Verzonden: 1 november 2009

Geachte Rob Nanninga en Jan Willem Nienhuys,

Hartelijk dank voor uw beider antwoord.

Twee dingen vallen mij op, ten eerste begrijp ik uw (R. Nanninga) opmerking niet dat ik onder een valse naam schrijf, al 53 jaar ben ik wie ik ben, of zit het scepticisme u zo diep dat u voor alles en iedereen wantrouwend bent?

Ten tweede begrijp ik de toon van de e-mail van JW Nienhuys ook niet, ik draag niemand iets op, ik stelde aanvankelijk een paar relevante vragen en reageerde daarna op de antwoorden die ik van de heer Nanninga kreeg. De correspondentie voerde zodoende automatisch naar mijn opmerkingen. Ook heb ik het idee dat u (JW Nienhuys) niet mijn initiële e-mail heeft gelezen, het gaat daarin absoluut niet om ‘onervaren waarnemers’, maar om militairen met hoge tot zeer hoge rang, getraind in het observeren en met vele duizenden vlieguren.

U bent mijns inziens echter wel op zekere wijze verantwoordelijk voor wat u schrijft en uitdraagt. U bedient met uw tijdschrift, website en enkele lezingen een publiek dat voornamelijk uit wetenschappers bestaat en veel van hen gaan er vanuit dat wat u publiceert of debiteert een waarheid is die tot stand is gekomen na wetenschappelijk onderzoek of op zijn minst dankzij een up to date kennis van het fenomeen, hetgeen niet het geval blijkt, zo mag ik helaas constateren.

Maar goed, ik dacht dat u (JW Nienhuys) de UFO-deskundige bij stichting Skepsis was en mij derhalve beter te woord kon staan dan de heer Nanninga. Ik begrijp nu dat u weinig weet van de werkelijke feiten en ik meen ook te mogen concluderen, gezien uw felle uithaal, dat mijn argumenten heel wat beter zijn dan de oude koek waarmee u als scepticus het UFO-fenomeen te lijf tracht te gaan.

Nog een prettige zondag gewenst,

Dries


TERUG NAAR ARTIKEL