PRINTBARE VERSIE

IN WISSELWERKING MET EEN UFO

Auteur: Lou Baldin

Vertaling: Hans Jochems

(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar. Lou Baldin laat tevens weten dat het non-fiction is. Hans Jochems.)

Deel 1


~ “ ’Het toestel lijkt op een levend organisme’, stond er in een document in één van de geheime bestanden. ...Drie weken nadat het toestel ontdekt werd, heelde het schip zichzelf helemaal op miraculeuze wijze. ...Indien Buitenaardsen de reparatie uitvoerden, zouden zij onzichtbaar moeten zijn geweest.” ~



Het boek ‘In League With A UFO’, geschreven door de Amerikaan Mr. Lou Baldin,
uitgegeven op 25 juni 1997.

Inleiding
Mijn nieuwsgierigheid over buitenaards leven werd aangewakkerd toen mijn vader mij een verhaal vertelde dat plaatsvond toen hij jong was. Het was enkele jaren voor het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hij en zijn broer liepen van school naar huis toen zij iets eigenaardigs in de lucht opmerkten. Hij beschreef wat hij zag als ‘drie grote metaalachtige cirkels’. De cirkels bleven enkele minuten in de lucht, in een dichte formatie, voordat ze zich verspreidden in verschillende richtingen en toen verdwenen. Er waren geen wolken in de lucht, noch enige fabrieken in de stad die de lucht met rook vervuilden, niets wat per vergissing aangezien zou kunnen worden voor de drie perfecte cirkels. Dit vond plaats in een kleine stad in Italië in een tijdperk waar men van fantasieën van ruimtereizen en het bestaan van ‘buitenaardsen’ nog nooit had gehoord. Zij hadden geen telefoon of radio. De televisie was nog niet uitgevonden. Zijn familie was typerend voor die gemeenschap. Weinig mensen die er woonden waren zich bewust van de gebeurtenissen buiten hun eigen stad. De enige boeken waar hij over kon beschikken waren schoolboeken. Eén ging over rekenkunde en het andere boek ging over lezen en schrijven.

Hij vergeleek wat hij zag nooit met UFO's en bespotte mij toen ik suggereerde dat ze dat waren. Ondanks dat de schijven die hij mij beschreef voor mij in feite ‘Ongeïdentificeerde Vliegende Objecten’ waren, hadden hij en de anderen van de stad geen enkele voorstelling van wat ze dan wel konden zijn. Zoals vele sceptici van dit fenomeen, was hij niet bereid om de mogelijkheid van leven van andere planeten te aanvaarden en deed de drie cirkels af als een eigenaardigheid van de natuur.


Schrijver Lou Baldin

* * * * *


Hoofdstuk 1

HET FASCINERENDE HERENHUIS

Mijn naam is Jeff Matisse, dat is niet mijn echte naam, en dat is om redenen die duidelijk zullen worden als ik mijn verhaal eenmaal vertel.

Na verhuisd te zijn vanuit New York City naar een stad in het Middenwesten, kochten mijn vrouw Ann en ik daar een huis. Het huis had twee verdiepingen met boven drie slaapkamers en het was tien jaar oud. Het was gelegen in een mooie, goed onderhouden buurt, met in de meeste straten rijen volgroeide bomen. Ons huis lag in het nieuwere gedeelte van de bebouwing, bijgevolg waren de bomen in onze straat nog niet zo volgroeid en majestueus als die in het oudere deel van de buurt. Maar nog steeds was de rust van die buurt zeer aangenaam en hadden wij niet dat gehaaste leven zoals dat in New York City was.

Wij hadden het meeste van ons meubilair voor het verhuizen vanuit New York verkocht. Ann wilde ons nieuwe huis vullen met antiek meubilair, meubilair dat was gemaakt van massief hout, bij voorkeur kersen- of notenhout. Wij waren naar enkele veilingen in New York geweest en waren verknocht toen wij op een oud bureau stuitten dat vol zat met hoekjes en vakjes. Het bureau was massief eiken. Maar bij de veiling was het nog steeds met vijf lagen roestkleurige verf bedekt. Wij konden het niet geloven, er was maar één andere man die tegen ons op bood. We stopten met bieden bij vijftig dollar. Wij kochten dat bureau voor eenenvijftig dollar!

Toen wij thuiskwamen, kon Ann niet wachten om de oude verf te verwijderen om zo de ware schat te onthullen die wij hadden gevonden. Het was puntgaaf. Wij wisten niet hou oud dat bureau was, maar een antiquair aan wie wij hem toonden gaf een schatting van zo’n 100 jaar of meer.

Twee weken nadat Ann dat bureau opnieuw had gepolitoerd, bood één van onze vrienden in New York ons er tweeduizend dollar voor. Wij accepteerden het zonder er veel over na te denken. Maar tot op de dag van vandaag hebben wij geen enkele vergelijkbare koop gedaan die zich zo snel afbetaalde en met zoveel winst als dat ene bureau. De opwindende gebeurtenis van die ene ervaring gaf ons reden genoeg steeds maar weer naar veilingen te gaan. Dientengevolge is ons huis gevuld met oude overblijfselen en antiquiteiten uit het verleden.

Ongelukkig genoeg bleek één van die overblijfselen een schakel naar het paranormale te zijn. Het kwam in ons bezit via een veiling waar geen van ons beiden eigenlijk naar toe wilde gaan. Het regende die dag en Ann wilde een film zien. Terwijl we de stad inreden, passeerden we een oude, goed gesitueerde wijk die vol stond met herenhuizen. Veel ervan zagen eruit alsof zij in een sprookje thuishoorden. Sommige waren van de 18e Eeuw, maar de meeste waren in de vroege jaren 1900 gebouwd. Wij zouden eerder bij de bioscoop zijn geweest als wij op de snelweg waren gebleven, maar het was een traktatie voor ons om door deze buurt te rijden en ervan te dromen hoe het zijn zou om in zo’n buurt te wonen. Terwijl we straat na straat doorreden, ontdekten we een reclamebord voor een veiling. Het bord stond in de tuin van een huis waar zowel Ann als ik een bijzonder gevoel voor hadden. Als het alleen om die reden was geweest, zouden wij toch naar onze geplande bestemming zijn gereden, de bioscoop dus.

Wij waren meer geïnteresseerd in het zien van de binnenkant van dat huis dan om de veiling bij te wonen, maar dat veranderde toen wij eenmaal binnen waren. Toen wij daar binnenkwamen was de veiling al drie uur aan de gang. Maar het huis was zo groot (met zo’n twintig slaapkamers) dat de veilingmeester nog nauwelijks een fractie van de inhoud had verkocht. Vanwege de regen was de opkomst veel minder dan de veilingmeester had verwacht.

Maar, ik zou zeggen dat er toch meer dan honderd mensen aanwezig waren. Dit huis was een schatkamer. Het leek alsof het meeste meubilair uit de paleizen van Europese vorstendommen kwam. Houtsnijwerk van kersenrood hardhout, rondom nauwgezet bekleed met handgeborduurd materiaal, met gedetailleerde vliegende engeltjes. Wegens ons bescheiden inkomen konden Ann en ik alleen maar kijken, wel met een beetje afgunst als de prijs van deze en vele andere stukken snel escaleerde tot duizenden dollars als het bieden eenmaal begon.

We wisten dat het zinloos was om te blijven, dus gingen wij weg. Toen we het huis verlieten, overhandigde een vrouw die voor het veilingbedrijf werkte, ons een pamflet. Daarop stond een lijst met alle stukken die deze zaterdag geveild zouden worden. Zij vertelde ons toen ook nog dat de veiling de volgende dag, wegens de afmetingen van dat bijzondere landgoed, vervolgd zou worden. Wij bedankten haar en namen de lijst mee naar huis.

Die zondag stond ik vroeg op. Ik had de voorgaande nacht niet goed geslapen en besloot tot een vroege start met het lezen van de krant. Ann lag nog steeds in bed en de zon gluurde net over de horizon toen ik van mijn eerste kop koffie genoot. Op het tijdstip dat Ann opstond waren er twee uren voorbijgegaan en ik was net klaar met het lezen van krant.

Toen zij voor zichzelf een kop koffie bereidde, keek ik voor iets anders om te lezen. Toen herinnerde ik mij het pamflet van de veiling. Onderaan het pamflet stond geschreven dat op de laatste dag van de veiling de rest van de stukken, voornamelijk kleinigheden, in partijen verkocht zou worden. Ik vertelde dat aan Ann, maar zij was niet geïnteresseerd. Zij zocht voornamelijk naar unieke stukken meubilair en aangezien alles daarvan buiten ons prijsbereik lag, had ze niet veel animo om terug te gaan. Zij besloot dat zij in het winkelcentrum wat ging winkelen. Dus ging ik alleen naar de veiling terug. Ik was blij dat ik alleen ging. Op die manier hoefde ik Ann niet te laten zien wat ik in de vier dozen vond die ik die dag naar huis bracht.

Normaal zou ik geen dozen met oude kranten en documenten kopen, maar ik was vastbesloten om iets te kopen dat deel uitmaakte van dat oude herenhuis. Alles waar ik die zondag op bood was nooit hoog genoeg. Ik verloor alle biedingen, behalve de partij die bestond uit enkele dozen met oude boeken, kranten en een assortiment van tijdschriften en documenten. Ik rationaliseerde mijn aankoop door mijzelf ervan te overtuigen dat er zelfs in al deze dozen, met wat leek op alleen maar ouwe troep, misschien toch nog iets van waarde zat, omdat zij uit dat prachtige huis kwamen. Wie kon weten wat voor geheimen zich daar nog in schuilhielden?

Na het uitladen van de dozen in de garage had ik geen zin meer om te kijken wat er allemaal in zat. Ik was doodmoe van de veiling en keek er naar uit om me te ontspannen voor de televisie. Ann was nog niet thuis en ik verwachtte haar voor zo’n twee tot drie uur nog niet.

Nadat ik een boterham voor mezelf had gemaakt liet ik mij op de bank vallen en maakte het mezelf lekker comfortabel. Ik begon me een beetje een dwaas te voelen. Hoe zou ik aan Ann uitleggen dat ik geld had betaald, zo’n honderd dollar om precies te zijn, voor al dat afval dat ik in de garage had opgestapeld? Op dat moment verloor ik mijn eetlust. Dus ik legde mijn sandwich weg en ging naar de garage om te beslissen wat ik met al dat spul ging doen. Aangezien ik niet zo gemakkelijk alle dozen kon verbergen, wist ik dat ik alles moest bekijken om weg te gooien wat weg kon.

Terwijl ik bezig was de dozen te doorzoeken, realiseerde ik mij steeds meer dat mijn angst werkelijkheid werd. Ik vond er tot dusverre nog niets van waarde in. Er lagen oude tijdschriften bovenop de dozen en daaronder lagen verschillende soorten technische tijdschriften. Niets van wat ik vond interesseerde mij. Maar toen ik bij de bodem van één van de andere dozen kwam, vond ik documenten met daarop gestempeld ‘ZEER GEHEIM’. En onder die kop was met dikke letters getypt, ‘Vernietigen’. Iedere doos had een aantal folders met dezelfde gestempelde tekst erop. Alle documenten waren onder een stapel lichtzinnige tijdschriften en nietszeggende technische rapporten verborgen. Ik vulde drie afvalzakken met de tijdschriften en de nietszeggende technische rapporten, evenals de dozen die ik stuk had gesneden zodat ik me gemakkelijk van hen zou kunnen ontdoen. Ik was in staat om alle zeer geheime documenten op te bergen in één doos. Ik zette de doos in mijn kantoor op een plek waarvan ik wist dat Ann hem niet zou kunnen vinden. Ik had daar andere stapels dozen en plaatste deze bijzondere doos er tussenin.

Mijn intenties waren om geen geheimen voor Ann te hebben. Eerst deed ik het omdat ik mij schaamde voor wat ik had gekocht. Maar later, toen ik al lezende ontdekte wat voor bizarre afkomst deze documenten hadden, was ik te bang om haar of wie dan ook te vertellen wat deze documenten prijsgaven. Hier is wat ik op de bodem van die dozen vond.

*****


Hoofdstuk 2

EEN NEERGESTORTE UFO

Het jaar was 1947. De plaats was Roswell, New Mexico. Op 2 juli van dat jaar meldden burgers dat ze een heldere schijf kris kras door de lucht hadden zien vliegen. Het onbekende vliegende voorwerp (een UFO) viel naar beneden, waar het die dag op ongeveer honderd en twintig kilometer ten noordwesten van de stad neerstortte. Een boer (Mac Brazel) die de UFO hoorde neerstorten dacht dat er een vliegtuig in zijn veld was gecrasht en ging het onderzoeken.

Wat hij ter plaatse vond, kon hij met niets vergelijken, en het leek dan ook op iets dat niet van deze wereld was! Hij vertelde een aantal van zijn vrienden dat het toestel van een vreemd materiaal was gemaakt dat op aluminiumfolie leek, maar dat het onbreekbaar was. Meer kon hij er niet over zeggen en weigerde dan ook absoluut om er met wie dan ook over te praten totdat hij een officier van de luchtmacht had laten zien wat hij in zijn veld gevonden had. En meteen daarna, toen het nieuws naar buiten kwam dat er een UFO in het veld van een boer was neergestort, verspreidde de opwinding zich razendsnel door de stad en daarna over de wereld.

Ironisch genoeg, het meeste wat bekend was van de UFO-crash werd vrijgegeven via de nieuwsmedia door een persofficier van de luchtmacht. Hij vertelde de pers dat er een vliegende schijf was neergestort en dat de luchtmacht die had geborgen. Door die verklaring concentreerde al de nieuwsmedia van het land zich op die voorheen onopvallende, kleine gemeenschap. Sommigen van de stedelingen vroegen zich af of de mensheid eindelijk bewijs had dat er andere levensvormen bestonden, en wat een schrikaanjagende gedachte dat was! De uitzending van Orson Welles in 1938 van ‘War of the Worlds’ de ‘Oorlog Tussen Werelden’ van H. G. Wells, lag bij veel inwoners nog vers in geheugen, evenals bij de rest van de Amerikanen.

(Opmerking van de Redacteur: George Orson Welles verwierf zijn eerste grote bekendheid voor zijn gespeelde radio nieuwsuitzending op 30 oktober 1938 van ‘War of the Worlds’ van H. G. Wells, waar werd gedaan alsof de aarde echt werd overvallen door wezens van Mars. Die theatrale radio-uitzending veroorzaakte onder veel mensen, die inderdaad dachten dat het echt was, een enorme paniek, en dit voorval wordt veel gebruikt als reden waarom de regering het beleid van ontkenning over de buitenaardse aanwezigheid op aarde handhaaft, om paniek te voorkomen en de staatsveiligheid te handhaven.)

Niet wetende wat zij in hun bezit hadden en tegelijkertijd proberende het mediacircus stil te krijgen, trok de luchtmacht de eerdere verklaring over een vliegende schijf zeer snel in. Het nieuwe rapport verklaarde eenvoudig dat het een nieuw soort weerballon was die door de nabijgelegen militaire basis werd getest, en dat alle gevonden resten van de nu ‘beroemde’ crash daarvan afkomstig waren. Het neerstorten van een weerballon was gemakkelijker aan te nemen dan dat van een buitenaards toestel en zeker minder angstaanjagend. Weinig mensen twijfelden aan de verklaringen van de luchtmacht en het grote publiek vergat al vrij snel de hele kwestie.

De luchtmacht was niet bij machte om de president van de Verenigde Staten enige details te geven van wat zij in hun bezit hadden, en waarvan het leek alsof het uit de ruimte kwam. Dat was alles wat de president hoefde te horen om te besluiten de hele zaak tot nadere kennisgeving geheim te houden.

Er werd een geheime commissie gevormd met als enige intentie het bestuderen van het buitenaardse toestel. Het werd onder toezicht van de luchtmacht geplaatst en de commissie ontving via de luchtmacht haar financiering. De commissie zou opereren onder het mom van het ‘ontwikkelen en testen van nieuwe type vliegtuigen’. De faciliteit bevond zich in Nevada en is nu bekend als ‘Area-51’. Het was tot in 1970 en 1980 één van de meest geheime bases van het land, pas daarna begonnen UFO aanhangers het tijdens hun meetings te vermelden en schrijvers erover te schrijven.

De informatie kwam van velerlei bronnen - van de gemiddelde burgers die aan de media rapporteerden dat zij vliegtuigen hadden gezien welke een fantastische manoeuvreerbaarheid ten toon spreidden tot professionele deskundigen die beweerden dat hetgeen zij zagen alle eigenschappen overtroefde van wat normale militaire vliegtuigen, of enig ander vliegtuig, konden doen. Zich diagonaal verplaatsen terwijl het met zeer hoge snelheid vloog was één van de meer bizarre voorbeelden die werden gerapporteerd. Het lekken van voormalig luchtmachtpersoneel dat op de basis werkte was een andere bron van informatie en onder voorwaarde van anonimiteit spraken zij. Area-51 blijft een HOOGST GEHEIME faciliteit, maar waar het zich bevind is niet langer een geheim.

De luchtmacht had een vliegende machine in zijn bezit die zo geavanceerd was, dat sommige van de wetenschappers die toegewezen waren om het te onderzoeken, theoretiseerde dat het enkel uit het ‘rijk van de engelen’ afkomstig zou kunnen zijn. Voor die uitdrukking werd verder geen verklaring gegeven.

De TOP SECRET Bestanden van de veiling
‘Het toestel was als een levend organisme’, beweerde een document in één van de geheime bestanden. Toen het pas was geborgen zat er een groot gat in de zijkant ervan (vermoedelijk veroorzaakt door een interne explosie). Het gat kwam overeen met éénderde van de grootte van het schip (de werkelijke afmetingen van het schip stonden niet in deze documenten). Op miraculeuze wijze genas het schip, drie weken nadat het ontdekt was, zichzelf volledig. Het was op z’n minst een heel geheimzinnige gebeurtenis te noemen, omdat het toestel 24 uur per dag werd geobserveerd. Indien buitenaardsen de reparatie uitvoerden, zouden zij onzichtbaar moeten zijn geweest. De wetenschappers die het toestel observeerden, rapporteerden dat de genezing net zo verliep als de genezing van een wond op een menselijk lichaam. De huid groeide eenvoudig terug.

Aan het einde van de drie weken was er geen enkel zichtbaar teken dat het schip ooit beschadigd was geweest. De resten van de explosie bedekten enkele vierkante kilometer land met materiaal dat het meest leek op aluminiumfolie. Omdat het toestel zichzelf herstelde, waren de wetenschappers die het onderzochten niet in staat de oorzaak van de crash vast te stellen. Maar de afmetingen van het gat deed hen vermoeden dat het een interne explosie moet zijn geweest - of de grote schade was ontstaan tijdens de crash. Na het bestuderen van het materiaal en de sterkte daarvan, wisten zij dat het zeer onwaarschijnlijk was dat één van hun eigen vliegtuigen in staat zou zijn om het buitenaardse toestel neer te halen of zelfs maar te beschadigen.

Van de drie buitenaardse wezens die bij het toestel werden weggehaald, was er één dood en twee waren nog steeds in leven. De drie buitenaardsen werden ten tijde van het bergen van het toestel weggehaald en meegenomen naar een niet bekend gemaakte locatie. De geheime commissie die het buitenaardse toestel in bezit had, wist niets van de verblijfplaats of de bedoelingen van de buitenaardsen en was daar in die tijd ook niet benieuwd naar. Zij hadden hun handen vol aan het buitenaardse toestel.

Enkele maanden zouden voorbijgaan voordat de wetenschappers zich pas tijdens werkzaamheden binnenin het buitenaardse toestel aangenaam voelden. En het binnengaan was alsof je in een ‘tijdsprong’ terecht kwam. Alle gevoel van tijd verdween. Polshorloges deden het in het buitenaardse toestel niet meer en evenzo het functioneren van hun vijf zintuigen. Allerlei zaken roken anders of leken geen geur meer te hebben. Voedsel rook vreemd en gaf een licht afkerende geur af en maakte het oneetbaar. Parfum en reukwater of lijfgeur waren niet meer te bespeuren. Van wat zij konden vertellen raakte het voedsel niet bedorven in de tijd dat het in het toestel was en won het zijn natuurlijke geur en smaak terug zodra het zich weer buiten het buitenaardse toestel bevond.

De andere zintuigen zoals zien, horen, aanraken en smaak veranderden ook. Alle zintuigen werden verbeterd. Zij konden beter zien en hadden geen bril meer nodig. Indien zij een bril droegen moesten zij die afdoen om te kunnen zien. Het was hetzelfde met horen. Alle geluiden klonken kristalhelder, ondanks de gehoorcapaciteiten van de onderzoekers. Aanraken was zo gevoelig dat het bijna erotisch was. Het schip voelde gewoon goed! Maar de wetenschappers waren niet voorbereid op zoiets als dit en er was niets vergelijkbaars, dus nam het veel tijd voordat zij zich er comfortabel bij voelden.

Hoewel alle zintuigen op z’n scherpst waren, was de beschrijving die eenstemmig onder iedereen heerste, dat wie het schip ook binnenging, het voelde alsof hij letterlijk in een droom was aanbeland. Iets anders dat hen hinderde, was het gevoel dat er iets in het schip aanwezig was, alsof zij geobserveerd werden. Omdat tijdsapparatuur aan boord van het schip niet werkte, hielden de wetenschappers een tijdgevoel door een wachtpost buiten het toestel te plaatsen die om de zoveel minuten even naar binnenkwam. Toen het toestel pas ontdekt was, verbleven de wetenschappers er soms uren en soms dagen in, zonder zich bewust te zijn dat er enig moment voorbijgegaan was.

De binnenkant van het toestel was veel groter dan de fysische buitenkant leek te hebben. Niemand was zeker of alle kamers en compartimenten in het toestel ontdekt waren. Iedereen die het binnenging, kwam eruit met een ander aantal. Ieder persoon kwam elke keer nadat zij het toestel verlieten met een andere telling naar buiten.

Een ander probleem waar zij mee te maken hadden, was om het toestel te verlaten met begrijpelijke aantekeningen. Alles wat zij opschreven resulteerde in een doolhof van halve woorden en betekenissen.

Ze probeerden foto’s te maken van de instrumenten en het interieur van de andere kamers van het schip, maar deze waren altijd zonder succes. Toen zij de film ontwikkelden, was het altijd alsof het overbelicht was. Ze probeerden allerlei verschillende methoden van fotografie. Eerst plaatsen zij het fototoestel in een huis van verschillende legeringen. Toen dat faalde, probeerden ze combinaties van metaal en keramiek om de film te beschermen. Maar steeds was het resultaat hetzelfde, de film was overbelicht.

DEEL 2


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen