PRINTBARE VERSIE

TWAALF REGERINGSDOCUMENTEN DIE UFO’s SERIEUS NEMEN

Deel 1
(document 1 t/m 4)

Door: Richard M. Dolan
Copyright 2003 & 2009 by Richard M. Dolan. All rights reserved.

Vertaling: Paul Harmans

Bron: http://keyholepublishing.com/Leading-UFO-Documents.html



Richard M. Dolan

Vraag mensen wat zij denken van UFO’s en je kunt er zeker van zijn dat je opinies krijgt die variëren in elke denkbare nuances en extremen. Sommigen zijn zo uit het veld geslagen door het onderwerp dat ze simpelweg weigeren wat dan ook voor bewijs te overwegen, zoals de paus die weigerde te kijken door Galileo’s telescoop. Anderen beweren niet alleen dat ze zeker zijn dat er buitenaardsen hier zijn, maar dat ze ook exacte insidersinformatie hebben over waar het allemaal over gaat. Tussen deze extremen zitten eindeloze variaties.

Op dezelfde wijze benaderen mensen het onderwerp. Sommigen lezen voor eigen vermaak UFO-boeken, als een mysterieroman of een eng verhaal. Anderen zijn meer geïnteresseerd in het wetenschappelijke bewijs, zoals analyses, foto’s, video’s of materiaalmonsters. En weer anderen prefereren de meer hypothetische wegen, zoals de theorie van ander leven ergens in het universum of hoe een geavanceerd voortstuwingssysteem werkt. Er zijn ook een hoop gespecialiseerde studies, variërend van ontvoeringen tot graancirkels tot dierverminkingen en meer. Of je kunt je focussen op de gelovers en getuigen zelf als een bestudering van UFO’s als populaire cultuur of vanuit een psychosociaal perspectief.

Een andere benadering is de historische. Er zijn uiteindelijk regeringsdocumenten die iedereen kan lezen. Wat zeggen die? Kunnen deze documenten ons vertellen of de regering of het leger ooit geïnteresseerd was in het fenomeen? En zo ja, waarom?

Toegegeven, deze benadering is niet net zoveel waard als een stukje van een vliegende schotel dat laboratoriumtests ondergaat. Maar het zou zeker wel interessant zijn als de regering documenten bezat die laten zien dat UFO’s werkelijk iets buitengewoons zijn en zelfs mogelijk van buitenaardse herkomst. En speciaal nadat ze het volk jarenlang het tegenovergestelde hebben verteld. Omdat geloven in UFO’s in de meest gerespecteerde kringen bijna gelijk staat aan het om zeep helpen van beroepen, wat kan het dan betekenen als we ontdekken dat mensen binnen de geheime wereld het al vele jaren serieus nemen?

En laat het nu juist zo zijn dat ze dat deden en doen.

Gedurende vele jaren was het moeilijk geheime regeringsdocumenten over UFO’s te verkrijgen. Gedurende de jaren ’50 en ’60 vonden een paar documenten hun weg naar de rest van de wereld, maar het gebeurde zelden. Toen, in 1974, keurde de Amerikaanse regering de Freedom of Information Act (FOIA) goed. Het resultaat was een werkelijke gouden eeuw van vrijgave van documenten die duurde tot ongeveer 1982 toen er een nieuw uitvoeringsbesluit van president Reagan kwam. Terwijl er nog steeds UFO-documenten vrijkomen is een herhaling van de vloed die zich in de jaren ’70 voordeed niet meer te verwachten.

Met zwarte inkt onleesbaar gemaakte, voorheen geheime UFO-documenten zien er wel cool uit, maar de meeste verschaffen geen bewijs voor buitenaardsen en de meeste zijn niet eens interessant. Maar sommige zijn heel interessant. Of ze nu bewijzen dat UFO’s buitenaards zijn of iets heel anders, ze maken duidelijk dat dit onderwerp op hoog niveau heel erg serieus werd genomen en het onderwerp van een behoorlijke geheimhouding werd.

Als je overweegt hoe verwaarloosd dit onderwerp is in de heersende beschaving, dan is het nog een hele klus om dat het duidelijk te maken. Er zijn altijd nog diepere achtergronden aan te voeren, maar laten we deze keer dicht bij huis blijven en naar een paar van die documenten kijken. Ondanks dat ze goed bekend zijn bij UFO-onderzoekers zijn ze nog altijd compleet onbekend bij het grote publiek. Schijnbaar zijn sommige dingen zo duidelijk dat ze onzichtbaar zijn.

 

1. De 1947 Twining Memo

Voor een goede reden is dit één van de meest belangrijke UFO-documenten die we hebben. Op 23 september 1947, precies aan het begin van het ‘moderne’ UFO-tijdperk, schreef generaal Nathan Twining, hoofd van het U.S. Air Material Command (AMC), een brief aan generaal George Schulgen van de luchtmacht betreffende de ‘vliegende schotels’. Hij zei daarin dat deze objecten ‘echt en niet denkbeeldig of verzonnen zijn’. ‘Het kunnen mogelijk natuurlijke fenomenen zijn,’ schreef hij, ‘zoals meteoren.’ Maar:

‘De gemelde operationele karakteristieken, zoals extreme stijgsnelheid, manoeuvreerbaarheid (in het bijzonder bij rolbewegingen) en actie, moeten beschouwd worden als ontwijkende manoeuvres wanneer ze waargenomen worden en leiden tot het geloof dat sommige van deze objecten bestuurd worden, ofwel met de hand, automatisch of op afstand.’


Generaal Nathan Twining, schrijver van de 23 september 1947 memo. Hij kreeg later een vierde ster en werd chef-staf van de Amerikaanse luchtmacht en daarna voorzitter van de verenigde chefs van staven

Twinning somde verscheidene algemene signalementen van UFO’s op. Ze waren over het algemeen geluidloos, hadden een metaalachtig of reflecterend oppervlak, lieten geen spoor na, waren rond of elliptisch van vorm met vaak een vlakke onderkant. Vele omschrijvingen lieten een koepel bovenop zien. Verschillende meldingen wezen erop dat ze in formatie vlogen. Voorwaar behoorlijk gedetailleerde informatie.

UFO-sceptici hebben aangegeven dat Twinning’s verklaring niet rept over het bergen van wrakmateriaal van een vliegende schotel. Het is waar dat hij zich waarschijnlijk in een goede positie bevond om daar kennis van te hebben. Maar wat we niet weten is of Twinning, Schulgen wel mocht inlichten over een UFO-crash als zoiets inderdaad was voorgevallen. Eenvoudig gezegd, als Schulgen geen ‘need to know’ status bezat, dan mocht Twinning het hem niet vertellen.

Aan de andere kant, Twinning verklaarde wel dat UFO’s geen geheime Amerikaanse toestellen waren. Dat kwam als een verrassing voor Schulgen, die had verwacht te horen dat de affaire niets om het lijf had, dat alles onder controle was. Verhulde Twinning het feit dat UFO’s geheime techniek waren? Dat is een redelijke vraag.

Met de wijsheid achteraf, van meer dan 50 jaar, lijkt het antwoord ‘nee’ te zijn. Er is simpelweg geen betrouwbaar bewijs dat de VS in 1947 enig voertuig bezat, experimenteel of anders, dat de gemelde manoeuvres van de vliegende schotels kon dupliceren. Maar, waarom zou Twinning, Schulgen vertellen de vliegende schotels te blijven bestuderen als het eenvoudigweg geheime Amerikaanse voertuigen waren? Als daarvoor goede redenen bestonden dan zijn die niet opgedoken.


Klik op een document voor een vergroting

 

2. 1949 FBI Memo

In mijn opinie is dit drie pagina’s grote document net zo buitengewoon als de Twining Memo. Op 31 januari 1949 vaardigde de FBI een memo over UFO’s uit, getiteld: ‘Protection of Vital Installations.’ (Bescherming van Essentiële Installaties). Het geheime document werd gezonden naar de FBI directeur J. Edgar Hoover, de Army’s G-2, het Office of Naval Intelligence en het Air Force Office of Special Investigations. Het vermeldt een bijeenkomst van deze groeperingen betreffende UFO’s.


J. Edgar Hoover. Amerika’s hoogste politieman en de ontvanger
van de FBI-memo over UFO’s van 31 januari 1949

Hier is een sleutelbewering uit het document:

‘Army intelligence heeft recentelijk gezegd dat: “De zaak van de ‘ongeïdentificeerde vliegtuigen’ of ‘Ongeïdentificeerde Lucht Fenomenen’, ook wel bekend als ‘vliegende schotels en ‘ballen van vuur’, door inlichtingenofficieren van zowel de luchtmacht als het leger als topgeheim wordt overwogen.”’

Dat was na anderhalf jaar in het moderne UFO-tijdperk. Maar gedurende die tijd hebben regeringsbronnen het volk verteld dat dit fenomeen slechts een combinatie was van grappen, hallucinaties, conventionele vliegtuigen en het misinterpreteren van natuurlijke fenomenen.

Waarom dan, werd toen het onderwerp als topgeheim gezien?

Het antwoord wordt in de memo zelf gevonden. Het haalt bijvoorbeeld een bijna-botsing aan tussen een burgertoestel met een groot ‘raketachtig’ soort voertuig (met ramen!) dat op een snelheid vloog van, houd je vast, 4500 km per uur. De memo is zelfs nog serieuzer, het verklaart dat er invasies van onbekende objecten waren in het verboden luchtruim rondom de installaties van de Atomic Energy Commission in Los Alamos, New Mexico. Het memo beweert dat deze voorvielen in december 1948 (op de 5e, 6e, 7e, 8e, 11e, 13e, 14e, 20e en 28e). De getuigen van dit fenomeen waren speciale agenten van het Office of Special Investigation (OSI), burgerluchtvaartpiloten, militaire piloten, veiligheidsinspecteurs van Los Alamos en burgers. De waarnemingen gingen in 1949 door toen op 6 januari een gelijkwaardig object in de omgeving werd gezien.

De memo gaat door met te verklaren dat:

‘Recente observaties hebben aangegeven dat het ongeïdentificeerde fenomeen vliegt op een snelheid die wordt geschat op een minimum snelheid van vijf kilometer per seconde en een maximum snelheid van twaalf kilometer per seconde, oftewel zo'n 43.000 kilometer per uur’.

Voorts:

‘Bij twee afzonderlijke gevallen werd zelfs een niet mis te verstane verticale verandering in vliegroute vastgesteld.’

Met andere woorden, het fenomeen was in staat om op zeer hoge snelheid alsnog te manoeuvreren en het leek zich te focussen op Los Alamos. De memo beweert dat de meldingen van het uiterlijk van het object aangeven dat het typisch rond, soms diamantvormig is: ‘met een duidelijk gebied waar de lichtbron zich bevindt’ en het heeft langwerpige achterlichten. ‘Bij twee gevallen werden meldingen van de waarneming ontvangen van meerdere eenheden’. Er is nog wat speculatie in het document dat de objecten van Russische herkomst zijn, maar daar wordt geen bewijs voor geboden.

Het memo refereert aan ‘wetenschappelijke redenen’ waarom de objecten geen meteorieten kunnen zijn, en:

‘De enige conclusies, getrokken tot nu toe, zijn dat ze wellicht tot op heden nooit waargenomen natuurlijke fenomenen zijn of dat ze misschien door de mens zijn gemaakt. Er zijn geen wetenschappelijke experimenten bekend die in dit land zijn gedaan en die de oorsprong van dergelijke fenomenen kunnen zijn.’

Op de derde pagina wordt het idee van ‘kosmische straling’ geopperd, echter ook hier weer zonder een theorie of bewijs dat zoiets ondersteund.

Ondanks dat de memo niet de buitenaardse hypothese aanhaalt, worden de pogingen om de Los Alamos fenomenen te verklaren als natuurlijke fenomenen of door de mens gemaakt niet ondersteund door feitelijk bewijs.


Klik op een document voor een vergroting

 

3. USAF Inlichtingen Rapport 1951

Dit rapport beschrijft een persoonlijke UFO-ontmoeting van dichtbij op 9 juli 1951 door een piloot van een F-51 gevechtsvliegtuig van de luchtmachtbasis Lawson in Georgia. De piloot, een gevechtsveteraan uit de Tweede Wereldoorlog, verschafte wat details en die werden in het rapport opgenomen:


De F-15 stond bekend als de P-51 Mustang en was nogal
beroemd geworden gedurende de Tweede Wereldoorlog

‘Object werd omschreven als plat aan de top en de bodem en leek vanuit een vooraanzicht ronde randen te hebben en licht schuin af te lopen. Vanuit het zicht, verkregen toen het object onder het vliegtuig dook, was het compleet rond en het draaide met de wijzers van de klok mee… Het object leek niet van aluminium te zijn. Slechts 1 object werd waargenomen. Het was zo helder als de zon. Geen condensatiestrepen of zichtbare uitlaat of zichtbaar voortstuwingssysteem. Beschreven als vliegend met enorme snelheid… Piloot beweert dat het object 100 tot 125 meter vanaf zijn vliegtuig was en het leek 3 tot 5 meter in diameter te zijn… Piloot beweert dat hij storing in de lucht voelde beschreven als een ‘schok’ toen het object onder het vliegtuig passeerde… De piloot wordt door collega’s als zeer betrouwbaar gezien, in staat weloverwogen afwegingen te maken en is een bewonderenswaardig waarnemer.’

Wat voor commentaar is hierbij nog nodig? Het rapport vertelt het allemaal.


Klik op een document voor een vergroting

 

4. De Chadwell Memo van 2 december 1952

1952 was een belangrijk jaar in de geschiedenis van de UFO’s. Over de gehele Verenigde Staten schoten de aantallen waarnemingen omhoog en sommige daarvan waren zeer goed gedocumenteerde ontmoetingen door militair personeel. Aan het eind van juli hield de luchtmacht een persconferentie en verklaarde dat, ondanks dat sommige meldingen onverklaard bleven, er geen bewijs was dat het buitenaardse voertuigen waren. Binnen de geclassificeerde wereld waren de zaken echter niet zo bedaard.


CIA directeur Walter Bedel Smith, ontvanger van de Chadwell Memo. Smith was tevens
generaal Dwight Eisenhower's stafchef gedurende de invasie van Normandië in 1944

H. Marshall Chadwell was directeur wetenschappelijke inlichtingen van de CIA en was zeer geïnteresseerd in dit probleem. In deze memo, geadresseerd aan CIA directeur generaal Walter Bedell Smith, schreef Chadwell:

‘Momenteel overtuigen de meldingen van incidenten ons dat er iets gaande is dat onze onmiddellijke aandacht vereist… Waarnemingen van onverklaarde objecten op grote hoogtes, vliegend met hoge snelheden en in de buurt van belangrijke VS defensie-installaties, zijn van een dergelijke aard dat ze niet zijn toe te wijzen aan natuurlijke fenomenen of bekende types van luchtvoertuigen.’

Deze verklaring verdient een nauwkeurige blik. Hier is alweer een ander commentaar van een hoge VS ambtenaar dat UFO’s echt zijn, mogelijk kunstmatig, mogelijk intelligent bestuurd en duidelijk niet van ons. Er waren tevens geen serieuze overwegingen dat het van de Sovjets was.

Als het geen Amerikaans, geen Sovjet en geen natuurlijk fenomeen is en het lijkt alsof het technologisch is en onder intelligente controle staat, dan komen we zonder levensvatbare opties te zitten. Chadwell’s memo maakt duidelijk dat hij dat begreep. En het is begrijpelijk dat hij er een hekel aan had het voor de hand liggende te beweren.


Klik op een document voor een vergroting

Deel 2


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen