DE PSEUDOWETENSCHAP VAN DE ANTI-UFOLOGIE Deel 1 Door: Stanton Friedman © 2009 Vertaling: Paul Harmans
Hij raakte in 1958 in UFO’s geïnteresseerd en sinds 1967 geeft hij daar lezingen over, inmiddels al op meer dan 600 colleges en voor zo’n 100 professionele groeperingen. Hij doet dat in de alle staten van de VS, 9 Canadese provincies en 16 andere landen als toevoeging op zijn nucleaire advieswerk. Hij heeft meer dan 90 UFO-verhandelingen gepubliceerd en is in honderden radio- en Tv-programma’s verschenen, inclusief dat van Larry King in 2007 en twee maal in 2008, en in vele documentaires. Hij is de originele burgeronderzoeker van het Roswell-incident en medeschrijver van ‘Crash at Corona: The Definitive Study of the Roswell Incident’. Zijn controversiële boek ‘TOP SECRET/MAJIC’, over de Majestic 12 groep die in 1947 werd samengesteld om buitenaardse techniek te behandelen, werd gepubliceerd in 1996 en is 6 maal herdrukt. Een uitgebreidere nieuwe editie werd in 2005 uitgebracht. Stan werd in 2002 in Leeds, Engeland, door het Engelse UFO Magazine met een levenslange UFO Prestatie Award beloond. Hij is naast Kathleen Marden (Betty Hill’s nicht) medeschrijver van een boek uit 2007 ‘Captured! The Betty and Barney Hill UFO Experience’. De stad Fredericton, New Brunswick benoemde 27 augustus 2007 als Stanton Friedman Dag. Zijn nieuwe boek ‘Flying Saucers and Science’ werd in juni 2008 uitgegeven en is inmiddels aan een derde herdruk begonnen. Hij heeft geschreven verklaringen voor regeringshoorzittingen afgegeven, verscheen tweemaal bij de Verenigde Naties en is op vele aspecten een pionier in de ufologie, waaronder Roswell, Majestic 12, de Betty Hill-Marjorie Fish sterrenmap, analyse bij de Delphos, Kansas, fysieke sporen zaak, gecrashte schotels, vliegende schotel technologie en het aanvechten van de sekteleden van SETI (Silly Effort To Investigate). Hij heeft op meer MUFON symposia gesproken dan ieder ander. Stanton T. Friedman is een zowel inwoner van de USA als van Canada en woont op 79 Pembroke Crescent, Fredericton, NB, Canada E3B 2V1. 506-457-0232. Telefoon: 506-457-0232 Fax: 506-450-3832 ******
Er bestaat een aantal duidelijk foutieve beweringen die naar voren zijn gebracht, zoals: er is geen bewijs, men kan niet van daar naar hier komen, regeringen kunnen geen geheimen bewaren, als buitenaardsen de aarde zouden bezoeken dan zouden ze met mij willen praten en ze zouden op de oprit van het Witte Huis landen. Ze beweren ook de onwaarheid dat Ockhams scheermes het bestaan van de UFO-realiteit uitsluit. Bovendien beweren ze dat geen enkele wetenschapper ooit een UFO heeft gezien. Phil Plait van de blog Bad Astronomy beweert valselijk dat geen enkele astronoom of amateurastronoom ooit een UFO heeft gezien. Dit artikel verschaft een leidraad voor de verwarden over UFO’s en hun sceptici. Samenvatting De
noodzaak om naar het bewijs te kijken
Enkele van mijn ervaringen komen uit de tijd dat ik mijn tijd besteedde aan zeer geheime geavanceerde technologische programma’s voor grote industriële bedrijven. Alles dat je wilde publiceren buiten het bedrijf, of tijdens een professionele bijeenkomst, moest goedgekeurd worden door meer dan 1 niveau van het management. Omdat de goede naam van het bedrijf nu eenmaal in het geding was. Dubbel check alles. Evenzo relevant voor mij waren de wekelijkse wetenschappelijke reportages die ik deed (gedurende 6 jaar) voor het Fredericton, New Brunswick, CBC radiostation. Ik behandelde een grote hoeveelheid onderwerpen en omdat mensen mij geloofden, wat ik ook beweerde, vond ik dat ik dingen goed moest uitzoeken. Ik las over en bracht een breed scala aan medische, nucleaire, ufologische, technologische, enz. onderwerpen. Ik ontdekte vaak dat de samenvattingen en conclusies aan het begin van de artikelen niet accuraat de feitelijke bevindingen weergaven. De bijlen werden geslepen. Ik vond uit dat regeringsagentschappen er geen moeite mee hadden pseudowetenschappelijk te zijn als hen dat zo uitkwam. Bijvoorbeeld, ik had een radioprogramma gedaan over het belang van het voldoende innemen van magnesium voor een gezond hart en bloedvatenstelsel. Daarna was ik verrast te zien dat de Canadese overheid een nieuwe aanbevolen dagelijkse hoeveelheid had uitgevaardigd waarvan ik meende dat die veel te laag was. Ik vond de persoon die de aanpassing had geschreven en vroeg waarom er geen melding in werd gemaakt van het belang van magnesium voor een gezond hart. Hij zei dat er geen verband was. Ik ratelde enkele van de referenties af. Hij veranderde van richting en zei dat er geen epidemiologische studies waren. Ik vroeg hem over het voortreffelijke werk van Dr. Heikki Karppanen (HK) uit Finland. De regerings ‘expert’ had nooit gehoord van de zes studies van HK. HK had een regio in Finland ontdekt waar de mensen volledig van hun eigen land leefden en hun inname van magnesium werd bepaald door de lokale geologie, omdat de hoeveelheid in vlees, graan, water, enz, overeen kwam met de lokale aantallen. Hoe hoger het magnesiumniveau, hoe minder problemen met hartziekten. Dergelijke studies zouden moeilijk in de USA of Canada te doen zijn volgens hem. Deze staatsambtenaar sprak uit onwetendheid. Hij klonk voor mij hetzelfde als een pseudowetenschappelijke anti-ufoloog. Ik maakte een radioprogramma over een andere hoog aangeschreven studie die liet zien dat iedereen zijn inname van cholesterol moest reduceren. Een kleine tekst op de achterkant van het rapport liet blijken dat de studie over de effectiviteit ging van een cholesterolreducerend medicijn. De op grote schaal en over lange tijd uitgevoerde (en zeer prijzige) studie, met dubbelblind placebo uitvoering, was alleen toegepast op mannen van boven de 40 wier cholesterolniveaus zich in de bovenste 10% bevonden. De resultaten werden in de pers de hemel ingeschreven, maar ze konden zeer zeker niet zo geïnterpreteerd worden dat ze lieten zien dat mannen, vrouwen, jong en oud dat medicijn moesten gebruiken. In feite was het sterftecijfer voor wat betreft maagkanker onder de proefpersonen van dat medicijn hoger dan bij hen die het placebo kregen. Wat is dat toch met statistieken en leugens? Niet
genoeg gegevens Hier zijn enkele voorbeelden:
Wellicht zijn alle 4 bovenstaande voorbeelden het gevolg van de duidelijke (schijnbaar) wetenschappelijke bewering:
Al deze commentaren klinken alsof ze gebaseerd zijn op een nauwgezette studie van een groot aantal gevallen door professionals. Mogelijk zijn de eerste 4 een echo van de 5e. Het lijkt alsof er geen hogere autoriteit bestaat dan de Secretary of the USAF. Het vreemde is dat dit persbericht, ondanks dat het zeer breed werd gedistribueerd, nooit de titel van de ‘studie’ gaf waarop deze conclusies blijkbaar waren gebaseerd, het was ‘Blue Book Special Report Number 14’ (BBSR 14) (Ref.1). Belangrijker is dat geen van de gegevens in de 240 grafieken, tabellen, diagrammen en kaarten werden toegevoegd aan de zogenaamde samenvatting die het persbericht vergezelde. De vrijgave vermelde ook niet wie het werk had verricht, dat was het ‘Battelle Memorial Institute.’ Voor zover ik heb kunnen nagaan heeft geen enkele van de vele kranten die het persbericht afdrukten de moeite genomen om naar deze zaken te vragen. Wat betreft de eerste vier commentaren hierboven, daarbij werden geen bronnen of referenties geleverd. Dat is pseudowetenschap, en speciaal als je in overweging neemt dat alle commentaren totaal en compleet onjuist zijn… niet slechts tendentieus of bevooroordeeld. Ik heb er een gewoonte van gemaakt om bij mijn meer dan 700 colleges en lezingen voor professionele groeperingen de gegevens aan te halen van het BBSR 14. Ik vraag dan ook hoeveel aanwezigen het hebben gelezen, iets van 1 tot 2%, soms 0%. Ik bespreek de reële feiten zeer uitgebreid in hoofdstuk 1 van ‘Flying Saucers and Science’ (Ref.2). Samengevat: de ONBEKENDE maken voor 21,5% deel uit van de 3201 gevallen die zijn geëvalueerd. (Geen 3%). Ze zijn compleet afgescheiden en anders dan de 9,3% gevallen die zijn geïnventariseerd als ‘Onvoldoende Informatie’ in weerwil van de leugen vertelt door Quarles. Er werd tevens vastgesteld dat hoe beter de kwaliteit van de waarnemingmelding, hoe groter de kans dat het onverklaarbaar was. Er werd vastgesteld dat de ONBEKENDE langer werden waargenomen dan de BEKENDE. Er werd vastgesteld dat de mogelijkheid dat de ONBEKENDE slechts gemiste BEKENDE waren, gebaseerd op een chikwadraat statistische vergelijking tussen de twee groepen, kleiner was dan 1%. Minder dan 2% was bedrog, in weerwil van Asimov’s valse bewering. Hoe in de wereld kan elke professional voortgaan, zoals zij doen, met het doen van onjuiste beweringen zoals hierboven weergegeven? Waarom wordt BBSR 14 niet aangehaald in de boeken van de debunkers? Ik weet dat Menzel via correspondentie een kopie had in zijn files op Harvard. Carl Sagan had boeken waarin de gegevens stonden. Ik heb kopieën van de gegevens naar Ben Bova gezonden en naar Isaac Asimov. Het wordt compleet genegeerd. De regel hier is duidelijk: ‘val me niet lastig met de feiten, mijn mening staat al vast.’ Ik vond het zeer veelzeggend toen ik het ‘Scientific Study of UFOs (The Condon Report)’ (Ref.3) van de universiteit van Colorado las dat het, ondanks de lengte (995 pagina’s) en de aanwezigheid van een heel hoofdstuk over de betrokkenheid van de overheid bij UFO-onderzoek, geen vermelding maakt van het BBSR 14 dat 25 keer meer gevallen beslaat dan die Condon behandelde. Ik heb een brief aan Condon geschreven en sprak daarover, en hij gaf het toe. Dat is pseudowetenschap, net als het persbericht dat werd uitgegeven en dat suggereerde dat er niets van enige waarde voor de wetenschap uit het onderzoek, dat 539.000 dollar koste, was gekomen. In feite, volgens een speciaal UFO subcomité dat was opgericht door ’s werelds grootste groepering van ruimtewetenschappers: the American Institute of Aeronautics and Astronautics, (Ref.4): “Kunnen tegengestelde conclusies (ten opzichte van Condon’s negatieve beweringen) uit de inhoud van het rapport worden getrokken, namelijk dat een fenomeen met een dergelijk hoge ratio van onverklaarde gevallen (30%) adequate wetenschappelijke nieuwsgierigheid zou moeten opwekken en het onderzoek daardoor zou moeten voortgaan.” En toch hebben talloze pseudowetenschappelijke anti-ufologen zich gedragen alsof het Condon rapport met haar zeer vreemde verklaringen van goedkeuring van Condon’s collega’s aan de National Academy of Sciences (er zijn echter geen onderzoeken gecontroleerd) de vraag voor eens en altijd heeft beantwoord. Dr. Susan Clancy, een pseudowetenschappelijke ontvoeringsdebunkster, stelt zowel de Condon-studie als ontvoeringen in een volkomen verkeerd daglicht in haar boek (Ref.5). Ik heb veel daarvan nauwkeurig beschreven in mijn boekrecensie op http://www.stantonfriedman.com/index.php?ptp=book_review. Een belangrijk aspect van de wetenschappelijke methode is de vereiste dat men zich focust op de gegevens die relevant zijn voor het probleem dat men onderzoekt. Dat de meeste isotopen niet splijtbaar of wel splijtbaar zijn wil nog niet zeggen dat anderen dat dan ook zijn, en dat de meeste metalen niet zwaarder zijn dan uranium en geen hoger smeltpunt dan dat van wolfraam hebben, betekent nog NIET dat geen enkele dat heeft. Dat heel veel heilzame medicijnen geen enkele ziekte genezen wil nog niet zeggen dat er helemaal geen is die dat wel doet. Dat de meeste UFO-waarnemingen na onderzoek zijn te verklaren als identificeerbare vliegende objecten, betekent NIET dat er geen enkele waarneming bestaat van een onder intelligente besturing staand buitenaards ruimteschip. Hun gedragingen en verschijning wijzen erop dat ze niet hier gebouwd kunnen zijn, omdat wij dergelijke dingen niet kunnen bouwen die daarop lijken of die op een dergelijke wijze vliegen. Als wij aardlingen dat wel konden, dan zouden we het bij oorlogsvoering gebruiken.
2. Friedman, Stanton T. Flying Saucers and Science, New Page Division of Career Press, Franklin Lakes, New Jersey, 320pages, 2008. $19. from UFORI, or Paypal including priority mail, Autographed 3. Condon, Edward U. Scientific Study of Unidentified Flying Objects Bantam Press, New York, 1969, 965 pages 4. AIAA UFO Subcommittee UFO: A Scientific Appraisal of the Problem Astronautics and Aeronautics 8:11, l970, p.49 5.
Clancy, Susan Kidnapped: Why People Come to Believe They have been Kidnapped
by Aliens, Harvard University Press, Cambridge, MA 2000 |