer zeker niet misstaan. Maar onderstaande tekening van Klier uit Het Belang van Limburg van dinsdag jl. illustreert mijns inziens heel duidelijk - indirect weliswaar - hoe vanuit de media doorgaans gekeken wordt naar het fenomeen van de vliegende schotels. Stanton Friedman verwoordt het in z'n mail van 10 januari jl. als volgt:
Kortom, het fenomeen wordt aldus grotendeels genegeerd of op z'n minst gebagatelliseerd, geridiculiseerd en getabloïdiseerd. Dr. Herbert Strentz die in 1978 aan de Medill School of Journalism aan de Northwestern University een doctoraalscriptie schreef over persberichtgeving inzake UFO's, zei hierover o.m. het volgende:
Er
is blijkbaar sindsdien niet veel veranderd. Wat meer ernstige, diepgaande
- gezamenlijk geplande - onderzoeksjournalistiek naar het UFO-fenomeen
zonder al te zeer te neigen naar de sensationele - amusementsrijke -
randgebieden van het enigmatisch verschijnsel zou mijns inziens zeker
op z'n plaats zijn en toch zeker enige druk op de officiële ketel
kunnen zetten. Maar dit blijft tot dusver maar slechts ijdele hoop -
wijlen Peter Jennings is hierin met z'n uitzending UFOs, Seeing Is Believing
(2005, ABC News) maar zeer gedeeltelijk geslaagd - want het gebeurt
te weinig en dan nog slechts door een handvol (on)afhankelijke journalisten
zoals Terry Hansen: Wel enigszins positief te noemen is de recente ernstige verslaggeving van Chicago Tribune-reporter John Hilkevitch over de waarneming van een vreemd schijfvormig object door een twaalftal personeelsleden van United Airlines op de internationale luchthaven O'Hare van Chicago - de tweede drukste luchthaven in de wereld - op 7 november vorig jaar. Hij diende een FOIAC-verzoek in dat aantoonde dat de FAA wel op de hoogte was gebracht van deze waarneming. De FAA - het Amerikaans Departement voor Transport - liet eerst weten dat ze geen kennis had over het voorval, maar veranderde dus nadien vlug van standpunt nadat gebleken was dat een supervisor van United Airlines - die het eerst ook ontkende - een medewerker van de FAA in de luchthavencontroletoren gecontacteerd had. Het
standpunt van de FAA is dat het hier vermoedelijk handelde om een vreemd
meteorologisch fenomeen. Het behoefde volgens hen dan ook geen verder
onderzoek. Het is toch wel raar dat een theorie niet wordt gecheckt
met de reële waarnemingsdata van de ooggetuigen onder wie ook piloten.
Hier kan je alvast spreken over een conclusie op basis van vooringenomenheid
en niet op basis van de relevante data. Het lijkt alsof de FAA een partijtje
darts gespeeld heeft en de mogelijkheid van een zeldzaam weersverschijnsel
als meest aanvaarde verklaring uit de bus gekomen is. Als officiële
instantie kon ze waarschijnlijk ook niet anders doen dan het officiële
standpunt van de US Airforce volgen dat reeds sinds 1969 van kracht
is als resultaat van de vooringenomen conclusies in het Condon-rapport,
een studie die in feite aantoonde dat het verschijnsel wel de nodige
wetenschappelijke aandacht verdiende. Een andere verklaring zou heel
wat ophef veroorzaakt hebben in officiële kringen en zou feitelijk
en officieel bewezen hebben dat vreemde schijfvormige objecten inderdaad
bestaan zoals ze trouwens reeds zeer lang waargenomen worden over heel
de wereld. |