OGEN OP DE HEMEL GERICHT Sommige UFO's zijn echt of de regering het nu toegeeft of niet Door: Harry Willnus Ann Arbor News Vertaling: Stijn Van de Paer Bron: www.mlive.com
10 augustus 2008 - De moderne golf van UFO-waarnemingen en -rapporten begon in juli 1947 met het Roswell, New Mexico, voorval. Meer dan 60 jaar later is het fenomeen nog altijd levend en wel met wereldwijd minstens 100 waarnemingen per dag. Het O'Hare vliegveld incident van november 2006 kreeg zelfs grote mediabelangstelling nadat het verhaal door Jon Hilkevitch in de Chigaco Tribune was gepubliceerd. Op klaarlichte dag werd een zwevende schijf net onder het 600m hoge wolkendek en boven gate C-17 waargenomen. Na enkele ogenblikken vloog de schijf weg, wat voor een zekere tijd een doughnut gat in de bewolking achterliet, waardoor het luchtvaartpersoneel de blauwe lucht kon waarnemen. De meest recente golf van UFO-gebeurtenissen vond plaats in Stephenville, Texas, in de periode tussen december en maart (2007/2008). Bepaalde activiteit vond hierbij plaats in Crawford, Texas, niet ver van de ranch van president Bush. De meest dramatische waarneming gebeurde op 9 januari 2008. Een reusachtig toestel, sommige schattingen spreken van een mijl lang en een halve mijl breed, is gemeld door meerdere getuigen. Het Mutual UFO Network (MUFON) heeft recent radarbeelden bemachtigd via een FOIA (Freedom Of Information Act) aanvraag welke aantonen dat er op die nacht boven Texas iets vreemds en onverklaarbaars is waargenomen en dat een toestel zich met een snelheid van 1900mph (3000km/h) voortbewoog zonder de geluidsbarrière te doorbreken. Laten we vooral enkele van de allerbekendste UFO-gevallen niet vergeten, waarvan er één zich in onze eigen achtertuin voordeed, en dewelke een klassieker is onder de UFO-gevallen. In 1966 hebben de voorvallen in de gebieden rond Dexter en Hillsdale voor heel wat heisa gezorgd, en nieuws van deze waarnemingen werd vermeld in alle belangrijke kranten van het land. De Luchtmacht zond zijn belangrijkste persoon voor UFO-onderzoek (Project Blue Book), Dr. Allen Hynek, op onderzoek uit. Hynek voerde zijn onderzoek uit en er werd een persconferentie gehouden in Detroit. Hij gaf toe dat hij niet zeker wist wat de mensen van Dexter en Hillsdale hadden waargenomen, maar opperde dat moerasgas een mogelijke verklaring bood. Dit werd spijtig genoeg door de media opgepikt. Hynek werd het mikpunt van spot omdat de media en de bevolking deze verklaring niet aanvaarden voor zoete koek. De Luchtmacht trok zich uiteindelijk terug uit het hele UFO-gebeuren (publiekelijk dan toch) en Project Blue Book werd in 1969 afgesloten. Het publiekelijk onderzoeken van UFO-gevallen wordt vandaag de dag ondernomen door individuen en groepen zoals MUFON. Hynek werd uiteindelijk één van de weinige wetenschappers van zijn tijdperk die het noodzakelijk vond om het UFO-onderwerp serieus te nemen en verder te onderzoeken. Het leidde hem uiteindelijk te geloven in het feit dat bepaalde UFO's interplanetaire toestellen waren. In 1973, na het verlaten van zijn werk voor de regering, stichtte Hynek het Center for UFO Studies (CUFOS). Ik beschouw Hynek als de ‘grondlegger van de ufologie’ en het was me een persoonlijke eer om voor hem een zekere tijd als onderzoeker te kunnen werken. Hynek stierf in 1986. Veel wetenschappers zijn het erover eens dat de kansen voor leven elders in het universum een schot in de roos zijn. Er is een naburig melkwegstelsel dat een miljard jaar ouder is dan onze eigen Melkweg. En als leven elders net dat beetje meer geëvolueerd is dan wij, dan kunnen zij gemakkelijk qua technologie duizenden jaren voorop zijn op ons. Tijdens een recente online discussie met verschillende sceptici/afkrakers, merkte ik twee argumenten op waarnaar ze steeds verwijzen. Ten eerste, betogen ze dat de afstanden ronduit te groot zijn en dat een reis tussen sterrensystemen te lang zou duren. Ten tweede, blijken ze te denken dat UFO-waarnemingen niet méér zijn dan ver verwijderderde, wazige lichtjes aan de hemel. Beide argumenten demonstreren hun gebrek aan kennis over het fenomeen en hun bekrompen denkwijze. Sommige wetenschappers geloven dat de ruimte zelf gebogen, scheefgetrokken of opgevouwen kan worden en dat ‘wormgaten’ misschien voor een kortere reistijd kunnen zorgen. Tijd vertraagt ook naarmate men de lichtsnelheid benadert. Veel UFO-verslagen zijn allesbehalve ‘wazige lichten’ aan de hemel. Bepaalde waarnemingen gebeuren bij klaarlichte dag. Sceptici/afkrakers overzien ook de gevallen die zijn vastgelegd en waarbij landingsporen zijn achtergelaten die opmerkelijk bewijs leveren dat een fysiek object aanwezig was. Voormalig NASA-astronaut en maanwandelaar Dr. Edgar Mitchell heeft nog maar recentelijk beweerd dat buitenaardsen bestaan en dat ze de aarde bezoeken. En wat te denken van onze militairen en het UFO-fenomeen? Richard Dolan’s diepgaand onderzoek, ‘UFOs and the National Security State: Chronology of a Cover-up 1941-1973’ is een ware openbaring wat betreft de UFO-activiteit waarmee onze militairen in aanraking zijn gekomen. Er is hier niet voldoende plaats om de Gulden Vraag te beantwoorden: “Waarom de regering de waarheid verbergt?” Sedert 1947 is er een regeringsbeleid om mensen die een UFO-ontmoeting gehad hebben, op de korrel te nemen, belachelijk te maken en in diskrediet te brengen. Nochtans, is er toch blijk van een beweging om bepaalde zaken aan het licht te brengen, zaken die velen onder ons al langer voor waarheid aanvaarden: Dat we niet alleen zijn in het universum en dat we ondertussen bezocht worden. Houd je blik op de hemel.
Harry, Ik ben sinds 50 jaar een leunstoelwaarnemer van het UFO-onderwerp. De enige bijdrage die ik aan de UFO-gemeenschap kan leveren is op het gebied van de terminologie, hier komt het: UFO-discussies misbruiken vaak de woorden ‘scepticus’ en ‘debunker’. Een ander woord moet worden toegevoegd aan het UFO-woordenboek: ‘ontkenner’. Heel vaak noemen mensen die kritiek hebben op het UFO-bewijs zichzelf ‘scepticus’ of ‘debunker’. Deze term geeft vaak onverdiende geloofwaardigheid aan deze mensen. Ze zouden genoemd moeten worden naar wat ze zijn. Het zijn ‘ontkenners’. Als vergelijking, er zijn mensen die beweren dat de Holocaust van de Tweede Wereldoorlog niet heeft plaatsgevonden. Die noemen we ook geen ‘sceptici’ of ‘debunkers’, we noemen ze wat ze zijn: ‘ontkenners’. Er is een overvloed aan wetenschappelijk bewijs dat UFO’s bestaan. Misschien kunnen we niet afdoend bewijzen wat het zijn, maar we kunnen wel degelijk bewijzen dat ze er ZIJN. Er is tevens heel wat documentatiemateriaal dat bewijst dat de regering van de Verenigde Staten een voortdurende interesse in het onderwerp heeft en het toont heel duidelijk aan, inclusief het liegen, dat men poogt haar kennis van, en interesse in UFO’s te verbergen. Wat dat aangaat is het zo dat als mensen niet kunnen toegeven dat dit is bewezen, we dan moeten overwegen hen ‘ontkenners’ te noemen. Een scepticus zijn, betekent niet dat je over een gesloten geest moet beschikken, het houdt alleen in dat je geen beweringen op voorhand aanneemt. We zouden allemaal sceptici moeten zijn, de gehele tijd, als we tenminste de juiste definitie van het woord willen gebruiken. De aanduiding ‘debunker’ zou in mijn opinie gereserveerd moeten worden voor iemand die feitelijk en eerlijk in staat is aan te tonen dat een UFO-gebeurtenis een misidentificatie of een vervalsing was. Dat is een goede aanwinst voor de UFO-gemeenschap, als het wordt gedaan met dezelfde wetenschappelijke nauwkeurigheid die we moeten eisen van hen die het bewijs presenteren. Maar degene die het bewijs belachelijk maakt, zonder een ondersteunend wetenschappelijk argument, helpt niet en zou niet beschreven moeten worden als een debunker. Als je het hiermee eens bent, dan hoop ik dat je wilt beginnen met het gebruik van de omschrijving ‘ontkenner’ als dat van toepassing is en alleen de woorden scepticus en debunker gebruiken voor personen die dergelijke termen verdienen. Beste wensen |