LANCERING IN VOORBEREIDING! Uittreksel boek: UFOs AND NUKES: extraordinary encounters at nuclear weapons sites Door: Robert L. Hastings © Copyright 2008 Robert L. Hastings. All Rights Reserved Vertaling: Paul Harmans Bron: http://www.theufochronicles.com Website Robert Hastings: http://www.ufohastings.com
Van alle interviews die ik gedurende de laatste 30 jaar met voormalige of gepensioneerde ICBM lanceerofficieren heb gedaan, was dit misschien wel de meest verontrustende. Volgens deze bron, David H. Schuur, had een UFO kennelijk de lanceerprocedure bij zijn meeste Minuteman raketten geactiveerd. In augustus 2007 vertelde Schuur mij: “Ik zag je vraag naar informatie in de (juni 2007) Association of Air Force Missileers Newsletter. Ik was in het midden van de jaren ’60 betrokken bij een UFO-incident op de Minot luchtmachtbasis. Ik las ook je eerdere artikel (in de september 2002 AAFM Newsletter), maar ik aarzelde toen om te reageren.” Ik vroeg Schuur waarom hij aarzelde. Hij reageerde met: “Nou ja, ons was toentertijd in feite verteld dat het geheime informatie was en, je weet wel, het is niet gebeurd en praat er niet over. Ik denk dat ik nog steeds met dat idee in mijn hoofd zat toen ik je eerste artikel las.” Schuur had onmiskenbaar zijn mening herzien. Hij ging verder met: “Anyway, Ik was van december 1963 tot en met november 1967 een Minuteman raketteamlid in de 455ste/91ste Strategische Raket Eenheid op Minot. Ik was een 1ste luitenant gedurende die periode en de plaatsvervangend commandant die nacht. Omdat het incident zich zo’n 40 jaar geleden voordeed, zijn mijn herinneringen een beetje vaag, maar gebaseerd op wie mijn commandant was in die tijd, denk ik dat het zich voordeed tussen juli 1965 en juli 1967.” Ik vroeg Schuur of hij die tijdsperiode wat specifieker kon geven door het te associëren met een andere gebeurtenis. Hij reageerde met: “Niet echt, maar mijn gevoel zegt me dat het incident zich voordeed aan het einde van mijn diensttijd bij de raketeenheid, dus was het mogelijk gedurende 1966 of 1967. Ik had de wacht op de Echo (lanceercontrole) lanceerplaats en zat in die tijd aan het controlepaneel, mogelijk vroeg in de morgen toen de commandant sliep. Ik weet dat het op Echo was omdat ik bijna alleen maar daar wacht liep. Mijn commandant van deze raketlanceerplaats is inmiddels overleden. Hij was een luitenantkolonel op Minot en was al in de vijftig, een oude Korea-veteraan. Hij zat bij de reservisten en werd begin jaren ’60 weer in actieve dienst geroepen. Voor wat betreft het incident, hier is het volgens mijn beste herinneringen: raketlanceerplaats Alpha, die ten oosten van ons lag, meldde op het PAS - Primary Alerting System - dat hun beveiligingspersoneel een groot, helder object observeerde dat boven enkele van hun raketsilo’s hing. Het bewoog van raketsilo naar raketsilo. Ik geloof dat de lanceercrew ook meldde dat zij valse aanwijzingen op hun raketcontrolepaneel hadden, maar daar ben ik niet zeker van. Ik weet wel dat een paar minuten later ons paneel valse aanwijzingen gaf - abnormale waarden - betreffende sommige van onze raketten.” Ik vroeg Schuur om PAS uit te leggen. Hij zei: “Dat was een open lijn tussen het SAC hoofdkwartier en de commandoposten van de raketlanceerplaatsen. Er was een luidspreker in elke commandopost en als een commandopost een opdracht of wat dan ook gaf, dan waren wij allemaal in staat die te horen. Toen de beveiliging van Alpha hun UFO-waarneming deed, meldden zij het aan de commandopost en die meldde het weer aan het SAC hoofdkwartier. Dus toen de meldingen over de waarnemingen werden gedaan, konden wij dat allemaal horen via PAS.” Schuur ging verder met: “Maar het was niet alleen Alpha en Echo. Gedurende het volgende uur of zo, ik kan mij niet meer herinneren hoe lang het exact was, meldden alle lanceerplaatsen dat hun beveiligingsteams een UFO observeerden nabij hun locaties. Het traject van het object kon via PAS worden gevolgd terwijl het over elke lanceerplaats passeerde. Het object bewoog over de volledige eenheid, van het zuidwesten naar het noordwesten, het volgde de indeling van de eenheid.” Schuur
ging daar dieper op in: “Alle locaties, Bravo, Charlie,
Delta en zo verder tot aan Oscar, meldden de waarneming van dat
object. Het raketveld van Minot is aangelegd in de vorm van de
letter ‘C’. Alpha ligt in het zuidoosten van de basis
en de andere lanceerplaatsen, Bravo, Charlie enz., liggen zuid,
zuidwest, west, noordwest en noord van Minot. Oscar is de laatste
en ligt op de top van de ‘C’ ten noorden van de basis.
Het object - voor zover ik weet was het slechts één
object - kwam over Alpha en bewoog toen helemaal rond over de
lanceerplaatsen en eindigde bij Oscar. Dat konden we horen over
PAS. Bij Echo kwam het niet dicht bij het lanceercontrolegebouw,
het kwam alleen boven de raketsilo’s en ging toen door naar
de volgende lanceerplaats. Wat betreft onze lanceerplaats, Echo, een paar minuten nadat ik de melding van Alpha hoorde, kreeg ik een telefoontje van de beveiliging boven dat een groot, helder licht - in feite zou een groot, helder object een betere omschrijving zijn - ten oosten van het lanceercontrolegebouw in de lucht hing. Toen de wacht naar beneden belde kan hij de term ‘UFO’ gebruikt hebben, maar dat kan ik mij niet meer herinneren. Hij beschreef niet de vorm ervan of de hoogte waarop het hing, omdat het te ver weg zat. Het kwam nooit dichtbij genoeg om enig detail te zien. Op zijn dichtst zat het twee, drie, misschien vier mijl bij ons vandaan, maar wel nabij één van de raketlanceerplaatsen.” Schuur ging door met: “Toen het object echter over onze lanceerplaats kwam, kregen we vele valse aanwijzingen op ons paneel. Het object zond klaarblijkelijk naar elke raket de een of andere signalen uit. Niet elke raket werd op die manier door het object gecheckt, maar er waren verschillende raketten waarbij dat wel gebeurde. Misschien zes, zeven of acht. Misschien werden alle tien raketten gecheckt, maar dat denk ik niet. Terwijl dat ding over de raketten passeerde, kregen wij grillige indicaties op de betreffende raket. Na een paar seconden keerde dat weer terug naar normaal. Maar vervolgens gaf de volgende raket grillige indicaties, dus het object was ogenschijnlijk naar die raket gegaan en deed daar hetzelfde mee. Daarna ging het naar de volgende en zo ging dat door. Het leek alsof het object elke raket afzonderlijk aftastte. De binnen- en buitenalarmen werden geactiveerd, maar we kregen die om de een of andere reden aldoor. Op deze bijzondere nacht echter, moesten we de vertragingsschakelaars gebruiken omdat we de meldingen: ‘lancering in voorbereiding’ kregen! Na een paar minuten, toen de UFO richting het noordwesten van ons ging, stonden alle meters weer op normaal.” Ik wilde zeker zijn over wat mij zojuist verteld was. Ik vroeg Schuur: “Dus, als je een ‘lancering in voorbereiding’ melding krijgt, betekent dat dat de lanceerprocedure in gang is gezet, dat de raket op het punt staat gelanceerd te worden?” Schuur antwoordde: “Dat betekent dat de raket een lanceersignaal heeft gekregen. Als dat gebeurt, krijgen wij een teken in de lanceerruimte dat die raket een lanceeropdracht heeft gekregen. Als dat gebeurt zonder de juiste autoriteit, haal je de schakelaar om die we een vertragingsschakelaar noemen om daarmee de lancering voor bepaalde tijd te vertragen. Als er vanuit een andere lanceerplaats nog een vertragingssignaal komt, dan wordt de lancering definitief afgebroken. Maar als dat tweede signaal niet komt, dan zal de raket een specifieke tijd wachten en dan automatisch lanceren als die tijd om is. Natuurlijk hadden we die nacht meerdere valse aanwijzingen afkomstig van elke raket, dus wellicht had in die situatie de lancering zichzelf automatisch uitgeschakeld. Maar dat weet ik absoluut niet zeker.” Ik vroeg Schuur of de melding ‘lancering in voorbereiding’ bij andere gevallen ooit eerder was geactiveerd, zowel voor als na het incident met de UFO en terwijl hij op wacht was? Hij reageerde met: “Nee, nooit.” Ik vroeg Schuur of hij had gehoord dat raketonderhoudsploegen delen van, of hele systemen van de aangetaste raketten moesten vervangen, degene die zorgden voor de valse aanwijzingen. Hij zei: “Nee, maar als dat wel is gebeurd, dan heb ik er nooit van gehoord.” Schuur vertelde: “Nadat we de volgende dag op de basis terugkeerden ontmoetten mijn commandant en ik de operationele officier. Hij zei alleen: ‘Er is niets gebeurd, er is niets om over te praten, tot ziens.’ Onze logboeken en geluidsbanden werden ingenomen. Elke lanceerplaats heeft een 24 uursband die, voor zover ik mij kan herinneren, alle communicatie opneemt die over het PAS systeem loopt, dus alle meldingen moesten op die band staan. Maar wij werden in principe verteld dat er die nacht niets was voorgevallen en dat we er verder niet over moesten praten. Het was een niet-voorgevallen incident. We werden nooit door de OSI of iemand anders ondervraagd. We gingen gewoon naar buiten. De meeste van de raketploegen reden na hun dienst vanaf de lanceerplaats terug naar de basis en ze arriveerden allemaal op verschillende tijden. Er was geen groepsondervraging waar ik van weet. Ik heb nooit meer wat over het incident gehoord.” Ik vroeg Schuur: “Ik begrijp dat je geen informatie van je superieuren hebt gekregen, maar wat is je persoonlijke beoordeling van het gebeuren? Hij reageerde: “Oh, ik denk dat er daar iets in de lucht was, uhh, en onze raketten aftastte, om te kijken wat er was. Iets van een scanproces.” Ik vroeg Schuur of hij dacht dat de activering van de lancering opzettelijk of toevallig was? Hij scheen verrast door mijn vraag en zei: “Ik denk dat het scannen ervoor zorgde dat het lanceersignaal af ging. Het zette allerlei signalen in werking, we kregen allerlei soorten meldingen. Er waren signalen van wat voor soort ook die door de UFO naar de raket werden gezonden en die onbedoeld de lanceeractivering opwekten, dus ik denk niet dat het met opzet gebeurde. Ik hoop van niet! Dat zou een…” Schuur maakte zijn zin niet af. Zijn stem brak en hij slaakte een diepe zucht. Klaarblijkelijk zorgde de gedachte dat zij aan boord van de UFO mogelijk opzettelijk poogden zijn raket te lanceren ervoor dat hij stilviel en mogelijk, zelfs 40 jaar later, huiverde. Ik accepteer duidelijk Schuur’s melding als geloofwaardig, maar ik tracht natuurlijk meerdere voormalige leden van zijn onderdeel te lokaliseren om het te bevestigen. Schuur geeft eerlijk toe dat hij na het lezen van mijn artikel in september 2002, vijf jaar heeft gewacht om mij te benaderen. Het was pas na mijn tweede publicatie waarin ik om informatie vroeg van voormalige/gepensioneerde USAF raketmensen, dat hij besloot zichzelf bloot te geven. Deze besluiteloosheid is niet vreemd. Veel van de voormalige raketlanceerofficieren die bij mij zijn gekomen om hun UFO-ervaringen met mij te delen hebben dat om verschillende redenen niet gemakkelijk of eenvoudig gevonden. Voor zover ik weet is Schuur’s getuigenis de enige geloofwaardige melding op papier van een UFO die tijdelijk een Amerikaanse nucleaire raket activeerde. Er is echter een andere betrouwbare melding van een dergelijke actie - in de Sovjet Unie. Dat incident zal in een later hoofdstuk uitgebreid worden besproken. Uit
het boek: UFOs and Nukes, van Robert Hastings. Alleen verkrijgbaar
op ufohastings.com Documenten: http://www.ufohastings.com/documents Nog veel meer getuigen: http://www.nicap.org/babylon/missile_incidents.htm Over de locaties: http://www.siloworld.net Website Robert Hastings: http://www.ufohastings.com Boek UFOs and Nukes: http://www.ufohastings.com./BookPage
|