THE UFO FILES - THE INSIDE STORY OF REAL-LIFE SIGHTINGS Boekbespreking door: Stanton T Friedman 27 februari 2010 Vertaling: Paul Harmans Bron: http://www.theufochronicles.com/2010/03/ufo-files-inside-story-of-real-life.html
Eén van de opvallende problemen met het boek is de bijna complete nalatigheid een onderscheid te maken tussen materiaal dat is geclassificeerd als Vertrouwelijk of Geheim, veel daarvan is vrijgegeven, en het materiaal dat is geclassificeerd als TOP SECRET of TOP SECRET Code Word, en het meeste daarvan is niet vrijgegeven. In de USA is het Code Word wellicht Ultra of Umbra. Ik kan geen indicatie vinden dat Dr. Clarke ooit heeft gewerkt onder geheimhouding, voor de regering of het leger, dat kan mogelijk een verklaring zijn voor deze misser. Ik werd eens door de voormalige Karl Pflock gevraagd waarom ik volhoud dat het beste UFO-materiaal op zijn minst TOP SECRET moet zijn. Ik wees er op dat toen het National Security Agency (NSA) uiteindelijk toestemde in het vrijgeven van 160 UFO-documenten (allemaal van voor 1980) uit haar files, die allemaal Top Secret of TS-plus waren en men kon enkel 1 of 2 regels per bladzijde lezen omdat het censureren gul werd toegepast. Het excuus was dat de bewerking gebruikt werd om informatie over bronnen en methodes die de inlichtingendienst gebruikte te verbergen en dat is een legitieme verdediging. Maar het lijkt onwaarschijnlijk dat 95% van het materiaal toegeschreven kan worden aan bronnen in plaats van aan de informatie zelf. Het is niet zo dat de Sovjet Unie er gedurende de Koude Oorlog niet van op de hoogte was dat de NSA allerlei soorten informatie verzamelde over dingen in de lucht. Bovendien, toen ik uiteindelijk via de Freedom of Information wet een aantal TS CIA UFO-documenten kreeg (het vergde mij vijf jaar) werden er slechts enkele vrijgegeven en de meeste daarvan waren met zwarte inkt zwaar bewerkt. Dat waren ook Top Secret Code Word documenten. Sommige pagina’s hadden slechts 8 onbetekenende woorden die leesbaar waren. Eén had bovenaan het kenmerk: ‘Deny in Toto’ (in totaal geweigerd). Ze konden zelfs geen 8 woorden vinden om vrij te geven! Het verschil tussen TOP SECRET and Secret lijkt te zijn ontsnapt aan de aandacht van Dr. Clarke. En natuurlijk kan TS materiaal niet besproken worden in documenten van lagere classificatie. Een goed voorbeeld van het belang van onderscheid is de opmerking gemaakt door generaal Nathan F. Twining (toenmalig hoofd van het Air Materiel Command) over UFO’s in zijn beroemde memo van 32 september 1947, geclassificeerd als enkel Secret. Hij merkte op: ‘Fysiek bewijs in de vorm van geborgen stukken van een crash zou het bestaan van deze objecten onweerlegbaar bewijzen.’ Sommigen, inclusief Clarke, interpreteerden dit als bedoelend dat er geen crash van een vliegende schotel bij Roswell was voorgevallen. Het feit is dat alles erop duidt dat dergelijke informatie Top Secret zou zijn en dus niet door Twining genoemd zou mogen worden in een Secret memo. Clarke haalt ook nergens de wijdverbreide verklaring van Wilbert Smith aan, die belast was bij een Canadees UFO-onderzoek, dat het UFO-fenomeen het hoogst geclassificeerde onderwerp voor de USA was, zelfs hoger dan de H-bom. Een ander serieus probleem is het gebrek enkele van de belangrijke grootschalige wetenschappelijke studies naar UFO’s aan te halen. Clarke noemt het USAF Project Blue Book, maar niet de Blue Book Reports 1 tot en met 12 of, van veel groter belang, Project Blue Book Special Report No. 14 (Ref.1). Dat is tenminste gedeclassificeerd, heeft meer dan 240 grafieken, tabellen, tekeningen en overzichten. Elk van de meer dan 3200 UFO-meldingen werd uiteindelijk gecategoriseerd als: vliegtuig, ballon, astronomisch, psychologische afwijking, onvolledige informatie en (dat waar we echt in zijn geïnteresseerd): ONBEKEND. Elke melding werd beoordeeld op kwaliteit. De bevinding was dat hoe beter de kwaliteit van de waarneming, hoe groter de kans was dat het op de lijst kwam als ONBEKEND en hoe minder de kans dat het werd gekwalificeerd als een zaak met onvolledige informatie. Er was een statistische kruisvergelijking tussen de BEKENDE en ONBEKENDE en die liet zien dat op basis van 6 verschillende waarneembare zaken, zoals waarschijnlijke grootte, kleur, snelheid, duur van de waarneming, etc. dat de waarschijnlijkheid dat de ONBEKENDE slechts over het hoofd geziene BEKENDE waren, minder was dan 1%. Een volle 21,5% werd als ONBEKEND gecategoriseerd en waren volledig verschillend van de 9,3 gevallen gecategoriseerd als ‘Onvolledige Informatie’. De secretaris van de USAF loog over deze gegevens. Toch citeert Clarke verschillende meldingen, daarmee aangevend dat ondanks dat er altijd gevallen waren die niet geïdentificeerd konden worden, dat was omdat er geen volledige informatie over bestond. Voor de UFO-studies in de VS is dat zeer zeker niet waar en er bestaat geen bewijs anders dan proclamaties, om deze bewering ook op te laten gaan voor Engeland. In een typisch voorbeeld in een rapport aan de minister voor de RAF staat: ’46 waarnemingen bleven onverklaard, maar er was simpelweg niet voldoende informatie die voor een verklaring zou kunnen zorgen.’ Er werd ook in beweerd: ‘Er is niets in deze waarnemingen dat suggereert dat de incidenten waarnaar ze verwijzen anders van aard zijn dan de incidenten die in de verklaarde meldingen staan.’ De lezer snapt nu waarom ik verwijs naar de statistische kruisvergelijking in het Project Blue Book Special Report No. 14 Het is ook bijna niet te geloven dat er geen verwijzing is naar het Congressional Symposium on UFOs (regeringssymposium over UFO’s), gehouden op 19 juli 1968 in Washington DC en betaald door het US. House of Representatives Committee on Science and Aeronautics. Twaalf wetenschappers verschaften zowel geschreven als mondelinge getuigenissen, zie referentie 2. Ik was de enige wetenschapper zonder PhD. Van de 12 kwamen enkelen van universiteiten zoals Harvard, Cornell, Stanford, Universiteit van California at Berkeley, Northwestern. En ook was daar Westinghouse Astronuclear Laboratory en General Dynamics, Fort Worth. Van bijzonder belang was de presentatie van Dr. James E. McDonald, professor in de natuurkunde aan de universiteit van Arizona. Zijn 71 paginagrote bijdrage vind je in referentie 3 en presenteert zeer indrukwekkende gegevens van 41 aparte gevallen die hij diepgaand heeft onderzocht. Daaronder bevinden zich zaken van meerdere getuigen van op radar zichtbare gevallen, zoals de urenlange RB-47 zaak van 17 juli 1957, die ook besproken werd in een artikel dat stond in een wetenschappelijk journaal. Er was tevens een verhandeling van astronoom Dr. J. Allen Hynek, meer dan 20 jaar lang wetenschappelijk adviseur voor het Project Blue Book. Clarke noemt Hynek 3 maal, maar haalt nergens zijn boek ‘The UFO Experience’ aan (Ref.4) en waarin je meer dan 70 onverklaarde zaken vindt. Clarke noemt wel het Condon Report (Ref.5) maar beweert foutief dat het doel daarvan was een overzicht te geven van de Blue Book gevallen. Zij (het Condon comité) deden hun eigen onderzoek naar andere gevallen. Hij haalt de goedkeuring aan van de National Academy of Science (NAS), maar noemt niet dat de NAS geen onderzoek heeft gedaan of dat een speciaal UFO-subcomité van het ‘s werelds grootste groep ruimtewetenschappers, The American Institute of Aeronautics and Astronautics, vond dat men op basis van de gegevens in het rapport ook tot een tegenovergestelde conclusie van die van Condon (Ref.6) kon komen. Elk fenomeen waarvan 30% onverklaarbaar is, is het waard verder onderzocht te worden, zo verklaarden zij. Clarke noemt de zaak van Betty en Barney Hill en John Fuller’s 1966 boek ‘The Interrupted Journey’ (Ref 7). Hij haalt echter wel de psychiater Dr. Benjamin Simon uit Boston aan, maar geeft niet weer dat Simon letterlijk duizenden veteranen uit Tweede Wereldoorlog heeft behandeld voor post traumatische depressies. Noch noemt hij dat Betty een sociaal werkster en een leidinggevende was van de sociale dienst van de staat New Hampshire en dat Barney in de vereniging voor burgerrechten zat. Zij zochten de publiciteit niet en hadden meer te verliezen dan te winnen. Hij wijdt de ervaringen ook aan Betty’s dromen. Ik was behoorlijk verrast dat hij niet verwijst naar het 2007 boek ‘Captured! The Betty and Barney Hill UFO Experience’ (Ref.8.) en Kathleen Marden’s zeer belangrijke vergelijkende analyse van de dromen versus hetgeen naar buiten kwam onder hypnose. Clarke zegt dat zij een ritje in het ruimteschip hadden, dat is simpelweg niet waar. Hij haalt ook de sterrenkaart niet aan. Hij herhaalt de domme beweringen van de koninklijke astronoom Martin Rees, dat het onmogelijk is dat twee beschavingen zo dicht bij elkaar kunnen komen dat er contact mogelijk is. Natuurlijk geeft hij geen aanwijzing van wellicht kolonisatie of de mogelijkheid van interstellair reizen. Afstanden worden als ‘onmetelijk’ weergegeven. Natuurlijk, de meer dan 2 miljoen lichtjaren naar Andromeda zijn onmetelijk in vergelijking met de 39,3 naar Zeta Reticuli. Clarke heeft de eer de meest verantwoordelijke te zijn voor het vrij krijgen van het voorheen geheime Condign Rapport, vijf jaar nadat het gereed kwam en is redelijkerwijze kritisch over de bevindingen. De naam van de auteur is nog steeds niet vrijgegeven. Een bijzonder twijfelachtige veronderstelling is dat de meeste UFO-meldingen als oorzaak verschillende plasmafenomenen hebben. Er bestaat geen twijfel dat het grootste deel van het universum uit plasma bestaat, zoals de ionosfeer, de zonnecorona, enz. De schrijver schijnt echter totaal onwetend te zijn van het werk dat op het gebied van plasma en UFO’s door Jim McDonald is gedaan, wiens specialiteit atmosferische natuurkunde was en die had aangetoond dat de eerdere plasmaverklaringen van Philip Klass niet bewezen konden worden op grond van natuurkundige inzichten. Ik besprak in mijn regeringsgetuigenis ook plasma’s en UFO’s. Een bijzonder opvallende weglating in het rapport is elke vermelding van de memo van 20 oktober 1969 van luchtmacht generaal Carroll Bolender die resulteerde in het sluiten van project Blue Book. Het bevatte deze twee beweringen:
Ik vermoed dat deze situatie voor andere landen ook zo geldt. De gevallen die een gevaar zijn voor de nationale veiligheid worden behandeld buiten de voor het publiek toegankelijke kanalen. Het boek geeft enkele interessante Engelse UFO-gevallen weer, maar slechts 160 pagina’s doet het onderwerp geen eer aan.
Ik vraag me wel eens af, zonder dat overigens te kunnen bewijzen, of Clarke niet onder één hoedje met het Ministerie van Defensie speelt. Hij de eer van het vrij krijgen van de files, maar dan wel in de media het belang van het UFO-fenomeen en de betrokkenheid van de overheid bagatelliseren. Natuurlijk helpen wat ambtenaren hem bij het contact met de mainstream media, zodat hij degene is die bijna uitsluitend aan het woord komt. Op deze wijze wordt de indruk gewekt dat het ministerie voorheen, dan wel een beetje in het geniep, interesse in het UFO-fenomeen had, iets wat de bevolking altijd al vermoedde, maar dat ze nu schoonschip maken en dat dit alles is wat ze hadden en dat er dus niet zo heel veel aan de hand is met UFO’s. De bevolking, maar vooral de mainstream media (de media moeten wel, ze staan onder controle van bepaalde instellingen), pikken dat en gaan door met hun leven en vergeten het UFO-fenomeen. Dat zou de opzet van het Engelse Ministerie van Defensie en debunker Clarke kunnen zijn.
1. ”Blue Book Special Report 14” October 1955,From UFORI, POB 958, Houlton, ME 04730-0958 (260 p 8.5x11). $25.00 including S.H. 2. “Symposium on UFOs” House Committee on Science and Astronautics, July 29, 1968.. see internet 3. McDonald, James E. Testimony to Congressional Hearings on UFOs, July29, 1968, 71pages, $10. From UFORI including and H. 4. Hynek, J. A. “The UFO Experience: A Scientific Inquiry” Henry Regnery, Chicago 1972 5. Condon,Edward U. “Scientific Study of Unidentified Flying Objects”, Bantam Books, 965 pages, 1969 6. AIAA UFO Subcommittee “UFO: A Scientific Appraisal of the Problem”, Astronautics and Aeronautics, 8:11, 1970 p. 49 7. Fuller, John G “The Interrupted Journey” Dial Press, New York, 1966 8. Friedman, Stanton T. and Kathleen Marden “Captured! The Betty and Barney Hill UFO Experience”, 2007, New Page Books Div. of Career Press, Franklin Lakes, N.J. 2007. $18.99 from UFORI Includes S and H and autographed by both authors |