PRINTBARE VERSIE

Deel 2

TWAALF REGERINGSDOCUMENTEN DIE UFO’s SERIEUS NEMEN

Deel 3
(document 10 t/m 12)

Door: Richard M. Dolan
Copyright 2003 & 2009 by Richard M. Dolan. All rights reserved.

Vertaling: Paul Harmans

Bron: http://keyholepublishing.com/Leading-UFO-Documents.html



Richard M. Dolan


10. De 1981 Halt Memo

Het Rendlesham Forest incident bevindt zich onder de meest belangrijke UFO-zaken ooit. Erbij betrokken is een landing van een onbekend voertuig nabij twee luchtmachtbases in Engeland die werd gadegeslagen door veel Amerikaans legerpersoneel en wordt ondersteund door militaire documentatie. Van belang is dat het gebied een grote opslag van atoomwapens kende, een feit dat jaren door de autoriteiten werd ontkend, maar dat uiteindelijk werd toegegeven. De zaak blijft echter controversieel omdat voorstanders het niet eens zijn over de sleuteldetails en sceptici beweren dat het volledig verklaard kan worden door alledaagse zaken. Bovendien heeft verwarring over de juiste data waarop het plaatsvond de zaak nog meer aangetast.


USAF Lt. Col. Charles Halt

Een belangrijke reden voor de verwarring komt voort uit het primair met deze zaak geassocieerde militaire document dat is geschreven door de commandant van de basis, luitenant-kolonel Charles Halt. Dat schreef hij verscheidene weken later uit zijn geheugen, hij liet daarbij een groot deel weg en beschreef incorrecte data voor de belangrijke incidenten. Ondanks dat verschaft het zoveel ongelooflijke details, verschaf door zo veel getuigen, en waarvan veel overeenstemt, dat het wel duidelijk is dat er iets buitengewoons gebeurde.

Vroeg in de morgen van 26 december 1980 zagen twee politiepatrouillemannen van de beveiliging van de Amerikaanse luchtmacht ongewone lichten buiten de achteringang van het Engelse RAF Woodbridge. Omdat men dacht dat het een vliegtuig in moeilijkheden betrof kregen drie patrouillemannen de opdracht het te voet te onderzoeken.

Volgens het rapport van Halt (dat de waarneming beschrijft op de volgende avond) melden zij dat ze een gloeiend, driehoekig object in het bos zien, ongeveer 3 meter lang en 2 meter hoog en het straalt een krachtig wit licht uit. Het heeft een pulserend rood licht bovenop en een serie blauwe lichten aan de onderkant. Het object zweefde of stond op korte poten.

Terwijl de patrouillemannen het object benaderen, manoeuvreert het object langzaam door de bomen naar een nabijgelegen boerderij en veroorzaakt opschudding onder de dieren. Daarna verdwijnt het snel in de lucht. Ongeveer een uur later wordt het object weer in de lucht gezien. De volgende dag zien onderzoekers drie indrukken in de grond die mogelijk de landingsplaats indiceren. Later die avond zijn Halt en anderen persoonlijk getuige van een ‘rood, zon-achtig licht’ dat beweegt en pulseert. Hier is een beschrijving:

‘Op een bepaald moment lijkt het gloeiende deeltjes af te werpen en het breekt dan in vijf aparte witte objecten die vervolgens verdwijnen. Onmiddellijk daarna worden er drie ster-achtige objecten in de lucht waargenomen, twee objecten in het noorden en één in het zuiden, ze staan alle drie op 10 graden boven de horizon. De objecten bewegen snel in hoekige bewegingen en tonen rode, groene en blauwe lichten… Het object in het zuiden was gedurende twee of drie uur zichtbaar en straalde van tijd tot tijd een lichtstraal naar beneden.’

Er bestaat ook een 18 minuten lange buitengewone audio-tape (die verscheidene uren beslaat) die is gemaakt terwijl Halt en zijn team de onderzoekingen in de tweede nacht doen. Als toevoeging daarop zijn alle betrokken luchtmachtmannen ondervraagd en in essentie komen hun verhalen zeer goed overeen.

Eén belangrijk feit dat is opgedoken, is dat het object boven Halt en zijn mannen in de lucht stilstond en met een laser-achtige lichtstraal over het gehele bos en RAF Woodbridge begon te schijnen.

In Halt’s woorden:

“Het danste als het ware in de lucht en het zond lichtstralen naar beneden… het viel op verschillende plaatsen van de basis… de mensen in het gebied van de wapenopslagplaats en verschillende andere plaatsen op de basis meldden de lichten… de straal scheen gedurende 5 tot 10 seconden en verdween daarna net zo abrupt als het was gekomen…”

In 1993 vertelde Halt vertrouwelijk aan onderzoekers dat de lichtstalen de grond, het staal en het beton van de gepantserde bunkers die de nucleaire wapens bevatten, die in het geheim op de basis aanwezig waren, doordrongen. Gegeven de geschiedenis van UFO’s en hun nabijheid bij nucleaire wapens klinkt dat behoorlijk aannemelijk. Uiteindelijk bereikten de lichtstralen de plaatsen waar de wapens lagen opgeslagen: “En schond de voorschriften,” zo zei Halt.

Er is nog veel meer aangaande dit incident en er zijn complete boeken over geschreven en het wordt ook gedetailleerd beschreven in mijn boek ‘UFOs and the National Security State: The Cover-Up Exposed, 1973-1991.’

Gedurende de jaren is de status van deze Rendlesham Forest zaak continue gegroeid, niet alleen als slechts een bonafide UFO-ontmoeting, maar ook als één van de meest belangrijke ooit. Het Britse Ministerie van Defensie beweert, geheel volgens haar al lang ingeburgerde politiek van zwijgen en disinformatie over UFO’s, dat de Rendlesham zaak geen enkel gevaar voor de defensie inhoudt.


Klik op het document voor een vergroting

 

11. U.S. Coast Guard ontmoeting met een UFO in 1988

(Opmerking van Richard Dolan: dit is een uittreksel uit mijn boek ‘UFOs and the National Security State: The Cover-Up Exposed, 1973-1991.’ Vermelding van artikel aanhaling wordt verschaft in het boek.)

Op de avond van 4 maart 1988 reden Sheila Baker en haar kinderen nabij Eastland, Ohio langs de kust van Lake Erie naar huis. Om 18:30 werd haar aandacht getrokken naar een groot, helder object dat ogenschijnlijk boven het meer hing. Het had iets weg van een zeppelin. Er waren heldere lichten aan beide einden en het hele ding bewoog als een schommel heen en weer. Het helderste van de twee lichten flitste. Toen ze thuiskwam overreedde ze haar man Henry om haar en de kinderen te vergezellen naar het strand.


De Perry atoomcentrale, het mogelijke doel van de interesse van de UFO boven Lake Erie

Terwijl ze daar op het strand stonden zagen ze allemaal het object. Het was grijs als de kleur van het staal van een geweer en absoluut reusachtig groot. Henry vertelde later dat het: “Groter was dan een voetbal gehouden op armlengte.” Het maakte geen geluid dat ze konden horen. Op de een of andere wijze veroorzaakte het wel een gerommel en gekraak in het ijs op het meer, wellicht door er hitte op uit te stralen. Het object begon vervolgens langzaam boven het meer rond te cirkelen en kwam bijna over hun hoofden op een hoogte van zo’n 400 meter.

Omdat ze zich angstig voelden reden ze terug naar huis en bekeken vandaar het object. Vanaf daar zagen ze het dalen en er waren rode en blauwe knipperende lichten aan de rand van de onderkant. Nog interessanter is dat er zich vijf of zes heldergele, driehoekige lichten van de zijkant losmaakten. Deze lichten zweefden rondom het hoofdobject en schoten vervolgens op hoge snelheid door de nachtelijke lucht en maakten zigzagbochten. Henry heeft het idee dat deze objecten kleiner waren dan een eenpersoons Cessna en ze legden laag boven het ijs binnen een knip met de vingers wel 80 km af. Ze naderden de kust, maakten een rechthoekige bocht en schoten recht omhoog. Slechts een klein stukje verderop lag de Perry atoomcentrale. Een buur van de Bakers zag deze vertoning ook en trachtte (zonder succes) het object te fotograferen.

Als respons op verschillende telefoontjes reden twee leden van de Coast Guard, matroos 1e klas James Powers en onderofficier John Knaub, naar het strand. Toen zij arriveerden naderden de driehoekige objecten hen en dat deed hen besluiten de lichten van de auto uit te doen. De mannen keken toe hoe de driehoeken over het meer vlogen, één daarvan snelde recht op hen af en zwaaide af naar het oosten, schoot recht omhoog en kwam weer naar beneden naast het hoofdobject. De Bakers waren nu ook weer op het strand en luisterden naar de Coast Guard mannen die nu over de radio met hun basis in Detroit communiceerden. Wat zij hoorden was:

“…we melden dat het object lijkt te landen op het meer… er zijn andere objecten die er rondom bewegen. We melden dat deze kleinere objecten op zeer hoge snelheden vliegen. Er zijn geen geluiden van motoren te horen en ze vliegen zeer, zeer laag. We melden dat het geen planeten zijn.”

Terzelfder tijd, 25 kilometer naar het zuidoosten, niet ver van de Perry atoomcentrale, liet Cindy Hale haar hond uit. Ze zag een driehoekig licht boven haar zweven en haar hond begon te janken. De driehoek flitste met een reeks veelkleurige lichten en zij reageerde daarop door haar aansteker aan en uit te klikken. Dat ging gedurende zo’n 30 minuten door, totdat de driehoek in beweging kwam en zonder geluid te maken verdween.

Een andere inwoner, Tim Keck, keek met zijn telescoop naar de sterren toen hij plots een helder, driehoekig object zag. Gelukkig had hij een camera bij zich, een goedkope 110 Instamatic die hij van de Burger King als reclame had gekregen, maar het werkte. Hij nam een foto van het object voordat het geluidloos achter de horizon verdween, hij had het slechts voor de helft omdat het zo snel uit beeld verdween. Vanwege de goedkope aard van de camera valt een deel van het beeld naast de rand van het negatief.

Ondertussen was het grote object bijna op het ijs geland. Henry Baker luisterde nog steeds naar Powers en Knaub en hoorde hen aan de basis melden:

“We melden dat het object nu met lichten over het meer schijnt en dat het in verschillende kleuren verandert.”

Het ijs maakte krakende geluiden en daardoor moesten Powers en Knaub in de microfoon schreeuwen om gehoord te worden. Plotseling waren de driehoeken terug en ze keerden een voor een in het grote object terug. Het ijs ging luider en luider kraken en toen opeens gingen de lichten uit, het ijs stopte met kraken en alles werd ‘doodstil’. Gedurende 30 minuten was het object niet te zien. De getuigen namen aan dat het onder het oppervlak van het meer zat.

Op de morgen van de 5e werden er op de plek waar het object was geweest ongewoon grote delen afgebroken ijs gezien. Die dag vertelde een vertegenwoordiger van de Coast Guard de Bakers dat het leger en NASA (die ook gebeld waren door Sheila) hadden geadviseerd het voorval niet te onderzoeken en ook geen ijsbreker te sturen om het ijs te inspecteren. De zaak lag buiten hun domein en was hen uit handen genomen. Er werd gezegd dat alle informatie naar de luchtmachtbasis Wright-Patterson was gezonden en een faciliteit in Detroit. Wat betreft Wright-Patterson, daar weigeren ze te bevestigen of te ontkennen dat ze interesse in de zaak hebben.

De Coast Guard maakte op 5 maart 1988 een Incident Report waarin de gebeurtenis beknopt wordt weergegeven. Het rapport beweert dat er een groot object was geland, 400 meter vanaf de atoomcentrale en dat het:

‘…3 tot 5 kleinere vliegende objecten verspreidde die op hoge snelheid rond zoefden. Deze objecten hadden rode, groene, witte en gele lichten die regelmatig flitsten. Ze bezaten tevens het vermogen om midden in de vlucht te stoppen en stil te blijven hangen.’

Gedurende de nacht van 5 maart zag Sheila Baker een UFO boven het meer hangen waarvan ze dacht dat het dezelfde was, alleen hing het deze keer hoger in de lucht dan de nacht ervoor. De Coast Guard stuurde enkele mensen, maar die arriveerden te laat en zagen niets. De Coast Guard nam toen contact op met de Lost Nation luchthaven in Willoughby, Ohio. De operator van de verkeerstoren vertelde dat ‘de twee heldere lichten’ Venus en Jupiter waren, die zeer dicht bij elkaar stonden. De flitsende lichten waren ‘gassen in de atmosfeer’. Er helemaal aan voorbijgaand dat Baker geen twee heldere lichten noemde, maar een groot object. De Coast Guard schreef prompt daarop een follow-up rapport van de originele ontmoeting en liet de hele zaak rusten. De gehele serie van gebeurtenissen werd vervolgens afgekraakt in de Cleveland Plain Dealer en andere kranten.

Wat de oorzaak van de waarneming op 5 maart ook geweest is, het gaat wel heel erg buiten de grenzen van de geloofwaardigheid om de waarnemingen van 4 maart toe te schrijven aan Venus en Jupiter. MUFON zette het onderzoek naar de waarneming echter voort en plaatste zelfs een advertentie in de krant waarin men om getuigen vroeg. Deze tactiek werkte en er kwamen anderen naar voren, waaronder Cindy Hale, Tim Keck en anderen. Allemaal beschreven ze de driehoeken. Bruce Maccabee analyseerde de foto van Keck en stelde vast dat het een legitieme foto van een onverklaard object was. Jaren later zijn Sheila en Henry Baker nog vast overtuigd van hetgeen zij zagen.

Verbazingwekkend is dat volgens de in de Hudson Valley woonachtige UFO-onderzoeker Philip Imbrogno, op 4 maart 1988 ook een aantal driehoekige objecten door meerdere getuigen waren gezien nabij de Indian Point atoomcentrale in de staat New York, dat is in dezelfde nacht als waarin de waarnemingen in Ohio werden gedaan. Er werd niet veel aan vervolgonderzoek gedaan en er is weinig meer bekend van dat incident.

Vanwege het niveau van de getuigen, de officiële documenten, het fotografische bewijs en het wezenlijk voorkomen van de gebeurtenis zelf, moet het Lake Erie UFO-incident overwogen worden als één van de meest fascinerende UFO-gebeurtenissen van de moderne geschiedenis. Al het bewijs duidt op de conclusie dat een intelligent bestuurt en enorm object op het ijs van Lake Erie neerkwam, dat dit object verschillende heldere, driehoekige objecten losliet die vlogen op een wijze die boven de mogelijkheden van elk bekend vliegtuig gaan en dat deze driehoeken geïnteresseerd waren in de nabijgelegen atoomcentrale, dat ze in wisselwerking stonden met getuigen die ze zagen, dat de Coast Guard functionarissen ervan overtuigd waren dat het iets belangrijks was, dat de Coast Guard zelf door hogere agentschappen werd gestopt in het onderzoek naar dit incident en dat de zaak succesvol werd gediskwalificeerd door het nationale veiligheidsapparaat en de media.


Klik op het document voor een vergroting

 

12. UFO’s boven België, 1989-1990

Van eind 1989 tot in de lente van 1990 werden er honderden meldingen van lichtgevende objecten, vaak beschreven als driehoekig gevormde voertuigen, in België gedaan. De meest spectaculaire waarneming vond plaats op 30 maart 1990. Duizenden getuigen zagen één of meer laagvliegende driehoekige UFO’s met heldere witte lichten aan de hoeken en een rood flitslicht in het middelpunt.

De Belgische luchtmacht stuurde twee F-16’s de lucht in om de UFO’s te onderscheppen, die ook door verschillende NATO radarstations werden gezien, ook de piloten kregen de objecten op hun radar en zagen ze soms met het blote oog. Maar de F-16’s – één van de beste onderscheppingjagers in de wereld – werden overtuigend overtroffen door de driehoekige objecten. Niet alleen konden deze objecten accelereren naar ongelooflijke snelheden, ze konden tevens zo langzaam vliegen als 50km per uur en ze konden ook hun vlieghoogte in een oogwenk veranderen. Op een bepaald punt volgde een radar van de Belgische luchtmacht een UFO die in 1 seconde 1400 meter daalde. Chef operaties Kolonel Wilfried De Brouwer van de Belgische luchtmacht voegde daaraan toe: “Er zat logica in de bewegingen van de UFO”.


Radarbeeld van één van de Belgische F-16’s van een UFO gedurende de nacht van 30-31 maart 1990

Aan wie deze driehoeken toebehoorde? Ondanks het feit dat er officieel geen perfect driehoekig vliegtuig bestaat, hebben velen het idee dat het een geheim Amerikaans project betreft. De Belgen onderzochten het natuurlijk en ontvingen het antwoord dat er gedurende de periode in kwestie ‘geen USAF Stealth vliegtuigen in de lucht waren’. Het is moeilijk de waarheid te kennen.

Majoor P. Lambrechts van de Belgische generale luchtmachtstaf denkt niet dat het hierbij om Amerikaanse vliegtuigen gaat. Zijn ‘Rapport over de observatie van UFO’s gedurende de nacht van 30-31 maart 1990’ bevat een gedetailleerde chronologie van de gebeurtenissen en sluit verschillende alternatieve hypothesen uit, inclusief de vliegtuigenveronderstelling. Volgens Lambrechts:

‘De gemeten snelheden op die tijd en de abrupte hoogteverandering sluit de hypothese uit waarin wordt gesteld dat het per vergissing vliegtuigen waren die voor UFO’s werden aangezien. De langzame manoeuvres gedurende de andere fases verschillen ook van de bewegingen van vliegtuigen… Ondanks dat er regelmatig snelheden hoger dan die van het geluid werden gemeten, werd er geen enkele dreun gehoord. Hiervoor kan ook geen verklaring worden gegeven.’

Als deze driehoeken van Amerikaanse makelij waren, dan heef de Amerikaanse luchtmacht geen enkel verzoek bij de Belgische regering ingediend voor een dergelijke missie, zoals het beslist behoort te doen. Fundamenteel blijft het een uitdaging de prestaties van de Belgische UFO’s te verklaren.



Klik op een document voor een vergroting

 

Hoe zit het vandaag de dag?
In de laatste paar decennia is het moeilijker geworden om UFO-rapporten van de Amerikaanse overheidagentschappen te verkrijgen. Dat betekent niet dat het Amerikaanse leger geen UFO’s meer tegenkomt, het betekent enkel dat gedetailleerde documentatie daarover niet gemakkelijk beschikbaar komt.

Bijvoorbeeld, we weten van een UFO-waarneming die in 1996 plaatsvond op de luchtmachtbasis Griffis ten noorden van New York. Onderzoeker John Greenwald zond een FOIA (Freedom Of Information Act) aanvraag in bij het United States Space Command op de Peterson luchtmachtbasis en kreeg een gering rapport genaamd ‘Samenvatting van Ongewone Waarnemingen’. De waarnemingen daarin waren enkel van 1995 en 1996, allemaal op beknopte wijze weergegeven. De aantekening voor Griffis luidt:

‘16 mei 96 0800Z. Ontvingen melding van UFO-waarneming op Griffis AFB NY. Vier militairen observeerden rond, oranje licht, net boven de bomen OZO van hun locatie. Vijf minuten in totaal hing het daar en verdween toen. Gemeld via CONR/NEADS.’

De Griffis zaak is niet spectaculair, maar het bewijst echter wel, zoals Greenwald aangeeft, dat de luchtmacht (nog steeds) een interesse in UFO’s heeft en het UFO-fenomeen er bekend is.

Interessanter is de mislukte poging van een F-16 straaljager om gedurende de nacht van 25-26 juli 2002 een UFO nabij Washington DC te onderscheppen. Veel getuigen belden hun lokale radiostation daarover en het incident werd kort aangehaald in de The Washington Post. Ik sprak persoonlijk met de eerst bekende getuige, de gepensioneerde politieman Garry Dillman, die mij vertelde dat hij vier F-16’s verschillende objecten zag achtervolgen die echter manoeuvres uithaalden die de prestaties van de vliegtuigen te boven gingen. Ze verlieten het gebied, maar later verschenen er weer twee F-16’s die een enkele UFO achtervolgden. Later zagen andere getuigen twee F-16’s een blauwachtig object achtervolgen dat echter met gemak de afstand tussen de F-16’s vergrootte.

Een woordvoerder van de luchtmacht vertelde The Washington Post dat er een UFO was gevolgd op een luchtmachtradar, maar weer verdween. Ondanks dat merkte de luchtmacht luchtig op dat er verschillende scenario’s mogelijk zijn, maar dat ze niet weten wat het was. Natuurlijk waren ze nieuwsgierig!

Er is geen officiële documentatie over dit incident beschikbaar, meer er gebeurt gewoon hetzelfde. Deze ontmoeting was niet van de jaren vijftig, maar van net na 9/11. Een object met buitengewone capaciteiten ontsnapte aan onderscheppers in de buurt van ’s lands hoofdstad, maar niet de minste aandacht van de nationale media ervoor.

Natuurlijk is het niet alleen het leger van Amerika dat UFO’s tegenkomt. Dit soort gebeurtenissen komen overal voor. Mijn meest recente boek UFOs and the National Security State: The Cover-Up Exposed, 1973-1991 haalt veel van deze gevallen aan.

Het voorgaande maakt duidelijk dat UFO’s als een consistente en belangrijke rode draad door onze ‘verborgen geschiedenis’ lopen. Ze hebben de serieuze aandacht van alle legers rondom de wereld getrokken en in het bijzonder die van de Verenigde Staten. En toch wordt die krachtige interesse geëvenaard door een absolute weigering om het fenomeen publiekelijk te erkennen.
Er is geen politiek genie voor nodig om in te zien dat er hier een tegenstrijdigheid bestaat. Evenmin dat er een begin gemaakt moet worden de leegtes op te vullen, dat het redelijk is te geloven dat er een techniek in onze beschaving opereert die niet bekend is aan de bekende aardse machten en dat op zijn minst een paar mensen bij de autoriteiten daar heel goed van op de hoogte zijn.



Klik op de banner voor de website van Richard M. Dolan


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen