By Tony Dodd
Overgenomen en vertaald uit “UFO
Magazine” uitgave juli/augustus 1996 door Paul Harmans
DE FATALE VLUCHT VAN KAPITEIN THOMAS MANTELL
Vele
verhalen zijn er al geschreven over de voortijdige dood van kapitein Thomas
Mantell, wiens USAF P-51 Mustang vliegtuig crashte op 7 januari 1948 kort
nadat hij een UFO observeerde die in de lucht zweefde dicht bij de Amerikaanse
luchtmachtbasis Godmanfield in Kentucky.
Thomas Mantell.
Zoals van vele incidenten in de loop der tijd bleven de officiële
Mantell-dossiers als geheim geclassificeerd en samen met de waarheid daarin
liggen ze stof te vergaren in een of andere kluis, waarschijnlijk op luchtmachtbasis
Wright Patterson in Dayton, Ohio.
Door de jaren heen hebben vele onderzoekers gediscussieerd over deze aan
UFO’s gerelateerde verhalen, maar het definitieve bewijs voor deze
incidenten is nooit geleverd. Het zelfvernietigings mechanisme dat onlosmakelijk
verbonden lijkt met het UFO-onderzoek - gekoppeld aan een slim desinformatieprogramma
- heeft de opzienbarende waarheid tot op de dag van vandaag verborgen
weten te houden. De Thomas Mantell zaak vormt op deze regel geen uitzondering.
De tragische dood van deze moedige piloot is officieel toegeschreven aan:
“een fout van de piloot” en wie is bij machte dat te weerleggen?
Mantell zelf kan zijn verrichtingen, en daarmee de waarheid van wat er
die dag gebeurde bij de confrontatie, niet navertellen.
Het officiële oordeel van de luchtmacht, en dat is het ook van veel
UFO-onderzoekers, is dat Mantell buiten bewustzijn is geraakt tijdens
de achtervolging van, wat later werd omschreven als, een hogeluchtlaagweerballon.
De zaak werd officieel afgesloten en de ware omstandigheden, waarvan sommige
waren uitgelekt, werden toegevoegd aan de dossiers van “Project
Saucer” de geheime onderzoekscommissie die in 1948 vanuit de luchtmachtbasis
Wright Patterson opereerde.
De
officiële versie van de gebeurtenissen.
Het
Thomas Mantell incident nam zijn aanvang om 12.30 uur op 7 januari 1948,
toen luchtverkeersleiders op de controletoren van de luchtmachtbasis Godmanfield
in Kentucky, een vreemd ongeïdentificeerd luchtvaartuig waarnamen
dat in de lucht zweefde dicht bij de basis. Verscheidene hoge officieren
werden erbij geroepen en de leidinggevende operationele- en inlichtingenofficier
werd al snel bijgestaan door de bevelhebber van de basis, maar geen van
hen was in staat het langzaam roterende object te identificeren.
Terzelfder tijd waren er vier P-51 Mustang gevechtsvliegtuigen aan een
routine trainingsvlucht bezig onder commando van kapitein Thomas Mantell.
P-51 Mustang gevechtsvliegtuigen.
Ze
vlogen richting Godmanfield toen om ongeveer 14.45 uur de dienstdoende
bevelhebber op de controletoren hen opdroeg het vreemde object te observeren.
Kapitein Mantell bevestigde de order. Korte tijd daarna vroeg één
van de piloten toestemming om zijn vlucht af te breken vanwege dreigend
brandstoftekort. Zo bleven er drie toestellen over die doorvlogen richting
het vreemde object.
De volgende radioboodschap kwam van één van de drie overgebleven
piloten, die zei dat hij zijn oriëntatie kwijt raakte en bang was
te verdwalen. Hij kreeg ook permissie zijn vlucht af te breken en terug
te keren, maar hij zou vergezeld worden door één van de
twee overgebleven piloten, die opdracht kreeg hem te begeleiden en veilig
terug te brengen naar de basis. Het enig overgebleven vliegtuig dat nu
de achtervolging voortzette, was dat van kapitein Thomas Mantell.
Op 4500 meter hoogte nam Mantell contact op met de toren en meldde dat
hij het object in zicht had en klimmende was om het te onderzoeken. Korte
tijd later rapporteerde hij dat hij bij het object was en dat was de laatste
uitzending die van hem ontvangen werd. Mantells toestel crashte zo’n
130 mijl uit de buurt van Godmanfield.
Het officiële rapport van de luchtvaartinspectie over de crash vermeldde,
dat volgens hun opinie kapitein Mantell het bewustzijn had verloren ten
gevolge van zuurstofgebrek. Het toestel klom daarna door de hoogte in
totdat het onder zo’n sterke hoek steeg waardoor het stuwkracht
te kort kwam om door te gaan. Het begon dan aan een draai naar links en
de vleugel richtte zich naar beneden even later gevolgd door de neus van
het toestel wat een sterk draaiende spiraal tot gevolg had. Met de ongecontroleerde
daling liep de snelheid zodanig op, dat dat het uiteen vallen van het
vliegtuig tot gevolg had. Er wordt aangenomen dat kapitein Mantell niet
meer bij bewustzijn is gekomen. Dit wordt ingegeven door het feit dat
de borg van zijn schietstoel nog op zijn plaats zat na de crash. Hij had
dus niet de mogelijkheid gegrepen om het vliegtuig te verlaten. Zij stonden
tevens op het standpunt dat de UFO in geen enkel opzicht verantwoordelijk
was voor de crash.
Na
vijftig jaar een historische doorbraak?
Kapitein
James “Jim” F Duesler, was gestationeerd op Godmanfield ten
tijde van het Mantell-incident. Kapitein Duesler trouwde later met een
Engels meisje en emigreerde vele jaren geleden naar Engeland. In de loop
der tijd overleed zijn vrouw en hij woont nu gepensioneerd en alleen in
midden Engeland.
In de afgelopen twee of drie jaar had ik vele gesprekken met kapitein
Duesler over het Thomas Mantell incident, samen met collega-onderzoekers
Roy en Ann Wilkinson, die hem ook in zijn huis interviewden. Kapitein
Duesler is een warm, oprecht en aangenaam persoon waarmee men snel bevriend
raakt. Een onomkoopbaar gentleman. Er viel voor hem geen enkel voordeel
te behalen bij het vertellen van zijn versie van het Mantell incident,
waarin hij een overzicht geeft over de vele fouten die zich in het officiële
rapport bevinden. Een rapport dat is uitgegeven door het ministerie van
defensie en dat een officiële verklaring bevat, zogenaamd door kapitein
Duesler ten tijde van het incident geschreven.
Kapitein Duesler vertelde mij persoonlijk dat hij nooit een verklaring
naar enige autoriteit had geschreven over zijn bevindingen van het incident
en dat zijn verklaring in het stuk van het ministerie van defensie dus
een vervalsing is.
Hij vertelde me ook dat in het vervalste stuk de woorden voorkomen: “Gerelateerd
aan een eensluidend afschrift James F. Duesler; jr. kapitein USAF.”
Kapitein Duesler zegt: “Dit is zonneklaar vervalst omdat ik niet
heb gediend in de USAF, ik was in dienst bij het US Army Air Corps voordat
dit overging naar de USAF.
In het vervolg van dit verhaal noem ik kapitein Duesler “Jim”
omdat hij nu de status van burger heeft en vertel het als gezien door
zijn ogen met behulp van een op band opgenomen interview.
Op
de middag van 7 januari 1948 stond ik op het parkeerplatform van Godmanfield
te praten met kapitein Warren Carter, de baseoperations officier, toen
een van de kantoorbeambten van het operatiecentrum naar ons toekwam en
kapitein Carter vertelde dat hij werd verwacht op de controletoren.
Hij ging meteen naar de toren en korte tijd later vroeg hij mij bij hem
te komen omdat er iets belangrijks gaande was. Ik ging naar de controletoren
en werd verteld in een bepaalde richting in de lucht te kijken. Een klein
stuk papier was op het raam van de controletoren geplakt om een indicatie
te geven van de richting. Ik keek naar buiten en zag een vreemd grijs
uitziend object dat op een afstand in de lucht zweefde.
Vanwege de vorm beschreven we het als een omgekeerd ijscohorentje. Het
wijdere gedeelte wees naar de grond en het smallere naar de lucht. We
merkten ook op dat het object leek te roteren omdat het een zwarte streep
had die liep van de top naar de bodem en bewoog, wat de indruk gaf van
ronddraaien. Het brede gedeelte had een rode kleur. Op dat moment naderde
een vlucht van vier P-51 Mustangs Godmanfield. De vlucht stond onder commando
van kapitein Thomas Mantell.
Mantell werd op de hoogte gebracht van het object en werd gevraagd het
te onderzoeken. Hij reageerde hierop en vertelde ons dat hij op onderzoek
uitging. Eén van de piloten rapporteerde dat hij zonder brandstof
zat en vroeg permissie om terug te mogen keren naar de basis. Die werd
gegeven en de andere drie gingen verder met hun onderzoek. Toen kwam een
tweede piloot over de intercom en zei dat hij onzeker was over zijn positie
en bang was te verdwalen hij vroeg toestemming om terug te mogen keren.
Die kreeg hij en één van de twee overgebleven vliegers kreeg
opdracht hem terug te begeleiden naar de basis.
P-51 Mustang.
Zo
bleef Mantell alleen over, vliegend naar het object in de verte. De laatste
uitzending van Mantell was toen hij op zo’n 4500 meter hoogte zat,
waarin hij zei dat hij het object in het vizier had en dichterbij ging
voor een beter zicht. Niets werd er daarna nog van hem vernomen. Het object
werd toen door de bewolking aan het zicht onttrokken. Op dat punt verloren
wij de interesse in het object en ik keerde terug naar mijn verblijf.
Om ongeveer 01.00 uur in de morgen werd ik door het personeel van de controletoren
gewekt uit mijn slaap. Ze vertelden mij dat ze iets vreemds zagen in de
lucht. Ik stond op en ging naar de toren waar ze me op een object wezen
dat in de verte in een wijde boog ronddraaide. Iedereen was het erover
eens dat het sigaarvormig was en het gloeide met een flauw oranje kleur.
Gelijktijdig had het personeel van de controletorens van St.Louis en Wright
Pattterson berichten ontvangen van hetzelfde sigaarvormige object. Het
object werd ook aan de toren van St. Louis gemeld door een vlucht B-25
Mitchell bommenwerpers. Uiteindelijk ging ik terug naar mijn bed, maar
werd om 03.00 uur opnieuw gewekt en kreeg het bericht dat het toestel
van Thomas Mantell was neergestort zo’n 130 mijl verderop. Omdat
ik lid was van de ongevallenraad moest ik de plaats van het ongeval bezoeken.
Vreemde
situatie op de plaats van de crash.
In
gezelschap van twee anderen bezocht ik de locatie en bij aankomst merkte
ik op dat het toestel was gecrasht niet ver van de weg en vreemd genoeg
was neergekomen in het midden van een kleine open plek tussen hoge bomen.
Mij werd verteld dat het lichaam van de piloot al uit het vliegtuig was
gehaald en was weggebracht. Er werd mij ook verteld, door de militairen
op de locatie, dat nergens op het lichaam de huid was beschadigd of doorboord,
toch waren alle botten gebroken en zelfs verpulverd.
Bij de inspectie van het toestel merkte ik op dat het wel heel vreemd
was neergekomen. De vleugels en het staartgedeelte waren afgebroken door
de klap op de grond en lagen op korte afstand van het toestel. Er was
geen schade aan de omringende bomen dus het vliegtuig had duidelijk geen
voor- of zijwaartse beweging toen het naar beneden kwam. Het leek erop
alsof het rechtstandig was neergekomen op de open plek. Er was heel weinig
schade aan de romp die nog uit één stuk bestond en er was
geen spoor van bloed of iets dergelijks in de cockpit. Er waren geen krassen
op de romp die erop duidden dat er een voorwaartse beweging was geweest
tijdens het neerkomen en ook de propellerbladen gaven geen schade te zien
die aangaf dat ze draaiden ten tijde van de crash. Eén blad was
doorgedrongen in de bodem. Het schadepatroon kwam niet overeen met dat
van een vliegtuig van dit type dat zich met hoge snelheid in de grond
boort. Juist vanwege de grote motor in de neus van het toestel, zou het
naar beneden moeten komen met de neus omlaag gericht en het zou de grond
ook onder die hoek hebben geraakt. Zelfs als het in staat was geweest
in glijvlucht naar beneden te komen dan had het een rij bomen af moeten
breken en een vore in de grond moeten trekken. Geen van deze kentekenen
was aanwezig. Alle aanwijzingen wezen erop dat het rechtstandig in de
opening was gevallen. Ik moet toegeven dat ik dat heel erg vreemd vond.
De crashsite van het toestel van Mantell.
De
volgende dag kwam ene dr. Loading aan van Wright Pattersonfield, Ohio.
Hij was luchtvaarttechnicus met een PhD. en hij stond aan het hoofd van
wat hij noemde het: “Saucer Project”. Hij vertelde me over
de vele dossiers die ze hadden wat betreft vliegende schotels en zei dat
ze zich ervan bewust waren dat de meeste waarnemingen kwamen uit gebieden
met veel industrie en hoge militaire activiteit. Niet de normale alledaagse
militaire activiteiten, maar als er grote oefeningen plaatsvonden. Ze
hadden twee piloten in het team. Eén was gestationeerd in Pittsburg
en de andere in Birmingham, dit waren de gebieden met hoge schotelactiviteit.
Interessant is dat een heel uitgebreide militaire oefening had plaatsgevonden
op Camp Campbell, zo’n 50 mijl verderop, op de dag dat Mantell crashte.
Dr. Loading gaf mij te kennen dat zij zich ervan bewust waren dat dit
soort voertuigen van buitenaardse herkomst waren en zei: “Dank God
dat ze niet vijandig zijn, we zouden geen schijn van kans hebben”.
Hij ging door met mij te vertellen dat ze al vele jaren een grote hoeveelheid
dossiers hadden op Wrightfield.
(Voordat
in 1949 op 11 februari “Project Grudge” te Wright Patterson
werd geïnstalleerd, was het onderwerp “vliegende schotels”
nog geen aanleiding tot daverende lachsalvo’s. Er waren nog geen
vooroordelen; het was een nieuw en spannend fenomeen waarover men in alle
vrijheid kon praten. In dit licht bezien kunnen we de uitspraken van Dr.
Loading beter plaatsen. Pas nadat de onderzoekers van “Project Grudge”
in hun eindrapportage aangaven dat UFO-waarnemingen o.a. het resultaat
waren van grappenmakers en massahysterie en in het daaropvolgende “Project
Blue Book” een campagne werd gestart om het UFO-verschijnsel te
ridiculiseren, dus belachelijk te maken, hielden al snel veel mensen in
het openbaar hun mond over dit onderwerp. Paul Harmans.)
Op
dat moment kregen we gezelschap van twee militaire agenten waarvan ik
dacht dat ze van het Counter inlichtingenkorps of van de recherche waren.
Ik weet niet precies van welke omdat ze in burgerkleding waren. Korte
tijd later kregen we te horen dat twee vrouwen, die in verschillende locaties
woonden en elkaar niet kenden, een UFO hadden gerapporteerd op de dag
van de crash. Eén vrouw meldde haar waarneming aan de rijkspolitie
en de ander deed haar verhaal op het plaatselijke sheriffskantoor. Nadat
we hiervan op de hoogte waren gebracht, verdwenen de twee in burgerkleding
met spoed om de twee getuigen te ondervragen.
Er werd vastgesteld dat de twee getuigen woonden in twee verschillende
steden zo’n 60 tot 70 mijl uit elkaar en totaal vreemden waren voor
elkaar. Hun beschrijving van wat ze gezien hadden was hetzelfde. Ze zeiden
beiden dat de vliegende schotel zich verplaatste van oost naar west.
Ik
moet zeggen dat wij als onderzoekers van de crash op de locatie voor een
raadsel stonden wat betreft de schade aan het toestel. De romp, die normaal
gesproken zo’n 60 cm. breed is, was feitelijk onbeschadigd, maar
was nu nog maar zo’n 25 cm. breed. De vleugels en het staartstuk
waren eraf gebroken door de klap, maar lagen niet ver van het vliegtuig.
Het officiële rapport meldt dat Mantell een black-out had vanwege
zuurstof tekort, dat mag dan wel zo zijn maar het vliegtuig kwam naar
beneden op een wel heel vreemde manier. Er waren geen aanwijzingen voor
een mechanische fout aan het toestel voorafgaand aan de crash. Als die
er wel geweest zou zijn dan hadden we verwacht dat Mantell dit zou rapporteren
over de radio. Maar zo’n bericht is niet ontvangen. Zoals ik ook
al eerder zei, ik heb Mantell’s lichaam nooit gezien het was al
weggehaald voordat ik op de plaats van het ongeval aankwam. De verwondingen
van Mantell zijn mij beschreven door de mensen die aanwezig waren toen
het lichaam werd weggebracht. Het was in die dagen gebruikelijk dat de
lijken van degenen die omgekomen waren bij een crash werden vervoerd in
verzegelde loden kisten.
Dit is alles wat ik je vertellen kan.
Kort
samengevat.
Hier
hebben we dus een aantal tot nu toe onbekende feiten van de beroemde Thomas
Mantell zaak, beschreven door een ex-leidinggevend officier, die direct
betrokken was bij het incident. Iemand die bij leven en welzijn is en
woonachtig in Engeland. Dit zijn dus duidelijk meer feiten over deze zaak
dan tot dusverre zijn vrijgegeven door de autoriteiten. Wat voor conclusies
er nog over getrokken worden, misschien op een dag in de nabije toekomst
krijgt het volk het ware verhaal te horen over dit incident en dan kan
kapitein Thomas Mantell gezuiverd worden van alle blaam en de beschuldigingen
van fouten door hem begaan.
Mijn
hartelijke dank aan Jim Duesler voor zijn belangeloze medewerking. Ook
aan Roy en Ann Wilkinson, wier moeiteloze assistentie van onschatbare
waarde was in dit onderzoek.
Tony Dodd.
UFO
PAGINA
|