USO’s
‘Wat loert er in de diepten van onze oceanen?’
Vertaling: Hans Jochems
Bron: www.ufoevidence.org/topics/watersightings.htm
Een korte samenvatting van wat het begrip USO in feite inhoud
Zijn er vormen van intelligent leven die bezit hebben genomen van
het water dat vorm geeft aan onze oceanen, zeeën, rivieren
en meren? Onze grootste oceaan, de Pacific, bedekt 118 miljoen vierkante
km en bereikt diepten van zo’n 11 km, een diepte waar geen
enkele zonnestraal ooit zal doordringen. Kunnen deze diepten bases
van buitenaardse wezens verbergen?
De Engelse afkorting USO staat voor Unidentified Submarine of Submergible Object. Dat betekent een ongeïdentificeerd duikbootachtig object. Het begrip USO is veel minder bekend dan zijn ‘tegenhanger’ de UFO, dat komt omdat er aanzienlijk meer UFO-meldingen zijn dan USO-meldingen. Dit heeft te maken met het volgende: De USO noem ik bewust de ‘tegenhanger’ van de UFO omdat dit verschijnsel zich in plaats van in de lucht in het water voordoet. Deze onderwater objecten kunnen zich met een veel grotere snelheid door en in het water verplaatsen dan onze moderne marineschepen, waardoor ze er moeiteloos een kat en muisspelletje mee kunnen spelen, net zoals de UFO’s in de lucht kunnen doen met onze modernste gevechtsvliegtuigen. Volgens ooggetuigenverklaringen varieert de grootte van deze USO’s van enkele meters tot de grootte van vliegkampschepen.
“Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat beide fenomenen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.” (De schrijver van dit artikel.)
USO’s
Ongeïdentificeerde objecten (UFO’s) worden niet alleen
in de lucht waargenomen. In feite is het zo dat overal op de zeeën,
oceanen, als ook meren en rivieren over heel de wereld vreemde metaalachtige
objecten dezelfde verbazing en nieuwsgierigheid hebben opgewekt.
In vele gevallen is het verschil klein dat UFO’s van USO’s
onderscheid. Heel frequent rijzen ze op vanuit zee en na een korte
tijd boven het wateroppervlak te hebben gehangen schieten ze met
een verbazende snelheid weg en verdwijnen
Historisch
fenomeen
Hetzelfde als bij UFO’s, gaan waarnemingen van het vergelijkbare
onderwater fenomeen terug tot het ontstaan van onze civilisatie.
En zeker de culturen van het oude Mesopotamië, die geloofden
namelijk dat zij alle kennis hadden verkregen van wezens die kwamen
vanuit de zee. In meer recente tijden heeft het fenomeen geleid
tot een gestage stroom van waarnemingen. Misschien niet zoveel als
waarnemingen in de lucht, maar dat is vanwege de uitgestrektheid
van de oceanen, waar niet zoveel mensen leven en komen, niet zo
verwonderlijk.
******
Hier volgen wat korte samenvattingen van een aantal USO
gerelateerde ontmoetingen:
Braziliaanse
ontmoetingen
Interessant genoeg is dat een aantal van de best gedocumenteerde
USO ontmoetingen gebeurd zijn voor de kust van Brazilië. In
de nacht van 26 juli 1980 voer de bemanning van de sleepboot Caioba-Seahorse
100km uit de kust van Brazilië toen zij een lang grijs object
met een diameter van ongeveer tien meter in het water voor hen zagen
drijven. Op dat moment kwam, scherend over het wateroppervlak, een
helder knipperend licht met hoge snelheid in de richting van de
sleepboot aanvliegen. Onmiddellijk viel aan boord alle elektrische
apparatuur uit. Uiteindelijk minderde het licht snelheid en bleef
stilhangen boven het grijze object dat beschenen werd door een groen,
rood, blauw en geel lichtverschijnsel. Het verschenen licht veranderde
toen in een duidelijk zichtbaar helder, schotelvormig object. Het
zakte in het water en koppelde zich aan het grijze object waarna
beide uit het water oprezen. Even zweefden de gekoppelde objecten
boven het water waarna ze met grote snelheid de lucht inschoten
en verdwenen.
Sigaarvormig
toestel
Slechts vier maanden later vond een ongelofelijk incident plaats
op de Araguari rivier in Brazilië. Meer dan 70 mensen stonden
te wachten op de veerboot en zagen tot hun verbijstering een 4,5
meter groot object vanuit het rivierwater oprijzen waarna het, na
even boven hun hoofden te hebben gezweefd, uit het zicht verdween.
Op 30 Juni van 1967 werd er voor de Braziliaanse kust melding gemaakt van een sigaarvormig toestel dat zich vlak onder het wateroppervlak bevond en het Argentijnse vrachtschip de Naveiro zou hebben gevolgd. Het object emitteerde een blauwwit licht en had een lengte van ongeveer 33 meter. Het object bleef voor een tijdje langszij het vrachtschip en maakte geen geluid en veroorzaakte geen golven en had vreemd genoeg geen enkel bellenspoor of anders. Met verbazing zag de bemanning dat het steeds intenser begon te gloeien waarna het onder het schip naar dieper water wegdook.
Engelse
waarnemingen
Een aantal recente waarnemingen voor de kust van Cornwall in Engeland
zorgden voor een hoop opwinding en speculaties. Cornwall is zeer
bekend voor dit soort gebeurtenissen, maar vreemd genoeg werd gezegd
dat de meest ongebruikelijkste Britse waarneming die is, waarbij
een chauffeur en passagiers van een Londense bus waren betrokken.
Het was in 1964 en chauffeur Bob Fall en sommige passagiers die
op weg waren naar Tottenham, waren verbijsterd toen zij een zilverachtig
sigaarvormig object in het dichtbije water van de rivier de Lea
zagen duiken. De politie gaf als verklaring dat wat ze hadden gezien
een vlucht eenden was geweest. Maar zwaar beschadigde, in de lucht
hangende telefoonlijnen, en een geul in de dijkwand vertelde een
heel ander verhaal.
Groot
alarm in Zuid Amerika
Voor
de kust van Zuid Amerika achtervolgde de marine in de zestiger jaren
talloze USO’s, soms meer dan vijftien dagen lang voordat men
het contact geheel kwijtraakte. In 1953 veroorzaakten USO’s
veel alarmering en in de haven van Buenos Aires. Ook dit keer joeg
de marine ze achterna, maar kon zich niet meten met de snelheden
van deze objecten. In de tussentijd werd er gerapporteerd dat een
uit het water oprijzende USO een tijdje op afstand een voorbijganger
volgde totdat het wegschoot.
In 1963 werd in de buurt van Puerto Rico een USO door de Amerikaanse marine gevolgd. Wat zeker is, is dat sinds die tijd veel van deze objecten bij Puerto Rico zijn achtervolgd. Op een trainingsoefening detecteerde een sonar-operator een vreemd object dat zich verplaatste met een snelheid van 280 kilometer per uur! De technici volgden dit object gedurende vier dagen dat zich soms op de ongelofelijke diepte van 8 kilometer bevond. Onderwaterschepen uit 1963 konden niet verder duiken dan een diepte van iets meer dan 1,8 kilometer. Wat voor soort onderzeeschip kon op die diepte de enorme waterdruk weerstaan? En hoe weerstond het de enorme wrijving die ontstaat tijdens het manoeuvreren met die ongelofelijke snelheden?
Scandinavisch
Mysterie
Observaties van ongeïdentificeerde onderzeebootachtige objecten
in Noorwegen.
1. “Zeker een U-boot”: wanneer het duidelijk visueel geobserveerd is door deskundig personeel, onbetwist is geregistreerd door elektronisch opsporingapparatuur, of gefotografeerd.
2. "Waarschijnlijke U-boot": wanneer er geen enkele reden is om te twijfelen dat het een U-boot is, maar dat de overeenkomsten voor een U-boot niet overeen komen. Er zijn twaalf van dit soort rapporten bekend van 1975 tot 1989.
3. "Mogelijke U-boot": 120 rapporten van 1975 tot 1989.
4. "Geen U-boot" 75 rapporten van 1969 tot mei 1983.
Van 1969 tot mei 1983 waren er 200 gerapporteerde waarnemingen van de aanwezigheid van onbekende U-boten in de Noorse territoriale wateren. De waarnemers dachten dat zij een periscoop, een toren, of echte onderzeeboot hadden gezien. Meerdere rapporten hadden een verband tussen de plaats en de tijd. Uiteindelijk bleven er zo’n 175 echt verschillende rapporten over. Van deze classificeerde de marine er 42,8% dus 75 als “geen U-boten”. Dat zijn de waarnemingen die interessant zijn voor de UFO onderzoekers.
1946-1959
Laat ons eerst terug gaan naar wat oudere rapporten. Op donderdag
18 juli 1946 stortte er een spookraket in het Mjøsa meer
(in het zuidoosten van Noorwegen). Tussen 12.00 en 12.30 ‘s
middags zagen verschillende getuigen vanuit het westen een V1-achtig
object op ongeveer 50 meter hoogte naderen. De getuigen hoorden
eerst een hard sissend geluid, dat niet hoorde bij een bekend vliegtuig.
Het object vloog zo laag dat het een beweging van de bomen veroorzaakte.
Het dook ongeveer 2 kilometer van de westelijke oever en 7 kilometer
van Minnesund in het Mjøsa meer, waar het ongeveer 300 tot
400 meter diep is. Het was sigaarvormig, ongeveer 25 meter lang
met vleugels van ongeveer 1 meter lang die geplaatst waren op ongeveer
1 meter vanaf de neus. De voor- en achterkant was van glanzend metaal,
maar het midden, inclusief de vleugels, waren donker. Het leek alsof
de vleugels wat golfden als waren ze gemaakt van weefsel. Er was
geen vuur of uitlaatgassen of licht te zien. Toen het object het
water raakte spatte het water een aantal meters omhoog de lucht
in. Er was geen explosie. De lucht was helder en het wateroppervlak
was al snel weer kalm. Sommige getuigen dachten dat ze twee objecten
achter elkaar hadden gezien. Het Noorse militaire commando startte
volgens artikelen in de pers een onderzoek, maar de documenten hiervan
werden nooit vrijgegeven. Er is een aanneembare mogelijkheid dat
alle documenten van de golf van spookraketten van 1946 zijn vernietigd.
Als dat zo is dan is dit een ramp voor de onderzoekers van de UFO
geschiedenis die dan alleen nog de krantenartikelen als bron hebben.
Op een ochtend in oktober 1952, kort voor 7 uur, wachtte Johannes Nordlien op zijn collega’s toen hij plotseling een huilend straaljagergeluid hoorde. Een moment later kwam er vanuit het westen een schijfvormig object met een diameter van 4 meter op hoge snelheid aanvliegen wat hem op ongeveer 100 afstand meter passeerde. Het dook met een grote klap in het water van de rivier de Lågen. Het object was zo wit als sneeuw en Nordlien zag duidelijk de schotelachtige vorm toen het met kracht in het water dook. Toen zijn collega’s verschenen was het water nog steeds in grote beroering.
Op 1 juni 1958, op een zondagochtend om 11.55, stortte een geluidloos ‘onbekend vliegtuig’ zonder identificatiekenmerken in het Alta fjord. Op de plaats van de impact rees er een zuil van water op. Het vliegtuig leek op een straaljager met deltavleugels. De getuigen waren Bjørn Taraldsen, Nils M. Turi, Kate Julsen, en Rasmus Hykkerud. Toen er een half uur later een paar anderen arriveerden vonden die alleen nog een aantal dode vissen. Het fregat de KNM Arendal en de onderzeeboot de KNM Sarpen, samen met duikers, zochten een week vergeefs naar een vliegtuig. De Arendal kreeg echter wel een sonarmelding van een mobiel object.
Op een avond om 22.00 uur vlak voor Kerstmis zag Lorentz Johnsen een donker geluidloos object dat hij omschreef als een kleine bus met een aantal ramen in de zijkant. Het vloog langzaam op een hoogte van zo’n 150 meter. Het ging in de richting van het Namsen fjord. Het verwijderde zich tot op een afstand van 50 meter, begon een steeds feller rood licht uit te stralen en explodeerde met een oorverdovende knal. Johnsen zei: “het leek alsof er een stuk van een soort bedekking van het object was afgescheurd. Dat viel tezamen met een aantal andere dingen in het water. Ik merkte in het bijzonder drie ‘zwarte kolommen’ op van ongeveer twee meter lang en een halve meter in diameter. De bedekking zelf was als één stuk afgescheurd en leek op een gebogen plaat metaal. Dit straalde een fel rood licht uit en werd steeds zwarter voordat het in het water viel.”
1972-1990
Tussen 12 en 22 november werd er een intensieve zoektocht gehouden
in het 1300 meter diepe Sogne fjord. Dertig marineschepen plus een
NATO legereenheid werkten samen. De opwinding begon toen de militairen
een melding kregen van een U-boot. De volgende dag, de 13e, keken
twee getuigen naar een ‘vliegtuig lijkend object’ dat
manoeuvreerde in het fjord. Dezelfde nacht observeerden vier andere
getuigen een ‘helder object’ op het water. Op 20 november
om ongeveer één uur in de nacht, werd er een U-boot
gezien in de buurt van Kyrkjebø terwijl het juist op dat
moment richting Mårenlandet ging dat ligt aan het zuidelijke
eind van het fjord. Vijftien minuten later werd het gezien door
vijf politieagenten bij Kvamsøy een smal eiland dat ongeveer
50 kilometer noordelijk van Kyrkjebø ligt. Hier bestookten
ze het object met mijnen. Als dit twee observaties waren van hetzelfde
object dan hebben we hier te maken met een snelheid van 200 kilometer
per uur. Een snelheid die door geen enkele ons bekende onderzeeboot
kan worden gehaald.
In de nacht van 21 november zagen vier getuigen vier ‘raketten’ vanuit het water bij Hermansverk omhoogschieten. De raketten waren geluidloos en leken op rode ballen van licht. Op de avond van de volgende dag werd er een anti-onderzeebootraket op de indringers afgevuurd. Het water daar ter plaatse is maar 25 meter diep en de schokgolven van de explosie waren zo krachtig dat ze zo’n 10 kilometer verder kleine bootjes op het land smeten. Iedere normale onderzeeboot zou hierdoor zwaar beschadigd zijn geraakt en naar de oppervlakte zijn gedwongen, maar dit vaartuig ontsnapte kennelijk onbeschadigd. Op het zelfde moment deden zich andere vreemde gebeurtenissen voor. Vliegtuigen kregen onverklaarbare problemen in hun elektronische systemen. Er werden gele en groene objecten gezien die langs de berghellingen vlogen. De marineschepen registreerden sonarcontacten met ‘iets’ in diep water. Surveillerende toestellen hadden ontmoetingen met ongeïdentificeerde ‘helikopters’ die in zware stormen halsbrekende manoeuvres uithaalden.
Op woensdag 4 juli 1973 zagen Erling Bakke en zijn vrouw een vreemd vaartuig op het water. Zij zagen het om 11.15 uur in de ochtend. Het was ongeveer 7 meter lang en 2 meter hoog en had bovenop een uitstulping. “Toen wij het vreemde toestel, dat een snelheid over het water van minstens 100 kilometer per uur leek te hebben, voor het eerst zagen,” zo vertelde Bakke, “Dachten we eerst dat het een soort speedboot was en waren verbaasd dat mensen zo hard konden varen. Maar opeens rees het onder een hoek van 45 graden vanaf het water omhoog en was een moment later verdwenen. Toen werden mijn vrouw en ik zich ervan bewust dat we van zeer dichtbij getuige waren geweest van een ontmoeting met een UFO. En het was een wonderlijke ervaring, het object was helemaal zwart dus daarom was het zeer goed zichtbaar.”
Lokale
duikers spotten op woensdag 27 april 1983 een onderzeebootachtige
toren in het Husnes fjord (een wat kleiner fjord in het Hardanger
fjord) en om ongeveer 13.00 uur in de middag was er al een zoekteam
van het Noorse leger aanwezig. Het bestond uit de korvet de KNM
Sleipner, twee onderzeeboten en één Orion vliegtuig
dat was uitgerust met anti-U-boot wapens. De volgende dag sloten
de KNM Oslo en nog twee fregatten zich bij het zoeken aan. Om 16.55
uur ontving de Oslo het eerste mogelijke sonarcontact ten zuiden
van Leivik bij het Stord eiland. Om 17.21 vuurde het fregat een
Terne-raket als waarschuwing naar de indringer die ze hadden geobserveerd
en achtervolgt. In de nacht die volgde verscheen er een mogelijk
sonarcontact in het Selbjørn fjord (een ander kleiner fjord
in het Hardanger fjord), maar de achtervolgers opende het vuur niet
vanwege een in de buurt varende Noorse onderzeer. Twee andere sonarcontacten
vonden plaats op twee verschillende posities en in de middag van
30 april, nadat de Oslo sonarcontact had gemaakt, vuurde het als
waarschuwing een Terne-raket af en daarna een mijn. Vijf minuten
later vuurde het nog meer raketten af waarna het sonarcontact verdween.
Om ongeveer 16.00 uur werden er vijf Terne-raketten afgevuurd vlakbij
Halsenøy. Vlak voor middernacht was een ander sonarcontact
de oorzaak van een andere afgevuurde raket.
Op zondag 1 mei om 04.00 uur in het skåneviks fjord werden
er na sonarcontact zes Terne-raketten afgevuurd. Ze raakten het
water en schoten de diepte in voordat ze explodeerden. Onmiddellijk
daarna gooide een Orion vliegtuig een mijn op dezelfde plaats. Eén
uur later viel de Oslo opnieuw aan met zes raketten. Het sonarcontact
werd opgepikt door het Orion vliegtuig. Het vliegtuig gooide mijnen
bij de ingang naar het Høylandssundet. De volgende nacht
werden er weer mijnen gegooid in het Selbjoslahrn fjord. Gedurende
deze gehele zoektocht ontving het leger talloze meldingen van waarnemingen
van burgers. Ondanks al de zes gegooide mijnen en de 24 afgevuurde
Terne-raketten was er geen enkel resultaat.
Paul
Paulsen Frøyen zag op vrijdag 2 juni 1989 twee ‘U-boten’
tussen Lavik en Vadheim in Ytre Sogn in het Sogne fjord. Hij zei:
“Ik stapte uit mijn wagen en zag de twee U-boten gedurende
twee en een halve minuut. Ik ben opgegroeid met de Noorse Kobben
onderzeeboten, maar deze kwamen daar niet mee overeen… Ik
ben er zeker van dat deze twee U-boten naar het wateroppervlak kwamen
voor communicatie… Ik keek naar de periscopen en de torens
op beide U-boten en toen ze onder water doken zag ik schuim van
de propellers.” De Koninklijke Noorse luchtmacht zond twee
gevechtsvliegtuigen om de duikboten op te sporen en de kustwacht
moest er ook heen. Militaire bronnen vertelden de pers dat deze
objecten geen gewone onderzeeboten konden zijn geweest.
Op woensdag 19 september 1990 had de KNM Stavanger een sonarcontact
met een ‘onbekende U-boot’ in de wateren bij de Ona
vuurtoren zo’n 30 kilometer buiten Molde. Het schip zond internationale
waarschuwingssignalen uit, maar kreeg geen respons. In een poging
de onderzeeboot naar het wateroppervlak te krijgen, werden er handgranaten
in het water gegooid. Toen dat niet hielp vuurde de Stavanger drie
Terne raketten af. Het sonarcontact stopte en de volgende dag werd
de zoektocht afgeblazen. De Stavanger wist wel een registratie van
het sonarcontact met het onbekende object te maken.
Het is een feit dat de Noorse legereenheden er geen enkele keer in geslaagd zijn om een ‘vreemde’ onderzeeboot naar de oppervlakte te krijgen. Maar misschien is hier een reden voor. Het is logisch om aan te nemen dat ze heel veel meer weten van vreemde onderwateractiviteit in hun Fjorden dan ze publiekelijk willen toegeven. Het is niet verstandig om alles te vertellen in dit soort omstandigheden. Er wordt aangenomen dat deze activiteiten met toestemming plaatsvinden om zo een diplomatiek conflict te vermijden. Noorwegen is bovendien gesitueerd in een geopolitiek en militair gevoelig gebied. Het Noorse leger beschouwt een zoektocht succesvol als de U-boot het gebied verlaat. Dat is tenminste wat er aan het publiek wordt verteld. De rest van ons weet dat we rapporten hebben die heel vreemd en onverklaarbaar zijn en over ongeïdentificeerde objecten gaan welke in ons luchtruim en onze wateren opereren.
In Scandinavië is bekend dat mysterieuze objecten in en uit bevroren meren vlogen. Hier is bv. een artikel dat op 5 april 1967 in de Times stond met de volgende verklaring:
‘In centraal Zweden heeft iets ongelofelijk krachtigs een enorm groot gat dwars door het ijs van het Siljanmeer geslagen, het ijs was twintig cm dik en getuigen meldden het zien van een grijs object van ongeveer 9 meter lang.’
Deze USO kwam vanonder het ijs van het meer en veroorzaakte een gat van 800 meter lang en 4 meter breed terwijl het zich met harde, krakende geluiden met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur door het ijs van het meer boorde waarna het zonder zichtbare schade de lucht inschoot en verdween. Wetenschappers en militaire experts waren onzeker van wat het was. De mogelijkheid dat een meteoriet hier verantwoordelijk voor was werd al snel verworpen en een paar dagen later was er weer een incident. Opnieuw is het bewezen dat USO’s net zo ongrijpbaar zijn als hun tegenhangers in de lucht.
Wordt vervolgd
Lees ook de volgende vertaling op ufowijzer:
HET GEHEIM VAN DE USO's
Meer USO gevallen: http://www.ufoevidence.org/Cases/CaseView.asp?section=Water