TERUG NAAR ARTIKEL

BOEKPRESENTATIE: UFO’s BESTAAN GEWOON
(Een ooggetuige-verslag en verdere aantekeningen)

Door: Kees Deckers

Maart 2013

Delft. Eén enorm grote leegte rondom het station. Eén bouwput en volop werk in uitvoering. Wat gaat dat worden? Delft, een meer dan levensgroot standbeeld van Hugo Grotius op het plein de Markt, met op de achtergrond de overweldigende toren van de Nieuwe Kerk, recht omhoog wijzend naar een ijskoude, blauwe lucht. Delft. Oude grachten met nog heel veel nostalgische sfeer. Allemaal symbolen, bedenk ik mij, terwijl ik een korte wandeling maak door deze stad, waar ik niet eerder geweest ben. Symbolen, die te maken hebben met het boek, waarvan het eerste exemplaar op de avond van deze 27ste maart aangeboden wordt aan de schrijver ervan, Coen Vermeeren. Het boek draagt de gewaagde titel: “Ufo’s bestaan gewoon” en de nog meer gewaagde ondertitel: “Een wetenschappelijke visie”.

Eindelijk een Nederlandse wetenschapper, die zich durft uit te spreken over het U.F.O.-fenomeen. Coen Vermeeren is dr. ir. Lucht- en Ruimtevaarttechniek en verbonden aan de Technische Universiteit te Delft als hoofd van het Studium Generale.

Na ontvangst met koffie en petits-fours in een stemvol verlichte zaal met oudroze geschilderde balken en zware, oudroze gordijnen in Sociëteit “Het Meisjeshuis” op De Oude Delft begeeft zich het al gearriveerde publiek naar een zaal op de tweede verdieping. Daar start rond 19:00 uur het programma voor de boekoverhandiging met een introductie door Pieter de Boer, uitgever bij uitgeverij Ankh Hermes en gastheer van dit feestje. Ik schat dat tussen de 60 à 70 mensen de ruimte vullen, waarmee de zaal overvol is.

Edgar Mitchell
Om klokslag 19:30 uur is, via een Skype-verbinding, ook Edgar Mitchell aanwezig, de zesde mens, die op onze Maan heeft gestaan, om zijn verhaal te doen en vragen te beantwoorden van Vermeeren en het publiek. Mitchell is inmiddels 83 jaar oud. We zien hem zitten in een ruime kamer, op een nu en dan behoorlijk piepende bureaustoel, ietwat uit het midden van het beeld. Eén van Vermeeren’s eerste vragen is wanneer Mitchell uit de kast is gekomen met betrekking tot het U.F.O.-fenomeen. Mitchell antwoordt dat dat zo’n 4 à 5 jaar geleden is geweest. Hij is geboren in de buurt van Roswell en kent daardoor veel van de mensen, die op allerlei wijzen betrokken zijn geweest bij de neerstorting van een Onbekend Vliegend Object (O.V.O.) in 1947. Zij hebben hem over hun ervaringen daarmee en kennis daarover verteld. Mitchell zegt ook dat in zijn vroegere positie van astronaut hij niet over dergelijke zaken mocht praten. Op de vraag van Vermeeren wat de redenen zijn dat er nog altijd geen officiële disclosure (openbaarmaking) is, zegt Edgar Mitchell dat de belangrijkste reden hiervoor financieel gewin is.


Edgar Mitchell op de Maan

Volgens Edgar Mitchell hebben BuitenAardsen zich wel degelijk al aan mensen getoond. Hij verwijst daarvoor onder andere naar het Phoenix Lights-incident van 1997 en geeft aan dat er op deze manier veel andere publieke gebeurens zijn geweest over de gehele wereld. Mitchell’s eigen motief om er nu open en publiek over te praten is, omdat hij meent dat het daar nu tijd voor is, omdat onze toekomst ervan afhangt.

Vanuit het publiek wordt de vraag gesteld of hij bekend is met “The Overview Effect”. En zo ja, of dit niet een manier is om alle mensen op Aarde te verenigen met betrekking tot het onderwerp BuitenAardsen.

OverzichtsEffect
Het Overview Effect (OverzichtsEffect) is een waarnemingsverschuiving in het bewustzijn, gerapporteerd door sommige astronauten en kosmonauten tijdens ruimtevluchten, vaak terwijl zij naar de Aarde kijken vanuit een omloopbaan of vanaf het maanoppervlak.

Het verwijst naar de ervaring van het uit eerste hand zien van de werkelijkheid van de Aarde in de ruimte, wat onmiddellijk wordt begrepen een zeer kleine, breekbare bol van leven te zijn, hangend in de leegte, beschermd en gevoed door een papierdunne atmosfeer. Vanuit de ruimte, vertellen astronauten ons, verdwijnen nationale grenzen, worden de conflicten die ons scheiden minder belangrijk en wordt de behoefte van een planetaire samenleving met de verenigde wil om deze “bleke, blauwe punt” te beschermen zowel vanzelfsprekend als beslist noodzakelijk.

Derdehands observanten van deze individuen kunnen ook een merkbare verandering in hun houding melden. Astronauten Rusty Schweikart, Edgar Mitchell, Tom Jones, Chris Hadfield en Mike Massimino hebben allen naar verluidt dit effect ervaren.

De term en het concept zijn in 1987 bedacht door Frank White, die ze onderzocht in zijn boek The Overview Effect -Space Exploration and Human Evolution (Houghton-Mifflin, 1987), (AIAA, 1998) (Het OverzichtsEffect - RuimteExploratie en Menselijke Evolutie).

Internetreferentie (30-03-13) (eigen vertaling):
http://en.wikipedia.org/wiki/Overview_effect

Mitchell antwoordt dat hij inderdaad dit effect kent en heeft ervaren. Het wordt ook wel “The Big Picture Effect” genoemd.

Terzijde. Terwijl Edgar Mitchell spreekt over dit effect gaat bij mij de associatie door het hoofd naar de vele duizenden BijnaDoodErvaringen (B.D.E.’s). En met name naar het vaak daarbij voorkomende onderdeel van de overzicht-over-het-eigen-leven-ervaring. Hier zijn dezelfde gevolgen te constateren, die kosmonauten en astronauten melden. Er is ook bij zogenaamde B.D.E.-ers vaak sprake van een OverzichtsEffect, dat hen diep raakt, dat resulteert in een verandering in het beeld van wat werkelijkheid is en dat leidt tot een veranderde houding ten opzichte van het leven. Ook floept de vraag in mijn hoofd of het daarom is, dat Carl sagan, in zijn boek “Contact”, verfilmd onder de gelijknamige titel met in de hoofdrol Jody Foster, dezelfde link lijkt te hebben gelegd.

Is er een vijandige relatie met BuitenAardsen, is een andere vraag. Mitchell denkt van niet. In ieder geval niet zo vijandig dat zij ons allemaal direct willen doden. Maar er zijn meerdere soorten BuitenAardsen. En er zijn natuurlijk zaken gaande als ontvoeringen van mensen en veeverminkingen. Daarop inhakend brengt Coen Vermeeren het boek: “UFOs and Nukes - extraordinary encounters at nuclear weapons sites” (U.F.O.’s en Nucleaire Raketten - buitengewone ontmoetingen op kernwapenbasissen) van Robert Hastings naar voren. Hierin schrijft Hastings over het feit dat meer dan eens nucleaire raketinstallaties zijn lamgelegd door O.V.O.’s. Waarom zouden ze dat doen, vraagt Vermeeren. Wat is hun interesse hierin, hun belang hierbij? Mitchell geeft aan dat hij het boek kent. Hij meent dat er een vreedzaam ongenoegen speelt bij de BuitenAardsen over ons gebruik van technologie. Vermeeren vraagt zich af of het niet de angst is van de BuitenAardsen dat wij, mensen, deze wapens de ruimte in gaan brengen.


http://www.ufohastings.com/book

Een andere vraag van hem aan Mitchell is, waarom deze zich is gaan bezighouden met de noëtische wetenschap.

Instituut voor Noëtische Wetenschappen
Noëtiek is een new age-beweging die vertaald denkleer betekent en is afgeleid van het Griekse woord noetikos hetgeen betekent ‘vanuit een ethische geest’. De definitie van Noëtische Wetenschappen wordt op verschillende manieren uitgelegd, maar gaan alle over de kracht van de menselijke geest als volgt: Noëtische Wetenschap is de leer waarbij ervan uitgegaan wordt dat mensen door middel van een bundeling van hun geestelijke vermogens macht kunnen uitoefenen op de materie.

... Dr. Edgar Mitchell, astronaut op de Apollo 14 en de zesde man op de maan, heeft het Instituut voor Noëtische Wetenschappen opgericht. Zijn reis naar de maan vond plaats in 1971 en naar zijn zeggen heeft dit veranderingen in hem teweeggebracht. ...

Tijdens de terugreis naar de aarde meende hij een 'waarheid' te zien; hij voelde zich in eenheid met de aarde en het universum. Dr. Edgar Mitchell besloot na zijn terugkomst op de aarde het Instituut voor Noëtische Wetenschappen op te richten in 1973. Dit instituut legt zich toe op de studie van de aard van het menselijk bewustzijn. Professor Emeritus William A. Tiller, van de Stanford Universiteit, was medeoprichter van het Instituut voor Noëtische Wetenschappen. William Tiller wordt door aanhangers gezien als een pionier op het gebied van het begrip van de kracht van het bewustzijn en het effect hiervan op onze (zichtbare) realiteit. ...

Internetreferentie (30-03-13):
http://nl.wikipedia.org/wiki/Instituut_voor_No%C3%ABtische_Wetenschappen

IONS - Institute of Noetic Sciences (Instituut voor Noëtische Wetenschappen)
Het Instituut voor Noëtische Wetenschappen™ in 1973 opgericht door Apollo 14 -astronaut Edgar Mitchell, is een 501(c)(3) onderzoeks-, onderwijs- en lidmaatschapsorganisatie zonder winstoogmerk, met als missie het ondersteunen van individuele en collectieve transformatie door bewustzijnsonderzoek, onderwijsondersteuning en het engageren in een wereldwijde leergemeenschap in het realiseren van ons menselijk potentieel. “Noëtiek” komt van het Griekse woord nous, wat “intuïtieve geest” of “innerlijk weten” betekent. IONS™ leidt, sponsort en werkt samen op het gebied van vooruitstrevend onderzoek in de potenties en krachten van het bewustzijn, onderzoekt verschijnselen, die niet noodzakelijk passen in de conventionele wetenschappelijke modellen en onderhoudt tegelijkertijd een verplichting aan wetenschappelijke strengheid.

De belangrijkste programmagebieden van het Instituut zijn bewustzijn en genezing, meer uitgebreide menselijke capaciteiten en opkomende wereldbeelden.

Internetreferentie (30-03-13) (eigen vertaling):
http://noetic.org

Edgar Mitchell geeft aan dat het juist de ervaring van The Overview Effect was, de magnifieke ervaring van het aanschouwen van zijn eigen planeet, de Aarde, in haar natuurlijke omgeving, de ruimte, dat hem naar deze wetenschap heeft geleid.

Een laatste vraag aan hem is of vrije energie een motief zou kunnen zijn om de aanwezigheid van BuitenAardsen niet te openbaren. Mitchell meent dat dit zeker verband houdt met de niet-openbaarmaking. Hij spreekt kort over de Zero Point energy (de Nulpunt-energie), dat overal door het gehele universum aanwezig is als vrije energie.

Coen Vermeeren
Nadat afscheid is genomen van de via de electronica aanwezige Edgar Mitchell, neemt Pieter de Boer van Ankh Hermes het programma weer over en stelt Coen Vermeeren de vraag hoe het gekomen is tot dit boek. Vermeeren legt uit dat hij als hoofd van het Studium Generale naast het verzorgen van interessante lezingen voor studenten op het gebied van de lucht- en ruimtevaarttechniek ondermeer als taak heeft in te gaan op studentenvragen. Eind 2009 kreeg hij van studenten meerdere malen youtube-filmpjes met daarop mogelijke U.F.O.’s te zien met de vraag wat op die filmpjes nu eigenlijk precies te zien is. In eerste instantie was hij niet direct geïnteresseerd, maar toen hij ook youtube-filmpjes zag met het N.A.S.A.-logo in beeld begon hij toch te twijfelen en er meer aandacht aan te besteden. Vervolgens kon hij, zoals velen, nergens terecht met zijn verhaal. En met de vraag: Wat is hier nu daadwerkelijk te zien? Dat leidde tenslotte tot een eerste lezing door hem op de Technische Universiteit Delft rond het U.F.O.-verschijnsel. Een tweede lezing volgde. Maar het was pas toen De Telegraaf in 2011 een levensgroot artikel publiceerde over de wetenschapper die lezingen over U.F.O.’s geeft op een universiteit, dat de vlam in de pan sloeg. Daarop kwam begin 2012 Ankh Hermes met het aanbod of hij er een boek over wilde schrijven. Vermeeren sloeg dat in eerste instantie af, maar toen enkele maanden later het aanbod een tweede maal aan hem werd voorgelegd, accepteerde hij. Die jaren vanaf 2009 tot nu is een moeilijke periode voor hem geweest, vertelt Vermeeren heel eerlijk. Hij heeft zich daarin kwetsbaar opgesteld. Heel veel Hoe- en Waarom-vragen heeft hij zich gesteld. Maar dit boek is uiteindelijk een prettig einde aan deze reis.


www.ankh-hermes.nl

Een volgende vraag aan hem is: Waarom jij wel als ingenieur en andere ingenieurs niet? Tja, angst, is zijn antwoord. Gek gemaakt ook met dat het allemaal slechts Science Fiction is. Waarom hij? Vermeeren zegt dat hij goed opgeleid is als ingenieur. En dat hij daardoor goed kan oordelen over informatie op dit gebied, die anderen hem voorleggen. En dat doet hij dan ook.

Welke systemen vinden er plaats om deze werkelijkheid te onderdrukken? En waarom? Volgens Vermeeren is het grootste probleem dat de meeste mensen geen getrainde waarnemers zijn. Hoe kun je dat worden, een getrainde waarnemer? Dat kan heel snel, zegt Vermeeren. Maar dan moet je wel veel dossiers lezen en veel boeken gaan doornemen. Filmpjes van N.A.S.A. bekijken op het Internet. Vooral als er in gesproken wordt over Bogeys (Boemannen) en dergelijke. Die moeten volgens Vermeeren juist zijn.

Sommige mensen kunnen het niet zien? Waarom niet? Omdat er geen taal voor is, stelt Vermeeren. Als voorbeeld. Een testpiloot komt omlaag van een testvlucht met een verhaal over een ontmoeting op grote hoogte met een onbekend soort van licht. Een dergelijk verhaal past niet in de taal, het jargon van testpiloten en ingenieurs. En daarmee wordt deze testpiloot als professioneel geweerd, uitgebannen. Dat is volgens Vermeeren waarom Edgar Mitchell terecht is gekomen bij de noëtische wetenschappen. Als wij als mensen niet ingaan op deze verhalen over vreemde ontmoetingen en verschijnselen, daar niet op in duiken, er geen onderzoek naar doen, dan zullen wij een groot deel van ons universum uit het oog verliezen en nooit te zien krijgen.

Terzijde. Ook hier is voor mij direct een duidelijk zelfde verhaal te proeven als bij mensen met Bijna-Dood-Ervaringen. Velen onder hen hebben aangegeven dat zij geen woorden hebben om hun ervaring te beschrijven. Dat die zelfs niet bestaan in onze taal. Het is één van de redenen waarom sommigen er niet eens over willen praten. Het past niet in de werkelijkheid die zij hun hele leven al kennen. Het is het verhaal van Plato’s Allegorie van de Grot. Daarbij is voor mij het gebruik van Vermeeren van de term jargon ook interessant. De meeste mensen, waarschijnlijk alle, leven in een verengd deel van de Totale Werkelijkheid. Dat is logisch, alleen al door het feit dat ieder mens elders op Aarde wordt geboren en wordt opgevoed. In de westerse wereld zeker, wordt daarnaast van elk mens verwacht dat zij en hij een specialistische beroep aanleert. Zoals bijvoorbeeld testpiloot en ingenieur. Al die beroepen hebben eigen woorden, soms complete eigen talen oftewel vakjargons. Daarin worden veel woorden uitgesloten en andere woorden als eeuwige waarheden beschouwd. Gevolg is dat alle mensen in feite in een eigen, individuele werkelijkheid leven. Wat ik met eigen jargon de LevensloopBepaalde Werkelijkheid noem. Die werkelijkheid kan heel be-palend en be-perkend inwerken op elke mens, waardoor hij en zij een mens met een heel andere LevensloopBepaalde Werkelijkheid, of onbekende gebeurens en verschijnselen, die niet passen in de eigen Levensloopbepaalde Werkelijkheid niet alleen niet kan, maar vaak ook niet wil begrijpen.

We moeten het echter bespreekbaar maken. Maar hoe? Vermeeren antwoordt, door ons open te stellen.

Uit de verdere vragen en discussie met onder andere het publiek komt naar voren dat er al 57 soorten BuitenAardsen bekend zijn. Dat merkwaardig genoeg, de meesten humanoïde van vorm en uiterlijk zijn, dat wil zeggen op mensen lijken. Van enkele medewerkers van Lockheed Skunk Works blijkt dat een voormalig directeur op zijn sterfbed heeft verteld dat wij, mensen, al lang in staat zijn om E.T. uit de film van Steven Spielberg thuis te brengen. Maar dat dit verborgen gehouden wordt. Een andere medewerker heeft zich uitgelaten over het feit dat hoewel wij nog altijd alleen maar werken met 4 natuurkrachten (electro-magnetisch, zwakke en sterke nucleaire en zwaartekracht, eigen toevoeging) ze bij Lockheed Skunk Works al werken met natuurkracht 5, 6, 7 en 8.

Terzijde. Een ieder die de Engelse taal redelijk beheerst weet dat een “skunk” een “stinkdier” is, maar ook kan staan voor “smeerlap”. De naam is dan ook niet de officiële, maar de officiëuze naam voor Lockheed Advanced Development Projects Unit (Lockheed geAvanceerde OntwikkelingsProjecten Eenheid) (internetreferentie (02-04-13): http://nl.wikipedia.org/wiki/Skunk_works).

Vermeeren stelt dat wij minder moeten inzoomen, niet alleen bezig zijn met onszelf op Aarde, maar juist meer moeten overgaan tot uitzoomen om ons universum daarbuiten te gaan zien.

Terzijde. Dit is welbeschouwd hetzelfde beeld als het Overview Effect, behalve dat we niet alleen onze eigen planeet Aarde als een fragiele, uiterst kleine bol in een gigantische leegte zien hangen, maar ons ook bewust worden dat dat geldt voor alles wat er in ons gehele universum bestaat. Het is ook het verschil leren inzien tussen de onbekende enormiteit van de Totale Werkelijkheid en ons eigen, miniscuul kleine LevensloopBepaalde Werkelijkheidje daarin.

Vermeeren stelt zich zelf de vraag: Wat voor moois kan ik als mens vertellen aan een BuitenAardse over onszelf, over mensen? Zijn antwoord is, dat hij zich schaamt over waar wij, mensen, mee bezig zijn.

Wat zijn de eerste stappen die nu gezet moeten worden?, is de volgende vraag. Vermeeren antwoordt: Heel veel met elkaar in debat gaan is de eerste, belangrijkste stap. De dossiers en letterlijk bewijsmateriaal in handen krijgen is een stap. En stoppen met elkaar af te maken met betrekking tot het onderwerp van het U.F.O.-fenomeen.

De vraag wordt gesteld: Waarom geen mondiale openbaarmaking? Vermeeren antwoordt dat er helaas mensen zijn met teveel belangen om het verborgen te houden, die dat voorkomen. En de meesten van ons willen het (nog) niet weten.

Edward P. Heerema, Piet Smolders en Michel van Tooren
Als laatste onderdeel de boekpresentatie worden drie gasten voorgesteld en gevraagd waarom zij achter het boek van Coen Vermeeren staan door er een aanbeveling in te schrijven. Alleen professor dr. in de economie Herman Wijffels kon niet aanwezig zijn. Achtereenvolgens komen ir. Edward P. Heerema, president van de Allseas Groep, Piet Smolders, ruimtevaartjournalist en professor dr. ir. Michel van Tooren, vliegtuigbouwkundige, naar voren.

Edward Heerema steunt Vermeeren ondermeer omdat deze als mens iets durft te denken en te beweren dat afwijkt. De meeste mensen lopen voortdurend achter hypes en trends aan, van zure regen tot de millenniumbug enzovoorts. Als ingenieur hoor je oorspronkelijk te durven denken. Je dient ook zelf te denken. Een echte wetenschapper, die gefundeerd durft te schrijven over het U.F.O.-fenomeen, vindt hij belangrijk.

Piet Smolders heeft als ruimtevaart- en wetenschapsjournalist lange tijd hetgeen in de ruimtevaart plaatsvindt vertaald naar het publiek. Zijn vraag is: Waarom zou ik daarbij wel over het ene onderwerp met betrekking tot de ruimte de informatie vertalen naar het publiek, en niet over het andere onderwerp? Hij haalt vervolgens een voorbeeld aan van hoe wetenschappelijke ideeën in de loop der tijden misvattingen zijn gebleken. In het verleden bestond het idee dat de planeten in ons zonnestelsel zouden zijn ontstaan, doordat een andere ster vlak langs onze ster, de Zon, scheerde. Materiaal van de Zon zou daarbij meegetrokken zijn en vervolgens de planeten hebben gevormd. Dit is later onjuist gebleken. Een omgekeerde situatie met de wetenschappelijke ideeëen uit het verleden, is dat het thans uitzonderlijk wordt gevonden als er géén planeet bij een ster aanwezig blijkt te zijn. Op dit moment is er al kennis van 862 planeten bij andere sterren. Jules Verne beschreef in zijn tijd al een reis naar de Maan. Het duurde nog ruim 100 jaar voor dat dat daadwerkelijk plaatsvond. Waarom, als wij, mensen, zelf naar de sterren willen gaan, willen wij dan niet accepteren dat anderen van daar ook naar ons toe kunnen komen?


http://www.bol.com/nl/p/et/1001004002844475

Michel van Tooren, in dienst bij Fokker, kent Coen Vermeeren al heel lang. Ze hebben samen heel veel gediscussieerd over hetgeen Vermeeren de laatste jaren bezig heeft gehouden. Zijn aanbeveling in het boek gebruik ik als afronding ter overdenking: “Een dringende oproep aan de lezer om de huidige crises in economie, wetenschap en zingeving te bestrijden met openheid, ontvankelijkheid en integriteit. Het zijn tenslotte de afwijkende ervaringen, ideeën en mensen die het verschil maken. Het fascinerende ufo-dossier laat zien hoe het niet moet. Gelukkig is het nooit te laat om te leren.”

Dat brengt mij bij de symboliek, die ik aan het begin van dit artikel noemde.

Het grote bouwputgat rond het station van Delft voelt voor mij als de mondiale situatie, waarin wij ons momenteel bevinden. Onze Aarde is één grote bouwput aan het worden door ons rücksichtslose gesleutel en gemanipuleer ten eigen gunste aan alles wat er al van nature is. Wat geleid heeft tot de situatie van dit moment in de menselijke geschiedenis. Crises en gapende bouwputten in de “economie, wetenschap en zingeving”.

De overweldigende toren van de Nieuwe Kerk op de Markt, recht om hoog wijzend naar een ijskoude, blauwe lucht, staat voor mij symbool voor de enige richting die wij als mensheid kunnen gaan om daadwerkelijk vooruitgang te kunnen boeken. En voor het feit dat daar het gigantische universum is, waar vandaan de BuitenAardsen komen. Het is ook de richting die de mens vanaf het begin van haar geschiedenis altijd al ingekeken heeft. Met grote vraagtekens, maar ook met het idee dat daar de redding vandaan moet en zal komen. Neergelegd in ideeën, geloven en levensbeschouwingen.

Oude grachten met een nostalgische sfeer, welke stap na stap kunnen verdwijnen voor de zogenaamd economische vooruitgang van de mensheid, wat leidt tot de enorme bouwput rond het station. Terwijl stelselmatig geen stappen geaccepteerd worden in de vooruitgang van ons menselijk denken op allerlei andere gebieden van onze werkelijkheid.

Tot slot. Het standbeeld van Hugo Grotius. Hugo de Groot wist in 1621 te ontsnappen uit Slot Loevestein door middel van boeken en een boekenkist. Maar voor wetenschapper Coen Vermeeren is er geen ontsnappen meer aan door zijn eigen boek. Hij heeft als Hugo de Groot het lef om zijn eigen mening te vormen, zijn eigen onderzoek te doen en op basis daarvan stappen te zetten. Hij staat sinds 27 maart 2013 geboekstaafd als schrijver van het boek: Ufo’s bestaan gewoon - Een wetenschappelijke visie.

TERUG NAAR ARTIKEL