TERUG NAAR ARTIKEL

DE PSEUDOWETENSCHAP VAN DE ANTI-UFOLOGIE

Deel 1

Door: Stanton Friedman © 2009

Vertaling: Paul Harmans


Paul:

You have my permission to translate my article the Pseudo-Science of Anti-ufology and publish it on your website. I would appreciate listing of my website www.stantonfriedman.com with the references somewhere.

Stanton T. Friedman


Biografie Stanton T. Friedman
Nucleair natuurkundige en lezinggever Stanton T. Friedman behaalde zijn BSc. en MSc. in natuurkunde in 1955 en 1956 aan de universiteit van Chicago. Hij werkte gedurende 14 jaar als een nucleair natuurkundige bij bedrijven als GE, GM, Westinghouse, TRW Systems, Aerojet General Nucleonics en McDonnell Douglas. Hij werkte aan zeer geavanceerde geheime en uiteindelijk gecancelde programma’s zoals atoomvliegtuigen, atoomsplitsing- en kernfusieraketten en verschillende compacte atoomcentrales voor toepassingen in de ruimte en op aarde.

Hij raakte in 1958 in UFO’s geïnteresseerd en sinds 1967 geeft hij daar lezingen over, inmiddels al op meer dan 600 colleges en voor zo’n 100 professionele groeperingen. Hij doet dat in de alle staten van de VS, 9 Canadese provincies en 16 andere landen als toevoeging op zijn nucleaire advieswerk. Hij heeft meer dan 90 UFO-verhandelingen gepubliceerd en is in honderden radio- en Tv-programma’s verschenen, inclusief dat van Larry King in 2007 en twee maal in 2008, en in vele documentaires.

Hij is de originele burgeronderzoeker van het Roswell-incident en medeschrijver van ‘Crash at Corona: The Definitive Study of the Roswell Incident’. Zijn controversiële boek ‘TOP SECRET/MAJIC’, over de Majestic 12 groep die in 1947 werd samengesteld om buitenaardse techniek te behandelen, werd gepubliceerd in 1996 en is 6 maal herdrukt. Een uitgebreidere nieuwe editie werd in 2005 uitgebracht. Stan werd in 2002 in Leeds, Engeland, door het Engelse UFO Magazine met een levenslange UFO Prestatie Award beloond. Hij is naast Kathleen Marden (Betty Hill’s nicht) medeschrijver van een boek uit 2007 ‘Captured! The Betty and Barney Hill UFO Experience’. De stad Fredericton, New Brunswick benoemde 27 augustus 2007 als Stanton Friedman Dag. Zijn nieuwe boek ‘Flying Saucers and Science’ werd in juni 2008 uitgegeven en is inmiddels aan een derde herdruk begonnen.

Hij heeft geschreven verklaringen voor regeringshoorzittingen afgegeven, verscheen tweemaal bij de Verenigde Naties en is op vele aspecten een pionier in de ufologie, waaronder Roswell, Majestic 12, de Betty Hill-Marjorie Fish sterrenmap, analyse bij de Delphos, Kansas, fysieke sporen zaak, gecrashte schotels, vliegende schotel technologie en het aanvechten van de sekteleden van SETI (Silly Effort To Investigate). Hij heeft op meer MUFON symposia gesproken dan ieder ander.

Stanton T. Friedman is een zowel inwoner van de USA als van Canada en woont op 79 Pembroke Crescent, Fredericton, NB, Canada E3B 2V1. 506-457-0232. Telefoon: 506-457-0232 Fax: 506-450-3832

******


Overzicht
Er bestaat een aantal opmerkingen van mensen die zichzelf wetenschapper noemen en die de gedachte dat elke vliegende schotel van buitenaardse herkomst is aanvallen. De argumenten zijn niet wetenschappelijk, maar geven eerder onderzoek bij proclamatie aan dan werkelijke naspeuringen. We kunnen een hoop leren over hoe om te gaan met deze aanvallen door ons te focussen op de beweringen die zijn gedaan en wat er irrationeel, onlogisch en compleet fout aan is. Het is het waard om dat te doen omdat deze beweringen vaak niet weerlegd worden en universitaire studenten in wetenschap en journalistiek en het algemene publiek nonsens wordt onderwezen dat wordt gebracht alsof het de waarheid is. Ze hebben tegengas nodig van hen in de wetenschappelijke ufologische gemeenschap om te kunnen omgaan met de foutieve argumenten en de niet-logica van de pseudowetenschappelijke anti-ufologen.

Er bestaat een aantal duidelijk foutieve beweringen die naar voren zijn gebracht, zoals: er is geen bewijs, men kan niet van daar naar hier komen, regeringen kunnen geen geheimen bewaren, als buitenaardsen de aarde zouden bezoeken dan zouden ze met mij willen praten en ze zouden op de oprit van het Witte Huis landen. Ze beweren ook de onwaarheid dat Ockhams scheermes het bestaan van de UFO-realiteit uitsluit. Bovendien beweren ze dat geen enkele wetenschapper ooit een UFO heeft gezien. Phil Plait van de blog Bad Astronomy beweert valselijk dat geen enkele astronoom of amateurastronoom ooit een UFO heeft gezien. Dit artikel verschaft een leidraad voor de verwarden over UFO’s en hun sceptici.

Samenvatting
Gedurende meer dan 60 jaar is de benadering van het UFO-fenomeen door de wetenschap en de media gebaseerd op pseudowetenschap. Proclamaties en aanvallen, die vaak de schijn van wetenschap werden gegeven, zijn gelanceerd op elk aspect van het fenomeen. Ondanks een hele reeks echt bewijs en echte gegevens zijn we beschuldigd van valse beweringen, valse redeneringen, vooringenomenheid en onwetendheid. De basisregels van de pseudowetenschap werden gevolgd, inclusief en speciaal die die stellen dat er geen goede reden zijn om solide wetenschappelijke informatie te presenteren, dat afwezigheid van bewijs in de handen van de schrijvers en verkondigers het bewijs is dat dergelijk bewijs niet bestaat, dat alles dat door een debunker wordt beweerd wel waar moet zijn, dat alles beweerd door een gelover onwaar is, dat men gelovers en enthousiastelingen moet denigreren en men alle aanvallen op hen als legitiem moet zien.

De noodzaak om naar het bewijs te kijken
De meeste afgestudeerde studenten zijn geleerd om een nieuw onderzoeksproject te beginnen met een speurtocht in de literatuur. Kijk naar wat al is gepubliceerd voordat je je eigen werk gaat doen. Vindt niet opnieuw het wiel uit en doe zeker geen beweringen die vernietigd kunnen worden door hen die veel beter op de hoogte zijn van de relevante eerdere publicaties. Toch is één van de meest algemene en verontrustende aspecten van de pseudowetenschappelijke anti-ufologische literatuur de nalatigheid van de pseudowetenschappers om hun huiswerk te doen voordat ze hun monden of computers in beweging brengen. Ik refereer aan grootschalige studies naar waarnemingen, landingen, ontvoeringen, visuele radarwaarnemingsgevallen met meerdere getuigen, neergestorte schotels, cover-ups van regeringen, enz. Als iemand die zeer betrokken is bij geavanceerde nucleaire- en ruimtetechnologie, ben ik met schrik vervuld door de onverstandige pseudowetenschappelijke beweringen die ze hebben gemaakt over ruimtereizen, hoge acceleratie en interstellair reizen. Als de originele burgeronderzoeker van het Roswell-incident en als langdurig onderzoeker van de ontvoering van Betty en Barney Hill ben ik overeenkomstig met schrik vervuld over de onwetenschappelijke argumenten die zijn gedaan over deze twee waterdichte gevallen. De algemene kenmerken van deze aanvallen zijn de volgende:

A. Het verzuimen van het raadplegen van de beschikbare literatuur over dat alles.

B. Niet genegen zijn in te zien dat de ‘specifieke details van hoe iets gedaan moet worden’ veel en veel belangrijker zijn dan de algemene begrippen over de natuurwetten.

C. Een enorme arrogantie in het denken dat als bepaalde dingen waar zijn of als bepaalde technieken waar zijn, deze alwetende pseudowetenschappers er vanaf hadden geweten. Dat doen ze niet, dus kunnen deze begrippen niet waar zijn. Dat wil niet zeggen dat er niet een heleboel UFO-troep is gepubliceerd. Maar ufologen neigen ernaar kritisch te zijn. De pseudowetenschappelijke anti-ufologen lijken nooit kritiek te hebben op een andere debunker, ongeacht hoe onjuist diens beweringen ook zijn. Ze herhalen de beweringen liever dan te wijzen op de tekortkomingen ervan.

Enkele van mijn ervaringen komen uit de tijd dat ik mijn tijd besteedde aan zeer geheime geavanceerde technologische programma’s voor grote industriële bedrijven. Alles dat je wilde publiceren buiten het bedrijf, of tijdens een professionele bijeenkomst, moest goedgekeurd worden door meer dan 1 niveau van het management. Omdat de goede naam van het bedrijf nu eenmaal in het geding was. Dubbel check alles. Evenzo relevant voor mij waren de wekelijkse wetenschappelijke reportages die ik deed (gedurende 6 jaar) voor het Fredericton, New Brunswick, CBC radiostation. Ik behandelde een grote hoeveelheid onderwerpen en omdat mensen mij geloofden, wat ik ook beweerde, vond ik dat ik dingen goed moest uitzoeken. Ik las over en bracht een breed scala aan medische, nucleaire, ufologische, technologische, enz. onderwerpen. Ik ontdekte vaak dat de samenvattingen en conclusies aan het begin van de artikelen niet accuraat de feitelijke bevindingen weergaven. De bijlen werden geslepen. Ik vond uit dat regeringsagentschappen er geen moeite mee hadden pseudowetenschappelijk te zijn als hen dat zo uitkwam. Bijvoorbeeld, ik had een radioprogramma gedaan over het belang van het voldoende innemen van magnesium voor een gezond hart en bloedvatenstelsel. Daarna was ik verrast te zien dat de Canadese overheid een nieuwe aanbevolen dagelijkse hoeveelheid had uitgevaardigd waarvan ik meende dat die veel te laag was. Ik vond de persoon die de aanpassing had geschreven en vroeg waarom er geen melding in werd gemaakt van het belang van magnesium voor een gezond hart. Hij zei dat er geen verband was. Ik ratelde enkele van de referenties af. Hij veranderde van richting en zei dat er geen epidemiologische studies waren. Ik vroeg hem over het voortreffelijke werk van Dr. Heikki Karppanen (HK) uit Finland. De regerings ‘expert’ had nooit gehoord van de zes studies van HK. HK had een regio in Finland ontdekt waar de mensen volledig van hun eigen land leefden en hun inname van magnesium werd bepaald door de lokale geologie, omdat de hoeveelheid in vlees, graan, water, enz, overeen kwam met de lokale aantallen. Hoe hoger het magnesiumniveau, hoe minder problemen met hartziekten. Dergelijke studies zouden moeilijk in de USA of Canada te doen zijn volgens hem. Deze staatsambtenaar sprak uit onwetendheid. Hij klonk voor mij hetzelfde als een pseudowetenschappelijke anti-ufoloog.

Ik maakte een radioprogramma over een andere hoog aangeschreven studie die liet zien dat iedereen zijn inname van cholesterol moest reduceren. Een kleine tekst op de achterkant van het rapport liet blijken dat de studie over de effectiviteit ging van een cholesterolreducerend medicijn. De op grote schaal en over lange tijd uitgevoerde (en zeer prijzige) studie, met dubbelblind placebo uitvoering, was alleen toegepast op mannen van boven de 40 wier cholesterolniveaus zich in de bovenste 10% bevonden. De resultaten werden in de pers de hemel ingeschreven, maar ze konden zeer zeker niet zo geïnterpreteerd worden dat ze lieten zien dat mannen, vrouwen, jong en oud dat medicijn moesten gebruiken. In feite was het sterftecijfer voor wat betreft maagkanker onder de proefpersonen van dat medicijn hoger dan bij hen die het placebo kregen. Wat is dat toch met statistieken en leugens?

Niet genoeg gegevens
Eén van de minst wetenschappelijke en het meest beweerde aspect van UFO-waarnemingen is dat de enige reden waarom ze niet verklaard kunnen worden is omdat er niet genoeg gegevens over zijn. Gedurende meer dan 50 jaar wordt deze onjuiste, inaccurate en ongefundeerde bewering telkens en telkens herhaald.

Hier zijn enkele voorbeelden:

1. “De betrouwbare gevallen zijn oninteressant en de interessante gevallen zijn onbetrouwbaar. Helaas zijn er geen gevallen die zowel betrouwbaar als interessant zijn.” Dr. Carl Sagan, Astronoom, “Other Worlds” Bantam, 1975, p. 113.

2. “De onverklaarbare waarnemingen zijn simpelweg diegene waarvoor te weinig informatie kan worden verschaft om als basis te dienen voor een verklaring.” Ben Bova, redacteur, ANALOG, december 1975.

3. “Bijna elke waarneming is of een vergissing of een grap. Deze meldingen zijn zo vergeven van bedrog en onder de vliegende schotel enthousiastelingen bevinden zich zo vele excentriekelingen, zonderlingen en gekken, dat Hynek (Dr. J. Allen) constant het gevaar loopt zijn reputatie te beschadigen doordat hij met hen verward wordt.” Dr. Isaac Asimov “The Rocketing Dutchman” FANTASY and Science Fiction, februari 1975, p.132

4. “Alle niet-verklaarde waarnemingen zijn van slechte waarnemers.” Dr. Donald Menzel, Astronoom, PHYSICS TODAY, juni 1976

Wellicht zijn alle 4 bovenstaande voorbeelden het gevolg van de duidelijke (schijnbaar) wetenschappelijke bewering:

5. “Op basis van deze studie geloven wij dat er geen objecten, zoals degene die populair omschreven worden als vliegende schotels, over de Verenigde Staten hebben gevlogen. Ik ben er zeker van dat zelfs de onbekende drie procent verklaard kan worden als conventionele fenomenen of illusies als er meer complete waarnemingsgegevens beschikbaar waren.” Donald A. Quarles, Secretary of the United States Air Force, oktober 25, 1955, Dept. of Defense press Release 1053-55. Zeer uitgebreid gepubliceerd in de media.

Al deze commentaren klinken alsof ze gebaseerd zijn op een nauwgezette studie van een groot aantal gevallen door professionals. Mogelijk zijn de eerste 4 een echo van de 5e. Het lijkt alsof er geen hogere autoriteit bestaat dan de Secretary of the USAF. Het vreemde is dat dit persbericht, ondanks dat het zeer breed werd gedistribueerd, nooit de titel van de ‘studie’ gaf waarop deze conclusies blijkbaar waren gebaseerd, het was ‘Blue Book Special Report Number 14’ (BBSR 14) (Ref.1). Belangrijker is dat geen van de gegevens in de 240 grafieken, tabellen, diagrammen en kaarten werden toegevoegd aan de zogenaamde samenvatting die het persbericht vergezelde. De vrijgave vermelde ook niet wie het werk had verricht, dat was het ‘Battelle Memorial Institute.’ Voor zover ik heb kunnen nagaan heeft geen enkele van de vele kranten die het persbericht afdrukten de moeite genomen om naar deze zaken te vragen. Wat betreft de eerste vier commentaren hierboven, daarbij werden geen bronnen of referenties geleverd. Dat is pseudowetenschap, en speciaal als je in overweging neemt dat alle commentaren totaal en compleet onjuist zijn… niet slechts tendentieus of bevooroordeeld.

Ik heb er een gewoonte van gemaakt om bij mijn meer dan 700 colleges en lezingen voor professionele groeperingen de gegevens aan te halen van het BBSR 14. Ik vraag dan ook hoeveel aanwezigen het hebben gelezen, iets van 1 tot 2%, soms 0%. Ik bespreek de reële feiten zeer uitgebreid in hoofdstuk 1 van ‘Flying Saucers and Science’ (Ref.2). Samengevat: de ONBEKENDE maken voor 21,5% deel uit van de 3201 gevallen die zijn geëvalueerd. (Geen 3%). Ze zijn compleet afgescheiden en anders dan de 9,3% gevallen die zijn geïnventariseerd als ‘Onvoldoende Informatie’ in weerwil van de leugen vertelt door Quarles. Er werd tevens vastgesteld dat hoe beter de kwaliteit van de waarnemingmelding, hoe groter de kans dat het onverklaarbaar was. Er werd vastgesteld dat de ONBEKENDE langer werden waargenomen dan de BEKENDE. Er werd vastgesteld dat de mogelijkheid dat de ONBEKENDE slechts gemiste BEKENDE waren, gebaseerd op een chikwadraat statistische vergelijking tussen de twee groepen, kleiner was dan 1%. Minder dan 2% was bedrog, in weerwil van Asimov’s valse bewering. Hoe in de wereld kan elke professional voortgaan, zoals zij doen, met het doen van onjuiste beweringen zoals hierboven weergegeven? Waarom wordt BBSR 14 niet aangehaald in de boeken van de debunkers? Ik weet dat Menzel via correspondentie een kopie had in zijn files op Harvard. Carl Sagan had boeken waarin de gegevens stonden. Ik heb kopieën van de gegevens naar Ben Bova gezonden en naar Isaac Asimov. Het wordt compleet genegeerd. De regel hier is duidelijk: ‘val me niet lastig met de feiten, mijn mening staat al vast.’

Ik vond het zeer veelzeggend toen ik het ‘Scientific Study of UFOs (The Condon Report)’ (Ref.3) van de universiteit van Colorado las dat het, ondanks de lengte (995 pagina’s) en de aanwezigheid van een heel hoofdstuk over de betrokkenheid van de overheid bij UFO-onderzoek, geen vermelding maakt van het BBSR 14 dat 25 keer meer gevallen beslaat dan die Condon behandelde. Ik heb een brief aan Condon geschreven en sprak daarover, en hij gaf het toe. Dat is pseudowetenschap, net als het persbericht dat werd uitgegeven en dat suggereerde dat er niets van enige waarde voor de wetenschap uit het onderzoek, dat 539.000 dollar koste, was gekomen. In feite, volgens een speciaal UFO subcomité dat was opgericht door ’s werelds grootste groepering van ruimtewetenschappers: the American Institute of Aeronautics and Astronautics, (Ref.4): “Kunnen tegengestelde conclusies (ten opzichte van Condon’s negatieve beweringen) uit de inhoud van het rapport worden getrokken, namelijk dat een fenomeen met een dergelijk hoge ratio van onverklaarde gevallen (30%) adequate wetenschappelijke nieuwsgierigheid zou moeten opwekken en het onderzoek daardoor zou moeten voortgaan.” En toch hebben talloze pseudowetenschappelijke anti-ufologen zich gedragen alsof het Condon rapport met haar zeer vreemde verklaringen van goedkeuring van Condon’s collega’s aan de National Academy of Sciences (er zijn echter geen onderzoeken gecontroleerd) de vraag voor eens en altijd heeft beantwoord. Dr. Susan Clancy, een pseudowetenschappelijke ontvoeringsdebunkster, stelt zowel de Condon-studie als ontvoeringen in een volkomen verkeerd daglicht in haar boek (Ref.5). Ik heb veel daarvan nauwkeurig beschreven in mijn boekrecensie op http://www.stantonfriedman.com/index.php?ptp=book_review.

Een belangrijk aspect van de wetenschappelijke methode is de vereiste dat men zich focust op de gegevens die relevant zijn voor het probleem dat men onderzoekt. Dat de meeste isotopen niet splijtbaar of wel splijtbaar zijn wil nog niet zeggen dat anderen dat dan ook zijn, en dat de meeste metalen niet zwaarder zijn dan uranium en geen hoger smeltpunt dan dat van wolfraam hebben, betekent nog NIET dat geen enkele dat heeft. Dat heel veel heilzame medicijnen geen enkele ziekte genezen wil nog niet zeggen dat er helemaal geen is die dat wel doet. Dat de meeste UFO-waarnemingen na onderzoek zijn te verklaren als identificeerbare vliegende objecten, betekent NIET dat er geen enkele waarneming bestaat van een onder intelligente besturing staand buitenaards ruimteschip. Hun gedragingen en verschijning wijzen erop dat ze niet hier gebouwd kunnen zijn, omdat wij dergelijke dingen niet kunnen bouwen die daarop lijken of die op een dergelijke wijze vliegen. Als wij aardlingen dat wel konden, dan zouden we het bij oorlogsvoering gebruiken.


Referenties
1. Project Blue Book Special Report Number 14 1955, Battelle Memorial Institute for the USAF. 246 Charts, Tables, maps and graphs. $25. including shipping from Stan Friedman, UFORI, POB 958, Houlton, ME 04730-0958.. or paypal at website

2. Friedman, Stanton T. Flying Saucers and Science, New Page Division of Career Press, Franklin Lakes, New Jersey, 320pages, 2008. $19. from UFORI, or Paypal including priority mail, Autographed

3. Condon, Edward U. Scientific Study of Unidentified Flying Objects Bantam Press, New York, 1969, 965 pages

4. AIAA UFO Subcommittee UFO: A Scientific Appraisal of the Problem Astronautics and Aeronautics 8:11, l970, p.49

5. Clancy, Susan Kidnapped: Why People Come to Believe They have been Kidnapped by Aliens, Harvard University Press, Cambridge, MA 2000


Wordt Vervolgd

TERUG NAAR ARTIKEL