BOEKPRESENTATIE:
UFO’s BESTAAN GEWOON Door: Kees Deckers Maart 2013 Delft. Eén enorm grote leegte rondom het station. Eén bouwput en volop werk in uitvoering. Wat gaat dat worden? Delft, een meer dan levensgroot standbeeld van Hugo Grotius op het plein de Markt, met op de achtergrond de overweldigende toren van de Nieuwe Kerk, recht omhoog wijzend naar een ijskoude, blauwe lucht. Delft. Oude grachten met nog heel veel nostalgische sfeer. Allemaal symbolen, bedenk ik mij, terwijl ik een korte wandeling maak door deze stad, waar ik niet eerder geweest ben. Symbolen, die te maken hebben met het boek, waarvan het eerste exemplaar op de avond van deze 27ste maart aangeboden wordt aan de schrijver ervan, Coen Vermeeren. Het boek draagt de gewaagde titel: “Ufo’s bestaan gewoon” en de nog meer gewaagde ondertitel: “Een wetenschappelijke visie”. Eindelijk een Nederlandse wetenschapper, die zich durft uit te spreken over het U.F.O.-fenomeen. Coen Vermeeren is dr. ir. Lucht- en Ruimtevaarttechniek en verbonden aan de Technische Universiteit te Delft als hoofd van het Studium Generale. Na ontvangst met koffie en petits-fours in een stemvol verlichte zaal met oudroze geschilderde balken en zware, oudroze gordijnen in Sociëteit “Het Meisjeshuis” op De Oude Delft begeeft zich het al gearriveerde publiek naar een zaal op de tweede verdieping. Daar start rond 19:00 uur het programma voor de boekoverhandiging met een introductie door Pieter de Boer, uitgever bij uitgeverij Ankh Hermes en gastheer van dit feestje. Ik schat dat tussen de 60 à 70 mensen de ruimte vullen, waarmee de zaal overvol is. Edgar
Mitchell
Volgens Edgar Mitchell hebben BuitenAardsen zich wel degelijk al aan mensen getoond. Hij verwijst daarvoor onder andere naar het Phoenix Lights-incident van 1997 en geeft aan dat er op deze manier veel andere publieke gebeurens zijn geweest over de gehele wereld. Mitchell’s eigen motief om er nu open en publiek over te praten is, omdat hij meent dat het daar nu tijd voor is, omdat onze toekomst ervan afhangt. Vanuit het publiek wordt de vraag gesteld of hij bekend is met “The Overview Effect”. En zo ja, of dit niet een manier is om alle mensen op Aarde te verenigen met betrekking tot het onderwerp BuitenAardsen.
Mitchell antwoordt dat hij inderdaad dit effect kent en heeft ervaren. Het wordt ook wel “The Big Picture Effect” genoemd.
Is er een vijandige relatie met BuitenAardsen, is een andere vraag. Mitchell denkt van niet. In ieder geval niet zo vijandig dat zij ons allemaal direct willen doden. Maar er zijn meerdere soorten BuitenAardsen. En er zijn natuurlijk zaken gaande als ontvoeringen van mensen en veeverminkingen. Daarop inhakend brengt Coen Vermeeren het boek: “UFOs and Nukes - extraordinary encounters at nuclear weapons sites” (U.F.O.’s en Nucleaire Raketten - buitengewone ontmoetingen op kernwapenbasissen) van Robert Hastings naar voren. Hierin schrijft Hastings over het feit dat meer dan eens nucleaire raketinstallaties zijn lamgelegd door O.V.O.’s. Waarom zouden ze dat doen, vraagt Vermeeren. Wat is hun interesse hierin, hun belang hierbij? Mitchell geeft aan dat hij het boek kent. Hij meent dat er een vreedzaam ongenoegen speelt bij de BuitenAardsen over ons gebruik van technologie. Vermeeren vraagt zich af of het niet de angst is van de BuitenAardsen dat wij, mensen, deze wapens de ruimte in gaan brengen.
Een andere vraag van hem aan Mitchell is, waarom deze zich is gaan bezighouden met de noëtische wetenschap.
Edgar Mitchell geeft aan dat het juist de ervaring van The Overview Effect was, de magnifieke ervaring van het aanschouwen van zijn eigen planeet, de Aarde, in haar natuurlijke omgeving, de ruimte, dat hem naar deze wetenschap heeft geleid. Een laatste vraag aan hem is of vrije energie een motief zou kunnen zijn om de aanwezigheid van BuitenAardsen niet te openbaren. Mitchell meent dat dit zeker verband houdt met de niet-openbaarmaking. Hij spreekt kort over de Zero Point energy (de Nulpunt-energie), dat overal door het gehele universum aanwezig is als vrije energie. Coen
Vermeeren Een volgende vraag aan hem is: Waarom jij wel als ingenieur en andere ingenieurs niet? Tja, angst, is zijn antwoord. Gek gemaakt ook met dat het allemaal slechts Science Fiction is. Waarom hij? Vermeeren zegt dat hij goed opgeleid is als ingenieur. En dat hij daardoor goed kan oordelen over informatie op dit gebied, die anderen hem voorleggen. En dat doet hij dan ook. Welke systemen vinden er plaats om deze werkelijkheid te onderdrukken? En waarom? Volgens Vermeeren is het grootste probleem dat de meeste mensen geen getrainde waarnemers zijn. Hoe kun je dat worden, een getrainde waarnemer? Dat kan heel snel, zegt Vermeeren. Maar dan moet je wel veel dossiers lezen en veel boeken gaan doornemen. Filmpjes van N.A.S.A. bekijken op het Internet. Vooral als er in gesproken wordt over Bogeys (Boemannen) en dergelijke. Die moeten volgens Vermeeren juist zijn. Sommige mensen kunnen het niet zien? Waarom niet? Omdat er geen taal voor is, stelt Vermeeren. Als voorbeeld. Een testpiloot komt omlaag van een testvlucht met een verhaal over een ontmoeting op grote hoogte met een onbekend soort van licht. Een dergelijk verhaal past niet in de taal, het jargon van testpiloten en ingenieurs. En daarmee wordt deze testpiloot als professioneel geweerd, uitgebannen. Dat is volgens Vermeeren waarom Edgar Mitchell terecht is gekomen bij de noëtische wetenschappen. Als wij als mensen niet ingaan op deze verhalen over vreemde ontmoetingen en verschijnselen, daar niet op in duiken, er geen onderzoek naar doen, dan zullen wij een groot deel van ons universum uit het oog verliezen en nooit te zien krijgen.
We moeten het echter bespreekbaar maken. Maar hoe? Vermeeren antwoordt, door ons open te stellen. Uit de verdere vragen en discussie met onder andere het publiek komt naar voren dat er al 57 soorten BuitenAardsen bekend zijn. Dat merkwaardig genoeg, de meesten humanoïde van vorm en uiterlijk zijn, dat wil zeggen op mensen lijken. Van enkele medewerkers van Lockheed Skunk Works blijkt dat een voormalig directeur op zijn sterfbed heeft verteld dat wij, mensen, al lang in staat zijn om E.T. uit de film van Steven Spielberg thuis te brengen. Maar dat dit verborgen gehouden wordt. Een andere medewerker heeft zich uitgelaten over het feit dat hoewel wij nog altijd alleen maar werken met 4 natuurkrachten (electro-magnetisch, zwakke en sterke nucleaire en zwaartekracht, eigen toevoeging) ze bij Lockheed Skunk Works al werken met natuurkracht 5, 6, 7 en 8.
Vermeeren stelt dat wij minder moeten inzoomen, niet alleen bezig zijn met onszelf op Aarde, maar juist meer moeten overgaan tot uitzoomen om ons universum daarbuiten te gaan zien.
Vermeeren stelt zich zelf de vraag: Wat voor moois kan ik als mens vertellen aan een BuitenAardse over onszelf, over mensen? Zijn antwoord is, dat hij zich schaamt over waar wij, mensen, mee bezig zijn. Wat zijn de eerste stappen die nu gezet moeten worden?, is de volgende vraag. Vermeeren antwoordt: Heel veel met elkaar in debat gaan is de eerste, belangrijkste stap. De dossiers en letterlijk bewijsmateriaal in handen krijgen is een stap. En stoppen met elkaar af te maken met betrekking tot het onderwerp van het U.F.O.-fenomeen. De vraag wordt gesteld: Waarom geen mondiale openbaarmaking? Vermeeren antwoordt dat er helaas mensen zijn met teveel belangen om het verborgen te houden, die dat voorkomen. En de meesten van ons willen het (nog) niet weten. Edward
P. Heerema, Piet Smolders en Michel van Tooren Edward Heerema steunt Vermeeren ondermeer omdat deze als mens iets durft te denken en te beweren dat afwijkt. De meeste mensen lopen voortdurend achter hypes en trends aan, van zure regen tot de millenniumbug enzovoorts. Als ingenieur hoor je oorspronkelijk te durven denken. Je dient ook zelf te denken. Een echte wetenschapper, die gefundeerd durft te schrijven over het U.F.O.-fenomeen, vindt hij belangrijk. Piet Smolders heeft als ruimtevaart- en wetenschapsjournalist lange tijd hetgeen in de ruimtevaart plaatsvindt vertaald naar het publiek. Zijn vraag is: Waarom zou ik daarbij wel over het ene onderwerp met betrekking tot de ruimte de informatie vertalen naar het publiek, en niet over het andere onderwerp? Hij haalt vervolgens een voorbeeld aan van hoe wetenschappelijke ideeën in de loop der tijden misvattingen zijn gebleken. In het verleden bestond het idee dat de planeten in ons zonnestelsel zouden zijn ontstaan, doordat een andere ster vlak langs onze ster, de Zon, scheerde. Materiaal van de Zon zou daarbij meegetrokken zijn en vervolgens de planeten hebben gevormd. Dit is later onjuist gebleken. Een omgekeerde situatie met de wetenschappelijke ideeëen uit het verleden, is dat het thans uitzonderlijk wordt gevonden als er géén planeet bij een ster aanwezig blijkt te zijn. Op dit moment is er al kennis van 862 planeten bij andere sterren. Jules Verne beschreef in zijn tijd al een reis naar de Maan. Het duurde nog ruim 100 jaar voor dat dat daadwerkelijk plaatsvond. Waarom, als wij, mensen, zelf naar de sterren willen gaan, willen wij dan niet accepteren dat anderen van daar ook naar ons toe kunnen komen?
Michel van Tooren, in dienst bij Fokker, kent Coen Vermeeren al heel lang. Ze hebben samen heel veel gediscussieerd over hetgeen Vermeeren de laatste jaren bezig heeft gehouden. Zijn aanbeveling in het boek gebruik ik als afronding ter overdenking: “Een dringende oproep aan de lezer om de huidige crises in economie, wetenschap en zingeving te bestrijden met openheid, ontvankelijkheid en integriteit. Het zijn tenslotte de afwijkende ervaringen, ideeën en mensen die het verschil maken. Het fascinerende ufo-dossier laat zien hoe het niet moet. Gelukkig is het nooit te laat om te leren.” Dat brengt mij bij de symboliek, die ik aan het begin van dit artikel noemde. Het grote bouwputgat rond het station van Delft voelt voor mij als de mondiale situatie, waarin wij ons momenteel bevinden. Onze Aarde is één grote bouwput aan het worden door ons rücksichtslose gesleutel en gemanipuleer ten eigen gunste aan alles wat er al van nature is. Wat geleid heeft tot de situatie van dit moment in de menselijke geschiedenis. Crises en gapende bouwputten in de “economie, wetenschap en zingeving”. De overweldigende toren van de Nieuwe Kerk op de Markt, recht om hoog wijzend naar een ijskoude, blauwe lucht, staat voor mij symbool voor de enige richting die wij als mensheid kunnen gaan om daadwerkelijk vooruitgang te kunnen boeken. En voor het feit dat daar het gigantische universum is, waar vandaan de BuitenAardsen komen. Het is ook de richting die de mens vanaf het begin van haar geschiedenis altijd al ingekeken heeft. Met grote vraagtekens, maar ook met het idee dat daar de redding vandaan moet en zal komen. Neergelegd in ideeën, geloven en levensbeschouwingen. Oude grachten met een nostalgische sfeer, welke stap na stap kunnen verdwijnen voor de zogenaamd economische vooruitgang van de mensheid, wat leidt tot de enorme bouwput rond het station. Terwijl stelselmatig geen stappen geaccepteerd worden in de vooruitgang van ons menselijk denken op allerlei andere gebieden van onze werkelijkheid. Tot slot. Het standbeeld van Hugo Grotius. Hugo de Groot wist in 1621 te ontsnappen uit Slot Loevestein door middel van boeken en een boekenkist. Maar voor wetenschapper Coen Vermeeren is er geen ontsnappen meer aan door zijn eigen boek. Hij heeft als Hugo de Groot het lef om zijn eigen mening te vormen, zijn eigen onderzoek te doen en op basis daarvan stappen te zetten. Hij staat sinds 27 maart 2013 geboekstaafd als schrijver van het boek: Ufo’s bestaan gewoon - Een wetenschappelijke visie.
|