TERUG NAAR ARTIKEL

MYSTERIE REGEERT DE PRAIRIE

DEEL 1

Door: Roberta Donovan and Keith Wolverton 1976

Vertaling: Paul Harmans

Bron: www.earthfiles.com

Voorwoord ufowijzer
Deze vertaling bestaat uit twee delen, in totaal vijf hoofdstukken uit het boek: ‘Mystery Stalks The Prairie’ geschreven in 1976 door Roberta Donovan and Keith Wolverton. Het accent ligt in deze hoofdstukken op de vreemde objecten die regelmatig werden en nog steeds worden waargenomen in de gebieden waar ook de authentieke dierverminkingen plaatsvinden en dat is eigenlijk wereldwijd. In dit geval gaat het over een gebied in de Amerikaanse staat Montana, rondom de plaats Great Falls waar ook de luchtmachtbasis Malmstrom ligt met daaromheen de vele raketlocaties waar in die tijd de Minuteman atoomraketten stonden opgesteld. Dus als deze objecten niets met het dierverminkinsfenomeen te maken hebben, dan zeker wel met de locaties waar de atoomraketten stonden en daarover vertellen een aantal getuigen, die werkzaam waren op de raketinstallaties, in het Disclosure Project een paar aardige verhalen die exact aansluiten op onderstaande waarnemingen. Maar de kans is groot dat deze objecten, die regelmatig met helikopters worden verward, voor beide fenomenen verantwoordelijk zijn, oordeel echter zelf.

Introductie
Keith Wolverton was de eerste hulpsheriff die in 1976 in het openbaar over zijn onderzoeken naar het dierverminkingsfenomeen schreef. De plek waar hij onderzoek deed was Great Falls, Montana en lag nabij de Malmstrom luchtmachtbasis waarop gedurende de Koude Oorlog met de Sovjet Unie de vele Minuteman atoomraketten op hun lancering stonden te wachten. Het verzamelde fysieke bewijs en de ooggetuigeverslagen van hulpsheriff Wolverton, wijzen erop dat de verminkingen niet het gevolg zijn van natuurlijke aanvallen van roofdieren, ziektes of satanische sekten.

Gedurende mijn eigen (Linda M.H.) onderzoek in de tachtiger jaren naar de dierverminkingen, sprak ik met hulpsheriff Wolverton over de vreemde getande randen van de wonden die hij had gevonden en gefotografeerd in de gevallen in Montana en welke ook werden gevonden bij veel andere verminkingen van Oregon tot Alabama. Welk snij-instrument werd hierbij gebruikt? Schroeide het het weefsel dicht terwijl het als een soort gekartelde schaar de insneden maakte? Wie of wat doodde en verminkte, rondom de wereld, dieren en waarom?

Keith Wolvertons boek uit 1976, geschreven samen met Roberta Donovan, is lang uit de handel geweest, maar nu, met hun toestemming, heeft Earthfiles een elektronische versie van het originele boek gemaakt.

Roberta Donovan, een voormalig journaliste en redacteur voor de krant, schreef het boek en commandant Wolverton, een ervaren wetshandhaver en de verantwoordelijke officier over de onderzoeksrapporten van de dierverminkingen, UFO’s en harige wezens, verschafte de informatie en de technische details.

WETSHANDHAVERS GAAN OVER OP ACHTERVOLGING

(hoofdstuk 6 in het boek)

Het idee dat er mogelijk helikopters werden gebruikt, door hen die de verminkingen uitvoerden, was niet nieuw voor het politiebureau van Cascade County. Zij hadden die mogelijkheid vele malen overwogen. Maar die gedachte kreeg meer waarde toen zij aan het eind van de zomer in 1975 talloze telefoontjes kregen van mensen die helikopters zagen, maar die niet konden identificeren of van mensen die vreemde geluiden hoorden, soms als een helikopter, maar die niet konden waarnemen. Er waren ook gevallen waarbij een helikoper werd gezien die niet te horen was. Bijna tegelijkertijd begon het bureau meldingen van UFO-waarnemingen te ontvangen en van vreemde heldere lichten. Agenten overwogen serieus de mogelijkheid dat er een connectie was tussen de ongeïdentificeerde helikopters en de veeverminkingen, omdat bij verschillende gevallen een helikopter was waargenomen die boven het vee hing.

Er waren ook twijfels of de beschrijving ‘helikopter’ wel de juiste was voor het voertuig. Bij de meest reële waarnemingen beschreef degene die het voertuig zag het als een helikopter en sommigen zagen het van vrij dichtbij. Maar enkele van de waarnemingen vonden plaats op een dag waarop de wind zo krachtig was, dat de helikopters van de luchtmacht aan de grond moesten blijven, omdat het niet veilig was om te vliegen. Als de helikopters van de luchtmacht in dergelijk weer niet konden vliegen, welke helikopter kon dat dan wel? Sommige waarnemingen van helikopters werden door de agenten zelf of leden van hun families gedaan.

Eén van de eerste meldingen kwam van de vrouw van een voormalige hulpsheriff. Zij vertelde de agenten dat ze in een slaapkamer stond en haar baby verzorgde toen ze een hoop lawaai hoorde dat dichterbij kwam en wat ze omschreef als afkomstig van de een of andere machinerie. Het lawaai werd zeer luid alsof het kwam van een object in haar achtertuin. Tegelijkertijd, zo zei ze, was er een zeer helder licht, of eigenlijk twee lichtstralen, die de kamer binnenschenen waar zij met de baby was. Ze zei dat de hele kamer erdoor verlicht werd. Ze omschreef de bovenste lichtstraal als rood en de onderste als wit.

Na een paar seconden dimde het geluid, zoals bij een dorsmachine die naar de andere kant van het veld rijdt en het licht verdween uit de kamer. De vrouw rende naar de andere zijde van het huis, maar zag niet de lichten of iets anders. Wat een vreemde eigenaardigheid aan het incident toevoegde was het feit dat de hond van de familie, die normaal altijd aansloeg bij vreemden, geen enkel geluid maakte, ondanks dat zijn hok recht onder het raam stond waardoor het licht had geschenen.

De volgende dag belde er een man op die in dezelfde omgeving woonde om te melden dat hij een stel rode lichten, dicht bij de grond, had waargenomen. Hij vertelde dat de lichten gedurende een minuut flitsten en daarna kon hij ze niet meer zien. Hij was verbaasd dat de lichten zich bevonden in een gebied waar geen weg liep en ze bewogen in een zuidelijke richting, wat eigenlijk onmogelijk was voor een voertuig omdat er een greppel in het land lag.

Drie dagen nadat de vrouw van de voormalige hulpsheriff de vreemde lichten en het geluid meldde, belde er een vrouw van één van de huidige hulpsheriffs op vanuit haar huis nabij Belt om te vertellen dat er zojuist een helikopter op boomtophoogte over haar huis was gevlogen. Ze vertelde dat het rondom haar kudde schapen vloog en dat ze die daarna uit voorzorg in de schuur had gebracht. Ze omschreef het voertuig als marineblauw met gele letters. Bij navraag door de agenten op de Malmstrom luchtmachtbasis, kregen ze te horen dat de basis beschikte over twee marineblauwe helikopters maar dat de letters daarop wit waren. Na onderzoek werd aangenomen dat de helikopter, die ook was gezien door een andere inwoner van het gebied, één van de helikopters van de luchtmacht was geweest.

Toen de meldingen maar binnen bleven komen, brachten de militairen van de Malmstrom basis de politie ervan op de hoogte dat zij twee helikopters met gewapende bemanning stand-by hadden staan, klaar om op te stijgen als er weer helikopters werden gemeld in de buurt van de raketsilo’s. Zij stemden ermee in het politiebureau op de hoogte te houden als de helikopters de lucht in gingen. Dit initiatief volgde op een melding van 8 november 1975 waarbij verschillende mensen een helikopter zagen die stilhing boven de raketlocatie in het gebied van Lewistown. Er werd een onderzoek ingesteld, maar geen enkel agentschap had die nacht helikopters gebruikt.

De nacht van 2 op 3 december 1975 was een zeer drukke nacht, voor zowel het luchtmacht- als het politiepersoneel van Cascade County, omdat er meldingen binnenstroomden van waarnemingen van zowel ongeïdentificeerde helikopters als van UFO’s. Gedurende de avond kwam er een melding van de Juliet raketlocatie ten noorden van Malmstrom, dat er een laagvliegend object in het gebied werd gezien, waarvan men dacht dat het een helikopter was. De luchtmachtman die de melding deed vertelde dat het voertuig soms zo laag vloog dat het leek alsof het bijna de grond raakte.

Navraag bij Malmstrom, het internationale vliegveld van Great Falls in Gore Hill en de nationale luchtgarde, onthulde dat er geen helikopters in die buurt waren. Nadat het voertuig naar het noorden bewoog, naar Dutton en Brady, werden de politiebureaus aldaar gewaarschuwd. Achttien minuten later werd de ongeïdentificeerde helikopter ten oosten van Dutton waargenomen, boven de Diamond Valleyweg. Het werd 38 minuten later weer gezien boven een Minuteman raketlocatie 15 mijl ten noorden van Malmstrom. Weer 13 minuten later werd het voertuig gezien toen het zo’n 10 mijl buiten Great Falls was en in de richting van de stad koerste.

In die tussentijd, ongeveer 45 minuten eerder, meldde een agent op patrouille dat hij recht onder de helikopter stond en dat die stilstond op een hoogte van zo’n 500 voet. Hij meldde via de radio dat de helikopter op hoge snelheid wegvloog naar Brady en dat hij niet in staat was hem bij te houden. De radar van de luchtmacht pikte het voertuig op, maar zei dat hun bereik alleen het gebied van Dutton betrof.

Functionarissen van de luchtmacht rapporteerden toen dat er meer dan één helikopter leek te zijn, omdat zij meldingen daarvan kregen van twee andere raketlocaties. Alle politieauto’s werden gewaarschuwd en om 22:00 werd er op aanvraag van het kantoor van de sheriff via de lokale radio en televisie de oproep gedaan of er iemand was die een helikopter had gezien of die in het afgelopen half uur had zien landen en of men daar dan het politiebureau van in kennis wilde stellen.

Dat verzoek leidde tot een onmiddellijke respons. Een man belde om te vertellen dat er de nacht hiervoor een helikopter op boomtophoogte over zijn ranch was gevlogen. Hij vertelde dat het navigatielichten had, maar geen landingslichten. Een andere man die weigerde zijn naam te noemen, vertelde dat hij kort na de uitzending ‘iets’ had zien landen, ongeveer anderhalve mijl ten noorden van Fairfield. Het had één landingslicht vertelde hij. Een man uit Havre belde om te vertellen dat hij een helikopter had gezien vier of vijf mijl ten noordoosten van Carter, het had lichten en het vloog naar Great Falls.

Kort na middernacht ontving Malmstrom een melding dat er een helikopter stationair op 300 voet boven een raketlocatie in het Conrad-gebied hing. Volgens de melding vloog het vervolgens naar Brady en keerde toen weer terug naar het Conrad-gebied. Een uur en vijftien minuten later was er een melding van een helikopter die stationair boven een raketlocatie in Vaughn hing, direct boven het viaduct. Een agent die voor onderzoek daarheen werd gestuurd, vertelde dat hij een knipperlicht zag dat naar het oosten koerste, maar hij kon niet vaststellen of het een helikopter betrof. Hij sprak met een sergeant van de raketlocatie die hem vertelde dat het geluid niet leek op een conventionele helikopter en het had ook maar één enkel knipperlicht en geen navigatieverlichting.

Twaalf minuten nadat de agent het knipperlicht had waargenomen, werd het gemeld door Malmstrom, het was zeven mijl ten oosten van de basis en vloog in hun richting. Zeven minuten later, toen het op vijf mijl van de basis was, verdween het. De radar op zowel Malmstrom als Gore Hill volgde het voertuig totdat het verdween.

Iets meer dan een uur later rapporteerden functionarissen van de luchtmacht opnieuw dat zij iets zagen wat zij omschreven als een UFO met knipperlicht nabij Juliet, dezelfde raketlocatie op 25 mijl ten oosten van Malmstrom waar er die avond al eerder één was gezien.

Elf minuten later kreeg het kantoor van de sheriff een telefoontje van een man die woonde in de Highwood Mountains ten oosten van Great Falls, hij vertelde dat hij daar een UFO had gezien. Dat was in hetzelfde gebied als waar iets eerder het voertuig was verdwenen. Agenten werden opgedragen er een kijkje te nemen en het te onderzoeken. Het object was niet zichtbaar op de radar van Malmstrom. In de tussentijd werd de man die had gebeld terug gebeld en hij vertelde dat het object nu langzaam door wolken aan het oog werd onttrokken. Hij voegde eraan toe dat hij het object had gadegeslagen toen het dicht bij de grond was en het leek toen eerder geel dan wit te zijn, terwijl het omhoog ging leek het naar wit te verkleuren.

Ondanks de oprechte inspanningen, van zowel de agenten als het luchtmachtpersoneel, eindigde het frustrerende spel van zoek-en-verberg zonder de identificatie van het toestel of de toestellen en er werd geen verklaring gevonden voor wat ze aan het doen waren, behalve dan dat ze iedereen op een achtervolging uitlokten.

 

HET ACHTERVOLGEN VAN LICHTEN IN DE LUCHT

(hoofdstuk 7 in het boek)

Ogenschijnlijk hadden degenen die in de nacht van 2 op 3 december aan de knuppels van deze ongeïdentificeerde helikopter zaten, er lol in om de politie en de luchtmacht te irriteren, want de volgende nacht werden er weer waarnemingen gemeld. Agenten waren aan de hand van een serie meldingen, gedurende een periode van twee uur en veertig minuten, in staat het spoor van de voertuigen te traceren, maar weer konden ze het niet identificeren. Deze keer kwamen de meldingen uit Choteau en bestonden uit telefoontjes die werden ontvangen op het politiebureau van Teton County, maar er waren ook meldingen van politieagenten en contacten met Malmstrom.

Een agent van Teton County meldde om 18:59 over de radio een helikopter ten zuiden van Dutton die richting het oosten vloog naar Fort Benton. Vijf minuten later vertelde de agent dat het voertuig boven de Juliet raketlocatie hing. Navraag bij de luchtmachtbasis Malmstrom, om erachter te komen of het misschien een luchtmachthelikopter was, leverde een negatief antwoord op. De ongeïdentificeerde helikopter, die op lage hoogte vloog, had een knipperlicht. Pogingen van FAPCON (een burger naderingscontroleradar) om het object op radar op te pikken waren niet succesvol.

Om 19:40 stelde de agent van Teton County vast dat het niet één helikopters was, maar twee. Eén vloog nu naar het oosten en de andere naar het westen. Acht minuten later meldde een andere agent twee helikopters boven het Bootleggerpad ten noorden van Great Falls, die in de richting van de stad vlogen. De helikopters leken zich als konijnen te vermenigvuldigen. Om 19:54 ontving Malmstrom de melding van twee helikopters die boven de Juliet raketlocatie vlogen tussen Great Falls en Fort Benton (ten noordoosten van Great Falls) en van twee ten noordoosten van Conrad (wat ligt ten noordwesten van Great Falls) die in de richting van Fort Benton vlogen. Dit was in principe hetzelfde gebied als waar alle waarnemingen van de nacht daarvoor waren gedaan.

Om 20:11 meldde Choteau helikopters ten zuiden en ten oosten van Dutton, nabij de grens tussen Choteau en Teton county. Om 20:33 was er een melding van drie helikopters met rode kniperende lichten boven de Juliet-5 raketlocatie nabij Fort Benton. Binnen twee minuten hadden ze alle drie het gebied weer verlaten en om 20:52 werden ze gerapporteerd op zeven tot acht mijl ten zuidwesten van de raketlocatie. De luchtgevechtseenheid van Malmstrom bevestigde dat er ongeïdentificeerde helikopters in het gebied waren.

Om 21:40 die avond, werden er twee helikopters gemeld, tien mijl ten noorden van Great Falls. Zowel Malmstrom als de verkeerstoren van Gore Hill konden de meldingen niet bevestigen, noch konden ze het voertuig identificeren. Hulpsheriff Arne Sand schreef vermoeid in zijn verslag van de activiteiten van die avond het volgende:

‘Het bureau zond mij naar een gebied ten noorden van Great Falls om daar alweer lichten in de lucht te achtervolgen. Ze waren gelijk aan degene van de vorige nacht en alweer was ik niet in staat enige vorm van de objecten achter de lichten waar te nemen.’

Hij refereerde aan zijn ervaringen van de nacht daarvoor toen hij deel nam aan de achtervolging die de agenten over een groot gebied voerden. Hem was toen opgedragen naar de hoofdagent van de politie van Dutton te gaan, toen die helder lichten in de lucht waarnam. Wat er toen volgde wordt weergegeven in de woorden van Arne Sand zelf, die hij schreef in zijn officiële rapportage:

‘Tussen Power en Dutton kwam er een helder wit licht vanuit het westen naar het oosten, het vloog ongeveer 500 voet boven de grond en kruiste de snelweg achter mij. Ik was niet in staat enige vorm van het object vast te stellen. Gedurende de volgende twee uren kwamen en gingen de lichten. Om ongeveer 03:30 op 3/12/’75 arriveerden Dick Gasvoda en ik net op Fort Shaw, toen het bureau belde en meedeelde dat er een of ander object stationair boven de raketlocatie van Vaughn hing. Dus daar gingen we weer en toen we bij de weidegronden ten westen van Vaughn kwamen, zagen we een helder wit licht boven die weidegronden. Het vloog op hoge snelheid naar het westen. Het object passeerde voor ons de snelweg en vloog in de richting van Great Falls. Ik sprak met de sergeant van de raketlocatie en hij vertelde mij dat het voertuig boven de raketlocatie had gehangen, hij kon alleen een helder wit licht waarnemen, geen enkele vorm en hij vertelde dat het niet als een helikopter had geklonken.’

Waar de grens moet worden getrokken tussen ongeïdentificeerde helikopters en UFO’s is moeilijk vast te stellen. In enkele gevallen werd het voertuig duidelijk genoeg waargenomen om vast te kunnen stellen dat het eruit zag als een helikopter. Bij andere gebeurtenissen maakte het heldere witte licht dat het toestel uitstraalde het onmogelijk om een exacte vorm of omlijning van het toestel te bepalen.

De wijze van vliegen deed vaak denken aan een helikopter, maar er waren veel meer incidenten waarbij de snelheid en de manier van klimmen van een soort waren die niet overeen kwamen met die van een helikopter. En soms sloot de beschrijving van de ooggetuige van wat hij zag de mogelijkheid van een helikopter uit.

Helikopter of UFO - Tussen augustus 1975 en mei 1976 ontving het politiebureau van Cascade County ongeveer 130 meldingen van waarnemingen in het vijf County’s grote gebied. Gefrustreerde agenten ontdekten dat tegen de tijd dat zij de plaats waar de waarneming werd gedaan bereikten, het object in kwestie alweer was verdwenen. Het is moeilijk om iets te onderzoeken dat er niet meer is.

De meldingen kwamen uit vele gebieden. Het politiebureau van Fort Benton meldde een helikopter 20 mijl ten oosten van hen. Malmstrom voegde daaraan toe dat er geen luchtmachthelikopters in dat gebied operatief waren. Een vrouw uit Eden vertelde dat een helikopter laag over haar ranch was gevlogen. Een inwoner van Chestnut Valley sloeg een helikopter gade die gedurende ongeveer een uur over het gebied vloog waar zij woonde. Een ongeïdentificeerde helikopter die gemeld werd boven Cascade, bleek te behoren aan de nationale luchtgarde van Montana.

In de nacht van 4 december 1975, onmiddellijk na de golf van waarnemingen welke de agenten twee nachten hadden beziggehouden, zag een agent een helikopter opstijgen van wat leek het heliplatform van het Deaconess Hospital aan de zuidoostelijke rand van Great Falls. Hij vroeg het de volgende morgen na bij de afdeling noodgevallen en er werd hem verteld dat er gedurende de nacht geen helikopters hadden gevlogen.

Later, op de middag van 8 december, ontving het kantoor van de sheriff een melding dat een raketteam een helikopter had waargenomen ongeveer 1000 voet boven de Fox-10 raketlocatie in de bergen ten westen van Choteau en Augusta. Het werd ook waargenomen vanaf de raketlocatie Fox-9 en men had het idee dat het in hun richting kwam. Ongeveer een uur later lichtte Malmstrom het kantoor van de sheriff in dat er twee mijl ten zuiden van de raketlocatie Fox-10 twee lichten op de grond waren. Er zijn in dat gebied geen wegen en de lichten leken ook te ver uit elkaar te staan om door te gaan voor de koplampen van een auto.

Om ongeveer diezelfde tijd rapporteerde een inwoner van Vaughn dat hij drie kleine helikopters zag vliegen in de buurt van het Bootleggerpad. Hij vertelde dat één ervan op een hoogte zat van ongeveer 50 en de andere twee op 150 voet. Ze waren alle drie donker van kleur. Het commandocentrum van NORAD kon geen spoor van de drie op radar vinden en bevestigde bij navraag dat alle helikopters van Malmstrom aan de grond stonden.

Een korte tijd later werd er een melding ontvangen van een vrouw die nabij Portage woonde en enkele mannen rondom haar machinepark had gezien, maar toen ze haar opmerkten sprongen ze in hun helikopters en vlogen weg. Ze vertelde de agenten dat ze twee helikopters zag in een tarweveld ongeveer 50 meter vanaf haar huis. Er werd ook een melding ontvangen van de sheriff van Fort Benton, die dacht dat één helikopter naar Great Falls vloog en de andere ergens in het Portage gebied was geland. Het mysterie werd opgelost, tenminste deze keer, toen een officier van de Canadese luchtmacht het politiebureau van Cascade County belde om de agenten te vertellen dat hij de helikopter vloog die in Portage was geland, vanwege motorproblemen. Hij vertelde dat hij zo dicht mogelijk bij een huis was geland, maar dat er niemand thuis bleek te zijn. Een andere Canadese helikopterpiloot kwam hem te hulp en hielp hem bij de reparatie van zijn voertuig, waarna zij beiden naar Malmstrom vlogen. De angstige bewoonster die de helikopters had gemeld werd teruggebeld en geïnformeerd dat er niets was om zich ongerust over te maken.

Een paar dagen later lichtte Malmstrom het politiebureau van Cascade County in dat de bezetting van een raketlocatie nabij Ulm, ten zuiden van Great Falls, had gemeld dat ze rondom hun locatie drie helikopters hadden zien vliegen. Ze vertelden tevens dat ze er één hadden afgeschrikt door er met een licht naar te schijnen. De agenten waren op weg naar de raketlocatie toen ze een bericht over de radio kregen dat ze terug konden komen, omdat de helikopters waren geïdentificeerd als zijnde het eigendom van de nationale garde van het leger. Het incident was al bijna vergeten totdat het opdook in een gesprek tussen commandant Wolverton en een functionaris van de nationale garde. Deze laatste ontkende daarbij dat het helikopters van de nationale garde waren geweest. In sommige gevallen hadden de waarnemingen van ongeïdentificeerde helikopters een logische verklaring, maar in de meeste gevallen was die er niet.

Hulpsheriffs van Chouteau County rapporteerden dat ze twee helikopters zagen vliegen op ongeveer 300 tot 400 voet boven de grond. Ze beschreven ze met een groot rood licht en een wit knipperlicht. NORAD bevestigde dat er geen helikopters van de luchtmacht in de lucht waren en ze konden de voertuigen ook niet op de radar zien.

Meldingen van ongeïdentificeerde helikopters bleven binnenkomen vanuit diverse regio’s. RAPCON meldde op 22 december 1975 een heli-waarneming tussen Ulm en Cascade. En een man uit Great Falls meldde dat hij een helikopter over hem heen hoorde vliegen terwijl hij kampeerde in de Prickly Pear Canyon op 18 februari 1976.

Al deze en andere meldingen werden opgetekend terwijl de agenten doorgingen de stukken van deze verbazingwekkende puzzel in elkaar te passen.

 

TIENERMEISJES ACHTERVOLGD DOOR EEN UFO

(hoofdstuk 8 in het boek)

Gedurende het gehele onderzoek trachtten de agenten van Cascade County elke mogelijke connectie na te trekken tussen de dierverminkingen en de meldingen van UFO’s, ongeïdentificeerde helikopters, vreemde lichten en geluiden en de harige wezens. In sommige gevallen leek er een connectie te zijn, maar het was frustrerend moeilijk om dat te bewijzen. Een gebeurtenis waarbij dat het geval was, was een verminkte koe die aan het eind van juli 1975 was gevonden op Ashlot Bench ten noorden van Fort Shaw. Zoals bij veel andere gevallen waren de spenen van de koe weggesneden, ogenschijnlijk met een bijzonder scherp instrument. Maar in tegenstelling tot andere gevallen waarbij geen sporen van een worsteling werden gevonden of voetsporen of enig ander bewijs rondom het dier, was deze keer het gras in een straal van negen voet rondom het karkas vertrapt. Ondanks dat een grasmonster was getest in een laboratorium werd er niets overtuigends gevonden.

Maar wat de agenten deze keer in het bijzonder interesseerden, was het feit dat de rancher vertelde dat hij een rood knipperend licht in het veld had gezien waar later de verminkte koe werd gevonden. Hij keek toe hoe het licht een weg afreed. Toen dacht hij nog dat het een patrouilleauto van de politie was. Toen de agenten dat natrokken bleek dat er op dat tijdstip geen politieauto’s in het gebied waren geweest. Een korte tijd daarna was een jonge zoon van een rancher met zijn motorfiets aan het crossen toen hij een rood licht zag dat zich door een veld bewoog. Het wekte zijn nieuwsgierigheid omdat hij wist dat er geen weg voor een voertuig dat veld inliep. Omdat zijn motor draaide kon hij niet vertellen of het object met het rode licht enig geluid voortbracht. Kort daarna ontdekte de rancher dat hij twee van zijn koeien miste, ze werden nooit meer gevonden. Later meldde een van de buren, die ook een verminkte koe had gehad, dat hij een rood licht had gezien dat de weg af ging nabij de plek.

De dossiers van het politiebureau van Cascade County puilden uit met talloze meldingen van UFO-waarnemingen. In een aantal gevallen was de persoon die de waarneming deed in staat de agenten een duidelijke omschrijving van het voertuig te geven. Dat varieerde van een schotelvormig voertuig of iets dat leek op gigantische peer tot een groot object dat leek op een gebouw van twee verdiepingen met lichten die op ramen leken. Vaak kon de waarnemer alleen het felle licht zien dat van het object afstraalde. Agenten vergeleken het met een auto met koplampen die je ’s nachts tegemoet komt en waarbij je niet in staat bent de auto te omschrijven vanwege het felle licht van de lampen.

Soms leken de UFO’s auto’s te achtervolgen of vliegtuigen voorbij te vliegen. Er werden vreemde objecten gezien die leken te landen of die zweefden boven bepaalde plaatsen. Een boer uit Raynesford die een UFO meldde die hij zag, schatte de snelheid waarop het recht omhoog schoot op meer dan 5400 mijl per uur. Toen hij de eerste keer belde, suggereerden de autoriteiten van Judith Basin County dat het mogelijk een heldere ster of een planeet was. “Hoe kan het dan dat ik er een berg achter zie?” vroeg hij.

Uiteindelijk meldde er ook iemand een daglichtwaarneming van twee UFO’s en was zelfs in staat een tekening voor de agenten te maken van wat hij had gezien. De man die woonde in Vaughn, op korte afstand van Great Falls, vertelde dat hij rond de schemering op de snelweg reed toen hij twee UFO’s van het zuiden naar het noorden zag vliegen. Hij vertelde dat elk object een koepel aan de bovenkant had die gloeide. Er was een herhalend blauw/wit licht aan de onderkant van de voertuigen en er kwamen met tussentijden bliksemflitsen uit de bodem van één van de objecten, die net zolang waren als het toestel zelf. De objecten vlogen niet snel en hij was daardoor in staat ze zo’n vijf minuten te observeren.

Merkwaardig is dat de UFO-meldingen en de meldingen van ongeïdentificeerde helikopters op ongeveer dezelfde tijd in de zomer van 1975 begonnen, ondanks dat er enkele afzonderlijke meldingen waren geweest voor die tijd. Het is duidelijk dat de twee niet hetzelfde ding zijn omdat ooggetuigen zowel de UFO’s als de helikopters hebben beschreven en die vertonen weinig gelijkenis. Sommige van de heldere lichten kunnen zowel het een of het ander zijn.

Twee tienermeisjes die woonden in Geyser, ten zuidoosten van Great Falls, werden de stuipen op het lijf gejaagd toen zij klaarblijkelijk door een UFO werden achtervolgd toen ze op de snelweg reden op weg naar huis. Ze vertelden de ondersheriff van Judith Basin County, Jerry Skelton, dat ze een vreemd object zagen dat al die tijd boven hun auto hing terwijl ze de hele snelweg afreden. Het bleef boven hun auto terwijl ze zich naar huis haastten. Toen de hevig geschokte meisjes hun huis bereikten, renden ze naar binnen en vertelden andere leden van het gezin wat er gebeurd was. Die gingen met zijn allen naar buiten en bekeken de UFO die nog steeds boven het huis zweefde en korte tijd later verdween.

Net als de ongeïdentificeerde helikopters, leken sommige van de UFO’s geen geluid te maken. Een man uit Fort Shaw bekeek een vreemd blauw en wit licht tussen enkele bomen nabij zijn huis en hij vertelde de agenten dat hij geen enkel geluid hoorde. Een dierenarts die wel eens bij het onderzoek van de dierverminkingen hielp, reed ten zuiden van Bowman’s Corner toen hij een vreemd wit licht in de lucht zag dat een rood licht aan de linkerkant daarvan had. Hij vertelde de agenten dat het licht telkens verdween en dan weer terug kwam. Hij schatte zijn afstand tot het object op vijf mijl. Een interessante en mogelijk veelzeggende bijkomstigheid aan de melding van de dierenarts was, dat hij meldde dat het vee in het gebied begon te loeien, “Harder dan ik ooit had gehoord.”

Twee dagen later meldde een man uit Great Falls dat hij vroeg in de morgen om ongeveer 06:30 een helder licht zag. Hij vertelde dat het licht zich net ten zuidoosten van de luchtmachtbasis Malmstrom leek te bevinden. Het deed hem denken aan de landingslichten van een vliegtuig, behalve dat dit licht niet leek te bewegen. Hij sloot de mogelijkheid uit dat het een ster was omdat hij sterren erachter kon zien. Hij bekeek het licht gedurende elf huizenblokken terwijl hij naar huis reed. Toen zijn schoonmoeder hoorde wat hij had gezien ging ze naar buiten en bekeek het ook. Later zagen enkele andere mensen het ook. “Ik weet niet wanneer het licht verdween,” zei de man.

Deze waarneming kan wellicht een voorspel zijn geweest van iets dat zo’n 36 uur later de luchtmacht en politieagenten een nacht bezorgden die ze zich nog lang zouden heugen. Deze serie waarnemingen begon om 21:00 op de avond van 18 oktober 1975 en ging door tot de volgende morgen 07:45. De commandopost van de luchtmachtbasis Malmstrom bevestigde dat zij meldingen hadden van negen verschillende waarnemingen in de Cascade- en Eden-gebieden net ten zuiden van Great Falls. Tezelfdertijd kreeg de politie meldingen vanuit gebieden ten noorden van Great Falls, zelfs vanuit Shelby. De eerste melding werd om 04:20 ontvangen door het politiebureau van Cascade County en kwam van het sheriffskantoor van Shelby. Agenten daar meldden dat ze een UFO in het zicht hadden en dat het met bijzonder hoge snelheid van de ene locatie naar de andere vloog. Ze schatten de hoogte op 2000 tot 5000 voet.

Functionarissen van Malmstrom werden onmiddellijk ingelicht en zij antwoordden dat ze al sinds 21:00 van de voorgaande avond meldingen ontvingen, Zowel Malmstrom als NORAD bevestigde dat het geen conventioneel vliegtuig was en ze vroegen of ze alle mogelijke informatie erover doorgespeeld konden krijgen. Ze kregen een omschrijving toen een agent uit Shelby om 04:53 belde om te zeggen dat hij dicht bij het object was. Hij omschreef het als een “Wit licht, rode vlammen achter, groen licht bovenop en rode lichten aan beide zijden.” Ongeveer vijftien minuten later meldde Shelby dat de UFO hoogte won en naar het westen bewoog.

Om 06:04 rapporteerde een agent op patrouille in het Power-gebied, op korte afstand ten noordwesten van Great Falls, dat hij het object boven Conrad zag, halverwege Shelby en hem. Hij vertelde dat het van kleur bleef veranderen van rood naar wit en zijn hoogte langzaam veranderde. De situatie werd spannender en het kantoor van de sheriff zond een politieagent naar de commandopost van de luchtmachtbasis Malmstrom om te assisteren als radiocoördinator.

In de tussentijd had de agent op patrouille Dutton bereikt, terwijl hij naar het noorden reed, naar Conrad en Shelby. Hij rapporteerde dat het object zeer laag zat en toen opeens omhoog schoot totdat het bijzonder hoog zat. Elf minuten later, om 06:30 meldde hij via de radio dat het object zich ten oosten van Conrad leek te bewegen en het was nu helderder van kleur. Het kantoor van de sheriff in Shelby vertelde dat het object ook gezien was door vis- en spelcontroleurs van Montana. De locatie werd geschat ten zuidwesten van Conrad.

Twaalf minuten later rapporteerde de agent op patrouille dat het object ten zuiden en oosten van Chester zat, tussen die stad en Fort Benton. Deze locatie ligt 40 tot 50 mijl ten oosten van het gebied nabij Conrad waar het 12 minuten eerder was gezien. De agent zei dat de UFO hoogte won en kleiner leek te worden. Om 07:29 meldde een andere agent dat hij het object nog steeds in het oosten kon zien. Zijn waarneming was de laatste van die hectische nacht.

Functionarissen van de Amerikaanse luchtmacht vertelden dat de UFO die was gezien in het Cascade-Eden gebied, dezelfde kenmerken had als degene die verder naar het noorden was gezien, behalve dat er op een bepaald moment een vlam uit de onderkant van het object was gekomen die de vorm van bliksemschichten had. Dat kwam tevens overeen met de omschrijving die eerder was gegeven door de man uit Vaughn.

Enkele personeelsleden van de luchtmacht kregen naar het schijnt een goede blik op het object, omdat zij meldden dat op het moment dat hun luchtmachtvoertuig, zij bevonden zich overigens in Cascade, niet meer dan een mijl vanaf het object was. Een vrouw die ten oosten van Great Falls woonde, nabij de Highwood Mountains, had evenzo een goede close-up van het ongeïdentificeerde object. Haar waarneming vond plaats op 17 oktober, de avond voordat de vele waarnemingen de agenten zo bezig hadden gehouden.

Hulpsheriff Wolverton ondervroeg de vrouw die vertelde dat ze een groot voertuig, zo groot als een DC10 om ongeveer 22:30 over haar huis had zien vliegen. Ze kon de hoogte niet goed inschatten, maar ze zei dat het ongeveer op een hoogte vloog waarop helikopters normaal vliegen. Ze omschreef het object met lichten om de hele omtrek en ze vertelde dat het geen geluid voortbracht. Ze beek het ongeveer 30 seconden vanachter een raam in haar mobiele huis. De buurvrouw van de vrouw vertelde dat zij het voertuig niet zelf had gezien, maar haar zoon wel. Ze voegde daaraan toe dat zij en vier anderen diezelfde avond tussen 19:30 en 20:30 iets zagen tussen de mobiele huizen van haar en de buurvrouw. Ze beschreef het als een groot groen licht met een wit licht erachter. Ze zei dat het over een heuvel de vallei inkwam tot aan een hooiberg en toen verdween.

De grootte van deze UFO komt overeen met de beschrijvingen van anderen die hetgeen zij zagen beschreven als zo groot als een hotel.

DEEL 2

TERUG NAAR ARTIKEL