THE CROP BUSTERS By Julie Cohen and Stuart Conway Overgenomen en vertaald uit UFO Magazine uitgave nov./dec. 2002 door Paul Harmans
Jarenlang zijn graancirkels net zo serieus genomen als UFO’s en feeën. Nu zijn de vreemde patronen niet alleen doorgedrongen tot Hollywood, maar proberen wetenschappers het mysterie op te lossen en het antwoord zou wel eens gelegen kunnen zijn in de grond. Als de helikopter landt op het dak van het Rockefeller Plaza te New York, rennen twee geüniformeerde veiligheidsmensen, pratend in de microfoontjes van hun headset, naar buiten en halen snel Nancy Talbott naar binnen in het gebouw. Zij wordt naar een suite gebracht waar een prachtig buffet staat uitgestald. Bedienden trekken zich respectvol terug als de filantroop Laurance S. Rockefeller binnenkomt. Talbot is de direkteur van “BLT Research Team Inc.” een organisatie die is opgezet om de veranderingen van planten uit graancirkels te onderzoeken. Zij was uitgenodigd voor de lunch om een opwindend aanbod te bespreken. Hollywood had juist in de film “Signs” het publiek uitleg gegeven over hoe zij over graancirkels denkt en waarin Mel Gibson een predikant met een boerenbedrijf speelt die een formatie ontdekt in zijn veld. Echter Talbott heeft informatie over het echte fenomeen. Nancy Talbott Voorafgaand onderzoek doet vermoeden dat de cirkels gemaakt worden door een onbekende energie. De kwestie ving zes jaar geleden aan toen Diane Conrad, een geologe, de grondmonsters vanuit een cirkel in de buurt van haar huis te Logan, Utah, analyseerde. Tot haar verrassing vertoonden die een karakteristiek die over het algemeen wordt gevonden in sedimentair gesteente en veroorzaakt wordt door de druk van tonnen gesteente en verhit door het binnenste van de aarde gedurende een aanzienlijke tijd. Echter haar monsters waren grondmonsters afkomstig van de bodem binnen een graancirkel. De controle-grondmonsters van buiten de cirkel vertoonden geen enkele van deze onverklaarbare kenmerken. “Ik begreep niets van deze uitkomsten,” verklaarde Conrad. “De grond lijkt blootgesteld te zijn aan een intense hitte van 500 tot 1500 graden Celsius zonder de planten te verbranden. Ze waren zelfs niet verschroeid.” Welke soort energie kan deze hitte en intensiteit opwekken zonder de planten tot as te verbranden? Conrad was niet in staat een begin te maken met een diepgaande evaluatie, dus gaf zij de informatie aan Talbott, die zich de laatste 10 jaar bezig had gehouden met wetenschappelijk onderzoek naar graancirkels.Onderzoek van de grondmonsters vergt dure technieken, dus haar opdracht was om Rockefeller over te halen het te financieren. Meer dan 10.000 cirkels zijn er wereldwijd tot nu toe al gerapporteerd. Formaties zijn verschenen in boomtoppen, ijs, zand, sneeuw en natuurlijk in gewassen. Niemand weet hoeveel daarvan echte cirkels zijn en hoeveel er door mensenhanden zijn gemaakt. Wetenschappelijk onderzoek is tot nu toe nog minimaal geweest, maar Conrad’s gegevens deed vragen rijzen waarvan Talbott geloofde dat de gevestigde wetenschap die niet zou afwijzen. Na een vorstelijke maaltijd overhandigde Talbott haar voorstel aan Rockefeller. Enkele weken later arriveerde er per post een cheque met een aanzienlijk bedrag. Veldteams in Nederland, de Verenigde Staten en Canada verzamelden grondmonsters. Een formatie bestaande uit zeven cirkels en gerapporteerd in september 1999 in Edmonton, Alberta werd uitgekozen voor gedetailleerde analyse. Een boer en zijn vrouw rapporteerden dat zij ongeveer een week voordat de cirkels werden ontdekt onverklaarbare lichten boven het veld hadden waargenomen. Bijna 90 grondmonsters alsook controlemonsters van buiten de cirkels werden opgestuurd naar Dr. Sampath Lyengar een mineraloog in San Diego, Californië. Kleimineralen in de monsters werden geanalyseerd door gebruik te maken van de zogenoemde X-ray powder diffraction (XRD) (röntgenologische poeder diffractie) Röntgenstralen werden door het monster gestraald vanuit verschillende hoeken en de manier waarop zij afbuigen verschaft informatie over hoe de atomen zijn gegroepeerd en wat voor soort mineraal het is. Bijvoorbeeld: stel je voor dat knikkers een atoom voorstellen in het mineraal dat je onderzoekt. Als je er een handvol (knikkers) van op de grond gooit, dan zullen zij een lukraak patroon vormen. Als je de knikkers in plaats daarvan oplijnt in rijen, dan wijst dat op een toename in kristallisatie; iets heeft hen geordend. In het voorbeeld natuurlijk onze hand, maar in het grondmonster een tot nu toe onverklaarbare energie. Dit is wat er gebeurd is met de grond afkomstig van binnen de graancirkel. Niets wat hier op lijkt is ooit gevonden in oppervlaktegrond. “Dit wordt normaal alleen maar gevonden in geologische sedimenten die blootstaan aan hoge temperaturen en druk gedurende miljoenen jaren,” zegt Lyengar. “In het laboratorium zijn temperaturen van zo’n 600 tot 800 graden Celsius vereist om deze kristalvorming te bereiken. Op geen enkele manier kunnen wij deze resultaten verklaren. Het is een vorm van een energie, een onbekende kracht, dat dit veroorzaakt.” Talbott,
opgewonden door deze resultaten, moest nu een instantie vinden die deze
resultaten kon herhalen. Ze besloot om aan de top te beginnen en ging
naar Hanover, New Hampshire waar ze op de deur klopte van Dr. Robert C.
Reynolds Jr. van het Dartmouth college. Reynolds, ontvanger van de Roebling
medaille voor zijn levenslange werk in de mineralogie, is een expert in
röntgendiffractie. Hij vroeg om monsters voor zijn laboratorium en
voerde er zijn eigen experimenten op uit. De resultaten waren overeenkomstig.
In een brief aan Talbott schrijft hij: “ik ben er van overtuigd
dat de preparatiemethodes van de monsters en de röntgenanalyseprocedures
overeenkomen met betrouwbare en standaard methodes van analyse. Dit roept
de vraag op wat de betekenis is van deze resultaten. Temperaturen van
600 tot 800 graden Celcius zijn in het laboratorium nodig voor deze groei
en deze condities zouden elk aanwezig planaardig materiaal doen verbranden.
In het kort gezegd, ik geloof dat onze huidige kennis geen verklaring
kan verschaffen.” Eén van de grootste bijdragen aan de wetenschappelijke studie van graancirkels komt van de in Michigan wonende biofysicus W.C. Levengood, die in 1990 met het onderzoek begon van planten afkomstig uit graancirkels. De meest eigenaardige afwijkingen die hij bestudeerde zijn de gaten met de grootte van speldenknoppen in de knopen van de plant; dit zijn de vezelige gewrichtachtige knobbels in de plantenstengel. Hij noemt deze gaten “uitzettingsgaten.” Levengood meent dat vocht binnenin de stengel heel snel verhit wordt en in stoom verandert die op sommige plaatsen de vezels van de plant laat uitzetten en op verschillende plaatsen zelfs een gat blaast in de stengel. “Het lijkt op een krachtige magnetronenergie die dit veroorzaakt, het verhit van binnenuit. Het interessante is dat het verschijnen van deze gaten geschiedt in microseconden.” Het
jongste en meest elastische weefsel van de plantenstengel zit aan de top
en het is daar waar hij altijd weer verlengde knopen waarneemt. Soms zelfs
de dubbele lengte van hun normale maat. Levengood vond ook veranderingen in de zaden en de ontkiemings mogelijkheden daarvan. Wanneer cirkels verschijnen in volgroeide planten met volledig ontwikkelde zaden, dan zullen deze zaden tot vaak wel vijf maal sneller opgroeien dan de controlezaden en ze kunnen ook aanzienlijk langer zonder water en licht zonder daar schade van te ondervinden. Door zijn onderzoek van het zaad afkomstig uit graancirkels in zijn “Pinelandia Biophysical Laboratory” te Grass Lake, Michigan , heeft dr. Levengood een manier gevonden om betere zaden te kunnen produceren die hij “Molecular Impulse Response” (MIR) (Moleculaire Impuls Reactie) noemt. “Als ik deze zaden blootstel aan deze MIR energie, dan krijg ik hetzelfde effect als zij krijgen in de graancirkel. We kunnen zo zaden produceren die een heel stuk sneller groeien.” Samen met zijn collega John Burke vroeg hij patent aan op deze formule. Is de landbouw geïnteresseerd? “O ja, we hopen het graan volgend jaar klaar te hebben. Er zijn op het moment verschillende bedrijven bezig met grote veldexperimenten.” Deze zomer (2002) vonden onderzoekers in een graancirkel met de vorm van een Keltisch kruis in Avebury Trusloe, Wiltshire, deze uitzettingsgaten. De formatie die op 2 juni werd ontdekt in een gerstveld, werd onderzocht door de voormalige regeringswetenschapper Rodney Ashby, die zes jaar geleden met zijn graancirkelonderzoek begon. “De uitgerekte knopen en de uitzettingsgaten in deze formatie zijn erg interessant,” zegt hij. “Zij komen uitsluitend voor op de stengels die platgelegd zijn om de formatie te creëren. Ik kijk altijd naar de meest logische verklaring, maar in gevallen zoals dit, lijkt er gewoon geen verklaring te zijn.” Vanaf
de rand van het veld is het onmogelijk om - in de tot aan je middel komende
gerst - het neergebogen gewas van de cirkel te zien. De enige buitengewone
kenmerken zijn de antieke Adam en Eva stenen in het volgende veld. Geleerden
nemen aan dat zij het begin markeren van een stenen toegangsweg naar de
ring van stenen rondom Avebury. Een paar honderd meter verderop in het
veld ligt het gerst plotseling plat in gedraaide patronen. De volgende morgen in de Silent Cirkel, een café in Cherhill en het middelpunt voor de graancirkelgemeenschap wat betreft informatie, bekijken 15 mensen een video van de laatste cirkel. Een plattegrond aan de muur, voorzien van punaises, wordt snel bijgewerkt met de positie van de meest recente formatie. De wanden van het café zijn bedekt met luchtfoto’s van de 70 formaties die tot nu toe zijn gerapporteerd in Engeland en met posters van de hand van voormalige architect en designprofessor Michael Glickman, die de geometrie van de formaties uittekent. The Silent Circle. “Laten we gaan,” roept Glickman. Het is als een roep voor de jacht en iedereen wringt zich in de auto’s. Glickman neemt de leiding, gevolgd door de Kroatische documentairemaker Nikola Duper, dan drie Italiaanse vrouwen, een Nederlands stel dat de laatste 10 jaar al naar Wiltshire komt om de cirkels te zien en wij. Het konvooi slingert zich over smalle wegen en door kleine dorpjes waarin met rieten daken bedekte huisjes staan. Iedereen zwaait en kletst opgewonden in mobieltjes over wat voor vorm ze nu wellicht zullen aantreffen. Zodra we stoppen bij het veld zien we mensen op ladders met camera’s aan lange stokken om zo te proberen een goede luchtopname te verkrijgen. Een helikopter cirkelt boven ons hoofd en de “croppies” zoals ze bekend staan, heffen de camera’s en trekken hun notebook. De volgende dag als de luchtfoto’s worden opgehangen in het café is er de bezorgdheid dat het een door mensenhanden gemaakte cirkel is. “We liggen onder vuur,” zegt Glickman bedrukt terwijl hij met kleine teugjes van zijn koffie drinkt. “Het is verspilling van onderzoekstijd en geld om de velden te vervuilen met deze tweede rangs door mensen gemaakte cirkels. Terwijl het echte fenomeen zoveel studie vereist.” De interesse is ook dit jaar weer toegenomen. “Signs” werd in Amerika op 2 augustus voor het eerst vertoond en bracht meer dan 60 miljoen dollar op in de eerste drie dagen en stond meteen op de eerste plaats van de ranglijst. De Britse dramaserie “A Place To Stay” opgenomen in de graancirkels van Wiltshire lijkt hoge ogen te gaan gooien wat betreft de interesse van het publiek. Freddy Silva de Britse auteur van het recente boek “Secret In The Fields,” waarvan in de eerste week al 10.000 exemplaren werden verkocht in Amerika, kijkt uit over een formatie op de Gallops, nabij Beckhampton. Een indrukwekkende vorm met 76 straalsgewijze spaken. Een hert snelt met grote sprongen naar het midden van de cirkel en blijft daar een paar momenten staan eer het verder springt. “Waar Hollywood ook mee aankomt wat betreft theorieën over de graancirkels, het zal nooit zo fascinerend en mysterieus zijn als the real thing,” zo zegt Silva. Dit fantastische artikel was het eerst geplaatst in een bijlage van “The Sunday Times” op 15 september 2002. Het is veelbetekenend voor het graancirkelonderzoek in het verleden, van nu en in de toekomst, want er is wat dat betreft niet snel te overdrijven. (redacteur)
|