PRINTBARE VERSIE

UFO’s ZIJN WERKELIJKHEID. MAAR WAT NU?

Door Richard M. Dolan

©2004 Richard M. Dolan. Alle rechten voorbehouden.

Vertaling: © Katrijn nov. 2004


In de loop van de eerste eeuw van onze moderne jaartelling geloofden de meeste, zo niet alle volgelingen van de “Jezus cultus” dat de Tweede Komst van Christus aanstaande was. Volgens hen zou deze gebeurtenis niet in de verre toekomst plaatsvinden, maar nog tijdens hun leven. De terugkeer van Christus, ook wel de “parousia” genoemd, zou op handen zijn en het einde betekenen van de menselijke geschiedenis zoals men die kende – iets waar deze vroege christenen vurig naar verlangden.

Er gebeurde echter niets.

Na het verstrijken van jaren en eeuwen waren ze genoodzaakt hun christelijke zienswijze enigszins aan te passen. Uiteindelijk, en dat was te verwachten, veranderden deze geloofsovertuigingen en werden wat slordig. De Tweede Komst werd nog steeds verwacht, alleen het tijdstip waarop, ja, daar was wat onenigheid over. Intussen was men het er wel min of meer over eens dat alle geredde zielen in de hemel zouden belanden, zoniet meteen na de verlossing van hun sterfelijke beslommeringen, dan wel daarna uiteindelijk.

En zoals dat met alle geloofssystemen (en romances) gaat, is de beginperiode voor de betrokkenen altijd het meest interessant en opwindend. Dat komt omdat er nog geen grenzen zijn gesteld en alles mogelijk lijkt. Uiteindelijk doet de werkelijkheid haar intrede met haar onvermijdelijke teleurstelling.

Wanneer je dus je geloof - of liefde – wilt behouden, zul je je zienswijze moeten bijstellen. Zoals de ouderen en meer ervarenen ons graag vertellen, je zult volwassen moeten worden.

Dit geldt ook voor het hedendaagse tijdperk van het UFO-geloof. Toen dit in de jaren ’50 iets heel nieuws bleek (achteraf was dat niet zo), nam men redelijkerwijs aan dat vliegende schotels toestellen waren die bestuurd werden door de een of andere soort “mensen”. Maar wat deden ze? Afgaand op wat een zekere terughoudendheid leek van de kant van de mysterieuze UFO-piloten, meenden enkele analytici dat de buitenaardse wezens waarschijnlijk een soort toezicht hielden op onze wereld, vermoedelijk de aanloop naar een openlijk contact – of een invasie.

Hoe men er in die dagen over dacht is niet moeilijk te begrijpen, zolang we aannamen dat UFO-verslagen op de eerste plaats steekhoudend waren. Gedurende de jaren ’50 richtten bepaalde onderzoekers en organisaties zich op het nasporen van UFO-rapporten, vooral in gevallen waarin sprake leek te zijn van metaalachtige en soortgelijke toestellen. De grote schrijver van UFO-boeken uit de beginjaren en gepensioneerd majoor van het Marine Korps Donald E. Keyhoe, was van mening dat de wisselwerking tussen onze beschaving en UFO’s zich in een opwaartse fase bevond, en dat er heel snel iets groots te gebeuren stond.


Al zes decennia lang houden UFO’s onze gemoedsrust bezig.

Maar dat was toen en tegenwoordig zijn de dingen heel anders. Toch is het geloof nog niet helemaal verdwenen, voornamelijk omdat zo weinig mensen in het veld verstand hebben van de geschiedenis. Zo beleefden we kort geleden (2001) in de National Press Club in Washington DC de reclamecampagne voor de UFO “Disclosure” persconferentie, een gebeurtenis die volgens velen het laatste restje benodigd geschut zou zijn om de muur van geheimhouding te doorbreken. In geval u daarbij niet aanwezig was, de conferentie maakte het niet waar.

Naarmate we verder gaan met leven en leren wordt het steeds moeilijker het voor de hand liggende te verbergen: dit fenomeen is al heel lang bij ons. Het lijkt zeker niet erg geloofwaardig om, zoals Keyhoe deed, te denken dat “zij” nog steeds toezicht houden op onze planeet, temeer daar onze technologie in de laatste vijftig jaar zover gevorderd is dat we weten dat er geen grote metaalachtige ruimtevoertuigen nodig zijn om naar het oppervlak van de aarde te duiken om zodoende een goed idee te krijgen van wat daar beneden aan de hand is.

Natuurlijk zeg ik niet dat we het fenomeen moeten ontkennen omdat het eenvoudigweg niet meer overeenkomt met onze ideeën uit de begindagen. Onze culturele wegwerpmentaliteit mag dan een dergelijk reactie aanmoedigen, maar dat maakt het nog niet juist.

Wat we nu nodig hebben is een continuering van de studie, met frisse ogen en oren blijven evalueren, en onszelf blijven uitdagen. En inderdaad, er zijn op het terrein van het UFO-onderzoek mensen die dit doen door vaak onopvallend en toegewijd nieuwe vragen te stellen.

Na tien jaar aan dit onderwerp gewerkt te hebben is er nog steeds heel veel wat ik niet weet. Toch ben ik overtuigd van de volgende punten:

1. UFO’s bestaan.
2. Sommige zijn buitenaards en sommige zijn geheime militaire projecten.
3. Er is niet alleen van de kant van onze krijgsmacht, maar blijkbaar ook van de kant van de buitenaardsen zelf, een extreme en extensieve geheimhouding in deze kwestie.
4. De wetenschap en technologie met betrekking tot buitenaardse UFO’s overtreffen op dit punt waarschijnlijk mijn wildste gedachten.
5. De bedoelingen van deze “buitenaardsen” zijn nog steeds niet definitief bekend. Het kunnen onze ruimtebroeders zijn, we kunnen in hun kookboek staan, of ze houden gewoon van het water hier. Zonder echte kennis is behoedzaamheid de enige logische methode.

We leven in moeilijke en gedenkwaardige tijden en hebben echt redenen ons zorgen te maken over de toekomst van onze beschaving. Het zou binnen deze context verrassend zijn als de buitenaardse connectie niet van buitengewoon belang zou zijn.

Toch moeten we dergelijke stellige antwoorden wantrouwen. Dit betreft niet alleen degenen die het onderwerp domweg afkraken, maar ook, zoals die vroege christenen (en de millennia-aanhangers van nu), degenen die ons vertellen dat ze zeker weten wat er precies in het vooruitzicht ligt.


UFO's